Baruch 5, 1-9 / Lucas 3, 1-6
Zondag 8 december 2024
Op deze tweede adventszondag horen wij de eigen manier van werken van Lucas in zijn evangelie. Naar alle waarschijnlijkheid schreef het met een kennis van de tekst van Marcus rond de jaren 60, nog voor de marteldood van Petrus en Paulus in Rome. Hij was geen apostel zoals de andere evangelisten, had zelfs geen joodse achtergrond zoals de andere evangelisten en ging als medewerker van Paulus naar de heidenen, zoals hijzelf ook geweest was. Na de jeugdjaren van Jezus, dat wij het kindheidsevangelie noemen en dat zeker niet erg historisch maar voluit theologisch is om die heidenen iets van Jezus achtergrond te doen begrijpen, begint hij plechtig met de tijd van keizer Tiberius op te roepen en de joodse leiders van de tijd dat Jezus zijn optreden zal beginnen. Die politieke figuren zijn niet zo belangrijk maar wel die figuur in de woestijn, Johannes de Doper, tot wie het woord van God kwam. Zoals de profeten uit Israël roept hij ook tot bekering op met de belofte van God voor de redding, zoals we in de eerste lezing van Baruch hoorden. Maar dan moeten we komst van de Heer mee voorbereiden opdat heel de mensheid Gods redding zou kunnen zien.
Nu moest Lucas duidelijk maken aan die heidense mensen in Griekenland en Rome wat Gods stem was. Zoals zijn leermeester Paulus zal hij als heiden wel overtuigd geweest zijn dat de boodschap voor alle mensen bedoeld was zonder de omweg naar het jodendom met al zijn joodse religieuze verplichtingen te moeten volgen. Dat betekende een aanpassing aan de Hellenistische cultuur, zodat we weinig verwijzingen zien naar de joodse gewoonten die Jezus zelf nog gevolgd had. Daarom zien we bij hem de nadruk op de genezingen, zodat sommigen bijbelgeleerden zelfs menen dat hij een dokter was of meer van geneeskunde afwist dan de andere mensen. Ook zien we weinig verwijzingen naar de joodse bijbel maar vooral de aandacht voor de armen en de naastenliefde die Jezus beklemtoonde. Dat de mooiste parabels in zijn evangelie staan met de nadruk op die liefde lijkt dan ook hierdoor te verklaren. Ook bijzonder is dat zijn toehoorders het spreken over God volgens de joodse theologie niet kenden en daarom ook eerder God leerden kennen in zijn goedheid en vertrouwen dat de mensen in Hem konden hebben als ze als goede Vader van de Verloren Zoon of als de Barmhartige Samaritaan of als een Goede Herder. Hoe moest dan die stem van God tot Johannes de Doper verstaan worden. Lucas begreep dat dus als de liefde die we met alle mogelijke middelen aan onze medemensen moesten in de praktijk brengen, want daardoor zouden we de stem van God en zijn bedoeling met de mensen leren kennen.
Ook wij staan voor de moeilijkheid om die stem van God te horen in deze tijd, nu alles zeker voor onze tijdgenoten en kinderen en kleinkinderen zo anders geworden is. Zelfs het duidelijkste evangelie, dat van Lucas is in zijn verwoording en situering in de landbouwsamenleving, zonder veel stedelijke cultuur en zonder alle moderne communicatiemiddelen, moeilijk leesbaar en mogelijk soms niet toepasbaar. Ook zoals Lucas moeten we durven schrappen en vereenvoudigen en vooral de liefde in al haar vormen willen beleven en daarin Gods stem erkennen en zo vol vertrouwen aanvoelen dat onze droom van gerechtigheid en vrede kansen zal krijgen met zijn steun. Een goede gelegenheid in deze advent is de actie van Welzijnszorg die juist het probleem van het waardig werk nu wilt vooropzetten, waardoor wij Gods stem tot ons kunnen gericht voelen om in onze huidige maatschappij elke mens tot zijn recht te laten komen. Kerstmis voorbereiden en vieren kan dan een duidelijke de stem van God zijn om ons leven richting te geven.
Rik Corens