In 1955 vat Z.E.H. Deken Brys het idee op om een hulpkerk en een school op te richten in het westelijk deel van Tielt, toen nog behorend tot de Sint-Pietersparochie. Eind 1955 start de bouw van de “noodkerk” die zo opgevat wordt dat ze, na de bouw van een definitieve kerk, gebruikt zou kunnen worden als patronagezaal.
De Sint-Jozefskerk en de school zijn ongeveer klaar in augustus 1956. Kerk en school worden de kiem van nieuw leven, een nieuwe parochie waar een kapelaan de eerste pastoor wordt en zuster Ferdinanda de kerk en de school met elkaar verbindt. Op 10 augustus 1956 wordt aan E.H. Gilbert Verhamme, onderpastoor in de Sint-Amandusparochie van Meulebeke, meegedeeld dat hij kapelaan wordt van Sint-Pieters te Tielt en dienst zal moeten doen.
Mgr. Joseph-Emiel De Smedt, bisschop van Brugge wijdt de kerk in op 2 september 1956. Op 14 juli 1957 krijgt pastoor Verhamme van het bisdom te toelating om doopsels toe te dienen, huwelijken in te zegenen en begrafenissen te doen. De hulpparochie krijgt hiermee officieus het statuut van zelfstandige parochie.
Op 5 oktober 1958 is er een prachtige bloemenhulde ter ere van E.H. Gilbert
Verhamme, die eerste pastoor zou worden van de Sint-Jozefsparochie.
In 1959 staat de parochie een stuk grond af voor de bouw van de Don Boscoschool.
De plechtige aanstelling van de pastoor heeft plaats op 24 april 1960 door Z.E.H. Deken Brys; getuigen zijn E.H. Rooryck, pastoor van de O.L.Vrouwkerk van Tielt en E.H. Van Iseghem, pastoor van Pittem.
Op 12 juli '68 verneemt pastoor Verhamme dat hij benoemd wordt tot pastoor van Hulste. Op 15 september ’68 stelt Z.E.H. Kan. Duforret, deken van Tielt, E.H. Stefaan Dusselier aan tot nieuwe pastoor. Er is een heuse autokaravaan en
“Vermaak na Arbeid” zorgt voor de muzikale noot.
De 'onderpastorie’ (Oude Pittemstraat 50) is klaar gekomen. Samen met zijn huishoudster, Leona Biebuyck, neemt de nieuwe pastoor er zijn intrek. De pastoor is een ingoed mens die alles doet wat hij kan om de parochie, na de pionierstijd, verder te laten groeien en bloeien. Hij bezoekt geregeld al zijn parochianen. 14 jaar lang is hij pastoor.
EH Vancraeyeveldt, deze oud-directeur (principaal van het Sint-Jozefscollege) is een wijze, rustige man die houdt van correctheid en stiptheid. Hij bezoekt alle huizen van de parochie. Hij doet dat straat per straat t.g.v. de jaarlijkse eucharistieviering voor de intenties van de mensen per straat of per wijk; waar hij niemand thuis vindt, stopt hij een briefje in de bus met een uitnodiging voor deze eucharistieviering. Trouw aan zijn belofte om de parochie 10 jaar te dienen, kondigt hij eind 1993 aan dat men een opvolger mag verwachten. Op 12 januari 1994 is de plaats voor pastoor van de Sint-Jozefsparochie vacant. Op 19 maart 1994 neemt hij afscheid als pastoor van de parochie-gemeenschap.
Op 22 maart wordt bekend dat E.H. Joseph Arnout de vierde pastoor wordt. Hij was onderpastoor in de Sint-Pieters- en Pauluskerk in Oostende. Hij wordt nu tevens medeverantwoordelijk voor de pastoraal op de Sint-Pietersparochie.
Er wordt voor het eerst gesproken over een pastorale eenheid van de Sint-Pietersparochie en de Sint-Jozefsparochie. Hij wordt op 24 april 1994 plechtig aangesteld door Deken Buyse. 14 dagen later, op 7 mei wordt Joseph Arnout aangesteld tot medepastoor in de Sint-Pieterskerk. De H.Hartschool kampt met plaatsgebrek en er is al lang nood aan een parochiezaal(tje).
De Link wordt op 11 oktober 1998 plechtig geopend na de hoogmis van 10 u. Eind mei 2006 vernemen we dat pastoor Joseph Arnout zijn pastorie in de Oude Pittemstraat te Tielt verlaat om, per 1 september 2006, in te trekken in de pastorie van Aarsele waar hij pastoor wordt van de Tieltse fusiegemeenten Aarsele, Kanegem en Schuiferskapelle. De Sint-Jozefsparochie zit nu zonder pastoor. Hilde Debrouwere, voorzitter van de parochieraad, wordt contactpersoon.