Het was zo’n 7 jaar geleden dat deze tocht nog eens doorging.
Dit jaar ging de tocht opnieuw door met 5 jezuïeten en de jong volwassen van IJD Vlaanderen. We waren samen met 53, waarvan 7 mannen in de logistiek en ik zelf als verpleegster.
We begonnen met een eucharistieviering in het kasteel van Loyola waar de H. Ignatius na het beleg van Pamplona werd getroffen door een kanonbal en zijn been verschrikkelijk was toegetakeld. Daar werd hij verzorgd in het huis van zijn broer en schoonzuster. Omdat de genezing van lange duur was, kreeg hij enkele boeken om te lezen: romans van prinsen, koningen en prinsessen. Het was altijd zijn droom geweest om op te klimmen in de hogere rangen. Maar met een been dat mank was, zag de toekomst er niet zo rooskleurig uit. Hij kreeg ook een boek in handen met verschillende heiligenlevens. Gaandeweg werkte God in zijn hart en kon hij het leven van de heiligen smaken en dit gaf hem troost en moed. Zo kon hij onderscheiden waar het in het leven werkelijk op aankwam: God volgen of zijn eigen roem en eer zoeken.
Nu even terug naar onze tocht.
De pelgrims vertrokken op 28 juli voor een hele etappe van ongeveer 160 km gespreid over 11 dagen. Vol goede moed zijn ze in 5 groepen vertrokken.
Iedere morgen was er een inleiding en gebed gebracht door pater Walter sj.
Tijdens de tocht werd er ook gevraagd om zeker een half uur stil te bidden met de teksten die ’s morgens werden aangebracht en ook om ruim de tijd te nemen om dit alles te delen in hun eigen groep.
Ook van ons, de logistiek werd er gevraagd om stille tijd te houden en ervaringen te delen in onze groep. Ook al kenden we elkaar bijna niet, toch groeide een diepe onderlinge verbondenheid en respect.
Het aankopen van het dagelijkse eten omdat we zonder frigo op weg waren.
’s Morgens moesten we soms een half uur rijden naar de bakker waar we de 50 broden konden ophalen. Dit gebeurde om 6.00 u. in de morgen, zo konden de pelgrims gewapend met vers brood aan hun tocht beginnen.
Ja, als verpleegster, zag ik in het begin vooral benen en dijen daar de teken in het gras alom aanwezig waren. Gaandeweg waren er meer blaren op de voeten, en die werden zorgvuldig ingepakt opdat de pelgrims moedig het eindpunt in Javier, zouden kunnen halen.
Javier, daar staat het kasteel van een andere jezuïet, beter gekend als Franciscus Xaverius. Als missionaris speelde hij een belangrijke rol in de opbouw van de missie in Zuid- en Oost-Azië. Xaverius werd geboren in dit kasteel.
Deze pelgrimstocht is ook een tocht waarbij je terugkeert naar het eenvoudige, los van alle luxe en kan genieten van Gods prachtige natuur.
Op de tocht kom je ook wel jezelf tegen. Voor alle pelgrims een hele beleving.
Buiten de gewone zorg van blaren en buikgriep, was ik ook op pad naar de verschillende kleine dorpjes of een stopplaatsen te velde. Ik zorgde dan voor heerlijk fris water om de pelgrims te bevoorraden en hun drinkbus aan te vullen. Om dit water fris te houden in mijn koffer heb ik zo mijn eigen techniek die heel erg in de smaak valt.
Voor mij zelf is deze tocht nog altijd indrukwekkend en ben ik dankbaar dat ik weer gevraagd werd om mee te gaan. Het stille wonder dat je ziet gebeuren bij de pelgrims en ook bij de logistieke groep is: met God verbonden zijn, doorheen alles wat er die dag op je pad komt. Of zoals Ignatius het zo mooi zegt: GOD VINDEN IN ALLES.
EN ALLES TOT MEERDERE EER EN GLORIE VAN GOD.
Ook al kijk je wel uit naar je eigen douche, in plaats een emmertje koud water, of ook al kijk je uit naar een bed in plaats van een matje op de grond: deze bezinningstocht houdt niet op wanneer je thuis bent; je draagt hem verder mee in je leven.
Zijn we niet allen pelgrim in het leven?
Zuster Rita Kerckhof