Een op de zeven kinderen in Vlaanderen wordt geboren in een kansarm gezin. En hun aantal neemt nog elk jaar toe. Opgroeien in schaarste beïnvloedt het hele verdere leven. Het risico dat het kind later zelf een arme ouder wordt, is groot. In hun boek met de titel: ‘Het DNA van kinderarmoede’ gaan Peter Adriaenssens en Noël Slangen, als gewezen en huidige voorzitter van het Kinderarmoedefonds, dieper in op het fenomeen kinderarmoede.
Kinderarmoede
Kan een arme moeder die het geld van de geboortepremie besteedt aan de aanschaf van een mooie (en dure) wandelwagen dat geld niet beter gebruiken voor de gewone basisbehoeften, zoals eten kopen, je huis verwarmen, dokterskosten…? Mensen worden ongelijk geboren maar niemand wordt geboren om arm te zijn. Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan, ook kinderen; hun ontwikkeling is meer dan natuur en voeding. Ruim dertig procent van wat je wordt heeft met toeval te maken, zoals toevalligheden in de ontwikkeling van je hersenen, je vaardigheden en natuurlijk je tekorten want bij iedereen is er wel een hoek af. Kinderarmoede bestrijden begint niet bij structurele ingrepen maar met de aanpak van onze houding. Er bestaat veel onwetendheid over armoede en de achtergronden en impact ervan.
Mensen die in de knel zitten door kansarmoede worden meestal geplaagd door een lijf met een hoge dosis stresshormonen. Dat zorgt voor irritatie, slecht geheugen en onrust. Bovendien missen ze een groep leeftijdgenoten om zich heen die het goed stellen en rolmodellen kunnen zijn. Gedrag en emoties schaven we bij dankzij zorgende mensen in onze omgeving. Voor wie die niet heeft, is de ontwikkeling van een kompas dat je wijst hoe je je dient te gedragen in de meeste gevallen veel complexer. De overtuiging dat de rechten van kinderen ertoe doen kan iets op gang zetten. Op de eerste plaats zouden we het beleid moeten aanmoedigen er iets aan te doen en op de tweede plaats zouden we lokale acties van ngo’s en vrijwilligers dienen te steunen zoals de adventsactie van Welzijnszorg Vlaanderen.
Armoede begint in de baarmoeder
Als een moeder in armoede leeft is de kans groot dat ze naar sigaretten, drank, drugs of pillen grijpt. Een foetus proeft reeds de stress van een leven in schaarste. Het stresshormoon dat het gevolg is van het feit dat het hoofd van de moeder elke dag opnieuw in beslag genomen wordt om te overleven gaat via de placenta naar de bloedstroom van de foetus en heeft invloed op het hartritme, het immuunsysteem, de hersenontwikkeling en zelfs de darmflora. Zo is sociale ongelijkheid reeds lang aanwezig vóór de geboorte. De afdruk van schaarste kan vervagen als rond een moeder en bij uitbreiding een gezin, een prenatale zorg komt te staan die standvastig, empathisch en nabij is.
De laatste jaren zien we in Vlaanderen de voorzichtige opgang van de prenatale netwerken. Netwerken van eerstelijnshulpverleners, OCMW’s, Kind en Gezin, Huizen van het Kind, inloopteams, prenatale steunpunten, armoedeorganisaties, zelfstandige vroedvrouwen en ziekenhuizen, die een professioneel netwerk en vrijwilligers uit de buurt rond zwangere vrouwen in armoede kunnen zetten. Ze wijzen de weg naar de sociale kruidenier zodat aanstaande moeders verse groenten en fruit hebben, en naar organisaties voor gratis babyspullen. In prenatale steunpunten doen artsen, verpleegkundigen en vroedvrouwen betaalbare of kosteloze onderzoeken en echo’s zodat complicaties tijdig opgespoord kunnen worden.
Ontmoetingsplekken
Verenigingen waar armen het woord nemen maar ook andere organisaties hebben ontmoetingsplekken en ontmoetingsmomenten waar aanstaande en kersverse moeders en vaders klankborden en stootkussens vinden die een begin van een netwerk kunnen vormen. Een plek waar niets moet, waar ze zich niet hoeven te verantwoorden voor wie ze zijn, wat hun situatie is en hoe ze daarin terechtgekomen zijn. Waar ze gewoon fier mogen zijn op die mooie wandelwagen die ze gekocht hebben met de geboortepremie, als symbool van een nieuwe kans, de kans om even gelukkig te zijn als al die andere ouders. Veel ouders in armoede demonstreren een opvallende veerkracht in moeilijke omstandigheden. Maar energie en mentale ruimte zijn niet onuitputtelijk.
Gezinsondersteuning
De kwetsbaarste rol die er is, is die van ouder. Mensen bijspringen in die rol vraagt daarom veel tact. Sommige ouders in armoede hebben ook zelf een verleden in de jeugdzorg en zijn bang dat hun baby bij hen weggehaald wordt als ze toegeven dat ze twijfelen, of zeggen dat het niet lukt. Ze gaan dan problemen verzwijgen of zwijgen helemaal. Gezinnen in armoede hebben een hulpverlener nodig die de liefde voor hun kinderen – die soms achter de berg problemen verdwijnt – wél ziet maar die ook kan tonen hoe je als ouder het rustige en veilige baken kan zijn voor je kind. Iemand die het belang van de gezinsband erkent. Sommige gezinnen zijn al met een korte interventie geholpen maar voor de meeste gezinnen is het een engagement dat lang voorbij de eerste maanden van de baby duurt. Het is telkens hulp aanbieden op het juiste moment zodat ouders het aandurven om weer een stap verder te gaan want voor de hulpverlener gaat erom het gezin vast te houden en pas los te laten als de ouders er zeker van zijn, dat ze het alleen te kunnen redden.
Marjo Perry
Het DNA van kinderarmoede; wat is het en wat doe je eraan?
Auteurs: Peter Adriaenssens en Noël Slangen
2023, 157 pp
ISBN 978 90 223 4066 0
Uitgeverij Davidsfonds/Standaard Uitgeverij nv.
De opbrengst van het boek, 22,99 euro gaat naar de strijd tegen kinderarmoede.
Voor meer informatie: www.welzijnszorg.be