Bezinning bij Pinksteren
De lezingen op Pinksteren komen uit Handelingen 2, 1-11 en Johannes 20, 19-23
‘Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak’
Het is of het over vandaag gaat, want er is enorm veel gedruis in de wereld. Het is echter zeer de vraag of al dat lawaai van de heilige Geest komt. Het antwoord op die vraag is spijtig genoeg nee. Dat gedruis komt zelfs niet van bliksem en onweer, maar van het vreselijke gerommel van oorlog en terrorisme, van moord en doodslag, van onderdrukking en uitbuiting, van miljoenen vluchtelingen, van egoïsme en haatzaaierij, van onverschilligheid en ieder voor zich.
Dat is het gedruis waarmee we iedere dag geconfronteerd worden. Het gedruis van politici die zich in zoveel landen te allen prijze vastklampen aan de macht. Het gedruis van hen die haat en vijandschap zaaien, en die oproepen tot agressie en geweld. Het gedruis van hen die maar aan één ding denken, en dat is aan geld en nog meer geld, niet voor de maatschappij, niet voor de kansarmen en de misdeelden, maar alleen voor zichzelf. Het gedruis van hen die het milieu vernietigen, die hele bossen en wouden uitroeien om veel te verdienen aan wat er misschien in de diepe bodem te vinden is, die rivieren en hele regio’s vergiftigen omdat ze het water misbruiken voor hun speurtocht naar nog meer rijkdom.
Maar voor zulk gedruis is de heilige Geest niet gekomen, integendeel, Hij brengt ons in herinnering wat Jezus gezegd en gedaan heeft, en bezielt ons om dat uit te dragen in woorden en in daden. Hij vraagt ons uitdrukkelijk dat we niet zouden meedoen aan dat aardse gedruis, maar dat we er ons zouden tegen verzetten. Dat we openlijk zouden zeggen: ‘Nee, dat kan niet, dat mag niet, want moord en doodslag, haat zaaien, alleen maar uitzijn op rijkdom en bezit, de natuur vernietigen ten koste van de schoonheid van de schepping, is allemaal mensonwaardig.’ Dat moeten we zeggen, en dat moet ons leiden.
En dat kunnen we doen als we naar Jezus luisteren. Tegen al dat hedendaagse gedruis brengt Hij in: ‘Vrede zij u.’ En Hij vervolgt: ‘Ontvang de heilige Geest’, en dat is de Geest die band met Jezus bestendigt, en die geloof geeft en kracht. Ook de kracht om te vergeven. Die kracht geeft de Geest ook aan ons, zodat we onszelf niet beter vinden dan anderen, en we niet altijd klaarstaan met ons oordeel, want als we dat wél doen, als we dus niet vergeven, zal er nooit vrede zijn. Dan zullen we ook niet samen naar een vredevolle, mooie en gezonde wereld streven, maar alleen uitzijn op bezit en op ons eigen groot gelijk.
Tegen zulk gedruis gaat de heilige Geest in. Hij veroorzaakt een heel ander gedruis. Een gedruis dat over de hele wereld en voor alle volkeren weerklinkt, zodat iedereen in zijn eigen taal over Gods grote daden hoort spreken. Zijn daden van liefde en vrede, van inzet en respect, van barmhartigheid en gerechtigheid. Het zou goed zijn als we, net zoals de apostelen, door die Geest nieuwe mensen zouden worden. Mensen die niet moedeloos worden omdat onze gemeenschap klein en oud geworden is, er bijna geen priesters meer zijn en ook heel weinig jongeren. Nee, geen moedeloze mensen, maar mensen vol geloof, hoop en liefde. Mensen die dankbaar getuigen van Gods grote daden en die, vervuld van de heilige Geest, er ook naar willen leven.
Pinksteren: de sleutel op gesloten deuren
Het spreekt vanzelf dat, wanneer je voor een gesloten deur staat, je een sleutel nodig hebt om die open te maken. Natuurlijk kan je ook zonder sleutel die deur proberen open te breken, maar dat gelijkt dan op ‘inbraak’. En dan doe je een inbreuk op het gesloten kistje of lokaal.
Zondag – op Pinksteren – staan we voor eenzelfde gegeven. We ontmoeten bange, gesloten leerlingen die niet in staat zijn om naar mensen toe te gaan. Niet bij machte om ‘open’ over hun belevenissen en hun ervaringen met Jezus te vertellen.
Afgesloten in eigen kring, de deuren van de verblijfplaats gesloten, verlamd van angst zijn ze niet in staat de boodschap onomwonden uit te dragen.
Maar wat verder in het Pinksterverhaal zien we het tegenovergestelde gebeuren. Ramen en deuren worden opengegooid. Enthousiaste, geestdriftige leerlingen gaan de straat op, naar de mensen toe om te verkondigen. Ze zijn niet meer binnen te houden, ze kunnen niet meer zwijgen. En ieder hoort hen spreken in zijn eigen taal. Voor elke cultuur zijn ze verstaanbaar.
Open en eerlijk verkondigen ze Gods blijde boodschap.
Waar is de sleutel die ons dit cenakelgebeuren kan ontsluiten? Welke sleutel heeft de gesloten leerlingen tot open getuigen gemaakt?
Het antwoord is vrij eenvoudig: de heilige Geest, de door Jezus beloofde Helper. Hij is de sleutel die gesloten harten open maakt. Hij is het die gesloten monden tot sprekende monden maakt. Het is een sleutel die verschillende vormen kan aannemen.
We kennen allemaal het spreken over de heilige Geest in de gedaante van een duif. Dat zien we zo vaak uitgebeeld in oudere kunstwerken en tekeningen. Een duif is moeilijk vast te houden. De betekenis en de werking van de Geest ontglipt ons altijd. We kunnen het niet eens en voorgoed vasthouden.
De lezingen van Pinksterzondag geven ons nog 3 vormen aan.
De eerste horen we in het Pinksterverhaal van de eerste lezing: “Een gedruis alsof er een hevige storm opstak…”
De heilige Geest is als een stormwind. We weten allemaal wat hevige wind kan teweeg brengen. Een storm is in staat om zelfs wat behoorlijk vast zit, los te rukken. De wind gooit gesloten deuren open, stuwt mensen naar buiten en brengt ze in beweging. Mensen die zich laten drijven door de wind, zo een ervaring zullen de leerlingen hebben meegemaakt.
De tweede vorm komt ook uit het Pinksterverhaal: “Er verscheen hun iets dat op vuur geleek, en dat zich in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette”.
Dus, de heilige Geest als vuur die mensen in vuur en vlam zet. Vuur kan heel wat vernielen, maar vuur hebben we ook nodig als warmtebron, of voor de sfeer en de gezelligheid. De leerlingen geraken in vuur en vlam voor Jezus’ boodschap van ‘nieuw leven’. Het is als een vuur dat niet tegen te houden is, niet te doven is, maar zich geleidelijk aan uitbreidt. Een vuur dat aanstekelijk werkt, dat hun hart verwarmt en de gesloten bolster doet openbreken.
Een derde vorm vinden we aan het eind van het Johannes-evangelie: “ Na deze woorden blies Hij over hen en zei: ontvang de heilige Geest”
Met zijn adem blaast Jezus over de leerlingen en maakt hen tot nieuwe mensen. Hij heeft hen een ‘nieuwe adem’ in de neus geblazen, zoals in het scheppingsverhaal.
Op adem komen, of zijn tweede adem vinden, dat zijn uitdrukkingen die ons wel bekend zijn.
Zo is de heilige Geest de levensadem van elke christen, van elke geloofsgemeenschap.
Verschillende sleutels op hetzelfde slot, sleutels die wij ook nu in deze moeilijke tijd voor de Kerk en de gelovigen, zeker nodig hebben.
De eerste sleutel is: mij in mijn leven laten drijven door de Geest, dus geestdriftig zijn.
De tweede sleutel is: een vurig christen zijn die aanstekelijk werkt.
De derde sleutel is: open staan voor de ‘nieuwe levensadem’ van God.
Aan alle lezers wens ik een zalig en begeesterend Pinksterfeest!
Raymond Decoster, zonepastoor Halle