Zesde Trefdag 2019: Zacht én moedig - Klimaatrechtvaardigheid | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
Attent

Attent

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • Wat is Attent? Presentie
      Werkgroep presentie: visie en doelstellingenMeer weten over Presentie
      Migratie Diversiteit Gastvrijheid
      Werkgroep Migratie Diversiteit Gastvrijheid: visie en doelenMeer weten over MiDiGa
      Ecokerk Bisdom Antwerpen
      Ecokerkraad: Nieuwe samenkomsten en verslagenActiviteiten, aanbod en terugblik Ecokerk & Laudato Si Werkgroep Ecokerk: visie en doelen
      Rouwzorg Attent
      Werkgroep Rouwzorg Attent: visie en doelenMeer weten over verlies, rouw en verdriet
      Project Levensbeschouwingen over "Gastvrijheid" Project Levensbeschouwingen over "Zorg voor de aarde" Trefdagen - Terugblik sinds 2014 Andere thema's en publicaties door Attent
      Andere thema's AttentBoek 2023: Presentie. Samen mens wordenBoek 2017: Kerk, eigendom en de woonnood - Lees onlineWebinar diakonia in Boek Handelingen
      E-Brief van Attent E-Brief in jouw mailbox?
Deelnemers aan de Trefdag Attent over klimaat en armoede © rb

Zesde Trefdag 2019: Zacht én moedig - Klimaatrechtvaardigheid

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op woensdag 27 november 2019 - 23:14
Afdrukken

Via het onderstaand menu kan je meteen naar het gewenste deel van het verslag gaan. In het verslag werden ook links naar de PPT presentaties ingevoegd.  

- Marc Desmet van Grootouders voor het klimaat over de klimaatverstoring
- Bernard Hubeau van Grootouders voor het klimaat over klimaatrechtvaardigheid
- Vragen aan de sprekers
- Verslag Werkwinkel armoede en klimaat: ATD Vierde Wereld
- Werkwinkel Elke groep een klimaatplan: Karel Malfliet 
- Werkwinkel Sint Anna ten drieën Linkeroever: Herman Augustijns, Koen Slabbaert
- Werkwinkel De achtste dag: Eline Vandendriessche
- Werkwinkel Ecologische bekering - Laudato Si: Rita Boeren
- De werkgroepen van Attent - pdf document

“Wij komen graag ieder jaar samen om bij elkaar inspiratie, bemoediging en positieve energie te vinden. Dat zal vandaag ook het geval zijn.” En met een stevig  statement “Er is geen verschil tussen klimaat en sociaal beleid” heette Jef Van Hecken, voorzitter van Attent, de 80 deelnemers aan de zesde Trefdag van Attent hartelijk welkom.

Ook vicaris-generaal Bruno Aerts, die het woord bij start van de dag uitsprak, onderstreepte het belang van het thema. “De zorg om het klimaat is niet nieuw, maar wordt intenser en komt – gelukkig maar – steeds meer onder de aandacht, op verschillende plaatsen op onze planeet. Het is ook belangrijk dat we dit thema als Attent bij ons houden, precies omdat het veel sociale componenten bevat. Vandaag krijgen de woorden zacht en moedig een grote rol. Ik vind beide woorden een grote uitdaging. Zullen de klimaatproblemen met zachtheid kunnen worden aangepakt, door echt rekening te houden met al die groepen in de samenleving, die het vandaag al moeilijk hebben? Zullen we de klimaatuitdaging moedig kunnen aanpakken, zonder ze uit te stellen - want ook daar zien we allerlei bewegingen gebeuren - of zonder zelf verlamd te geraken of de moed te verliezen?”

Grote uitdaging

“Voor mijzelf is duidelijk dat we in ieder geval elkaar daarvoor zullen nodig hebben. Daarbij is Attent en de werking sinds 2013 essentieel. We streven daarin drie belangrijke lijnen na. Ten eerste: het verdiepen van onze eigen spiritualiteit. Wanneer je weet waarvoor je staat en daarbij medestanders en bondgenoten vindt, dan wordt ons handelen in de wereld een echte meerwaarde. De vraag vandaag is: hoe verdiepen we een spiritualiteit die zegt dat een ‘vol’ leven, een leven is dat zichzelf ook grenzen oplegt? Ten tweede: het zien van noden, de kritische bevraging van de gang van zaken in onze samenleving - het lezen van de tekenen van de tijd. Zo neemt Attent thema’s op, niet alleen tijdens de jaarlijkse trefdag, maar ook in een continue werking. Ook dit is een meerwaarde. En tenslotte: netwerking. Ook deze is enorm belangrijk, in deze tijd, waarin alles complexer wordt en bovendien ook steeds duidelijker wordt hoe de problemen samenhangen. De klimaatopwarming hangt wel degelijk samen met oorlog, met vluchtelingen, met armoede.”

“Daarom werken we best samen met zovele andere groepen en bewegingen, zoals vandaag onder meer met de Grootouders voor het klimaat, vanuit een gedeelde droom over een leefbaar, waardig bestaan voor allen en voor alles. Ik ben dankbaar dat Attent er jaarlijks in slaagt op die manier samen te werken, en het netwerk sterker uit te bouwen.”

“Kunnen we de wereld veranderen? Dat is de vraag. Maar we kunnen in ieder geval beginnen met onszelf te veranderen, door ons geloof te verdiepen, ook wat de zorg voor de schepping betreft, en dan zacht en moedig te gaan handelen. Het verhaal van de Barmhartige Samaritaan kan ons ook hier een uitdagende spiegel voorhouden. Want vandaag is het niet alleen een mens die voor dood achtergelaten aan de kant van de weg ligt, maar de schepping zelf. Zijn wij in staat om de noodkreet van deze gekwetste te zien, en te verzorgen, met alles wat wij bij hebben - olie en wijn – en de rekening te betalen, inbegrepen de consequenties om zelf met minder te gaan leven? Ik wens ons toe dat we hier vandaag zacht én moedig met elkaar verder in gesprek over gaan.”

Klimaat én armoede

De inleiders bij de dag komen uit de burgerbeweging “Grootouders voor het klimaat”, die ontstond eind januari 2019. Marc Desmet is al vele jaren actief bij OKRA en trok enkele jaren geleden de baan op met de OKRA campagne “Ik vind de aarde leuk”. Bernard Hubeau heeft een specifieke link met het thema armoede. Hij is bijvoorbeeld voorzitter van de werkgroep “Energiearmoede” van de Koning Boudewijnstichting. Toen hij nog werkzaam was aan de Universiteit Antwerpen was hij jaarlijks mee verantwoordelijk voor de uitgave van het “Jaarboek Armoede in Vlaanderen”.

“Wat ons drijft als grootouders voor het klimaat”, opende Marc Desmet, “is een leefbare wereld voor onze kleinkinderen”. Als opwarmer toonde hij een mogelijk weerbericht voor Kerstmis 2050. Een weerbericht met veel neerslag, wind en temperaturen van gemiddeld 9 tot 14 graden. Maartse buien in putje winter… Dat kan het klimaat bij ons worden, als we blijven verder doen zoals we nu bezig zijn, met te weinig inspanningen om de klimaatopwarming te beperken.

De klimaatverstoring

Wat is het broeikaseffect? De zonnestralen worden omgezet in warmte. Die wordt weerkaatst. Maar onze atmosfeer zorgt er voor dat niet alle warmte wordt afgevoerd. De broeikasgassen, die ook van nature aanwezig zijn in de atmosfeer, zorgen er voor dat een deel van de warmte behouden blijft. Hierdoor is de aarde al vele duizenden jaren een planeet met een gemiddelde temperatuur van 15 graden. Heel onze landbouwgeschiedenis speelt zich af binnen deze stabiele temperatuur.

Sinds de industrialisatie op gang kwam, nam ook de uitstoot van broeikasgassen toe. Een van kenmerken van deze gassen is dat ze lang in de atmosfeer actief blijven. CO2 heeft een levensduur van 1000 jaar. Methaan en lachgas zijn sterke broeikasgassen, maar hebben een kortere levensduur. De wetenschappers rekenen alles om naar CO2 equivalenten. Het effect van de uitstoot wordt na 40 jaar echt merkbaar. Wat we nu dus merken is eigenlijk het effect van de uitstoot van de jaren ’80.

In ons land is het transport verantwoordelijk voor 25% van de uitstoot, de industrie voor meer dan een derde, de verwarming van onze huizen voor 15%, de landbouw rond de 10%. Voor deze activiteiten gebruiken we fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool, turf,… ), die CO2 uitstoten.

Door de wereldwijde uitstoot neemt de gemiddelde temperatuur op aarde toe. Om het klimaatsysteem binnen veilig geachte grenzen te houden werd in Parijs in 2015 afgesproken om de klimaatopwarming te houden onder de grens van 2° en best nog te beperken tot 1,5°. In alle andere scenario’s zal de klimaatopwarming zware gevolgen hebben voor het leven op aarde. Die boodschap hebben de jongeren die opkomen voor het klimaat heel goed begrepen.

De gemiddelde opwarming betekent dat de temperatuur niet op alle plaatsen even sterk toeneemt. Hoe meer je naar de polen gaat, hoe meer de temperatuur toeneemt. België zit zo nu al aan een temperatuursverhoging van 2,3 graden, vergeleken met de periode voor de industrialisatie. Aan de Noordpool benaderen we al 3 à 4 graden.

Men werpt wel eens op: het klimaat is toch altijd veranderd? En dat klopt. Er zijn ijstijden geweest, waarna de temperatuur met 5° toenam. Maar dat gebeurde in een tijdsspanne van 10.000 jaar. Nu gebeurt het op amper 150 jaar.

Ook zegt men: wij zijn een klein land, wij kunnen daar toch niets aan doen? Maar dat kan wel. Bovendien stoten wij al CO2 uit van bij het begin van de industrialisatie. Als je de uitstoot tussen 1751 en 2017 berekent, dan is Amerika verantwoordelijk voor 25% van de uitstoot, Europa voor 22%, China voor 12,7%, Afrika voor 3%, Zuid-Amerika voor 3%.

Dat is ook een element van klimaatrechtvaardigheid: de landen die niet verantwoordelijk zijn voor de klimaatopwarming, moeten ondersteund worden door de landen die er wel verantwoordelijk voor zijn. Door onze historische uitstoot moeten binnenkort eilandbewoners, die nauwelijks CO2 hebben uitgestoten, wegtrekken omdat hun land verdwijnt onder water.

De klimaatverstoring is een ongemakkelijke waarheid, die verandering vraagt. Wat wordt er gevraagd? Stop zo snel mogelijk met het uitstoten van CO2, door het gebruik van steenkolen, gas, olie, kerosine,…  af te bouwen en hernieuwbare energie snel te laten groeien. Daarbij wordt bijvoorbeeld uitgekeken naar de mogelijkheid te verwarmen met warmtepompen of op langere termijn met waterstof.

Tegelijk is een vermindering van de energie die we gebruiken nodig. We kunnen onze huizen bijvoorbeeld perfect isoleren, ons op alternatieve manier verplaatsen,…

Doen we al genoeg? Neen. Is er Parijs in 2015 voldoende afgesproken? Neen. Hebben we de Akkoorden van Parijs al voldoende uitgevoerd? Neen. Ondanks alle afspraken stijgt de uitstoot nog altijd.

Ten tweede moet de ontbossing een halt worden toegeroepen en moet er herbebossing komen. Zelfs in Vlaanderen verdwijnen nog steeds 400 voetbalvelden bomen per jaar. We zijn wel bezorgd om het Amazonewoud…. Hebben we plaats voor bossen? Hoe kan dit worden opgelost? Om 7,5 miljard mensen te voeden is voedselverspilling tegengaan belangrijk. Er is ook nood aan een dieetshift: minder vlees eten.

De aarde bestaat voor 29% uit land. Daarvan is 71% bewoonbaar. De helft daarvan wordt gebruikt voor landbouw. De rest bestaat uit bos (37%) en struiken (11%). Van de landbouwgrond wordt 77 % gebruikt voor veeteelt en 23 % voor landbouwgewassen. De landbouwgewassen leveren echter 83% van de calorieën. Als je de verhouding gewassen en veeteelt verandert ten voordele van gewassen, kan er heel veel grond vrijkomen. De helft van de huidige landbouwgrond kan volstaan om mensen goed te voeden. Op de vrijgekomen grond is dan meer dan plaats genoeg voor herbebossing, herstel van biodiversiteit,…  

Toch volstaan deze maatregelen niet. Er zal ook CO2 terug uit de atmosfeer gehaald moeten worden. De (heel dure) technologie is in ontwikkeling. Sommigen zweren erbij dat dit alles zal oplossen, maar dat klopt niet. Het is echt nodig om te stoppen met de CO2 uitstoot en om het land anders te gaan gebruiken.

Kunnen we dan de opwarming onder de 1,5° houden? Ja, maar als we niet sneller gaan handelen, zal het moeilijk worden. En vooral: hoe zorgen we ervoor dat we iedereen mee hebben?

Bouwstenen voor klimaatrechtvaardigheid

Bernard Hubeau richt de blik om de kans om de samenleving op een positieve manier te veranderen. De Franse filosoof Bruno Latour schreef een klein boekje onder de titel “Waar kunnen we landen? We kunnen niet landen op een andere planeet. Daarom moeten we proberen deze planeet te bewaren. Hij gebruikt het woord “terre” – aarde – in twee betekenissen. ‘Terre’ als de planeet aarde zal de crisis wel overleven. Maar ‘terre’ betekent ook ‘het aardse leven’. En daarvan is het voortbestaan niet zo zeker. Hij stelt ook dat we te weinig stem geven aan al het “aardse”. Hij wil zelfs aan alle elementen op aarde een stem geven. Hoe dat moet, is een andere vraag. Bernard Hubeau is er alleszins door geïnspireerd om de vraag te stellen: hoe krijgen we iedereen mee, zeker wanneer de mogelijkheid bestaat dat niet iedereen mee zal kunnen met de klimaatmaatregelen. Hoe maken we de klimaattransitie rechtvaardig?

Vooreerst is het niet gemakkelijk het woord rechtvaardigheid te omschrijven. Iedereen is voor rechtvaardigheid en voor het opnemen van verantwoordelijkheid, maar als dat concreet maken, zien we toch dat er veel verschillende meningen over bestaan. Rechtvaardigheid noemt men daarom een van de essentieel betwiste begrippen. Van in de Oudheid – Aristoteles is er mee begonnen - weten we dat er verschillende soorten rechtvaardigheid zijn. En vandaag proberen we rechtvaardigheid toe te passen op de klimaatproblemen en rekening houden met armoede, en met mensen die eventueel niet mee zijn met het denken over het klimaat. Het is vaak gemakkelijker om aan te geven wat onrechtvaardigheid is. Soms hebben we de reactie: dit kan niet, dit is onaanvaardbaar. Camus zegt dat uit wat we onrechtvaardig vinden een vermoeden van rechtvaardigheid ontstaat. De Nederlands auteur Kinniging stelt dat een overheid die zou werken zonder rechtvaardigheid de burgers er toe brengt om hun verantwoordelijkheid niet meer op te nemen. “Het recht verwordt, zonder de bezieling door de rechtvaardigheid tot niet veel meer dan een geheel van willekeurige, onderdrukkende en uitbuitende regels”.

Klimaatrechtvaardigheid kunnen we zien als een positief project, om in de klimaatmaatregelen die gaan komen, de toets van de rechtvaardigheid toe te passen. Eigenlijk gaat het erom, zoals het gezond verstand aangeeft om iedereen het zijne te gunnen en ook te geven. We aanvaarden dat wij ons kunnen ontplooien en een zekere autonomie kunnen ontwikkelen. De anderen gunnen we dit ook. Dat gebeurt in het eigen tijdsgewricht, maar dankzij de encycliek Laudato Si en ander stemmen, wordt dit uitgebreid naar de komende generaties. Wij moeten ook iets gunnen aan de kinderen en kleinkinderen, zoals onze ouders en grootouders dat ons hebben gegund. Maar ook de internationale dimensie komt er bij. Klimaatrechtvaardigheid is niet alleen kijken naar wat bij ons gebeurt, maar ook verder in de wereld.

Dit is belangrijk, omdat er wel wat vragen zijn over de toekomst en over wat met de klimaatverstoring gaan doen. Enkele tegenstellingen en statements maken duidelijker wat we kunnen verstaan onder klimaatrechtvaardigheid.

Vaak worden de groene en de gele hesjes tegenover elkaar geplaatst. De gele hesjes verwijzen naar de sociaaleconomische politiek. Mensen vinden dat ze teveel moeten betalen, of dat ze te weinig inkomen hebben, om comfortabel te kunnen leven. En de groene hesjes zouden enkel met het milieu bezig zijn. Voor de grootouders van het klimaat - met witte hesjes - hangen de twee zaken samen.

Men hoort ook dat klimaatbeleid veel geld zal kosten. De Bond Beter Leefmilieu gewaagd van 4,4 miljard of 400 euro per burger. De sociaal zwakkeren zullen daar natuurlijk de dupe van zijn. Bernard Hubeau gebruikt het woord natuurlijk, omdat in het dossier van de zonnepanelen de sociaal zwakkeren duidelijk de dupe zijn geworden. Het verhaal is wellicht gekend. In het begin was een grote subsidiëring van mensen die zonnepanelen plaatsten, met stroomcertificaten van 450 euro per stuk. Wie geen panelen plaatste, zag de energierekening door de Turteltaks stijgen. Dergelijke zaken zouden we toch moeten vermijden. Want dergelijke taksen mikken verkeerd mikken, wanneer we de onderste lagen van de samenleving willen bereiken. En dat is cruciaal voor het klimaatbeleid.

Klimaatbeleid zal de sociale ongelijkheid vergroten, wordt ook al eens gezegd. Branko Milonovic, gespecialiseerd in de verdeling van de welvaart in de wereld, zegt dat we er, wat welvaart betreft, nog altijd op vooruit gaan, maar de zwaksten niet. Ook de middengroepen gaan er op achteruit. Het zijn de elites die er op vooruitgaan. Milanovic zette dit uit in een curve die wat lijkt op de silhouet van een olifant en daarom de olifantencurve wordt genoemd. Dat moeten we ook proberen te vermijden als we klimaatrechtvaardigheid willen. Zopas was in het nieuws dat het bouwen en renoveren sinds 2010 20.000 duurder is geworden omwille van strenger wordende normen op het gebied van isolatie, energie, … Voor mensen met een grote portefeuille zou dat geen probleem moeten zijn. Voor mensen de het nu al moeilijk hebben op de woonmarkt zal dat wel een probleem zijn. Neem daar nog bij dat maatregelen voor meer energie-efficiëntie vaak niet de huurders ten goede komen. De verhuurders zijn ook weinig geneigd te investeren in energiebesparing, omdat het enkel ten goed komt van de huurder, die dan minder kosten heeft om de woonst te verwarmen. Er is nood aan (fiscale) stimulansen zodat de verhuurders die investeringen toch doen.

Nog een element om mee te nemen in de gesprekken over klimaatrechtvaardigheid is het feit dat kwetsbare mensen de kleinste ecologische voetafdruk, omdat ze moeten besparen op verwarmingskosten, maar toch met de vingen worden gewezen omdat ze vervuilen met hun oude dieselwagens. Dergelijke tegenstrijdigheden moeten we oplossen, omdat het nu allemaal polariserend werkt.

Bernard Hubeau verwijst ten slotte naar het internationale aspect. Voor de klimaatverstoring in het armer Zuiden hebben we in het Westen voorlopig weinig ook. De speciale klimaatrapporteur van de VN, Philip Alston heeft dat wel en pleit voor een beschermingsstatuut voor klimaatvluchtelingen. Mensen zullen inderdaad bepaalde gebieden in de wereld gaan ontvluchten. Daar moeten we op voorbereid zijn en proberen goede oplossingen te vinden.

Alles bij elkaar genomen zal het niet gemakkelijk zijn een sociaal rechtvaardig klimaatbeleid uit te werken. In de literatuur wordt vaak verwezen naar dubbele en zelfs drievoudige klimaatonrechtvaardigheid. De armste mensen hebben de kleinste ecologische voetafdruk omdat ze moeten besparen op hun uitgaven. Omdat ze moeten wonen in slechte woningen zijn de klimaatrisico’s voor hen het grootst. En ten derde vreest men dat maatregelen zoal een CO2 taks niet op de zwaarste, maar op de zwakste schouders zouden kunnen terechtkomen. Die drie vormen van onrechtvaardigheid moeten we proberen voorkomen.

De vraag wordt ook gesteld wie het nu gaat oplossen: de politici, de burgers of de experten. Alle drie natuurlijk. Maar de vraag blijft wel of we in staat zullen zijn om dure maatregelen op een sociaal rechtvaardige manier te doen. De grootouders voor het klimaat hebben het in het manifest zo geformuleerd: “Het klimaatbeleid moet sociaal en rechtvaardig zijn, ook op mondiaal vlak. Het moet de meest kwetsbare bevolkingsgroepen en landen helpen om zich aan te passen aan de toenemende gevolgen van de klimaatverstoring”.

Zijn er wel oplossingen? Ja.

De Nederlandse filosoof Achterhuis schreef in een boek over Utopia van Thomas More dat we moeten denken in kleine en in grote utopieën. De grote utopie is dat alles moet veranderen en beter worden. De kleine utopieën bestaan uit alles wat men op het terrein doet. En dan zien we toch veel initiatieven ontstaan op het vlak van klimaat, milieu, burgerparticipatie. Er kunnen zeker ook een aantal richtlijnen worden opgesteld. Bijvoorbeeld dat we er bij fiscale maatregelen voor zorgen dat de vervuiler betaalt en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Daarbij mag ook de internationale solidariteit niet worden losgelaten voor een soort van vrijbuitersgedrag van al die landen die vinden dat ze maar een klein land zijn en niets kunnen doen.

Anderen zien heil in het uitroepen van de ecologische noodtoestand. Als jurist weet Bernard Hubeau dat noodstanden inroepen vaak gepaard gaat met het beperken van burgerrechten, en daar wordt hij wat bang van. Het is wel belangrijk om aan politici te zeggen dat het dringend nodig is om tussen te komen.

In Nederland is Urgenda, een bundeling van 10.000 burgers naar de rechtbank gestapt om te verkrijgen dat de overheid meer moet doen om het klimaatprobleem aan te pakken. Zowel in eerste aanleg als in beroep kregen zij gelijk. In België is er de klimaatzaak met 63.000 volgers, maar omwille van taalproblemen loopt die zaak al meer dan drie jaar en is ze nog altijd niet uitgesproken. Maar een rechtszaak aanspannen is dus ook een mogelijkheid om rechten op te eisen, via een collectieve vordering.

Wat zijn de mogelijkheden van burgerparticipatie, van burgers die in actie komen omdat ze vinden dat politici te weinig in gang komen. De “grandparents pour le climat” – de Franstalige grootouders voor het klimaat stellen voor om de senaat om te vormen tot een reflectiekamer van toekomstige generaties en er gewone burgers in te laten zetelen, die mee beslissen over de toekomst.

Er zijn ook vragen over de mogelijkheid om klimaatrechtvaardigheid te realiseren met ons huidig maatschappelijk systeem. De ene strekking heeft er vertrouwen in dat de jongeren op het probleem gaan studeren en het technologisch allemaal gaan oplossen. De andere strekking zegt dat we toch minstens andere klemtonen in de economie moeten leggen of gaat naar een andere economie. De donuteconomie van Kate Raworth is daarbij inspirerend en stelt de economie ten dienste van de mens en niet omgekeerd, zoals we nu eigenlijk een beetje meemaken. Ook Bea Cantillon plet voor een denkproces over onze economie omdat we er met sociale correcties alleen niet zullen komen. We gaan de klimaatmaatregelen nooit kunnen compenseren voor de zwaksten. De sociale minima liggen daarvoor veel te laag. Een alternatief kan zijn: een sociaal aanvaardbare groei, een economie die veel meer is ingebed in de samenleving, een circulaire economie, met een consumptie die de grenzen van de planeet respecteert en de menselijke waardigheid.

Het gaat om de menselijke waardigheid van iedereen. Zo zie je dat veel verenigingen zich inzetten om de armen in onze samenleving een waardige plaats te geven. Dat dit niet het geval is toont een getuigenis van iemand van ATD Vierde wereld. Ze bespaarde zo nauwgezet op haar energieverbruik dat ze werd verdacht van fraude. Iemand die zo weinig verstookt? Dat kan niet. Ze kreeg controle en was daar erg door geschokt. Ze ging zo nauwgezet met energie om zodat ze al haar andere rekeningen kon betalen. Het is maar een voorbeeld dat aantoont hoe belangrijk de rol is van armoedeorganisaties en het welzijnswerk. Bernard verwijst ook naar het opiniestuk van Welzijnsschakels onder de titel “Armoede, flauw excuus voor klimaatbeleid”. Vaak immers vindt het beleid een maatregel die hard is voor de meest kwetsbaren helemaal niet erg, terwijl me de CO2 taks niet willen invoeren, omwille van een gebrek aan draagvlak. Armoedeorganisaties vinden dat terecht een beetje hypocriet. Dat er 15% armoede is, wordt aanvaard. Maar nu wel gebruikt om klimaatmaatregelen tegen te houden. Tine Hens stelt duidelijk: “Andermans armoede wordt gebruikt als cynisch excuus voor eigen gebrekkig klimaatbeleid”.

We denken ook vaak dat arme mensen tegen klimaatmaatregelen zijn, maar dat is niet het geval. Zij willen hun ervaring inbrengen. Zo zei Caro Bridts, ervaringsdeskundige armoede, op een colloquium van de Grootouders voor het klimaat over klimaatrechtvaardigheid, op 10 mei 2019: “Wat is klimaatrechtvaardigheid? “Het betekent dat je niemand achterlaat. Ook in kwetsbare situaties niet. Als we zorgen dat iedereen mee is en dat de rekening eerlijk verdeeld is, dan zijn we rechtvaardig bezig.” Ze slaat daarmee de nagel op de kop en ook al blijft het klimaat een meer dan complexe zaak, ik denk dat wanneer we haar advies volgen dat het glas niet half leeg zal zijn, maar meer dan half vol. Maar een gemakkelijke weg zal het niet zijn.

De PPT bij de lezing van de Grootouders voor het klimaat kan je hier downloaden. 

Vragen aan de sprekers

Tijdens de pauze werden vragen voor de sprekers ingezameld. Jef Van Hecken groepeerde ze. Een eerste reeks vragen gaat over de politieke aanpak van het klimaatprobleem. “Vlaanderen is op het gebied van klimaat een van de aller slechtste leerlingen van de klas. Dringt zich dan geen actie op die je als ‘stoute burgers’ moet doen?”

Bernard: We bengelen inderdaad aan de staart van het peloton, ook wat betreft de ambities om in het terrein iets te bereiken. Het klimaatactivisme stelt in het Vlaams regeerakkoord weinig vooruitgang vast, om niet te zeggen stilstand. Tot hiertoe ging het klimaatactivisme over jongeren die spijbelen. De vraag dringt zich op of het iets actiever, iets burgerlijk ongehoorzamer kan worden opgevat. Persoonlijk vind ik ‘Extinction Rebellion’ te ver gaan. We moeten de acties afwegen aan het effect dat we er mee kunnen bereiken. Op 29 november wordt in verschillende steden een global strike georganiseerd, waar zo al een stapje verder wordt gezet. Voor mij moet het wel allemaal sympathiek blijven.”

In welke mate vormt overbevolking een probleem voor de klimaatcrisis?

Marc: “Het klimaatprobleem heeft niet zozeer te maken met het aantal mensen, maar vooral met de leefwijze van die mensen. De leefwijze van wat we traditioneel het Zuiden noemen en de vierde wereld heeft een heel kleine impact op het klimaat. Wij hier in Europa en ook in Amerika, Australië en de rijke bovenlagen van arme landen hebben een enorme impact, een grote “ecologische voetafdruk”. Die is voor een Belg gemiddeld 6,7 ha. Als iedereen zou leven als een Belg heb je drie of vier keer de aarde nodig. Als iedereen zou leven als de Cubanen, is er overschot. Overbevolking is voor klimaatopwarming minder een probleem, maar voor de biodiversiteit wel. Er is immers voldoende ruimte nodig voor alle andere leven op aarde. De biomassa van alle levende wilde dieren is tien keer kleiner dan de totale biomassa van al ons vee.”

Een volgende reeks vragen stelt klimaatrechtvaardigheid op scherp. De vervuiler betaald is een goed principe, maar de rijke betaalt gewoon de boete en kan met gemak dezelfde gewoontes aanhouden. Of nog: arme mensen worden sterker getroffen omdat ze geen milieuvriendelijke auto kunnen kopen of in een beter geïsoleerd huis kunnen wonen. Of: waarom mogen vervuilende auto’s mits betalen dan toch in de lage emissiezone rijden? Hetzelfde met het kopen van gezonde lucht om de CO2 uitstoot hier te verlagen.

Marc: “Ik denk dat de oplossing er op termijn in bestaat dat sommige dingen gewoonweg verboden gaan worden. Met geld alleen ga je er niet geraken, want dan kopen rijken dat gewoon af.”

Bernard: “Het financiële is altijd een compensatie, maar men mag nooit vergeten dat men een bepaald doel wil bereiken. Door een compensatie zal men het doel ook veel minder snel bereiken. En dat is eigenlijk ook een voorbeeld van dubbele of drievoudige onrechtvaardigheid.”

Bij het begrip rechtvaardigheid is gewezen op het gezond verstand. Maar rechtvaardigheid is toch ook structurele solidariteit, niet louter individueel?

Bernard: “Aristoteles en latere filosofen hebben al gesproken over verdelende rechtvaardigheid. Van een samenleving wordt verwacht dat er ook solidariteit is op een breder niveau. Mensen vinden dat politici daarover beslissingen moeten nemen, terwijl politici zeggen dat er geen draagvlak is. Er is trouwens voor geen enkele maatregel 100% draagvlak. Nu zien we op Vlaams niveau dat men alle stapjes terug in de koelkast stopt. De burger kan natuurlijk vrijwillig ook wat doen, maar als er geen verplichting is, zegt men: waarom zou ik het doen? En dat leidt tot vertraging en stilstand.

Een volgende reeks vragen gaat over mogelijkheden om mensen die niet overtuigd zijn toch mee te krijgen. Wat is een goede positieve methode, via welke middelen kan je een echt gesprek op gang brengen, ook bijvoorbeeld tussen klimaatactivisten en armoedeverenigingen?

Marc: “Klimaatontkenners zijn er weinig. Wat meer voorkomt zijn de mensen die twijfelen: gaan de gevolgen echt zo groot zijn? We worstelen er zelf ook mee hoe we best communiceren. Wij vinden dat we moeten vertrekken bij de feiten, bij de wetenschappelijke inzichten. Ontkenners ontkennen zelfs wetenschap. Dan kan je niet veel inbrengen. Klimaatopwarming is een ongemakkelijke waarheid. We beseffen dat we iets moeten doen, maar meestal weten we niet goed wat.”

Bernard: “De samenwerking met armoedeorganisaties is heel actief. We hoorden van hen heel duidelijk: waar wij op stoten is een grote sociale ongelijkheid. Sociale correcties bij klimaatmaatregelen zullen niet volstaan. Armoede moet echt aangepakt worden. Als we de ongelijkheid goed bekijken, zien we ook dat onze samenleving op een aantal vlakken echt niet goed in elkaar zit.”

Ten slotte werden ook praktische vragen gesteld: Wat kan je als kleine gemeenschap doen? Hoe kan ik mijn werkplek beter maken? Hoe begin je er aan? Hoe kan je mensen aanmoedigen? Deze vragen kunnen aan bod komen een werkwinkel.

Werkwinkel “Mensen in armoede, partners voor het klimaat”

André Dierickx en Vanessa Joos, van ATD Vierde Wereld leggen in hun werkwinkel uit welke ervaringen ze in de Volksuniversiteit en het Steunpunt Armoedebestrijding hebben opgedaan over het thema armoede en duurzaamheid.

André, ervaringsdeskundige bij ATD Vierde Wereld vertelt: “Wij zijn al lang bezig met duurzaamheid en hoe je met de dingen omgaat, zodat er zo weinig mogelijk wordt verkwist. In Willebroek werd zo ontdekt dat er heel veel tuintjes gewoon braak bleven liggen. Willebroek heeft 17% sociale woningen, en aan de gelijkvloerse appartementen is vaak ook grond verbonden. Maar die appartementen zijn meestal ook door oudere mensen bewoond, die er vaak niet meer in lukken de tuin te onderhouden. ATD Vierde Wereld kwam op het idee om een systeem van ‘leentuinen’ te organiseren en een match te zoeken tussen iemand met een tuin en mensen die de tuin echt willen gebruiken om groenten te kweken.”

Vanessa voegt toe: “Dit is één van de voorbeelden die in de werkwinkel ter sprake zullen komen. De werkwinkel heeft als uitgangspunt dat mensen in armoede niet achter mogen blijven, maar dat men ook inziet dat mensen in armoede heel waardevolle partners zijn en ook zo moeten beschouwd worden, als het gaat over klimaat. ATD Vierde Wereld heeft intens meegewerkt met het Steunpunt Armoedebestrijding, dat anderhalf jaar aan de slag is gegaan met het thema armoede en duurzaamheid. Een twintigtal ervaringsdeskundigen en vrijwilligers kwam daarvoor tweewekelijks samen gekomen. André was een van hen. Het rapport komt uit op 11 december 2019. Het toont hoe armoede en klimaat soms tegenover elkaar komen te staan en hoe dat kan worden aangepakt.”

Expertise van mensen in armoede waarderen

In de werkwinkel passen ze dit concreet toe, vertrekkend vanuit enkele stellingen. De deelnemers nemen een positie in: eens of oneens.

Eerste stelling: “ Voedselbanken zijn een ideaal middel om tegelijk voedselverspilling tegen te gaan en armoede te bestrijden”.

Verschillende argumenten komen naar voor. Voedselbanken zijn toch eerder een noodzakelijk kwaad. Maar als er honger is, en je geeft geen eten, dan is er ook geen eten. Voedsel is een basisrecht voor iedereen en daarom kan voedsel geven alleen onder protest, want mensen zouden voldoende middelen moeten hebben om te kunnen kopen wat men nodig heeft. Het is tegelijk ook nodig om geen voedsel te verspillen. Dat is een groot probleem, maar dat moet niet opgelost worden met voedselbanken. Er moet zeker iets gebeuren aan het groot systeem dat er achter zit, maar de mensen die geen eten hebben, die zou je toch moeten kunnen helpen. Een ideaal is het niet, maar het is wel een feit dat er overschotten zijn en dat we daar toch ook mensen mee kunnen helpen.

Vanessa brengt in dat ATD Vierde Wereld deelnam aan een onderzoek in Brussel. Gedurende zes maanden werden voedselbanken en mensen in armoede samengebracht over dit vraagstuk. Daaruit kwam hoe moeilijk mensen het ervaren door mensen die van voedselhulp afhankelijk zijn. Ze willen dit een halt toeroepen. Ze willen ook armoede en voedselverspilling niet meer met elkaar verbonden zien. Het zijn alle twee wezenlijke problemen om aan te werken, maar het ene is geen oplossing voor het andere.

Tweede stelling: “Het groeiend succes van de tweedehandswinkels is winst voor het milieu en voor mensen in armoede”.

Ook hierbij worden verschillende argumenten verwoord. "Als welzijnsschakel hebben we een boetiek die openstaat voor iedereen. Wie een lidkaart heeft, betaalt de helft van de prijs. Het is winst omdat de kleding zo niet wordt weggegooid en kan gedragen en door de inbreng van mensen in armoede en anderen hebben wij middelen om vormingsmomenten en andere initiatieven te doen. Zo nemen wij hen op vele vlakken mee". "In een kringloopwinkel gaat het niet alleen om tweedehands maar ook om tewerkstelling. Dat is voor mensen in armoede een economische activiteit en dat is misschien voor mensen in armoede een belangrijker argument dan het tweedehands kopen zelf". Iemand anders ziet er wel een positief punt in voor het milieu, maar is niet zo zeker dat het ook winst is voor mensen in armoede. Het is immers een ‘hype’ voor mensen die niet in armoede leven, terwijl het voor mensen in armoede stigmatiserend werkt. Zij hebben nooit de kans op iets dat nieuw is. Nog iemand ziet in tweedehands een middel dat het geweten kan sussen. We willen alles nieuw en sussen dan ons geweten door het oude niet weg te gooien, maar naar de kringwinkel te doen. Waarom zou dit een economie op zich moeten worden?

André brengt in dat hij in Willebroek de kringwinkel mee heeft opgestart, precies vanuit de idee om de afvalberg te verkleinen. Toen de kringwinkel voor de vraag van personeel stond, wilde men er ook een sociale tewerkstelling van maken. André ontdekte dat de mensen die vroegen de straten afliepen als het groot vuil werd buitengezet, om nog meubeltje of wat oud ijzer er uit te halen, dat nu niet meer kunnen doen, omdat die zaken nu in een winkel worden gezet. Mensen in armoede waren dus al lang aan het recycleren.

Vanessa vindt dit een voorbeeld dat duidelijk maakt hoe mensen in armoede, die expertise hebben opgebouwd om in moeilijke omstandigheden iets bij te verdienen of oplossingen te vinden, dat uit hun handen zien genomen worden. Ze worden ook niet altijd tewerkgesteld in die projecten of hebben een precair contract. Ook leidt de “vintage” hype tot verhoogde prijzen, die de mensen in armoede moeilijk kunnen betalen. Dat geldt niet voor alle projecten, maar de tendens is wel duidelijk.

De stellingen tonen de complexiteit van klimaat en armoede aan en maken ook de expertise van mensen in armoede duidelijk. Dat is precies waar het om gaat in klimaatrechtvaardigheid. Samen met het Steunpunt Armoedebestrijding werkte ATD Vierde Wereld aan het thema duurzaamheid. Daarmee werd gedacht aan de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen. Maar het woord duurzaamheid wordt in de maatschappij enkel gekoppeld aan ecologie.

In de inleiding van het rapport dat binnenkort verschijnt, wordt beklemtoond dat eigenlijk alles met elkaar te maken heeft. Voor ATD Vierde Wereld is hét punt om eerst aan te werken: de armoede. Want als de armoede niet wordt aangepakt, kan je de rest ook niet oplossen. Aan alle duurzame ontwikkelingsdoelen is een kwetsbare groep gekoppeld.

ATD Vierde Wereld is in meerdere landen in de wereld actief. “In Madagaskar, de Filippijnen, Guatemala,… zien we nu al dat bevolkingsgroepen leven in de doemscenario’s die door de klimaatopwarming en het verdwijnen van biodiversiteit worden voorspeld. Ze leven in ongelooflijk vervuilde omgevingen. De overheid neemt geen enkel initiatief om een oplossing te bedenken. De mensen zelf werken samen, met de weinig middelen die ze hebben. Ze graven bijvoorbeeld kanaaltjes als wapen tegen overstromingen.

ATD Vierde Wereld vindt dat die kennis erkend moet worden en een plaats moet krijgen in het denken over klimaat en milieu. Maar de twee thema’s worden nog erg van elkaar gescheiden. In Frankrijk strijdt ATD voor een groep woonwagenbewoners die al 10 jaar een terrein gebruikten in de buurt van Parijs. Ze werden ervan verdreven om plaats te maken voor de uitbreiding van een natuurpark. Ze werden verdreven zonder enig alternatief voor huisvesting. Het heeft ook 10 jaar geduurd om dit toch te verkrijgen. Voor de groep, voor de scholing van de kinderen, had dit erg dramatische gevolgen. Het voorbeeld toont aan dat wanneer klimaat en mensen tegen elkaar worden uitgespeeld mensen snel het slachtoffer worden, of zelfs als schuldigen worden aangewezen. Ik denk dat we dat te weinig zien of samenbrengen. Er is op dit vlak belangrijk structureel-politiek werk te doen. Maar het vraagt ook dat de beeldvorming en de vooroordelen worden aangepakt. Er moet ook moeite worden gedaan om te kijken naar hun logica, naar hun kracht en talenten. Dan wordt duidelijk dat zij niet zomaar iets doen, maar een strategie hebben en echt iets te zeggen hebben. Dat ontdek je niet met een interview van vijf minuten. Dat ontdek je via een dialoogproces, dat de machtsverhoudingen die er zijn, recht kan trekken.

De ‘volksuniversiteiten’ zijn daar een sterk middel voor. André legt uit hoe dit werkt. “Vanuit ATD komen wij om de twee maand samen rond een thema. Eén van die thema’s was verkwisten. Nu zijn we aan het werken op het thema extreem rechts, wat ook heel boeiend is. Vroeger vertrokken de bijeenkomsten altijd vanuit een nieuwsronde. Want als we elkaar zien, is altijd de eerste vraag: en hoe is ’t? En als er dan uit die ronde iets veelvuldig terugkwam, werd over dat thema gesproken. Nu zijn we tot jaarthema’s gekomen. Onze kracht is dat we samenwerken met andere verenigingen, zodat we ook structureel dingen kunnen veranderen. Vanuit de volksuniversiteit willen we ook naar het beleid stappen en het beleid beïnvloeden. We komen ook samen in groepen die bestaan uit mensen uit armoede en uit andere mensen. We praten dan samen, maar ook in de eigen groep. Daarna wisselen we samen verder uit over de bevindingen bij een thema”.

Vanessa vervolgt: “Deze vorm van uitwisseling gaat ervan uit dat het niet zo is dat slechts één groep in de samenleving dé waarheid in pacht heeft. Er zijn altijd meerdere perspectieven. En die moeten niet meteen worden genegeerd over overvleugeld. Wij willen de verschillende vormen van kennis echt kruisen met elkaar. Dat is confronterend, maar je krijgt er ook nieuwe inzichten door en dat geeft ook nieuwe energie. Neem nu het testen van je ecologische voetafdruk. Vanuit armoede blijkt overduidelijk dat de test volledig is afgestemd op de middenklasse zijn afgestemd. Oproepen om minder het vliegtuig te gebruiken, worden door mensen in armoede als een belediging ervaren, omdat zij daar gewoonweg niet aan kunnen deelnemen. Door hierover het denken te kruisen, zijn mensen in armoede meer het klimaatverhaal gaan vertellen en zijn mensen die over het klimaat nadenken meer over armoede gaan vertellen. Dat is een heel krachtige ervaring. Door die verbinding zo te maken, kunnen we samen nog sterker gaan wegen op het beleid.

André rondt af: “Dat we samen kunnen op weg gaan, is voor mij heel belangrijk. De uitsluiting en armoede die ik heb meegemaakt, en waar ik ook nog in terugval, hebben me niet in mijn schulp doen kruipen. Ik wil het leuk hebben en wil ook dat het leuk is voor iedereen. Ik wil bijdragen aan de samenleving, en dat die samenleving mooi wordt.”

Werkwinkel “Elke groep een klimaatplan”

Karel Malfliet, stafmedewerker Ecokerk bij Netwerk Rechtvaardigheid en Vrede, bouwt de werkwinkel “Elke groep een klimaatplan” op, terugblikkend naar het jaar 2015: het jaar van het Klimaatakkoord van Parijs en van de encycliek Laudato Si. Ecokerk vroeg zich af: hoe kunnen we die twee mijlpalen omzetten naar concrete acties? Ecokerk moest daarvoor niet van nul beginnen, want er was al gestart met de campagne “Het klimaat verandert ook mij”. Aan een reeks mensen werd gevraagd wat deze slagzin voor hen betekent. Zo werd iedere week – van boer tot prof – een getuigenis gepubliceerd op de website van Ecokerk. De verhalen werden ook gebundeld en samen met een politiek dossier overhandigd aan minister Schauvlieghe, die namens de regering deelnam aan de onderhandelingen in Parijs.

In 2016 kwam de klemtoon te liggen op groepen en organisaties. “De verandering die we nodig hebben is een gemeenschappelijke verandering,” zo staat ook te lezen in Laudato Si. Ecokerk lanceerde daarom de oproep “Elke groep een klimaatplan” en de website klimaatnetwerk.be. Van de kleinste groep tot grootste organisatie, iedereen werd uitgenodigd een plan te maken, dit op de website te publiceren en het ook systematisch verder uit te voeren. De plannen verschillen ook erg. Wie een parochiezaal wil isoleren zal daarvoor meer tijd nodig hebben dan wie beslist om voor een parochiefeest lokaal voedsel aan te kopen – korte keten. Wat je ook wil veranderen, je moet dat afspreken met elkaar.

Op klimaatnetwerk.be zijn er ondertussen meer dan 60 verhalen gepubliceerd. Ze belichten de initiatieven van: de bisschoppenconferentie en diverse bisdommen, 80 parochies en kerkfabrieken, de jeugdbewegingen, 18 nationale organisaties, 775 zorginstellingen via hun netwerken, 1500 katholieke scholen, diverse congregaties, abdijen en gemeenschappen en tenslotte ook diverse lokale groepen. Hieruit plukte Karel Malfliet enkele voorbeelden, als entree om met de deelnemers aan de werkwinkel concreet verder na te denken wat ieder op de eigen plaats kan gaan doen, of al mee bezig is.

Zo bood de workshop concrete inspiratie voor ecopraktijk, vanuit een positief gevoel dat we er wel degelijk iets aan kunnen doen, dat we niet alleen staan en er samen aan kunnen werken.

De PPT van deze werkwinkel vind je hier.

Werkwinkel “Sint Anna ten Drieën kerk Antwerpen- Linkeroever”

Herman Augustijns, pastoor en Koen Slabbaert, lid van de kerkfabriek van de parochie Sint Anna ten Drieën Linkeroever Antwerpen, tonen een fragment uit de documentaire “Energie om te veranderen”.  Cidse, het internationaal netwerk van katholieke organisaties vrede, rechtvaardigheid en heelheid van de schepping toont hoe op diverse plaatsen duurzame keuzes worden gemaakt. De aanpassingen in het kerkgebouw in Antwerpen is één van de voorbeelden die in beeld worden gebracht.

In de werkwinkel wordt het fragment uit de film getoond. Daarna vertellen ze heel concreet verder hoe een doodgewone parochie probeert meer ecologisch te werken. Naast veranderingen in het kerkgebouw probeert de parochie ook om de parochianen meer bewust te maken van de hele klimaatproblematiek.

De PPT van deze werkwinkel vind je hier.

Werkwinkel “Klimaat en jongerenpastoraal”

Eline Vandendriessche van IJD jongerenpastoraal Antwerpen stelt tijdens de werkwinkel het jaarthema “De achtste dag” voor.

“Ons jaarthema gaat over klimaat en rechtvaardigheid. We weten allemaal dat het een thema is dat aanslaat bij jongeren. We zijn echter niet begonnen bij de jongeren die voor het klimaat op straat komen, maar ook bij Laudato Si. Daarin was de paus wel vooruitziend, zeker wanneer hij schrijft dat de jongeren ons aanzetten om te veranderen. We zijn wel ook superblij met een beweging als ‘Youth for Climate’.

In de werkwinkel gaat het concreet over hoe we proberen het jaarthema te laten doorsijpelen in onze werkingen en in de ondersteuning van onze groepen. We hebben ook een heel praktische en tegelijk ludieke gesprekstechniek ontwikkeld om bewustwording te creëren, aan de hand van ‘ecotypetjes’, die iedereen vandaag hier ook kan ontdekken. De test toont aan op welke terreinen je al sterk bezig bent en geeft ook tips voor een verdere aanpak.

Werkwinkel “Ecologische bekering – Laudato Si”

Rita Boeren, stafmedewerker Attent en werkgroep Ecokerk Bisdom Antwerpen, stelt in de werkwinkel de encycliek Laudato Si grondig voor. “Er is vandaag al meermaals naar de encycliek verwezen. We hebben ook wat korte citaten gehoord. In de werkwinkel wil ik stevig ingaan op volgende vragen: wat schrijft de paus nu over ons geloof, ons scheppingsgeloof. Hoe kan ons dat motiveren om toch meer te doen, om de schreeuw van de aarde te horen? Wat denken wij over rechtvaardigheid. Hoe ver gaat dat? In de kerk gaan we daar heel ver mee. In de sociale leer gaat het over universele broederschap. En die wordt door de paus nog uitgebreid tot alle leven op aarde. Je vindt ook krachtige uitspraken in Laudato Si. Een heel bekende is: “De schreeuw horen van de arme en van de aarde”. Hij roept ons op meer naar ons geloof te gaan leven: ‘ecologische bekering’. Hij heeft die brief ook geschreven omdat hij vindt dat de problemen zo ingewikkeld en omvangrijk zijn, dat wij alle vormen van wijsheid echt kunnen gebruiken. Hij gelooft heel sterk dat alle godsdiensten daarin een goede rol kunnen spelen. Daarover gaat het in de werkwinkel, die draait om ‘ecospiritualiteit’.

De PPT bij deze werkwinkel vind je hier.

Hoe klimaat en armoede met elkaar verbonden zijn lichten een reeks sprekers toe op de Trefdag van Attent © rb
Werken aan klimaat en armoede: hoe doe je dat?  © rb
Kunstenaar Piet Van Pelt plaatst Mozes in de uitdagingen van de wereld vandaag © rb
De aarde staat onder druk (middenpaneel) en daagt geloofsbeelden (linker- en rechterpaneel) uit © rb
Vorige Volgende

Gepubliceerd door

Attent

Meer

Solidariteit
Artikel
diaconie
trefdag
armoede
klimaat
schepping
klimaatrechtvaardigheid
Ecologie
duurzaamheid
ecokerk

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

Zacht én moedig. Klimaat en armoede  © cc
readmore

Energie om te veranderen- Ecokerk Linkeroever voorgesteld in Rome

icon-icon-artikel
Bisschop Lode Van Hecke © Bisdom Gent, foto Kristof Ghyselinck
readmore

Solidariteit volgens: bisschop Lode Van Hecke

icon-icon-artikel
Mgr. Lode Van Hecke, bisschop van Gent en referent diaconie voor de Bisschoppenconferentie van België  © IPID
readmore

‘Mensen zonder papieren niet vergeten!’

icon-icon-persbericht

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook