De heropbouw (1950-1952): eigentijdse nieuwbouw
"Van mijn eerste bezoek heb ik een droeve indruk bewaard. Slechts het voorste gedeelte van de kerk, kruisbeuk inbegrepen, is in gebruik. Het schip van de kerk ligt nog in puin. Tussen de dakloze muren was het een bos van vlierstruiken, meters hoog opgeschoten tussen het steengruis en de opgeblazen toren. Onder de voorste gewelven der linkerzijbeuk die niet begeven hadden, lag een hoop brokstukken van vernietigde kerkmeubels, o.a. het klankbord van de preekstoel, stukken van een biechtstoel" (Liber Pastoralis, 1950, pastorie Zelzate).
Enige tijd later kunnen de herstellingswerkzaamheden dan toch worden aangevat. Architect Janssens uit Gent wordt aangezocht voor het tekenen van een nieuw ontwerp. Hij verkiest
de slanke neogotische toren niet herop te bouwen
en concipieert een eigentijds portaal- en torengedeelte, in een stijl die, op zijn zachtst gezegd, sterk afsteekt ten opzichte van het neogotische gedeelte.
Het schip wordt wel in zijn originele staat hersteld.
Het rigoureus gereconstrueerde interieur krijgt opnieuw zijn majestueuze neogotische allure. Ook koor en kruisbeuk ondergaan de nodige herstellingswerken. De werken worden uitgevoerd door aannemer Verbeke uit Schaarbeek. Eind oktober 1952 kan een geheel vernieuwde kerk feestelijk worden ingewijd.
De grote restauratie (1981-2000)
Een onderzoekverslag van de toenmalige Provinciale Dienst Kunstpatrimonium uit mei 1981 legt een aantal gebreken aan de kerk bloot. Het meldt scheuren in de toren, loskomend voeg- en metselwerk, barsten in de ramen, gebreken aan de monelen. Kortom: er moest iets gedaan worden.
De kerkfabriek neemt haar verantwoordelijkheid en poogt via onderhoudswerken de schade te beperken. Bij de opvolging ervan komen nieuwe mankementen aan het licht. Tot overmaat van ramp is de toestand van de monelen zo slecht dat de binnenkant tegen vallende stukken steen moet beveiligd worden. Een grondiger en systematischer aanpak dringt zich op.
De dag na Kerstmis van 1984 wordt architect Rondonck aangesteld om een ontwerp te maken voor algehele herstelling van de kerk. Tien jaar later wordt de restauratie van de buitenkant aanbesteed. Aannemer Verstraete & Van Hecke uit Wilrijk zal de werken uitvoeren.
Het ontwerp van architect Rondonck voorziet in de gezondmaking van daken, gevels en toren. De architect hecht grote waarde aan het behoud van het originele bouwmateriaal. De dakherstelling wordt uitgevoerd met natuurleien; de opvallende witte natuursteen wordt gerepareerd door en met vervangingen, de glas-in-loodramen wordt in oorspronkelijke staat gebracht, het voegwerk wordt uitgeslepen en nieuw voegspecie wordt aangebracht. De gemetselde bakstenen worden bijgewerkt, de slechte vervangen en het geheel ontmost. In 1997 worden de werken opgeleverd.
De kerk vandaag
Het gotische schip: 74 m lang, 17 m hoog en 10 m breed. Ondersteund door 12 monolieten. De kerk is 20 m breed en de toren 65 m hoog. De kruisweg werd geschilderd door broeder Max. Het koorgestoelte, de preekstoel, de communiebank en het hoofdaltaar werden gemaakt door de Gentse houtsnijder Frans Van den Hende.
Het Sint-Laurentiusbeeld, beeldhouwer ongekend, stond in de vroegere kerk, gelegen aan het huidige kerkhof. Het retabel is afkomstig uit het Sint-Jan-Berchmanscollege te Antwerpen en werd ontworpen en vervaardigd door Frans Baeckelmans, Jean-Baptiste Van Wint en Jean-Baptiste De Boeck uit Antwerpen.
De brandramen zijn getekend door Maurice De Loor uit Gentbrugge en vervaardigd door glazenier Alfons Calders uit Mortsel. Zij vervingen bijna alle glasramen van voor de oorlog. Het orgel verving het vooroorlogse van de gebroeders Reygaert en werd vervaardigd door Jos Loncke uit Essen.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.