Uit Nieuwsblad, zaterdag 11 april 2020, interview: Matthias Vanderaspoilden
Hoe hij zijn eerste weken als bisschop van Gent beleefde, nu hij zoals iedereen opgesloten zit in 'zijn kot'?
Toch wat frustrerend. Het plan om in deze weken de tien dekenaten te bezoeken en vele mensen ter plekken te kunnen ontmoeten, hebben we moeten bijsturen. Ik ben maar aan één bezoek geraakt.... Maar ik pas mij aan. Mijn grootste zorg is wel het contact met de basis. Ik ken het terrein niet en wil niet opgesloten blijven in een ivoren toren.
Na 45 jaar in de abdij van Orval heeft u ervaring met een solitair leven. Went eenzaamheid ooit?
Wat mensen nu meemaken, is niet te vergelijken met het leven in een abdij. Binnen de muren van een abdij is er wel stilte, maar die is zelfgezocht en heilzaam.
De stilte nu in het centrum van Gent is helemaal anders, die voelt onwezenlijk.
Er is een groot veschil tussen eenzaamheid en vereenzaming. Dat laatste is negatieve eenzaamheid, wanneer je afgesloten bent van alle sociale contacten. Dat zie je nu meer. Het frustreert mensen en maakt hen angstig.
Na corona...
De wereld na corona zal niet meer zijn zoals vroeger en ik hoop dat hij op een positieve manier verandert. Geen enkele crisis is zo erg dat ze niet te overwinnen valt.
Het dwingt je om vragen te stellen en terug te keren naar de essentie.
De Kerk kan er maar deugd van hebben. Het gelooft krijgt nieuwe kansen. Niet alleen omdat mensen nu verplicht worden om op zichzelf terug te vallen, maar omdat veel mensen de relativiteit van dingen inzien.
Wat we nu meemaken zal de mensen noodgedwongen aan het denken zetten: wil ik dit leven nog wel? Ik heb mensen in ziekenhuizen van heel dichtbij zien sterven. Van zodra ze zich verzoend hebben met het einde, vragen ze zich af wat de zin van het leven is geweest. Het komt altijd op hetzelfde neer, of je nu gelovig of niet:
Heb ik bemind en ben ik bemind geweest? Al de rest verdwijnt.
Het lijden
Waarom stellen we ons die vraag pas op zo'n cruciaal moment?
Met die vraag worstel ik al heel mijn leven. Het intrigeert me.
Waarom moeten we altijd eerst lijden?
Ik weet het niet. Een christen lijdt niet minder dan een niet-christen. Ik denk dat deze periode dat wel duidelijk maakt. Mensen denken soms dat een gelovige het nu makkelijker heeft. Dat klopt natuurlijk niet.
De Goede Week herinnert ons eraan dat ook Jezus niet ontsnapt is aan het lijden. Nadien kwam wel de verrijzenis. Dat is de kracht van ons geloof: je kan altijd nog iets verder gaan.
Het lijden is hetzelfde, maar we beleven het als een plus- in plaats van een minteken. Voor mij is dat de essentie.
Er zijn mensen die zich christen noemen, maar niet geloven in de verrijzenis. In alle eerlijkheid: ik begrijp dat niet goed.
Geen populisme
Hoe kijkt u naar de crisis die de zorgsector dezer dagen doormaakt?
Genuanceerder dan sommige krantentitels. De mensen worden toch niet aan hun lot overgelaten? Dit is een onvoorziene situatie die ons dwingt om lessen te trekken, maar ik zou niet te snel mensen met de vinger wijzen. Het leven is meer dan achter populistsche slogans aanlopen. Medisch, psychologisch en pastoraal gebeurt in die sector toch heel veel?
U hebt het niet alleen niet voor slogans, u springt ook voorzichtig om met grote religieuze verklaringen.
Net omdat ik uit de wereld van de nederigheid kom, ben ik daar gevoelig voor.
De religieuze taal wordt al te makkelijk misbruikt: een religieus discours staat niet gelijk aan gemakkelijke oplossingen.
Men heeft jarenlang veel verkeerde dingen gevraagd in nederigheid en gehoorzaamheid, gewoon door de naam van God te gebruiken. Op die manier zijn veel mensen gekwetst.
Drie domeinen
Vriendschap of liefde, kunst en godsdienst. Dat zijn drie domeinen die tot niets dienen, maar wel zin geven aan het leven. Eenmaal je ze ontdekt hebt, kan je niet meer zonder.
(lees veder onder de foto)