De schatkamer van de liturgie ~ Epifanie (podcast) | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's

kerknet

Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Nieuws
  • Artikels
  • Evenementen
  • Vieringen
  • Shop
  • Aanmelden
  • Parochie
We laden de lijst van gemeenten en postcodes. Kies hieruit één van de suggesties.

Zoek je parochie

snel naar

  • Bisschoppenconferentie
  • Bisdommen en parochies
  • Religieuzen
  • Organisaties
  • Media
CCV Gent

CCV Gent

  • Startpagina
  • Contacten
  • Meer
    • Over CCV Kalender Terugkerende initiatieven
      Bach & BijbelDiocesane werking na scheidingHdgiLeerhuis van de kerkvadersSchool voor geloofsverdieping
      Materiaal Partners CCV in Vlaanderen en Brussel Privacyverklaring CCV Steun CCV Gent

De schatkamer van de liturgie ~ Epifanie (podcast)

icon-icon-audio
Gepubliceerd op maandag 4 januari 2021 - 8:35
Afdrukken
Laat je binnenvoeren in een liturgische tijd of feest doorheen een tijdeigen gezang en een preek van een kerkvader. Beluister de podcast.

#3 Epifanie

Voor het feest van Epifanie leggen we ons oor te luisteren bij de orthodoxe traditie. We zingen het kondakion voor Epifanie. De kondakia zijn oorspronkelijk heel uitgebreide Byzantijnse hymnes waarvan de oorsprong teruggaat tot ver in de 6e eeuw. Later zijn de plechtige openingsstrofes – waarin het mysterie van ‘deze dag’ wordt samengevat – een eigen leven gaan leiden en hebben hun plaats gevonden als vaste gezangen bij de feesten waarvan ze voortaan mee het timbre bepalen. Heel kenmerkend voor deze orthodoxe gezangen is de leerstellige bijna onderwijzende aard. We horen geen psalm, maar een belijdende verkondiging van het heil dat vandaag aan ons geschiedt.

De verhandeling van paus Leo de Grote († 461) denkt verder na over dat heil van deze dag. Christus is eens verschenen, en zo verschijnt Hij nu. Want ‘als er licht daagt in onze duistere harten, dan zijn dat de stralen van dezelfde ster die de Wijzen zagen.’

De podcast is een initiatief van het Leerhuis van de kerkvaders en het CCV in het bisdom Gent. Met dank aan de Interdiocesane Commissie voor Liturgie – met toestemming.

Beluister de derde aflevering van de podcast Schatkamer van de liturgie en hoor hoe het ontoegankelijk licht van deze dag der Openbaring ook vandaag over ons straalt. Om te luisteren en herbeluisteren onderweg, in de zetel, of voor het slapen gaan, open de podcast-app van Apple of installeer de gratis app van SoundCloud op je smartphone en voeg de reeks Schatkamer van de liturgie toe aan je bibliotheek – Apple / SoundCloud.

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

Uit een verhandeling van de heilige paus Leo de Grote over de openbaring des Heren

Veelgeliefden, de dag waarop Christus, de Verlosser van de wereld, voor het eerst aan de volken is verschenen, moeten wij hoog in ere houden. Wij moeten vandaag in ons hart de vreugde voelen waarvan de drie Wijzen waren vervuld toen zij, gedreven door het teken van een wondere ster, werden geleid naar de Koning van hemel en aarde en Hem, in wiens belofte zij hadden geloofd, aanbaden toen zij Hem zagen.

Het is namelijk niet zo, dat met het verstrijken van die dag ook de kracht van het heil dat toen werd geopenbaard, is geweken en ons alleen de faam is gebleven van een heuglijk feit om het gelovig te aanvaarden en feestelijk te herdenken. Integendeel, door de niet aflatende goedgunstigheid van God geniet onze tijd nog dagelijks van wat toentertijd voor het eerst werd geschonken.

Weliswaar vertelt het evangelieverhaal uitsluitend over de dagen dat drie mannen, zonder door een profetie te zijn verwittigd of door een getuigenis van de Wet te zijn onderricht, van ver uit het Oosten kwamen om God te ontmoeten. Toch zien wij hetzelfde ook nu gebeuren, zelfs duidelijker en vaker, in de verlichting van allen die zijn geroepen. Zo gaat de profetie van Jesaja in vervulling die zegt: “De Heer toont zijn heilige arm voor de ogen van alle volken, en de verste hoeken der aarde hebben het heil gezien dat komt van onze God” (Jes 52,10), en ook: “Want dan zullen ze zien wat hun nooit was verkondigd, aanschouwen wat ze nimmer hebben gehoord” (Jes 52,15). Wanneer wij constateren, hoe mensen die opgingen in wereldse wijsheid en er niet aan dachten Jezus Christus te belijden, uit de diepte van hun dwaling worden bevrijd en worden geroepen tot de kennis van het ware licht, dan is dat ongetwijfeld het werk van Gods genadeglans. Als er licht daagt in duistere harten, zijn dat de stralen van dezelfde ster die de geesten met zijn flonkering heeft beroerd, hen wonderbaar op weg helpt en voorgaat en leidt naar God om Hem te aanbidden.

Willen wij nader bezien of ook een dergelijk drievoudig geschenk wordt geofferd door allen die door het geloof tot Christus zijn gekomen: wordt niet in de harten van wie oprecht geloven, hetzelfde aangeboden? Immers, goud haalt uit de schatkamer van zijn geest wie Christus erkent als koning van het heelal; mirre offert wie gelooft, dat de eniggeboren Zoon van God waarlijk de menselijke natuur heeft aangenomen; en met wierook vereert Hem al wie belijdt, dat Hij in alles gelijk is aan de goddelijke Vader.

#2. Kerstmis

In de podcast voor Kerstmis klinkt het Cantatorium voor de kersttijd uit het Abdijboek. Wanneer we het hebben over Kerstmis, spreken we niet over één, maar over vier eucharistievieringen, wat heel bijzonder is. Er is een mis op de vooravond, een nachtmis, een dageraadsmis en een dagmis. Ze hebben elk een eigen sfeer, met bijhorende lezingen, gebeden en gezangen. Het refrein van het Cantatorium dat we zingen, is de Nederlandse weergave van de openingszin van de dageraadsmis. De welgekozen gregoriaanse intredezang voor deze mis bij het ochtendgloren luidt Lux fulgebit hodie super nos: quia natus est nobis Dominus: “Licht straalt heden over ons: de Heer is geboren.” De strofes van het Cantatorium zijn genomen uit psalm 98(97) en leunen zo vooral aan bij de dagmis, waarin psalm 98(97) een grote rol speelt. De introitus van die mis is het bekende Puer natus est nobis (“een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven...”), een gezang waarin deze zin uit Jesaja gecombineerd wordt met psalm 98(97). Nog steeds is die psalm de antwoordpsalm voor Kerstdag. En ook bij de bereiding van de gaven of bij de communiegang kan met psalm 98(97) ‘een nieuw lied voor de Heer’ gezongen worden, omdat ‘de Heer zijn heil openbaarde.’

De preek van paus Leo De Grote († 461) verbindt de grote vreugde van deze dag, de vreugde om de geboorte van een nieuwe schepping, met de vernieuwing van ons eigen leven en onze levenswandel. (Overgenomen uit het Lectionarium bij het getijdenboek, Advent en Kersttijd, Deel 1, Jaar 1, p. 104-05)

De podcast is een initiatief van het Leerhuis van de kerkvaders en het CCV in het bisdom Gent. Met dank aan De Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL), Abdijboek ©Stichting I.W.V.L. Arnhem/NL en de Interdiocesane Commissie voor Liturgie – met toestemming.

Beluister de tweede aflevering van de podcast Schatkamer van de liturgie en proef van het geheim van Kerstmis. “Licht straalt heden over ons: de Heer is geboren” – woorden die geen oeverloze analyses vragen, maar lofzang en overweging. Om te luisteren en herbeluisteren onderweg, in de zetel, of voor het slapen gaan, open de podcast-app van Apple of installeer de gratis app van SoundCloud op je smartphone en voeg de reeks Schatkamer van de liturgie toe aan je bibliotheek – Apple / SoundCloud.

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

Uit een kerstpreek van Paus Leo de Grote

Geliefden, heden is onze Verlosser geboren: laten wij ons verheugen. Droefheid mag geen ruimte meer vinden waar de geboortedag van het leven wordt gevierd. Dit leven dat de angst voor de dood heeft vernietigd, vervult ons hart met vreugde om de beloofde eeuwigheid.

Geen mens wordt uitgesloten van deelname aan deze vreugde. Allen hebben wij dezelfde reden tot vreugde, want onze Heer die zonde en dood heeft vernietigd, trof niemand aan die vrij was van schuld en kwam daarom allen daarvan bevrijden. Vreugde voor de heilige: hij komt de overwinning nabij. Blijdschap voor de zondaar: hij wordt uitgenodigd tot vergeving. Bemoediging voor de heiden: hij wordt geroepen tot het leven.

Immers, toen de volheid van de tijd gekomen was die God in zijn ondoorgrondelijk raadsbesluit had vastgesteld, heeft de Zoon van God de menselijke natuur aangenomen om de mens te verzoenen met zijn Schepper, en om de duivel, de uitvinder van de dood, door dezelfde natuur te overwinnen die eens door de duivel overwonnen was.

Bij de geboorte van de Heer zingen juichende engelen: “Eer aan God in den hoge,” en verkondigen zij “vrede op aarde aan de mensen die Hij liefheeft” (Lc 2,14). Want wij zien hoe het hemelse Jeruzalem uit alle volken van de wereld wordt opgebouwd. Als reeds de verheven engelen van vreugde juichen over dit werk van Gods onuitsprekelijke goedheid, hoezeer moet dan ook de kleine mens zich daarover verheugen?

Brengen wij daarom dank aan God de Vader door zijn Zoon in de heilige Geest. “Wegens de grote liefde waarmee Hij ons heeft liefgehad’ heeft Hij zich over ons ontfermd, en ‘toen wij dood waren door onze zonden, heeft Hij ons met Christus ten leven gewekt” (Ef 2,4-5), opdat wij in Hem een nieuwe schepping zouden zijn, een nieuw werk van zijn handen.

Leggen wij dan de oude mens met zijn levenswijze af en verzaken wij aan de werken van het vlees, nu wij deel gekregen hebben aan de geboorte van Christus.

Erken, christen, uw waardigheid. Val door een slechte levenswijze niet terug in uw vroegere armzaligheid. Gij zijt immers deelachtig geworden aan de goddelijke natuur. Gedenk tot wiens hoofd en lichaam gij behoort. Herinner u dat gij ontrukt zijt aan de macht van de duisternis en overgebracht naar het licht van het rijk Gods.

Door het sacrament van het doopsel zijt gij tempel van de heilige Geest geworden. Wil deze hoge gast niet van u wegjagen door verkeerde daden. Onderwerp u niet opnieuw aan de slavernij van de duivel, want met het bloed van Christus zijt gij vrijgekocht.

#1. Advent

Deze podcast-reek opent met het 'Tot U, Heer, stijgt mijn verlangen' uit het Abdijboek (Wisselende gezangen, nr. 35), dat de Nederlandse tekst van Ps 25(24) zingt in de vertaling van Gerhardt-van der Zeyde, een psalm die al sinds eeuwen geassocieerd wordt met de eerste zondag van het liturgisch jaar.

De klassieke gregoriaanse intredezang voor de eerste adventszondag is het Ad te levavi, een gezang op basis van Ps 25(24). Ook de Nederlandstalige intredezangen uit Zingt Jubilate zijn bewerkingen van dezelfde psalm. De liturgie van de eerste zondag van het kerkelijk jaar gebruikt de psalm in het C-jaar bovendien als antwoordpsalm, en in de andere jaren als basis voor de gezangen bij de bereiding van de gaven of bij de communiegang.

De preek is de vijfde adventspreek van abt Guerric van Igny (ca. 1080-1157), die als middeleeuwer doordrenkt is van de geest van de kerkvaders. Hij verbindt het thema van ‘de weg’, een van de hoofdthema’s van Ps 25(24), met de adventsoproep die Johannes de Doper in de mond neemt: “Bereid de weg voor de Heer.”

De podcast is een initiatief van het Leerhuis van de kerkvaders en het CCV in het bisdom Gent. Met dank aan De Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie (IWVL), Abdijboek ©Stichting I.W.V.L. Arnhem/NL - met toestemming.

Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.

Uit een adventspreek van abt Guerric Van Igny

“Bereid de weg voor de Heer” (Jes 40,3).

De weg van de Heer, broeders, die we dienen te bereiden, bereidt men al gaande, en men gaat hem terwijl men hem bereidt. Al ben je reeds ver gevorderd op die weg, toch moet je hem nog steeds bereiden en je van het punt waar je gekomen bent strekken en uitstrekken naar het volgende – in die mate dat de Heer, voor wiens komst de weg bereid wordt, je bij elke stap als nieuw tegemoet komt, telkens groter dan Hij was. Het is dus terecht dat de rechtvaardige bidt: “Onderricht mij, Heer, de weg van uw verordeningen, en ik zal hem steeds zoeken” (Ps 119,33).

Waarschijnlijk wordt deze weg het eeuwig leven genoemd omdat de voorzienigheid die ieders pad schouwt wel een eindpunt vaststelt tot waar dat pad voert, maar er geen einde komt aan de wezenlijke goedheid van degene waarnaar jullie op weg zijn. Daarom zal de verstandige en volhardende reiziger weten dat, wanneer hij aangekomen is, het dan begint (Sir 18,6 Vg/18,7 MT). Waarlijk, vergetend wat achter hem ligt (Fil 3,14), zal hij elke dag zeggen tot zichzelf: “Nu begin ik” (Ps 77,11 LXX). Moge het waar zijn dat wij die over de voortgang op deze weg spreken er al een aanvang mee genomen hebben. Want naar mijn mening is niet weinig opgeschoten wie eraan begonnen is. Als hij ten minste werkelijk begonnen is, als hij de weg naar de bewoonde stad heeft gevonden (Ps 107,7).

Hoe weinig zijn er, zegt de Waarheid, die de weg naar de bewoonde stad vinden (Mt 7,14). En hoe talrijk zijn zij die in eenzaamheid dwalen. [Maar ons] hebt Gij ‘de weg van uw verordeningen onderricht,’ met de woorden: “Dit is de weg, bewandel hem, en ga niet rechts ervan of niet links” (Jes 30,21 Vg). Het is de vlakke weg waarvan de profeet zei: “Dit is onze gebaande weg, dwazen zullen hem niet betreden” (Jes 35,8 Vg). Ja, ik was jong, nu ben ik oud, en nooit zag ik als ik het mij goed herinner een dwaze op de weg dwalen, ik zag hooguit enkele wijzen die de lijn ervan konden volgen (Ps 37,25). Maar wee jullie die wijs zijn in je eigen ogen, en verstandig naar je eigen mening (cf. Jes 5,21) want jullie wijsheid heeft je afgeleid van de weg van het heil, en je hebt de dwaasheid van de Redder niet kunnen volgen. De dwazen van Christus weten het wel: “Als iemand onder u wijs meent te zijn volgens de opvattingen van deze wereld dan moet hij dwaas worden om de ware wijsheid te leren” (1 Kor 3,18). Verlangenswaardig is deze dwaasheid, die naar het goddelijk oordeel wijs wordt genoemd en die ervoor zorgt dat we niet afdwalen van de weg.

Als je reeds op weg bent, vrees enkel dit: dat je zou afwijken of de Heer beledigen die je langs de weg leidt, zodat Hij je laat gaan als een zwerver op de wegen van je hart. Behalve de Heer, vrees niets. En als je aanvoert dat deze weg veel te nauw is, kijk dan vooruit naar het punt waarheen de weg je voert. Want als je het eindpunt van alle voltooiing ziet, zal je onophoudelijk zeggen: “Wat is uw gebod ruim” (Ps 119,96 LXX/Vg). En als je niet zo ver kan kijken, geloof dan de ziener Jesaja, laat hem je oog zijn. Ja, hij zag dat eindpunt wanneer hij zei wat volgt: “Zie de verlosten bewandelen die weg, zij die vrijgekocht zijn door de Heer. Met gejubel zullen zij Sion betreden, hun hoofd met eeuwige vreugde gekroond. Blijdschap en vreugde zullen ze verkrijgen, droefheid en gezucht zullen wegvluchten” (Jes 35,9-10). Ik meen dat wie voldoende aan dit einde denkt, niet enkel de weg voor zich ziet verruimen, maar zelfs vleugels krijgt, en niet meer wandelt, maar vliegt, zichzelf verheft. Denk daarom altijd, broeders, aan de voleinding, en loop met al je hartstocht en kunnen de weg van de geboden. Langs die weg voere en leide je Hij die is de weg van wie lopen en de beloning van wie ter bestemming komen: Christus Jezus. Aan Hem zij de eer en de glorie in de eeuwen der eeuwen.

Gepubliceerd door

CCV Gent

Meer

Liturgie en Catechese
Audio

Deel dit artikel

Share on Facebook
Share on Twitter
Share via Email

Lees meer

Paus Franciscus tijdens de algemene audiëntie van woensdag 20 januari 2021 © VaticanMedia
readmore

Eenheid is een genade waarnaar we vragen door te bidden

icon-icon-blog
. © Jeroen Moens
readmore

Erediensten pleiten voor terugkeer naar relatieve norm

icon-icon-persbericht
Paus Franciscus tijdens de algemene audiëntie van woensdag 13 januari 2021 © VaticanMedia
readmore

God is de trouwe Vriend en zijn liefde vermindert nooit

icon-icon-blog

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2021 Studiecentrum Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook