Wat is armoede?
We spreken van absolute armoede als mensen leven onder de lage-inkomensgrens en niet beschikken over (gezond) voedsel, huisvesting, toegang tot de gezondheidszorg (mutualiteit) of geen mogelijkheden hebben verder te leren na de verplichte schoolperiode. Uit de statistieken blijkt dat éénoudergezinnen, mensen met een migratieachtergrond, leefloonontvangers en alleenstaanden onder de 65 een groter risico lopen op armoede. Sinds de stijgingen van de voedselprijzen neemt de armoede toe. Mensen kunnen in armoede komen door veranderingen in hun leven, zoals het verlies van werk of een echtscheiding. Armoede kan ook het gevolg zijn van onvoldoende bescherming van de mensenrechten. Mensen kunnen niet genoeg inkomen hebben voor boodschappen, of niet goed weten hoe hun huishoudbudget te beheren, maar kunnen ook minder deelnemen aan sociale activiteiten. Armoede gaat vaak gepaard met stress, schaamte, eenzaamheid en depressies. Bovendien roken mensen met een laag inkomen meer, hebben vaker overgewicht en tellen meer zware drinkers.
Samen voor waardig werk!
Armoede wordt vaak veroorzaakt door een onzeker arbeidscontract, een slecht betaalde job, of het risico op onveilige en ongezonde arbeidsomstandigheden. Maar het is ook andersom: armoede heeft invloed op de mogelijkheid om werk te vinden. Welzijnszorg wil bijdragen om waardig werk voor iedereen toegankelijk te maken en daarom presenteert Welzijnszorg drie recepten voor waardig werk.
Recept 1: Uitsluiting aanpakken
Om te beginnen moeten mensen letterlijk op het werk kunnen geraken. Als er niet op het juiste moment een bus of trein de goede richting uitgaat, geraken mensen simpelweg niet op de werkvloer. Vervoersarmoede is dus een grote hinderpaal in de zoektocht naar werk. Vermits kinderen altijd opvang en zorg nodig hebben, is betaalbare en beschikbare kinderopvang ook van essentieel belang. Er zijn heel wat uitsluitingsmechanismen zoals discriminatie op basis van afkomst, nationaliteit, taal, leeftijd, scholingsgraad en handicap, die ervoor zorgen dat mensen heel moeilijk een kans krijgen op de arbeidsmarkt. Zo gaat heel veel potentieel verloren en raken mensen ontmoedigd. Leven in armoede tast het zelfvertrouwen aan, wat het moeilijk maakt zichzelf te ‘verkopen’ tijdens een sollicitatiegesprek. Vaak weten mensen in armoedesituaties ook onvoldoende welke mogelijkheden er zijn qua ondersteuning, opleiding en kansen op de arbeidsmarkt.
‘Werk moet lonen!’ We horen het vaak. Uit onderzoek blijkt dat mensen die geen werk hadden en dan voltijds aan de slag gaan een grote stijging in hun inkomen zien. Werk loont dus voor wie voltijds werkt. Het wordt lastiger voor mensen die deeltijds moeten werken omdat ze zorgtaken hebben, ziek zijn of een handicap hebben, of omdat in sommige sectoren het werk altijd als deeltijds wordt aangeboden. Gaan werken brengt ook kosten met zich mee, die door deeltijds werk niet altijd voldoende gecompenseerd worden. Het is niet gemakkelijk om het inkomen uit werk en uitkeringen met elkaar te combineren. Er is vaak te weinig informatie over wat mensen echt zullen overhouden aan hun loon. Daardoor durven mensen zich niet altijd aan een deeltijdse job te wagen.
Recept 2: Een ambassadeur voor werkzoekenden
Doordat werkzoekenden in armoede vaak te maken krijgen met achterstellingen en uitsluiting is het belangrijk dat iemand het voor hen opneemt. Al te vaak hebben mensen het gevoel dat bemiddelingsdiensten er enkel zijn om hen te controleren en te verplichten werk aan te nemen dat niet bij hun ambities of mogelijkheden past. Al te vaak krijgen mensen te horen dat ze zichzelf moeten verbeteren, moeten bijschaven, of niet voldoen. Al te weinig wordt er gekeken naar wat ze wel kunnen. Ook werkgevers willen graag een meer actieve bemiddeling, met meer ondersteuning en opleiding voor werkzoekenden die dat nodig hebben. Het doel van bemiddeling moet niet alleen zijn: snel een job vinden, maar moet mensen duurzaam aan het werk krijgen in jobs waar ze zich kunnen ontplooien, het beste van zichzelf kunnen geven en hun plaats kunnen vinden in het grotere geheel van de maatschappij.
Recept 3: Een aangepaste arbeidsmarkt
Iedereen moet levenslang kunnen leren in onze huidige economie. De doorgroeikansen en investeringen zijn niet voor iedereen even groot. Hierdoor blijven mensen soms te lang steken in slechter betaalde jobs. Er is dus een inhaalbeweging nodig om mensen de nodige bijscholing te geven. Niet iedereen die nood heeft aan ondersteuning kan terecht in een maatbedrijf of werkervaringsproject. Het is ook belangrijk om individueel maatwerk te bieden op de reguliere arbeidsmarkt. Nu er zoveel krapte is hopen we dat werkgevers een grotere bereidheid ontwikkelen voor het rekeninghouden met de persoonlijke omstandigheden van de werkzoekenden enerzijds en de eisen van de productiviteit anderzijds. Het is in ieders belang dat werkgevers zich inzetten op het creëren van kansen. Welzijnszorg Vlaanderen roept daarom werkgevers op te zoeken naar de juiste balans tussen begrip en respect voor persoonlijke omstandigheden van de werkzoekenden en het belang van het bedrijf.
Marjo Perry
Lees hier alles over de adventscampagne van Welzijnzorg.