De vroegste geschiedenis
De Sint-Niklaasparochie van Lochristi ontstond, als zelfstandige parochie, in de 13de eeuw. Ze was een deel van de Sint-Baafsheerlijkheid. Na de afschaffing van de Sint-Baafsheerlijkheid werd de proost van het Sint- Baafskapittel, de heer van Lochristi. Later werd dit de bisschop van Gent (tot 1794).
De vroegste melding van de "parochia de Lo" staat in het leenboek van de Sint- Baafsabdij van 1280. Vermoedelijk werd Lochristi als parochie afgesplitst van 's Heiligs-Kerstparochie (de parochie afhangend van de Sint-Baafsabdij).
De naam
De oudste vorm van de naam Lochristi is Lo. Lo in het Germaans betekent open plek in het bos. Later is door de monniken van de Sint-Baafsabdij het woord Christi erbij gebracht om aan te duiden dat Lo in het Heilig-Kerst-parochie van de Sint- Baafsabdij lag, dit om het onderscheid te kunnen maken met andere Lo's.
Het kerkgebouw
De eerste parochiekerk met als patroon de Heilige Nicolaas (patroon van de kooplieden) werd gebouwd in de 13de eeuw. Om te kunnen voldoen aan de bevolkingstoename werd de kerk
regelmatig verbouwd en uitgebreid. Van de verbouwde gotische kruiskerk (14de -15de eeuw) resten nog de vieringstoren, het middenschip met hoge lichtbeuk (nog aanwezig onder het dak)
en de westergevel. Het huidige koor in werd aangebouwd in 1654.
De huidige zijbeuken dateren van ongeveer rond 1720. De sacristie is gebouwd in 1850.
Oorspronkelijk lag het kerkhof rond de kerk. In 1929 kwam het achter de dekenij (het huidige oud kerkhof).
De twintigste eeuw
In de twintigste eeuw dienen zich twee belangrijke feiten aan. Op 27 mei 1910 werd de pastoor van Lochristi, Z.E.H. Hector Van der Schueren, deken van de toen nieuw opgerichte dekenij. In
1936 werd Hijfte erkend als parochie. Voorheen was het een belangrijke wijk met scholen en een toneelzaal. Begin 1950 werd de huidige kerk ingewijd.
Bedevaartplaats Lobos
Het bedevaartsoord van Lobos is zeker een bezoekje waard. Een rijke en boeiende geschiedenis heeft de kapel zeker gehad. Het is enkel gissen naar de vroegste geschiedenis. Een gedenksteen uit de kapel vermeldt dat er een Onze-Lieve-Vrouwbeeld aan een oude eik werd vastgemaakt. Vele mensen die leden aan koorts kwamen er bidden voor hun herstel.
De geschiedenis van de kapel is ontegensprekelijk verbonden aan deze van het kasteel Rozelaar. Kasteel Rozelaar was geliefd als buitenverblijf van de abt van St.Baafs.
Later werden de bisschoppen van Gent eigenaar van het kasteel. Bisschop Petrus Damant liet in 1607 de vroegere kapel van Lobos bouwen. Hij schonk belangrijke relikwieën aan de
parochiekerk.
Tijdens de Franse revolutie werd de kapel aangeslagen. Ze werd samen met het kasteel in 1797 verkocht. Kort nadien werd ze vernield. Enkele fundamenten werden bij de heraanleg van de
omgeving teruggevonden. Het Mariabeeld kon net voor de vernieling overgebracht worden
naar de parochiekerk. Tot op heden siert dit beeld nog steeds het Maria-altaar.
In 1895 liet barones Goffinet (Maria De Cock) de kapel van Lobos heroprichten.
Rond de nieuwe kapel kwamen zeven kleine kapelletjes die de 'Zeven Weeën van Maria' uitbeelden. In 1992 werden deze volledig gerestaureerd.
Ieder jaar heeft de parochiale bedevaart plaats. Deze gaat door op de laatste maandag van de meimaand.
Kerkschatten
Foto's van enkele kerkschatten zijn terug te vinden op de website van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
