In deze mei- en Mariamaand mogen we onze hemelse Moeder Maria, onze moeders en oma’s niet vergeten, zelfs als de pandemie ons niet toelaat om dit liturgisch te vieren en ons bovendien strikte beperkingen oplegt om dit van zeer nabij en persoonlijk te kunnen en mogen uitdrukken.
We staan toch even stil bij de vele moeders over heel de wereld die, in soms moeilijke omstandigheden, hun taak op zich nemen.
Wij vragen aan onze hemelse Moeder Maria om ons te bevrijden van onze angst, om ons opnieuw zelfvertrouwen te geven, om ons opnieuw te bemoedigen, om ons de genezende ervaring van het vertrouwen in de liefde te geven.
Nu we niet samen een Marialied kunnen zingen, kunnen we wel even stilstaan bij de tekst van het lied “Lief Vrouwke, ik kom niet om te bidden”:
Lief Vrouwke, ik kom niet om te bidden,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te geven,
niets te vragen, deze dag.
Ik bezit alleen de grote vreugde,
dat ik U bekijken mag.
Lief Vrouwke, ik kom niet om te spreken,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te zeggen,
niets te vragen, deze dag.
Maar bewaar voor mij de grote vreugde,
dat ik U bekijken mag.
Lief Vrouwke, ik kom niet om te zingen,
maar om een poos bij U te zijn.
Ik heb U niets te bieden,
niets te vragen, deze dag.
Laat voor mij alleen de grote vreugde,
als ik Moeder zeggen mag.
Wij danken Jezus voor onze hemelse Moeder Maria en voor alle moeders en oma’s.
ADW