Het is wellicht de meest vreugdevolle boodschap die wij christenen elkaar kunnen wensen. Want wij zijn ‘paasmensen’, dragers van hoop ook, die over de afgrond van Goede Vrijdag heen, door de verrijzenis van Christus, Pasen mogen beleven.
Pasen is onze Hoop! Die woorden bewaar ik voor altijd uit de homilie die Marc Janssens in onze gemeenschapskerk hield enkele weken geleden. Er zal altijd Pasen zijn. Dat besef houdt me recht, ook in moeilijke ‘goede vrijdag’-momenten. Maar nu is de veertigdagentijd voorbij en eindelijk mogen we Pasen vieren.
Pasen, het feest van de verrijzenis, van de Verrezen Heer. Uit mijn kindertijd herinner ik mij heel goed het belang van het Licht tijdens de paaswake en het wijden van het water, maar ook de vele lezingen (die ik niet altijd goed begreep) met onder andere het merkwaardige verhaal van de weggerolde steen van het graf van Christus. Volgens sommigen zou daar de link te vinden zijn met de mooi beschilderde paaseieren die eerst in Oost-Europa ingang vonden en zo later ook bij ons kwamen. Een andere verklaring zou gebaseerd zijn op een legende van Simon van Cyrene. Hij zou in Jeruzalem geweest zijn om eieren op de markt te verkopen en onderweg zag hij Jezus die viel met het kruis op zijn rug. Simon stopte en hielp het kruis van Jezus te dragen. Maar misschien kent u nog een andere versie die verklaart waarom wij ieder jaar mogen genieten van chocolade-eitjes?
Nu ik wat ouder ben, begrijp ik natuurlijk veel meer van de lezingen uit de Paaswake. Het prachtige Evangelieverhaal van Johannes over de opstanding bijvoorbeeld. Simon Petrus en een andere leerling horen dat Jezus niet meer in het graf ligt en dan volgt: “Toen ging ook de andere leerling naar binnen, die het eerst bij het graf was aangekomen; hij zag en geloofde.” (Joh. 20, v.8). Hoe graag zou ik mij in die leerling willen herkennen. Wat een sterk geloof! Maar de verrijzenis van Christus is voor velen van ons een mysterie. Dan herken ik mij misschien wel meer in de andere leerlingen: “want de Schrift, die zegt dat Hij van de dood moest opstaan, hadden zij nog niet begrepen” (Joh. 20, v.9). Ze hadden het nog niet begrepen… dat mysterie van de verrijzenis, het mysterie van dood én opstanding. Vaak zien we de opstanding als een uitzien naar ‘het leven na dit leven’. Toch denk ik meer en meer dat verrijzenis ook veel te maken heeft met ons leven nu, het leven van elke dag, in onze gemeenschap, in onze stad. Want wij zijn geroepen om hoopvolle mensen te zijn in woorden én daden, elke dag opnieuw.
Die oproep klonk ook al tijdens de vastentijd waar we met aandrang gevraagd werden om onze ommekeer, ons bidden en onze zorg om de ander niet alleen te beperken tot die vastenperiode maar dat vooral ook na de veertigdagentijd te blijven verder doen. En dat kunnen we, als we ons laten dragen door de Verrezene. We staan er dus zeker niet alleen voor. Is dat geen hoopvolle gedachte! Zo kunnen we elkaar blijven helpen en steunen zelfs in dagen van twijfel. Daarenboven krijgen we de tijd om als paasmensen te groeien. Ook dat is een hoopvolle gedachte. We leren stap voor stap het mysterie van de heropstanding te doorgronden, de betekenis van Jezus’ sterven aan het kruis en Zijn verrijzenis te leggen op ons leven van iedere dag. We moeten niet te veel proberen het Paasmysterie te begrijpen. Het is iets wat we mogen ervaren als we er ons voor openstellen zoals in het lied dat we vaak zingen in de paaswake ‘De Heer is waarlijk opgestaan’. De paasboodschap is een levensopgave voor ieder van ons én voor iedere dag.
Zalig Pasen! Halleluja!
Ria V.A.