Kerk en Leven 2023 nr: 27
MINDFUL MET VAKANTIE
Voor diegenen die nog niet op reis zijn geweest deze vakantie, en het geluk hebben om op reis te kunnen gaan in binnen- of buitenland, hebben we het voorstel om hun vakantie een stuk zinvoller te maken dan het al is, en dat is door activiteiten van mindfulness te integreren in je dagschema. Ook voor hen die thuis op vakantie gaan zijn deze oefeningen even zinvol.
Wat is mindfulness?
Mindfulness training is gestart door de Amerikaanse psychotherapeut Jon Kabat-Zinn. Hij heeft Oosterse spiritualiteits-oefeningen verzameld die kunnen helpen bij overdrukke mensen. We hebben juist een aangepaste vorm van mindfulness training gegeven in de Kerk van de Goede Bijstand in het centrum van Brussel voor gelovigen voor de vakantie en van die oefeningen wil ik nu enkele tips mee geven om op vakantie te doen.
Ademhalen:
We weten wel hoe belangrijk adem is als onze adem stokt voor een klein moment, maar niet hoe belangrijk adem is ook voor de kwaliteit van ons spiritueel leven. In vele spirituele tradities komen ademhalingsoefeningen voor. Misschien de bekendste is die van de yoga, de zogenaamde pranayama. Prana is het Sanskriet woordje voor adem, maar het staat ook voor levensenergie. Men denkt zelfs dat met de adem niet alleen energie maar ook informatie het lichaam binnenkomt. Daarom moeten we aandacht besteden aan hoe we ademhalen. Ik stel voor dat je eerst gewoon je aandacht richt op de wijze van ademhalen. Is die regelmatig, licht, of diep? Ademen we alleen met het bovenlichaam, of gaat de buik mee? (In feite is het het middenrif dat naar beneden komt.) Probeer als je ergens stil zit je ademhaling eens te observeren, en enkele keren diep te ademhalen waar bij borstkas en buik vol adem komen, en dan langzaam uit te ademen. Je zal voelen dat je nog meer en sneller tot rust komt, en dat is ook het doel van vakantie, of niet?
Wandelen:
We wandelen meestal met het oog om ergens te arriveren, maar moest je dit nu eens omkeren en tegen jezelf zeggen: “ik wandel om te wandelen, het doel is secundair.” Concentreer je eens op je manier van wandelen. Hoe bewust doe je dit? Loop je voorovergebogen, naar de grond kijkende, of heb je een mooie rechte rug en kijk je naar voren? En hoe stap je? Met vaste voet, of onzeker? Observeer je voeten inwendig bij het wandelen. Je kan ook blootvoets eens door het gras wandelen (wel opletten voor teken!). We zijn niet meer gewoon om de voetzolen te laten masseren op een natuurlijk wijze. De wetenschap heeft aangetoond dat door regelmatig te wandelen de hersenen gestimuleerd worden. We kunnen dus ook beter genieten van wat ons omringd doordat onze hersenen meer actief zijn.
Bewuste momenten:
Bij het bezoeken van kerken, musea, natuurparken, enzovoort, is het mooi om af en toe gewoon stil te staan en dat wat je ziet in je te laten doordringen. Meestal op dat moment nemen we een foto en gaan we snel verder. Het foto nemen is inderdaad al een vorm van stilstaan bij iets moois, maar het is goed om na het foto nemen nog wat te verwijlen bij het mooie zicht, schilderij, kunstwerk, boom, enzovoort. Zulke stilte momenten zijn ook bewuste momenten, momenten waarbij we bewust omgaan met wat we zien, horen, reuken, voelen. Ik hou graag een oude boom vast om te “connecteren” met iets dat meestal al zo oud als ik ben, maar van een gans andere natuur is. Het geeft me ook sterkte. Met momenten van stilte en bewustzijn-training dringen de zaken dieper in ons door, en zullen we ook na de vakantie nog veel plezier beleven als we even herleven wat we toen zo bewust in ons hebben opgenomen.
Open hart:
Tenslotte betekent mindfulness in het Engels niet alleen bewust-zijn, maar ook teder zijn naar de wereld buiten (en binnen) jou. We leren er een “open tedere aandacht” te hebben. Terwijl we op vakantie zijn is het een mooie gelegenheid om ons hart ook open te zetten voor de mensen waar we mee op reis zijn door lief te zijn, en te letten op wat we zeggen en doen zodat we niet -bewust of onbewust- de reisgenoten een onaangenaam gevoel geven. En deze mindfulness mag zich ook uitstrekken naar het hotel, het strand, het park, het museum, andere toeristen, enzovoort. Zo wordt de vakantie ook een stukje bedevaart waar we werken aan onze persoonlijkheid om toch wat meer Christen te kunnen zijn en Gods liefde rondom ons door te geven.
We wensen allen een deugddoende en verdiepende vakantie!
Peter Baekelmans
Kerk en Leven 2023 nr: 26
DAAR IS DE ZOMERVAKANTIE
De laatste dagen op school zijn aangebroken en de vakantie lonkt om de hoek. Her en der werden de laatste vergaderingen van het werkjaar gehouden en de zomervakantie staat voor de deur. Een tijd van rust en herbronning. Een tijd om dankbaar terug te kijken naar wat het voorbije jaar ons gegeven heeft. Deze editie is een nummer voor drie weken (26-27-28) want ook de mensen op de uitgeverij en drukkerij Halewijn nemen verlof.
Graag geven we een paar teksten mee om de vakantie in te gaan.
Vakantie (Kris Gelaude)
Kome de tijd waarin niets moet. En de oeroude zaligheid daarvan. Geen haast. Geen plan. Geen inpakken en wegwezen. Maar alles laten liggen waar het ligt. Een tijd die ruimte biedt om te zeggen: ik speel even niet mee. Ik ga ergens in een hoekje zitten, om op een korenhalm te zuigen.
En geen gedreun meer of gedraaf. Gewoonweg proeven van een weergaloze rust, waarin je het gras kunt horen groeien. En kijken, zoals een kind kan kijken. Met een hoofd vol vragen waarop het antwoord echter overbodig is. Omzien naar wat in jaren niet meer hebt gezien. Naar een kever op een stengel en naar wat voorbijkomt.
’s Morgens een vrolijke, zomerse postbode. En ’s avonds een kleurrijke luchtballon doe over het land trekt, met dezelfde traagheid waarmee je een bootje van papier over het water kunt laten drijven.
Of in goed gezelschap aanmeren op een terrasje, vanwaar je onschuldig gewriemel van mensen kunt gadeslaan. Zulke momenten om met al je zintuigen te genieten van dat onverstoorbaar hier en nergens anders moeten zijn, zoals de koeien doen, die traag de tijd herkauwen in de weelderige luwte van een boom.
Er is vakantie die alle in beweging zet, de verloren tijd achterna. Van alle kanten tegelijk. Maar het blijft hollen, onbegonnen werk.
En er is vakantie die alles tot stilstand brengt, waardoor de dingen soms hun oorspronkelijk glans onverwacht terugvinden. Zoals een keitje langs de weg. Vakantie met verrassend veel gratuïteit.
Zo’n dag die je met zijn gestage tred en al zijn charmes overeind ziet komen en voelt volstromen van leven. Waardoor alles weer gaat ademen. Huizen en straten, het landschap met duizend gezichten. En de mens. De vrijgeborene die eens niets anders hoeft te doen dan te bestaan. En schoonheid te ervaren. Niet om er iets mee te doen, maar om zich erover te verwonderen. En die zich dan vervuld, bij avond, te ruste mag leggen onder de sterren.
Vakantie is bedoeld om ons eraan te herinneren waarvoor we leven. ‘Om schoonheid te ontdekken’, volgens Gibran. Het enige essentiële. Want al het andere is slechts ‘een vorm van wachten’.
Vakantie is tijd van ont-moeten (Mark Van de Voorde)
We zien vele mensen in de loop van een jaar.
We komen ze tegen, op straat, op kantoor, in de trein, op vergaderingen.
We passeren mensen, stoppen even voor een praatje, stappen dan weer door.
Maar hebben we ze ontmoet?
We sturen ze een mail, slaan een belletje met ze,
hebben hun naam in onze mailbox zitten,
hun nummer in ons boekje voor het geval we ze moeten bereiken.
Maar vinden we de tijd voor een ontmoeting?
Ont-moeten gebeurt wanneer niet meer moet en het diepste weten mag,
het wederzijds weten van mens te zijn.
Ont-moeten is van verhaal tot verhaal,
van gezicht tot gezicht.
“In het gelaat van de ander word ik opgeroepen”,
schreef Emmanuel Levinas.
Vakantie is er de tijd voor.
Dank je wel
Op de drempel naar de vakantie toe, willen we ook iedereen danken voor alle werk en inzet in onze parochiegemeenschappen gedurende het voorbije jaar. Alweer een rijk jaar aan activiteiten, gebeurtenissen en groei. Daarin heeft iedereen zijn of haar steentje bijgedragen. We leerden mekaar beter kennen in ons mens zijn en in ons geloof, mekaar dragend doorheen het wel en wee van ieders leven.
We wensen jou en jouw familie een deugddoende vakantietijd toe!
De pastorale ploeg, Peter en Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 25
Pluskamp: Binnenste Buiten
Deze kernachtige slogan vormt het thema voor 2022-23 van IJD (Jongerenpastoraal Vlaanderen en Brussel). Een heel jaar lang konden plussers en jongeren met dit thema aan de slag tijdens hun activiteiten. Ook het Pluskamp begin juli is hierrond opgebouwd. Het komt er al snel aan: van 3 tot en met 8 juli zijn we te gast in de Don Boscoschool in Haacht, net als vier jaar geleden. Even dat thema voorstellen.
Uitgangspunt voor het thema
Binnenstebuiten, dat betekent dat wat in jou leeft, je ook graag naar buiten laat komen, het toont aan de wereld. Mensen rondom ons weten vaak weinig van de schatten die we in ons dragen, van onze dromen, onze verwachtingen, van onze diepste overtuigingen, van ons geloof. Vaak zijn het alleen onze beste vrienden of vriendinnen aan wie we er iets meer over vertellen. Zou de wereld er niet mooier van worden als er wat meer van ons binnenste naar buiten kwam? Ook ons geloof vraagt om zich te laten delen, zelfs God die in ons diepst binnenste aanwezig is, wil naar buiten. Binnenstebuiten!
Bijbelverhalen in dat thema
In de Bijbel lezen we voortdurend over zo’n ervaringen. Wanneer Maria het nieuws krijgt dat ze moeder gaat worden, staat ze op en haast ze zich op weg om dat goede nieuws te delen met haar nicht Elisabeth. En wanneer Maria en Elisabeth elkaar ontmoeten beseffen ze pas goed wat voor bijzondere dingen ze meemaken – het doet hun zelfs zingen van vreugde en verwondering (Lc. 1,26-55). Een paar van de eerste volgelingen van Jezus zijn ‘aanstekelijk’ voor elkaar: Andreas spreekt meteen zijn broer Simon aan en Filippus gaat zijn vriend Natanaël opzoeken om te vertellen van zijn ontdekking (Joh. 1,40-42.43-45). De sterke gebeurtenissen van Pinksteren doen bange leerlingen naar buiten gaan en vrijmoedig spreken over hun ervaring met God (Hand. 2).
Zetten zulke verhalen misschien ook ons aan om niet bang te zijn en te spreken over wat ons werkelijk ter harte gaat? Durven we iets te laten horen van ons geloof, zelfs al lijkt onze tijd een beetje allergisch voor alles wat met godsdienst en Kerk te maken heeft? Want geremd word je bijna vanzelf als over het geloof het volgende klinkt: ‘is dat nog van deze tijd?’, of: ‘als je daar toch nog mee bezig wil zijn, hou het dan voor jezelf’.
In het spoor van Filippus
Wij zijn niet de enigen die botsen op onbegrip of geslotenheid tegenover geloof. Zelfs in de begintijd van het christendom was dat al zo. In het Bijbelse boek Handelingen – met het verhaal van de eerste christenen na Pasen en Pinksteren – worden een paar verhalen verteld van Filippus. Die blijft in niet zo gemakkelijke tijden onbevangen spreken over Jezus en zijn geloof. En zo wordt hij iemand die een verschil maakt (Hand. 8, 4-8.26-40. De Filippus over wie het hier gaat is niet de apostel, maar één van ‘de zeven’ die op zeker moment geroepen werd om mee dienstbaar te zijn aan de beginnende Kerkgemeenschap. Bij hen ook Stefanus die als martelaar ter dood gebracht wordt omwille van het geloof in Jezus. Naderhand worden ‘de zeven’ ‘diakens’ genoemd, al is dat niet zomaar het ambt zoals we dat vandaag kennen (cf. Hand. 6,3-6).
De kern van het verhaal en thema
Filippus wordt door de Geest aan gezet om naar een weg in Gaza te gaan. Daar komt op hetzelfde moment een reiswagen voorbij met daarin een hoveling van de koningin van Kandahar in Ethiopië. Hij komt terug van een pelgrimstocht naar Jeruzalem. Hij leest hardop een passage uit de profeet Jesaja en Filippus spreekt hem en er ontstaat een gesprek waarin Filippus hem uitlegt over wie het gaat. Het gesprek mondt uit in de vraag van de man om gedoopt te worden wat ook gebeurt. Daarna verdwijnt Filippus en de man zet vol vreugde om het gebeuren zijn weg naar huis verder.
Vragen en bevraagd worden
Ze bevragen elkaar. Het blijft niet aan de oppervlakte. Zeker geen ‘praatje van de buitenkant’. Luisterend naar de ander toont elk zijn hart en binnenkant. Duidelijk wordt hoe de Ethiopiër zoekt naar God (hij was niet zomaar op bedevaart naar Jeruzalem geweest, al hoorde hij niet bij het Joodse volk). En ook wat pijn doet in het leven komt ter sprake. Wat de Ethiopiër wil begrijpen is wie de ‘lijdende dienaar’ is over wie de profeet spreekt: iemand van wie hij voelt dat die nabij is aan de mens met zijn kwetsuren. Pijn en kwetsuren kunnen delen gaat dieper dan prestaties, grootse plannen en pleziertjes laten klinken. De Ethiopiër herkent dat in zijn eigen ervaring: als eunuch is ook hij slachtoffer van kleinerende en discriminerende reacties… ook hij heeft geen nageslacht… ook voor hem is er misschien wel hoop bij God die hem uit zijn vernedering kan halen en terug kan plaatsen in het leven… Het mooie aan de ontmoeting is dat Filippus zich laat bevragen. Eerst om uitleg over de Schrift en dan om die man te dopen. Het gesprek krijgt een onverwachte wending.
Verbonden zijn en loslaten
Vaak ontstaan er sterke banden met mensen aan wie je iets doorgaf van geloof, en ga je elkaar steunen in een groep die graag samenkomt in goede en kwade dagen. Maar soms zal de ander ook zijn eigen weg gaan en gaat het erom los te laten… Je kan niet iedereen volgen aan wie je iets gegeven hebt van de binnenkant van je geloof en leven. Je kan die anderen wel blijvend aan God toevertrouwen en verder open staan voor nieuwe ontmoetingen. Voor Filippus was het duidelijk zo. Hij blijft niet gebonden aan de Ethiopiër, aan wie hij iets bijzonders gegeven had. Met veel gedrevenheid en goesting spreekt hij andere nieuwe mensen aan. Het evangelie blijft duwtjes geven om naar buiten te gaan en de diepste binnenkant van het geloof te delen met vele anderen die er misschien wel op staan te wachten.
Wat een uitdaging!
Uitdagend! ‘Ik ben Filippus niet’, zal je dan misschien wel denken. ‘Zoiets maak ik niet mee’. ‘Ik kan niet wat hij kan’, ‘ik ben niet zo sterk’, ‘ik zou dat niet durven’… Het gaat er niet om Filippus te imiteren. Hij geeft niet zomaar een ‘programma’ mee. Maar geeft hij mij en jou niet een duwtje om wat meer binnenstebuiten te leven? Om te durven delen van het geloof dat in ons leeft? Ook voor ons is de situatie niet comfortabel. Velen uit onze omgeving begrijpen echt niet wat ons bezielt om te geloven of deel te willen zijn van de Kerk. En toch laat het ons niet los om met God te leven. En we willen niet liever dan dat onze mond zou overlopen van waar ons hart vol van is! Filippus daagt ons uit… of is het misschien God zelf die ons aanport en goesting geeft om te durven spreken over ons geloof? Wie blijft zitten en niets doet, zal weinig fantastische ervaringen meemaken. Waag de sprong’, wordt ook aan jou en mij gezegd: het leven is aan de durvers.
Wie zou er deugd aan hebben?
Wie zou er deugd aan hebben om meer van mijn binnenkant te horen? Wie spreekt mij zelf aan (misschien niet met zoveel woorden) om iets vanuit mijn geloof te vertellen? Wat is een aanknopingspunt om eens over andere dingen te spreken? Welke onverwachte momenten zijn er ineens als kans? Om dat te doen – zo maakt Filippus ons duidelijk – moet je vooral ook goed luisteren. Tijd maken en aandachtig zijn om je hart af te stemmen op de ander en wat die in zich meedraagt. Je schrik overwinnen om iets bloot te geven van wat jij in je meedraagt. Je geloof moet daarvoor trouwens niet perfect en af zijn. Belangrijk is eerder dat het echt en authentiek is wat je naar buiten brengt. Vertrouw erop: je hebt echt wat te zeggen, want je hebt zeker iets meegekregen in het op weg gaan als (zoekende) gelovige.
Een week aan de slag
Met dit thema gaan we dus op Pluskamp op weg, elke dag een stapje verder. Door te delen, door te spelen, door te spreken en te luisteren, door stil te vallen bij de figuur van Filippus in de dagopeningen en dagsluitingen. Ook dit jaar zullen we met een twaalftal jongeren vanuit Anderlecht deelnemen. We kijken er al naar uit. Het wordt zeker weer een prachtige ervaring!
Pastor Guido
met dank aan de website van IJD
Kerk en Leven 2023 nr: 24
PROFICIAT VORMELINGEN !
Op Pinksterzondag ontvingen 11 kinderen het sacrament van het vormsel en een aantal onder hen ontvingen ook voor het eerst Jezus in de communie. Priester Johan Dobbelaere, pastor in Koekelberg, Ganshoren, St-Agatha-Berchem, Molenbeek was onze vormheer. In de week vooraf kwam hij kennis maken met onze vormelingen Ze waren een en al aandacht naar wat hij te vertellen had. Een veelbelovende kennismaking.
Verschillende achtergronden
Op de tonen van het lied ‘Op de adem van de Geest, zoeken wij het diepe spoor’ werd de viering ingezet. Van overal waren de families van de kinderen naar onze kerk gekomen, families met roots in Rwanda, Polen, Italië, Midden-Amerika en België. Zo vormden als vierende gemeenschap een mooi beeld van wat er ook op dat eerste Pinksterfeest gebeurde in Jeruzalem. Onze plaatselijke kerkgemeenschap weerspiegelt zo de rijke diversiteit van onze gemeente en onze stad. Het is mooi om op Pinksteren zo iedereen verenigd te horen zingen en bidden.
De vormheer aan het woord
Onze vormheer vertelde aan het begin van de viering dat hij door de bisschop gezonden werd om hen te vormen. Tijdens de preek sprak hij de kinderen enthousiast toe. We geven hier een paar ideeën weer van zijn homilie. “Ontvang de Heilige Geest”. Woorden van Jezus als hij als de Verrezen Heer bij zijn leerlingen komt. Dezelfde woorden worden ook gezegd door de vormheer aan elke vormeling. “ontvang het zegel van de Heilige Geest, de gave Gods. Vraag is wel: wat zal deze Heilige Geest doen en veranderen bij ons? Bij de vormeling?
Drie geschenken van de Heilige Geest werden onderlijnd tijdens de vormselviering.
De Heilige Geest geeft ons moed en kracht en doet ons opstaan uit al wat dodelijk is.
Zo vinden wij vrede en vertrouwen. Een eerste geschenk van de Geest.
De Geest doet ons ook het woord van de Schrift en het evangelie verstaan als een boodschap aan mij en aan ons gericht. Want het is God zelf die doorheen zijn woord uit de bijbel ons aanspreekt. Een tweede geschenk van de Geest.
De Geest doet ons ook Jezus kennen als de levende Heer die ons vandaag wil ontmoeten en aanspreken. Je kan dat vergelijken met de postbode die bij je aanbelt om een pakje of een aangetekend schrijven te bezorgen. Dan is er niet alleen ‘iets’ wat we ontvangen. Er is dan ook iemand die ons aanspreekt. De Heilige Geest doet ons niet alleen de boodschap kennen, ook de boodschapper en dat is voor ons Jezus Christus die bij belijden als de Verrezen en Levende Heer.
Een dubbele ingesteldheid werd gevraagd aan de vormelingen. Het besef dat het vormsel hun keuze is geworden. Deze is vandaag niet meer vanzelfsprekend. En een openheid en ontvankelijkheid voor de gaven van de Geest
Geloof uitspreken
Na deze inspirerende woorden nodigde de vormheer, de vormelingen uit om hun geloof uit te spreken in aanwezigheid van de hele gemeenschap. Bij het doopsel zijn het nog de ouders en peter en meter die in naam van de dopeling het geloof uitspreken maar bij het vormsel doen de vormelingen dat zelf. Zij spreken nu zelf de wens uit om met die Jezus op weg te gaan, om in zijn spoor de wereld in te trekken. Het zegt iets van die persoonlijke en vrije keuze die ze maken. Geloven doen we in alle vrijheid, Jezus nodigt uit maar dwingt ons helemaal niet om Hem te volgen. Theresia reikte het vuur van de paaskaars aan en met de brandende kaars in hun handen vernieuwen ze hun geloof in God. Ze onderschreven het zelf ook door hun naam onder deze tekst te zetten en hingen deze dan aan de lezenaar waar het Woord van God wordt voorgelezen. Betekenisvolle gebaren zonder woorden. Deze kaart en kaars kregen ze ook mee naar huis om hen te blijven herinneren als wat ze hier hebben uitgesproken.
‘Ontvang het zegel van de heilige Geest’
Daarna volgde het kerngebeuren van het vormsel met de handoplegging en de zalving met het chrisma. Peter en meter of twee andere personen leggen op dit bijzondere moment hun hand op de schouder van de vormelingen. Een klein gebaar met een rijke betekenis: ‘we staan achter jou, we steunen jou, we onderschrijven mee jouw keuze als jonge christen’.
God zelf, zet er ook zijn handtekening onder: ‘ontvang het zegel van de heilige Geest’. We behoren Hem ook toe door dit sacrament. De zalving is als het merkteken in een ring of een juweel dat naar de ontwerper ervan verwijst. Zo ook behoren deze kinderen door hun vormsel, God toe.
Lichaam van Christus. Amen
Een tweede sterk moment voor een aantal van deze kinderen was de Communie, waarbij ze voor het eerst Jezus in de eucharistie mochten ontvangen. Met Jezus aan tafel gaan, is als het ware een hoogtepunt in heel het initiatietraject. Het is ook helemaal delen in zijn leven. Het antwoord ‘Amen’ dat de kinderen uitspreken is niet alleen beamen van wat de priester zegt: ‘lichaam van Christus’ maar is ook een JA zeggen op het leven als christen, kiezen om in dit spoor van Jezus te gaan. We zongen dat uit in het lied ‘Samen rond de tafel, als Jezus met zijn vrienden’.
Een geschenk en een uitnodiging
We gaven onze vormelingen ook iets tastbaars mee: een bijbel in de gewone taal. Niet om hem ergens in de kast te zetten maar om af en toe te openen en Gods verhaal met de mensen verder te ontdekken. Ze kregen van IJD (Jongerenpastoraal ook een uitnodiging om mee op Pluskamp te gaan aan de helft van de prijs. Een mooie cadeau!
Ook een zending
Na het dankwoord werden we door de vormheer naar de wereld gezonden om daar te getuigen van Gods liefde. Met ons lijflied ‘Een stad vol hoop’ trokken we naar buiten voor de groepsfoto’s waar een stralende zon ons opwachtte.
Dank en proficiat
Een bijzonder woord van dank aan Kimberly die deze kinderen het afgelopen begeleidde en aan Theresia voor alle praktische omkadering. Iedereen was dankbaar voor deze feestelijke viering. Proficiat aan alle vormelingen: Theo, Maja, Weronika, Penelope, Ninon, llias, Matteo, Flavia, Alessandro, Theo, Dominik !
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 23
FEEST VAN HET HEILIG SACRAMENT
Eind mei hebben we de Paastijd afgesloten met het Pinksterfeest. Naast de grote kerkelijke feesten als Pasen, Ons-Heer-Hemelvaart, Pinksteren, biedt de Kerk nog een aantal andere liturgische vieringen aan bij de belangrijke momenten van ons leven: we noemen het sacramenten. Vieringen waar God zich verbindt met mensen, een verbond met ons aangaat. Zo vieren we het doopsel, vormsel, huwelijk, priesterwijding, verzoening en ziekenzalving, op de laatste twee na, telkens eenmalige vieringen. In de voorbije viering van Pinksteren hadden we er zelfs twee samen met alle kinderen die het vormsel ontvingen en een deel ook voor het eerst hun Eerste Communie. Een feestelijke dag voor onze geloofsgemeenschap!
Blijvend onder ons
Maar een verbond wordt niet alleen op hoogtepunten in de verf gezet met veel woorden of symbolen maar een verbond geldt voor elk moment, elke dag opnieuw mogen we daarin leven. Een blijvende, permanente aanwezigheid van God onder ons: dat viert de Kerk donderdag (of de zondag erop) in het feest van het H. Sacrament, van de eucharistie, niet de instelling: dat vierden we op Witte Donderdag. Nu vieren het feest van Jezus’ blijvende aanwezigheid in brood en wijn, lichaam en bloed. Jezus zegt tijdens dat laatste avondmaal: “Dit is mijn lichaam”. Dat betekent dat Jezus als een mens van vlees en bloed onder ons heeft geleefd. In de eerste eeuwen is daar veel discussie over geweest, of Jezus alleen mens was, of alleen God, of beiden.
Jezus heeft een lichaam.
Een lichaam met een gelaat dat emoties toonde: Hij was blij, verheugd op de bruiloft van Kana, Hij was bedroefd, woedend, bij de tempelreiniging, zijn gelaat vertrokken van de pijn op het kruis. Mensen keken Hem aan op dat gelaat. Jezus liet zijn blik gaan over mensen: de rijke jongeling, zijn leerlingen,… Jezus had handen: Hij raakte de blinden, doofstommen en de lamme aan. Waste er de voeten mee van zijn leerlingen. Zegende de kinderen.
Jezus had een mond: sprak woorden van bemoediging: “Sta op en neem je bed op”, “Ga en zondig niet meer”. Jezus’ voeten: gaan naar zijn vrienden: de zieke Lazarus, Maria Magdalena maar ook naar publieke plaatsen. Ze waren niet bang van het stof. Ze werden gewassen met tranen en gebalsemd. “Dit is mijn bloed”: de beker met wijn, is een feestbeker van het feest van de bevrijding uit Egypte. Dit is mijn bloed van het nieuwe verbond.
In het Oude Testament lezen we hoe Mozes het volk besprenkelde met het bloed om hen zo deelgenoot te maken van het verbond. Nu geen bloed van dieren meer maar van de Heer. Vandaar de oude offergedachte bij de eucharistie waar wij het soms nu zo lastig mee hebben. Bij Jezus wordt het tot een teken van leven. “Dit is mijn lichaam, dit is mijn bloed” : dit concrete lichaam geeft Jezus ons vandaag.
Ja zeggen aan het geschenk
Een groot geschenk, Hij geeft zichzelf. Als wij in die verbondenheid willen gaan staan kunnen we dan anders zeggen dan ‘amen’ op die uitnodiging?
Het is een uitnodiging om op onze beurt onze blik liefdevol naar mensen te laten gaan. Ons gelaat te tonen aan mensen, met onze handen mensen op te richten, met onze voeten te gaan naar hen die in nood zijn. Dit kunnen we alleen doordat we een lichaam hebben. Mensen ontmoeten mekaar omdat ze een lichaam hebben. Zo was het ook met Jezus. Door de Geest bewogen ging Hij naar mensen. De binnenkant en de buitenkant van onze persoon, geest en lichaam, als die samen dezelfde kant opgaan dan zal elke contact met iemand, een echte ontmoeting kunnen worden, dan zal ons spreken waarachtig en authentiek zijn. Ook onze ontmoeting met de Heer gebeurt via ons lichaam: we zetten ons in beweging als we naar de eucharistie gaan en Hem ontvangen in het brood op onze handen.
Zo ontvangen we leven, eeuwig leven dat de dood niet meer kan uitwissen.
Door deze ontmoeting blijven we in Hem, in zijn verbond, worden we verbondsmensen. Wie eet en drinkt wil mee in die verbondenheid gaan staan en worden we wat zoals Hij.
Hoe ontstond dit feest?
Sacramentsdag werd vanaf de late middeleeuwen een populaire feestdag, te beginnen in het bisdom Luik vanaf circa 1246, waar de heilige Juliana van Cornillon zich had beijverd voor de verering van het Allerheiligste Sacrament. Vanaf 1252 blijkt het in diverse Duitse gebieden reeds een verplichte feestdag te zijn. In 1264 bepaalde Paus Urbanus IV, dat deze feestdag voortaan door de hele Latijnse Kerk gevierd moest worden. Clemens V bevestigde officieel de erkenning van dit feest in 1311.Het feest won van toen af aan populariteit en zou in de vijftiende eeuw tot één van de populairste kerkelijke feesten uitgroeien.
Dicht bij ons
Veel dichter kan Jezus niet in ons leven komen dan in de eucharistie. Daarom dat de Kerkgemeenschap al zoveel belang aan hecht om op zondag samen eucharistie te vieren.
Hij voedt ons niet alleen spiritueel maar ook letterlijk, ook al lijkt de hostie verwaarloosbaar klein. Hij wordt één met ons. Dat was en is nog steeds zijn groot verlangen: ons betrekken in zijn zending, zijn leven. Laten we eraan denken als we op zondag ‘Amen’ zeggen.
Een mooie feestdag van verbondenheid met Jezus gewenst!
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 22
IN DE NAAM VAN DE VADER, DE ZOON EN DE GEEST
zo beginnen we menigeen gebed terwijl we een kruisteken maken. Aan dit teken kan men ons als christen herkennen en heel ons leven staat in dat teken van het kruis. Het staat al aan het begin in de doop waarbij de voorganger zegt: "De gemeenschap van Jezus Christus is blij je in haar midden op te nemen. In haar naam teken ik u met het teken van het kruis". Op het einde van ons leven, alvorens ons aan de aarde toe te vertrouwen zegt de Kerk: " Ik teken uw lichaam met het teken van het kruis, opdat het op de laatste dag zal verrijzen en eeuwig leven bezitten". Vader, Zoon en Geest vieren we de week na Pinksteren in de liturgie met het feest van de Heilige Drie-eenheid.
Met drie aan tafel
In 2000 wijdde kardinaal Danneels zijn hele paasbrochure aan de drie-eenheid: Met drie aan tafel. “De woorden van het kruisteken”, schrijft hij, “dompelen ons onder in de heilige Drie-eenheid. We verenigen ons innig met de Vader, de Zoon en de Geest: uit Hen komen we voort, met Hen in ons hart leven we, naar Hen toe zijn we op weg. Ze zijn begin en einde van alles wat we doen. Als we een kruisteken maken dan hult dat gebaar ons in die drie-ene God als in een mantel. We 'bekruisen' ons helemaal van hoofd naar hart en van schouder naar schouder. "In de naam van de Vader.." waarbij we ons voorhoofd aanraken, de bron van ons denken en handelen. De Vader is de bron van alles, de Schepper die alles in het leven roept.
"In de naam van de Zoon ... " met de hand op ons hart en de schoot, de plaats waar God is
mens geworden in Maria. Hij is heel dicht bij ons, komt zelfs in ons met de communie.
"In de naam van de H. Geest .. " tekenen we ons van schouder tot schouder, de plaats van de kracht; want de Geest is kracht en energie. Het kruis zelf is de knoop tussen horizontaal en verticaal, gekruist op de plaats tussen de beide liefdes: de verticale tot God en de horizontale tot de naaste. We stellen heel ons wezen, ons leven zo in dienst van het dubbel gebod van de liefde, de samenvatting van de hele wet. Door het kruisteken doen we meer theologie dan we vermoeden: we belijden dat we kinderen zijn van de Vader, broers en zussen van Jezus en de tempels van de H. Geest.”
Icoon van Roublev
Velen hebben in de loop der tijden gepoogd om deze Drievuldigheid in beelden vast te
leggen: het bekendste beeld is wellicht de icoon van Roublev. In 1425 kreeg deze Russische monnik van zijn abt de vraag om de Drievuldigheid zo te schilderen dat de broeders met vreugde vervuld zouden worden om zich te laten inspireren door de Liefde die God is. Hij ging zoals zijn voorgangers iconenschilders te rade in de bijbel bij het verhaal van het bezoek van de drie vreemdelingen aan Abraham en Sara. Deze komst van de drie wordt ook als eerste komst van God aan de mens gezien. Zijn uitdrukking is schitterend en wereldbekend. Abraham en Sara zijn niet afgebeeld. Is de mens dan verdwenen of toch niet? Neen, hij wilde alle kinderen van Abrahams geslacht erbij. Als je goed kijkt zie je dat het perspectief omgekeerd werd, wat veraf is is groter en wat dichterbij is wordt smaller. Op die manier wordt heel het tafereel naar de toeschouwer gebracht. Wie naar de icoon kijkt wordt mee aan tafel gevraagd op de plaats die vrij gehouden is. God is geen verre kracht maar een en al nabijheid. Iedereen is welkom aan zijn tafel. Er zit beweging in. Ze begint rechts onder bij de figuur in het groen: de Geest. De Geest zet ons mensen in beweging. Zijn onderkleed is blauw van kleur, teken van de goddelijkheid. De beweging komt uit bij de rug van de linkerfiguur, de Vader. Iedereen komt uiteindelijk thuis in de liefde van de Vader. Bij de Vader zien we wat verborgen een deel van zijn blauwe onderkleed: het is zijn goddelijkheid die geen mens heeft gezien. Er is niet alleen het thuiskomen, ook het gezonden worden: van zijn rechterarm gaat er een tweede beweging naar de rechterarm van de Geest, langs zijn gelaat en tot het gelaat van de middelste figuur die men als Jezus ziet. Die centrale figuur is een mens van vlees en bloed wat door zijn rood, purperen kleed wordt weergegeven. Het blauwe van zijn bovenkleed duidt dan op het goddelijke van Hem. Het is deze figuur die naar de kelk in het midden wijst als teken van Gods solidariteit met ons mensen tot het uiterste. De drie figuren buigen naar mekaar, luisterend, bevruchten elkaar en ook dezen die met hen aan tafel gaan, ook wij dus. Ze staan alle in relatie met mekaar. In respect voor hun anders zijn, in een communio waar men mekaar bevestigt in liefde.
Geroepen tot gemeenschap
In die communio, mogen wij thuiskomen en Kerk vormen, hoe verschillend we ook zijn. Als gemeenschap mogen wij ons voeden aan deze tafelgemeenschap van God, aan hun gemeenschap van liefde. Vandaar worden we ook telkens gezonden zoals Jezus het in het evangelie doet maar met de belofte dat Hij met ons is alle dagen tot aan de voltooiing.
Moge dat ons tot vreugde zijn. Een mooie feestdag aan iedereen!
pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 21
TWEE SACRAMENTEN OP PINKSTEREN
Op het hoogfeest van Pinksteren, worden hier bij ons in Anderlecht elf jongeren gevormd op hun weg als jonge christen: Matteo, Théo, Ninon, Téo, Peter Ilias, Maja, Dominik, Weronika, Penelope, Alessandro en Flavia Negen van hen ontvangen dan ook voor de eerste maal Jezus in de eucharistie en ‘doen zo hun eerste communie’.
50 dagen na Pasen
Laten we eerste even stil staan bij dit feest van Pinksteren. 50 dagen na Pasen vieren we de gave van de Geest. Op de vijftigste dag na het joodse 'Pesach', wordt bij de joden het Wekenfeest of Sjawoeot gevierd. Oorspronkelijk was dit joodse feest een landbouwfeest, een dankfeest voor de eerste vruchten van de graanoogst. Om deze dankbaarheid, na een lange periode van vermoeiende oogstwerken, tot uitdrukking te brengen, stond een samenkomst in de tempel en offers van de eerste opbrengst van de oogst, maar ook van enkele 'eerstelingen' van het vee op het programma (cf. Leviticus 23,15-21). Later werd dit feest ook in verband gebracht met de verbondssluiting op de berg Sinaï. God gaf immers de 10 geboden aan zijn volk. Zo evolueerde dit feest van een 'landbouwfeest' naar een 'herdenkingsfeest' van het verbond van God met Israël.
Naam Pinksteren
Omdat dit feest de paasperiode afsloot en de vijftigste dag van die periode was, werd dit in het Grieks Pentekostè genoemd, waarvan ons woord Pinksteren afgeleid is. Er zijn nog twee andere parallellen die we kunnen vinden met dit joodse feest:
- Christenen hebben dit feest op hun manier geduid als de eerste oogst van de verkondiging van de blijde boodschap. En die eerste oogst was: de Heilige Geest die ervoor zorgde dat de leerlingen de moed kregen om deze boodschap naar buiten te brengen.
- Waar binnen het joodse Wekenfeest gesproken wordt over 'eerstelingen' van het vee, duidden christenen Pinksteren als het feest van de 'eerstelingen van de Kerk' dankzij de Geest die Jezus schonk aan zijn leerlingen. Volgens de Handelingen van de Apostelen lieten 3000 mensen zich dopen. Het verwondert dan ook niet dat Lucas Pinksteren verstaat als een nieuw 'Sinaïgebeuren', een gebeuren waaruit de Kerk ontstaat.
Wat betekent dat nu: gevormd worden?
De Fransen en ook de Engelsen gebruiken ‘confirmation’ om dit sacrament aan te duiden. Het betekent bekrachtiging, bevestiging: het vormsel bekrachtigt en ontvouwt het doopsel. De vormelingen hernieuwen trouwens tijdens de viering hun doopbeloften. Door het vormsel word je sterk en krachtig gemaakt om Jezus te volgen. Samen met het doopsel en de eucharistie maakt het vormsel deel uit van de initiatiesacramenten. Zij wijden ons in het geloof als christen. In het vormsel krijgt de gedoopte een bijzondere kracht door de H. Geest, waardoor hij de kracht heeft om in zijn of haar leven te getuigen van Jezus Christus en naar zijn voorbeeld te leven.
Een beetje geschiedenis
Onze vormelingen hebben een jaar kennis gemaakt met Jezus en dan volgden twee jaar van initiatie die hen voorbereidden op het vormsel en ook de eucharistie, de eerste Communie. Dat was met de Coronapandemie niet zo eenvoudig. Dat ingroeien in ons geloof heeft allerlei vormen van voorbereiding gekend. Bij de eerste christenen werd men als volwassen gedoopt en gevormd en ontving men Christus in de eucharistie. Het doopsel, was het sacrament dat de innerlijke bekering weergaf. Het vormsel, was het sacrament waarbij de opname van de gedoopte in de gelovige gemeenschap werd bevestigd en de eucharistie is dan het sacrament van de verbondenheid met de gemeenschap in Jezus Christus.
Later wordt de kinderdoop zo algemeen dat de voorbereidingstijd wegvalt. Het doopsel en het vormsel worden door de bisschop gegeven. Nog later worden doop en vormsel van elkaar gescheiden omdat de bisschop niet bij elk doopsel aanwezig kon zijn. Ook doop en eerste communie gebeuren stilaan apart. Het is in 1910 dat paus Pius X de kinderen hun eerste communie laat doen op zeven jaar en hun vormsel op twaalf jaar. Intussen is het leven danig veranderd en is men niet meer opgegroeid in een christelijk en religieus bad zoals vroeger wel gebeurde. Dikwijls starten we op geloofsvlak met een leeg blad en is er een hele weg van kennismaken en initiatie nodig om in te groeien in dat christelijk geloof.
In Brussel en Waals-Brabant opteren we daarom al verschillende jaren om een langere weg van initiatie te gaan en het vormsel terug de betekenis te geven die het altijd heeft gehad: bevestiging van je gedoopt zijn en van daaruit dan aan tafel gaan met Jezus in de eucharistie. Vandaar dat we de eerste communie nu te samen met het vormsel vieren.
Spreken met beelden
Bij het vormsel krijgt met de handen opgelegd en wordt men gezalfd.
In de handenoplegging drukken we uit dat we het beste met iemand voorhebben, dat we hem of haar willen beschermen en steunen. Als we tijdens het vormsel de jongeren de handen opleggen dan zeggen we daarmee: ‘God beschermt je, God zegent je en is je nabij, God geeft je de opdracht als christen te leven’.
De vormheer zalft ook de vormelingen met het chrisma. Dit is een mengsel van olijfolie en geurige balsem door onze bisschop gewijd tijdens de chrismaviering in de kathedraal van Brussel tijdens de Goede Week .Het zalven van de vormeling betekent dat de jonge christen op eigen verantwoordelijkheid kiest om Jezus te volgen. Zoals zalf kan doordringen met zijn kracht (cf. massage), zo doordringt de Geest de gelovige met zijn kracht, zodat hij meer kan gelijken op dé Gezalfde, op Christus.
God zet er zijn handtekening onder
Op het moment van de zalving zegt de vormheer: “Ontvang het zegel van de heilige Geest, de gave Gods”. Daarbij maakt hij een kruisteken op het voorhoofd van de jongere, zoals destijds de priester, de ouders, de peter en de meter bij het doopsel deden.
In een museum kan je wel eens oude perkamenten oorkonden zien met een groot zegel in rode lak. Het was de officiële handtekening van diegene die ondertekende: de koning, de graaf of een ander belangrijk persoon. Wie gevormd wordt, krijgt het persoonlijk zegel van God op zijn voorhoofd. God drukt zijn naam in de vormeling. In de bezegeling komt de trouw van God tot uitdrukking. Zoals een zegel de echtheid van een tekst garandeert, zo stelt God zich garant voor de vormeling, Hij zet er zijn handtekening onder: Hij beschermt hem en maakt zich duidelijk door de Geest, die Jezus gezonden heeft.
Je staat niet alleen
Op het moment van de handoplegging en de zalving komen ook twee mensen naast de vormeling staan. Het kunnen peter en meter zijn of twee mensen uit de geloofsgemeenschap. Zij leggen hun hand op de schouder van de vormeling en drukken zo uit dat ze de jongere willen steunen op die geloofsweg en dat deze op hen mag rekenen.
Op dat ogenblik is God op een heel bijzondere wijze bezig met degene die gevormd worden. Hij maakt het beste in hen hart wakker: een grotere genegenheid voor alle mensen, zoals Jezus die had. Soms zeggen vormelingen: “Er ging iets door me heen... ik was echt gelukkig! “Ja, dat gevoel geeft God ons er soms bij. Maar de aanraking van God kunnen we eigenlijk niet voelen. Het is zoals met ons lichaam: als dat groeit, voelen we het ook niet. En ook niet hoe we stilaan vriendelijker worden, van binnenuit. Zo is het vormsel een zegel van Gods vriendelijkheid, diep in ons hart.
Samen aan tafel
Verder in de viering mogen de vormelingen ook met Jezus aan tafel in de communie wat dan voor de meesten de eerste maal zal zijn. Een bijzonder moment als een bekroning van de initiatiegebeuren. Méér kan je als het ware niet verbonden zijn met Jezus door Hemzelf te ontvangen in de communie. Net als de Geest komt Jezus in hen wonen. Zo kunnen ze verder groeien en helemaal delen in het leven van onze vierende geloofsgemeenschap. Zo vaak zingen we het uit in ons lied Samen rond de tafel: “we breken wat we hebben, we delen wie we zijn.” Amen zeggen op ‘Lichaam van Christus’ is vanaf nu ook helemaal JA zeggen op het leven van Jezus en gaan zijn voetsporen.
Meedragen
We willen jullie uitnodigen deze elf jonge mensen te omringen met gebed, ons voorbeeld als christen en onze steun opdat zij de weg van Jezus ter harte blijven nemen en verder groeien in hun geloof als jonge en blije christenen vandaag. Zo kunnen ze getuigen van de liefde en de trouw van de verrezen Christus in onze samenleving.
Een Zalige Hoogdag van Pinksteren aan iedereen!
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 20
ZIE, IK BEN MET U ALLE DAGEN
40 dagen na Pasen vieren we het feest van Ons- Heer- Hemelvaart. Dat feest van Pasen is blijkbaar zo groot dat de liturgie in de Kerk er niet genoeg van krijgt. Met dit feest vieren we dat Jezus is aangekomen waar ook wij verwacht worden. In Hem en dank zij Hem wordt ons een toekomst aangezegd die voorbij de grenzen van ons menselijk bestaan reikt.
We zijn verwacht
Het gaat dan over thuiskomen. Iets waar elke mens naar verlangt, ergens thuis zijn, een plek om rustig en veilig te wonen. Maar eens het leven hier eindigt , wat dan? Waar komen we dan terecht? Over het hoe en waar kunnen we eigenlijks niets zeggen. We moeten ons niet laten verleiden om die Hemelvaart te zien , in een ruimte, een plaats ergens boven de aarde. Het evangelie bedoelt veeleer een manier van zijn met God dan een ruimte of plaats ver achter de wolken. Veeleer een thuiskomen bij God en de voltooiing van het leven hier. Daarom moeten ook wij niet te veel naar de hemel staren. Het wordt de leerlingen van Jezus toegezegd: “mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te staren?”
Zolang we hier leven moeten we niet met ons hoofd in de wolken lopen maar onze blik gericht houden op de mensen rondom ons. Het hier en nu roept ons op om iets mee te doen.
Als christenen moeten we geen verwachtingen koesteren die de werkelijkheid om ons heen uit het oog doet verliezen. Onze zending is naar de wereld te gaan.
Een eerste reden dus om feest vieren is dat we ergens verwacht zijn. Zei Jezus niet dat Hij heen ging om een plaats voor zijn leerlingen te bereiden? Vandaag worden we uitgenodigd om in dat geloof te gaan staan en vertrouwen te hebben dat ons leven een doel en een zin heeft.
‘Ik ben met u alle dagen’
Een tweede reden waarom Hemelvaart een feestelijke dag is staat in de laatste zin van het evangelie van daarnet: “Zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de wereld”.
Onze zending in de wereld gaan we niet als verweesde mensen: Hij gaat met ons mee. Als kind en jonge mens hebben we geleerd los van de hand van onze ouders te stappen, meer en meer zelfstandig te worden, maar als ze dan uiteindelijk wegvallen kan het wel eens leeg en kil worden. Op wie of wat bogen we dan? ‘Ik zal je tochtgenoot zijn’, zegt de Heer. In het oude spoor van de Joden die God mochten ontdekken als degene die met hen meetrekt mogen we in datzelfde geloof en vertrouwen gaan staan. Als Jezus de 72 leerlingen uitzendt, zegt Hij dat ze naar alle plaatsen en plekken moesten gaan waar Hij zou komen. Hij komt dus achterop. Ook al bekruipt ons wel eens het gevoel dat we alleen aan het zwoegen zijn, Hij komt. Dat is onze hoop maar het is geen ijdele hoop, ze steunt op woorden van Paulus, van de Heer.
Hopen dank zij de Geest
Paulus wenst ons toe dat we het zouden mogen zien, de hoop waartoe we geroepen zijn
De hoop, is het geen kenmerk van ons christelijk geloof ? Telkens opnieuw zeggen: ‘en toch’ als de moed bij mensen in de schoenen zinkt. Kardinaal Danneels sprak ooit over die hoop op de Hanswijkprocessie in Mechelen: het geloof verliezen is als een hartdeficiëntie, de liefde verliezen als hartinfarct maar de hoop dat is een hartstilstand, dan is het gedaan.
Hopen doen we ook omdat de Geest ons aangezegd wordt. Die ons telkens in beweging zet. En dat is nodig: uit ervaring weten we dat het ons eens te veel kan worden, dat ons geduld, ons beminnen, ons geven grenzen kent, omdat we mensen zijn. De Geest zal ons dan terug in beweging zetten, hoe en wanneer hebben we zelf niet in de hand maar wel of we ons laten meenemen door hem. Ik denk hierbij aan het zeilen, zonder wind lig je stil op het water. Je blijft alert tot de wind terugkeert en dan stuwt hij je vooruit en op zijn kracht, niet op eigen motor, klief je door het water, dwars door golven heen. Laten we ook bedacht zijn op zijn komst en vooruit kijken naar Pinksteren waarop die Geest ons gegeven wordt, als een bron van inspiratie en kracht om te midden van onze concrete levensomstandigheden ons leerling zijn gestalte te geven, om begeesterde mensen te worden.
Hemelvaart zegt ons: met Jezus zit je goed, want met Hem sluit je aan bij God zelf, de diepste grond van ons bestaan.
We wensen iedereen een Zalige Hoogdag toe!
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 19
DEELNEMEN IS BELANGRIJKER DAN WINNEN
Dat was het moto om mee te doen aan het Frans Wielerkampioenschap voor priesters en religieuzen op 1 en 2 mei. Sinds 2000 organiseert men in Frankrijk zo’n kampioenschap dat op de officiële kalender staat van de Franse Wielerfederatie. Het vond toen plaats in Montoire sur le Loir (bisdom Blois). Sinds een paar jaar neemt Kris Butaye er aan deel. Hij is een priester uit ons bisdom en werkzaam in Ternat. Door een artikel op Kerknet rond zijn deelname vorig jaar in Vivers (in de Ardêche) was mijn nieuwsgierigheid gewekt en heb ik me ingeschreven. Wat volgt is een verslagje van deze 22e editie waarbij de abdij van Sint-Martinus in Ligugé de gastheer was.
De band van deze abdij en Sint-Martinus
De abdij van Saint-Martin de Ligugé, bij Poitiers, is onlosmakelijk verbonden met de bekende heiige Martinus. Ze heeft een geschiedenis van ruim 16 eeuwen. Het was in 361 dat Martinus, officier in het Romeinse keizerlijke garnizoen in de plaats Ligugé zijn intrek nam. We kennen allemaal St-Martinus als de Romeinse soldaat die de helft van zijn mantel gaf aan een bedelaar en tijdens de daarop volgende nacht in een visioen Christus zag met datzelfde stuk mantel en hem zei: "Wat je voor de geringste van mijn broeders hebt gedaan, dat heb je aan Mij gedaan". Dit gaf voor hem de doorslag om christen te worden en zich te laten dopen. Hij werd gedoopt door de bisschop Hilarius van Poitiers. Hij geraakte tijdens die legerperiode steeds meer in een innerlijk conflict tussen zijn als soldaat dienstbaar zijn aan de Romeinse keizer of aan zijn christelijke roeping. Hij neemt nabij Worms ontslag uit het leger. Hij trekt zich terug in Ligugé als kluizenaar waar hij een tiental jaren verblijft tot hij bisschop wordt van Tours. Na de dood van Martinus komt er een stenen halfrond rond zijn vroegere cel en later zal er een basiliek komen en men komt op bedevaart.
Abdij St-Martin van Ligugé
Er vormt zich een gemeenschap van monniken die de geschiedenis van oorlogen en vrede probeert te overleven. Tijdens de 100-jarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland (14e eeuw) gaat ze helemaal in de vlammen op. Alleen de toenmalige kapittelzaal daterend van de 12e eeuw, is van die tijd overgebleven. Er verbleven ook een tijdje Jezuïeten tijdens de 18e eeuw . In 1853 komen er 4 Benedictijnse monniken en de abdij kent een nieuw begin. Tot op de dag van vandaag vormen de Benedictijnse monniken er gemeenschap. Ze hebben een groot gastenverblijf, een atelier met emailkunst, een abdijwinkel waar onder andere hun eigen gemaakt ‘scofa’ verkocht wordt. Dit is een bijzonder lekker gebakje. Er is ook een abdijbier dat hun naam draagt maar elders gebrouwen wordt.
De wedstrijd
Genoeg geschiedenis, laten we wat vertellen van het gebeuren en de wedstrijd.
Het is een officieel Frans kampioenschap met alles er op en eraan: een wedstrijdjury, een professionele tijdsopname, een wedstrijdwagen die voorop rijdt op de koers te openen, motards, rugnummers. en een podiumceremonie met de Marseillaise incluis. Iedereen mag meedoen maar alleen wie in Frankrijk pastoraal actief is kan winnen, maar alle buitenlanders zoals wij Belgen worden wel in de uitslag opgenomen.
De eerste dag is er steeds een tijdrit en deze bedroeg 10,53 km met halverwege een pittige helling waar geen einde aan leek te komen. Tot en met nummer 10 gaat iedereen om de minuut van start en de laatste tien, die ook de snelste zijn, met twee minuten verschil. ’s Anderendaags in de voormiddag is er de rit in lijn van 56,4 km verdeeld over 10 toeren. Dat is interessant voor de meegereisde begeleiders en toeschouwers die de renners 10 maal zien passeren.
Deelnemersveld
Er waren voor deze editie 85 deelnemers ingeschreven (tegenover 72 vorig jaar) waaronder 6 vrouwelijke religieuzen. Het zijn voornamelijk priesters, maar ook een bisschop en een paar diakens. We waren met 3 Belgen: Kris Butaye, de collega uit Ternat, Marc Rommelaere, een permanent diaken van Bisdom Brugge en ikzelf. Er reden ook 2 Franstalige Belgische Salesianen (paters van Don Bosco) mee, allebei werkzaam in Parijs. Twee monniken van de abdij namen ook deel, waarover broeder Pierre-Emmanuel die één van de twee organisatoren was en ook al deelnam aan vorige edities. Het niveau tussen de deelnemers was wel zeer uiteenlopend. Sommigen zijn halve profs met tijdritfiets en al. Zo werkte de winnaar de tijdrit af aan een gemiddelde van 39 km/u. Ik kwam met mijn 24,8 km/u op een 57e plaats uit. Sneller kon ik echt niet. Bij de rit in lijn was ik door schakelproblemen al snel achterop geraakt en met drie anderen reed ik zowat driekwart wedstrijd in een klein groepje de wedstrijd uit op een 60e plaats. Dat wordt dus nog veel oefenen voor de toekomst.
Tragisch voorval
Zo’n koers is niet zonder gevaar, je moet zelfs een medisch attest afleveren dat zegt dat je fysiek in orde bent. Maar dat garandeert natuurlijk niet alles. De tijdrit werd al vrij vroeg opgeschrikt door een tragische gebeurtenis: een permanent diaken van Aix-en-Provence kreeg tijdens zijn rit een hartstilstand. De hulpdiensten konden hem niet meer reanimeren. Dit was in 25 jaar nog nooit gebeurd. De man was 68 jaar. Er is heel discreet mee omgegaan en het werd ons pas net voor de avondmis meegedeeld bij de binnengaan van de kerk. Tijdens de viering werd er voor hem en zijn echtgenote die in de abdij opgevangen werd, gebeden. ’s Anderendaags vooraleer het startschot klonk van de rit in lijn, werd een minuut stilte gehouden en even gebeden. Het voorval wierp natuurlijk wel zijn schaduw over het geheel. De rit in lijn werd op het einde nog ontsierd door een valpartij bij het ingaan van de sprint. Er gingen 5 renners tegen de grond waarbij er eentje een schouderbreuk opliep. Ik dacht aan alle mensen hier die me succes wensten en er aan toevoegden om het veilig te houden.
Hartelijke en gastvrije sfeer
Ik was er met mijn zus Rita en Thierry Hulsmans (vriend vanuit de Velosjotters en sinds jaren op de gezinsweekends). Wat ons vooral zal bijblijven is de hartelijke en collegiale sfeer tijdens deze tweedaagse in een mooi kader en prachtige omgeving. De abdij kon niet alle mensen herbergen en we werden gelogeerd in Poitiers bij een vriendelijke dame die als vrijwilligster die dagen in de keuken kwam werken. De abdij verzorgde voor alle deelnemers de maaltijden en vooral het avondmaal op maandag in het kloosterpand en het buffet aan het einde in de tuin waren gezellig en lekker. Bij het kregen kreeg elke deelnemer een zakje met een boekje over St-Martinus, de regel van Benedictus, een flesje abdijbier, een pakje artisanale koekjes en een T-shirt met St-Martinus erop. Franse supporters uit Steenvoorde bij de Frans-Belgische grens, meegereisd om hun priester aan te moedigen, omarmden ons alsof we van bij hen waren. De sfeer was gemoedelijk en ik maakte kennis met collega’s vanuit heel Frankrijk. We verbroederden met de andere Belgen en er rees zelfs de idee om in België zo’n kampioenschap te organiseren. Voorlopig is het nog een ver idee, want er komt heel wat bij kijken. Wie weet wat het ooit wordt. Volgend jaar zal het doorgaan in Arles, in Zuid-Frankrijk, dat lijkt ons Belgen wel wat ver. Hoe dan ook was het nu een prachtige ervaring en kijk ik er met veel genoegen op terug, met een hart vol mooie herinneringen. Deelnemen is immers het belangrijkste niet?...
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 18
Meimaand - Mariamaand
De tijd vliegt snel en we zijn reeds de maand mei ingestapt. Tijdens deze maand zetten we speciaal Maria in de bloemen. Het onderstaand artikel werd geschreven door pater Benno Haeseldonckx. Hij zit mee in ons samenwerkingsverband als adjunct van de verantwoordelijke in de pastorale eenheid Aleidis ( Etterbeek, Woluwe, Schaarbeek, Haren en Evere). De stukjes in schuine letters zijn toevoegingen vanuit onze lokale situatie.
Liederen
Die winter is verganghen, ic sie des meien schijn;
Ic sie die bloemkens hanghen, dies is mijn hert verblijt ».
Zo begint een oud Vlaams volkslied dat al opgetekend werd in Antwerpen in 1539. Misschien hebt u het ook ooit nog gezongen op school. En zo zijn er nog meer oude en minder oude mei-liederen die allemaal gaan over nieuw leven en over het ontluiken van de natuur en van de liefde. Na de maartse buien en de aprilse grillen mogen we in mei eindelijk denken aan het goede weer, ondanks alle klimaatsveranderingen. De natuur bloeit open en dat mag gevierd worden. Zo doen mensen al eeuwen lang, al van in de vóór-christelijke tijd. Eén van de oude gebruiken in de meimaand – een gebruik dat van de Germanen zou komen - is het planten van de meiboom, waarna errond gedanst wordt en waarbij de ‘meiwijn’ ofte ‘maitrank’ vloeit. Let wel : in Brussel planten ze de meiboom op 9 augustus, maar dat heeft te maken met een ruzie met de Leuvenaars die op die dag ooit werd beslecht. Op andere plaatsen wordt de meiboom geplant op 1 mei of op de zondag erna. Een jonge boom wordt uit het bos gehaald, versierd en op een plein geplant. En men viert feest. Het nieuwe leven wordt gevierd.
Christelijk gebeuren
De katholieke Kerk heeft aan het oude gebruik van het vieren van mei ook een christelijk gebeuren willen maken. Vanaf het einde van de zestiende eeuw – de tijd van de contrareformatie - wordt de meimaand ook gevierd als ‘Mariamaand’. En dat is heel zinvol. In mei vieren we het opbloeien van het nieuwe leven en Maria is degene die Christus – die het leven is en leven geeft – letterlijk ter wereld heeft gebracht. De oosterse christenen noemen haar daarom terecht : ‘de levenschenkende bron’.
Gebruiken rond Maria
In onze streken kennen we nog een aantal mooie gebruiken voor de Mariamaand : de beeltenis van Maria in de kerk wordt bijzonder versierd en dikwijls op een centrale plaats gezet, de Mariakapelletjes in de straten en tussen de velden worden versierd – dikwijls met slingers van gekleurde papieren bloemen – en de mensen worden uitgenodigd voor Mariale gebedsmomenten. In mijn kinderjaren kwamen de mensen bij ons in de buurt tijdens de meimaand elke avond samen bij een kapelletje in de velden om er het rozenhoedje te bidden. Er zijn ook parochies – zelfs in Brussel- waar de bewoners van dezelfde buurt elke avond in een ander gezin samenkomen om te bidden. Soms wordt dan een Mariabeeld of een icoon doorgegeven van het ene gezin naar het andere. De meimaand is ook de traditionele maand voor de Mariabedevaarten – naar Scherpenheuvel of elders.
Maria eren
We kunnen het Mariabeeld of de Maria-icoon bij ons in huis versieren en misschien zelfs op een bijzondere plaats zetten en er elke avond eventjes bij bidden. We zouden eens kunnen wandelen naar een kerk die open is en er gaan bidden bij het Mariabeeld. Of gaan wandelen tot aan de Lourdesgrot in Neerpede. In Onze-Lieve-Vrouw van Vreugde eindigen we tijdens de meimaand onze viering aan het Mariakapelletje in de tuin. En in OLV Hemelvaart hebben we jaarlijks een gebedsmoment aan de kapel op de hoek met de A. Prinsstraat. Maar natuurlijk eren we Maria nog het meest door te doen wat zij deed : Jezus ‘ter wereld brengen’, Jezus naar onze medemensen brengen, door onze manier van leven naar Hem verwijzen, leven schenkende mensen te zijn. Vragen we langs Maria daarvoor de kracht en het inzicht aan de Heer.
Begin op 1 mei
De meimaand begint met een feest van…Sint-Jozef. Een beetje raar, maar toch zinvol. Eén mei is immers de ‘dag van de arbeid’ (die we vieren door juist niet te werken). In 1955 heeft paus Pius XII aan deze dag ook een christelijk aspect willen geven: sinds dan vieren we de gedachtenis van ‘Sint-Jozef, arbeider’. In dit ‘jaar van de heilige Jozef’ krijgt deze dag nog meer aandacht. Jezus is opgegroeid in een gezin van werkende mensen. Jozef en Maria hebben Hem leren werken, om zo te zeggen. En Jozef verwijst ons bij het begin van de Mariamaand naar zijn echtgenote. Man en vrouw horen bij elkaar en ‘werken samen’.
Einde met een feest
De meimaand eindigt wél met een Mariafeest : het bezoek van Maria aan Elisabeth, ‘Maria-visitatie’. Op de laatste dag van meimaand gedenken we hoe Maria, toen ze zwanger was van Jezus, haar nicht Elisabeth ging bezoeken, die zwanger was van Johannes de Doper. Een mooi feest om de meimaand te beëindigen : wij worden uitgenodigd om ook op stap te gaan en Jezus – die in ons leeft - te brengen naar onze medemensen.
Koningin van de hemel – Regina Coeli
De meimaand valt steeds geheel of gedeeltelijk in de Paastijd. Hemelvaartsdag en Pinksteren vallen dikwijls in mei, zoals dit jaar. Maria nodigt ons uit om ‘paasmensen’ te zijn : open te staan voor Gods Geest en leven te brengen aan onze wereld. Moge de Heer ons op haar voorspraak daartoe bezielen. Dat kunnen we vragen in de aloude paaszang voor Maria, het ‘Regina Caeli’:
Koningin van de hemel, verheug je – alleluia -
omdat Hij, die jij hebt mogen dragen - alleluia –
is verrezen, zoals Hij gezegd heeft – alleluia.
Bid God voor ons – alleluia.
Pastor Benno.
Kerk en Leven 2023 nr: 17
‘God, roep je nog? Hoe kan ik het horen?’
Met deze vragen uit het gebed van bisschop Lode Van Hecke nodigt de Interdiocesane Commissie voor Roepingenpastoraal ons komende zondag uit om samen met heel de wereldkerk stil te staan bij roepingen. Als we het woord roeping horen, waaraan denken we dan zelf? De evangelielezing van zondag (Johannes 10, 1-10) geeft ons een paar aspecten van wat bij het geroepen zijn hoort: “de schapen luisteren naar mijn stem; ze kennen mijn stem; Ik ben de deur van de schapen; Ik ben gekomen opdat ze leven zouden bezitten”.
Luisteren
De laatste jaren zitten we in een beeldcultuur, meer dan in een woord cultuur. Men trekt sneller de aandacht met een beeld dan met een woord. Misschien keert het wel met het groeiend succes van de podcast dat ons doet denken aan de luisterspelen vroeger op de radio. We hunkeren er zelf naar beluisterd te worden en te mogen zeggen wat er op ons hart ligt. Luisteren is de kern om iets dat van buiten ons komt te begrijpen. Tussen de vele stemmen en stromingen, die op ons af komen zit ook de stem van Jezus. Hij spreekt ons aan met onze naam: op alle bijzondere momenten in ons leven: doop, vormsel, huwelijk, begrafenis. Zolang we zonder naam zijn kan niemand op ons beroep doen. We horen zo dikwijls op een dag onze naam zeggen en soms komt dat ongelegen, bvb. op een moment dat we geen tijd hebben. Geroepen worden is immers ook loskomen van jezelf, je aandacht verleggen. En zoals mensen ons roepen, roept God ons ook. Hij roept immers doorheen mensen. Bij onze naam aangesproken worden, zo roept iemand ons. Net door onze naam kan men, kan God ons roepen. Luisteren is ook een uitdrukking van vertrouwen: we luisteren naar iemand die we vertrouwen. Luisteren naar de Heer, is een stuk meegaan met Hem, in zijn voetspoor.
Kennen
In de Bijbelse taal is kennen, beminnen. In een relatie tussen mensen is dat de kern; in een relatie tussen God en ons mensen is dat niet anders. Hij kent ons, zegt Jezus. Van zijn liefde voor ons mogen we gerust zijn. Gods moedertaal is immers liefde. Hoe zit het met ons antwoord? Herkennen, erkennen we die liefde van Hem voor ons?
In het evangelie lezen we meerdere malen dat Jezus zijn liefdevolle blik op mensen liet rusten en hoe die blik hen dan omvormde of net ook niet. Johannes zegt in één van zijn brieven dat we zelfs kinderen zijn van God. Daar moeten we niet aan twijfelen. In het Oude Testament horen we God zelf zeggen “al zou een moeder haar kind vergeten, Ik vergeet u nooit”. Op zijn liefde kunnen we dus rekenen. Kan Hij op de onze rekenen als leerling?
Deur van de schapen
Hem willen kennen is door de deur binnen gaan en leven ontvangen. In een nieuwe wereld komen, een nieuw Rijk zelfs, Gods Rijk waar het er anders aan toe gaat dan in de wereld. Geen streven naar macht of rijkdom maar vrede, liefde en gerechtigheid nastreven. Die deur mogen we soms ook letterlijk nemen als we een kerkgebouw binnen komen en tot rust komen om te bidden, het woord te beluisteren en bij God te zijn. Je mag er zijn zoals je bent. Hij is de gastheer. Je gaat er ook door naar buiten: Hij nodigt ons uit naar de wereld te gaan om zijn liefde, ons geloof uit te dragen.
Leven geven
Niemand neemt het van mij af zegt Jezus. Hij geeft het uit vrije wil. Als er iets is dat een gelovig antwoord kenmerkt is dat men gelooft in vrijheid. Geloof dat verplicht wordt kan niet echt geloof zijn. Net zoals je de liefde niet kan afdwingen, kan je dat niet doen met geloof en nog minder met leerling zijn. Het is de kern van een roeping als christen, als leerling.
Een gegeven leven: zijn leven geven voor en aan anderen. En dat in alle vrijheid. Jezus laat mensen altijd kiezen of ze al of niet willen meewerken aan zijn droom over de wereld, aan zijn Rijk. De Heer zoekt telkens medewerkers, mannen en vrouwen om zijn mensen aan toe te vertrouwen. Die door zijn woord alles willen geven voor zijn mensen. Mens voor de mensen zijn, herder als God, trooster voor groot en klein, zo lief als God. Dat lied is als een lijflied voor elke geroepene en gezonden door God. Deze dag rond roeping is voor ons als geloofsgemeenschap ook een dag van bezinning hoe wij de Heer volgen. Mogen wij als Kerkgemeenschap, de tekenen van de tijd onderkennen en nieuwe wegen gaan om dat herder zijn van Jezus uit te dragen.
Pastor Guido
Gebed bij roepingenzondag
God,
roep je nog ? Roep je wel ?
Hoe kan ik het horen ? Of voelen ?
Hoe maak je je kenbaar?
Ja, je doet het.
Ik hoor en zie het in je getuigen.
Zij hebben jouw stem gehoord.
En ze zijn erop ingegaan.
Ze zijn jouw stem.
Het heeft hun leven veranderd.
Soms onvoorspelbaar.
Onverklaarbaar, vooral voor henzelf.
Maar ze hebben de sprong gewaagd.
Ze hebben zich met hun plaats verzoend,
de plaats door jou gegeven.
Ze konden er geen betere vinden.
Hun plaats om te beminnen
– jou en de medemens.
Ze hebben het avontuur van de Geest aangedurfd.
En op die manier tonen ze ons
wie Jezus is.
Ze zeggen met hun leven wat Jezus durft vragen.
De enige die dat kan, die dat mag.
Door ja te zeggen
hebben ze ook het leven van anderen veranderd.
Door hun getuigenis.
Door hun ja-woord.
Door die vorm van arm zijn
– maar ook rijk zijn.
Want nu zijn ze zichzelf, meer dan ooit.
En toch geen slaaf van zichzelf, want helemaal gegeven.
Je blijft roepen, o God.
Open ons hart en onze ogen.
En onze oren.
De mensheid heeft jou nodig.
De mensheid heeft ons nodig.
Dank voor hen die zich geroepen weten.
Dank voor hen die zoekend trouw blijven.
Sta hen bij van dag tot dag.
Geef het licht dat we nodig hebben voor de volgende stap.
Niets meer dan de volgende stap.
Tot het uur van de roeping gekomen is.
Jouw uur.
Ons uur.
Het uur dat een leven duurt,
en een leven vult,
en leven geeft.
Jouw leven.
+ Lode Van Hecke (Bisschop van Gent)
Kerk en Leven 2023 nr: 16
TERUG NAAR HUIS ?
Eén van de mooiste evangelies in de paastijd krijgen we volgende zondag te horen. Twee leerlingen keren ontmoedig van Jeruzalem terug naar huis, naar Emmaüs Jeruzalem en Emmaüs zijn twee bekende namen in ons geloof, ze zijn symbool voor wat er zich afspeelt in het leven van een mens die zoekt naar God.
Jeruzalem
Het is dé heilige stad zowel voor Joden, Moslims en Christenen. De afgelopen weken weer het toneel van heel wat geweld, vaak rondom het tempelplein. 2000 jaar terug was het niet anders. De Romeinse bezetter handhaaft er met strakke hand de orde die af en toe verstoord wordt door vrijheidsstrijders. In die stad vindt ook Jezus de dood. Niet omdat hij zich tegen de Romeinen verzette maar omdat Hij een nieuwe relatie predikte met God, die Hij zijn Vader durfde noemen. Hij stond voor een Rijk van vrede, liefde en gerechtigheid. Hij bekoopt het met zijn leven op het kruis. Voor de leerlingen uit het evangelie is deze stad niet langer meer de ‘stad van God’ noch ‘de stad van de mensen’ maar de stad van de ontgoocheling en de kapotte droom. En ze gaan terug op weg naar huis, naar Emmaüs, om de draad van vroeger weer op te nemen.
Emmaüs
Deze plek roept dan een weer wereld op van herkenning, innerlijke vrede, vertrouwen en begrepen worden. De leerlingen keren ontgoocheld terug naar die vertrouwde plek. De ene wordt bij name genoemd: Kléopas, de andere draagt geen naam. Daar mogen we onze naam invullen. Ons leven kent immers heel wat beproevingen: toekomstplannen die in duigen vallen, zwaar ziek worden, verlies van een geliefde, dromen die niet uitgekomen zijn.
Er is de angst voor de toekomst van onze wereld, van ons klimaat, de onmacht om er zelf iets aan te doen. Het kan heel verlammend op ons inwerken. We zien nog nauwelijks perspectief.
Luisteren
Zij stappen dus terug naar huis. Maar dat is buiten Jezus gerekend. Hij voegt zich bij hen als een toevallige passant, een vreemdeling die even mee opstapt. Zoals we Hem kennen gaat zijn aandacht eerst naar de mens uit en pas daarna zal Hij spreken, in actie komen. Hij is benieuwd naar dat verhaal dat hen bezighoudt en nodigt hen uit mee te vertellen. Bij de Heer kunnen we altijd te recht met wat ons bezighoudt. Hij luistert naar ons verhaal. Doen we dat ook naar onze medemensen? Kunnen zij op verhaal komen bij ons? Laten anderen ons op verhaal komen als we met zorgen en problemen kampen? Het is zo kostbaar een luisterend oor te vinden of het zelf te zijn voor anderen. Te vaak leggen we ons eigen verhaal er naast of bij en breken zo de dynamiek van het vertellen van de ander. Jezus geeft ons aan hoe het wel kan: luisteren en aanmoedigen tot meer te vertellen wat er omgaat. Dat is het begin van heling en geheeld worden.
Wending
Na het luisteren komt Jezus pas in actie. Hij plaatst alles wat ze meemaken tegen het licht van de Schriften. Wat er die voorbije dagen gebeurde staat niet los van de grotere geschiedenis van God met zijn volk. Zo essentieel wat hier Jezus hier doet. Ook voor ons vandaag. Ons eigen leven, onze persoonlijke geschiedenis mogen we verstaan tegen de achtergrond van de bijbelse geschiedenis van God met zijn mensen. Meer nog: de ‘openbaring’, hoe God zich laat kennen is niet gestopt met het laatste boek van de bijbel. Het verhaal blijft doorlopen, in elke generatie van mensen, met horten en stoten soms maar wel onstuitbaar. Ook dat is Pasen immers. Als God zijn licht over ons leven laat schijnen zien we zelf in een ander perspectief.
Samen aan tafel
Na al die uitleg komen ze aan waar ze vroeger woonden. Omdat hun hart oplichtte bij al zijn spreken nodigen ze Hem uit die avond bij hen te blijven en samen te eten. Maar van gast wordt Hij wordt plots gastheer: Hij neemt het brood, breekt het en deelt het. Aan het breken van het brood gaan ze Hem herkennen. In de intimiteit van een vriendschapsmaal herkennen ze Hem. Het momentum van Witte Donderdag herhaalt zich.
Samen aan tafel gaan als mensen is hartverwarmend. Mensen die alleen wonen en dagelijks alleen moeten eten kennen het verschil maar al te goed.
Het is dus niet verwonderlijk dat Jezus onder ons wilden blijven doorheen een maaltijd met Hem, in de eucharistie. Daarom krijgt ze zo een belangrijke plaats in ons geloof en de beleving ervan.
Amen
Daar in de eucharistie wordt ons het brood aangeboden: ‘Lichaam van Christus’ en we antwoorden: ‘Amen’, wat wil zeggen: ‘ja dat is zo, ik geloof het echt’. Wij worden ook zijn lichaam door de communie. Augustinus zei: “christen, word wat je ontvangt!’ De verrezen Christus leeft zichtbaar, merkbaar, tastbaar, lichamelijk dus, daar waar gelovigen hun liefde breken en delen om zo voor deze wereld “Lichaam van Christus” te worden.
Terug naar Jeruzalem
“Zij stonden onmiddellijk op en keerden terug naar Jeruzalem”, daar waar de jonge kerkgemeenschap aan het groeien was, rond Petrus en de andere leerlingen. Wij, leerlingen van Jezus, zijn soms op de dool of op de vlucht, maar regelmatig worden wij door enkele zachte uitnodigingen van de Heer, teruggebracht naar de plaats waar Hij ons eigenlijk nodig heeft om Zijn liefdesgemeenschap in onze wereld mee op te bouwen. De opdracht van dit belangrijke paasverhaal is dus: vanuit de Eucharistie steeds opnieuw terug naar de plekken waar een concrete liefdesgemeenschap rond Jezus wordt gevormd. Want wie de Heer eenmaal aan zijn tafel heeft ontmoet kan niet anders dan getuigen dat Hij werkelijk leeft, dat de liefde toch sterker is dan elke ontgoocheling of wanhoop.
Pastor Guido
EMMAÜS Anton van WIlderode
Dit wordt een Emmaüs bij volle dag,
wij lopen in Zijn naam bij mensen binnen
voor wie verdriet en eenzaamheid beginnen
en blijven tot de inval van de nacht.
Wij zitten toegenegen bij elkaar
en bij gevonden vrienden zonder woorden
nu wij het roepen van hun zwijgen hoorden
om een nabij en vriendelijk gebaar.
Wij breken naar Zijn voorbeeld het goed brood
van caritate, zelveloos vergeten
wat wij gewoonlijk voor onszelve deden,
klaarwakker voor de eigenlandse nood.
Wij vonden bij de zorg om zoveel zeer
en door het zien van dichtbij zeer bewogen
de diepe blijdschap dat wij zeggen mogen
als die van Emmaüs: het was de Heer !
Kerk en Leven 2023 nr: 15
VREDE ZIJ U
Dat is het eerste woord van Jezus dat wij volgende zondag in het evangelie zullen horen. Het is dan al de 2e Paaszondag. Dan eindigt de feestelijke week na de hoogdag van Pasen: het ‘paasoctaaf’. We spreken gewoonlijk van ‘Beloken Pasen’. 'Beloken' komt van het werkwoord 'beluiken', (af)sluiten. Met Beloken Pasen wordt de paasweek dus afgesloten. In deze eerste weken na Pasen horen we hoe Jezus na zijn dood en verrijzenis zijn leerlingen opzoekt om hen te bemoedigen. Nu terwijl ze bijeen waren achter gesloten deuren uit vrees voor de Joden, volgende week terwijl een paar leerlingen onderweg zijn naar Emmaüs.
Jezus bezoekt zijn leerlingen (Johannes 20, 19-31)
Nu zondag krijgen we dit prachtige evangelie te horen. Jezus komt zijn leerlingen een hart onder de riem steken. Zijn eerste woord is ‘Vrede zij u’. De leerlingen zaten bang en ontgoocheld bij elkaar achter gesloten deuren. Dáár komt Jezus met zijn vrede aanwezig. Ook aan ons geeft Hij die vrede die alle angst mag overwinnen, een vrede die we zelf niet kunnen maken en die ons in elke eucharistie weer wordt toegezegd. Hoeveel nood hebben we niet aan die vrede die telkens weer bedreigd wordt door zoveel dat op ons afkomt?
De enige, echteJezus
Na zijn vredewens, toont Jezus zijn handen en zijn zijde met daarin de wonden van zijn kruisiging. Niet om te zeggen, ‘kijk wat me werd aangedaan, maar ‘dit ben Ik te boven, dit heb Ik overwonnen’. Het gaat wel degelijk om diezelfde Jezus, het is geen spook dat ze zien. Dat mogen we niet vergeten. De Lijdende Dienaar en de Verrezen Heer zijn niet van mekaar los te maken. Hij, die alleen gewapend met de liefde het kwaad het hoofd biedt, wordt gekwetst. De wonden laten ook zien welke pijn en ellende Hij op zich heeft genomen. Als we de gekwetste Jezus niet aanvaarden in ons leven ontbreekt er nog iets aan ons geloof.
Ook wij hebben kwetsuren en littekens, maar door Hem weten we dat het leven onverwoestbaar is. We hebben onze kleine en grote verdrieten maar met Jezus mogen we vertrouwen dat dit niet de bovenhand zal halen, dat het leven niet te verwoesten is.
Vrede en verzoening uitdragen
‘Zoals de Vader mij eens zond, zo zend Ik jullie’ en ‘Als gij iemands zonden vergeeft zijn ze vergeven en als gij ze niet vergeeft zijn ze niet vergeven’ voegt Jezus er nog aan toe. De leerlingen krijgen een opdracht: zonden vergeven, verzoenen. Dat is ook een opdracht voor ons, zijn leerlingen van vandaag: mensen van verzoening zijn, vredestichters. En dat is iets anders dan gewoon verdraagzaam zijn: het is niet ‘je mag er zijn, maar je moet niets van mij verwachten.’ Vrede stichten echter is actief: kansen geven, beminnen door wat we zeggen of doen. Verzoening is een van de mooiste dingen in ons geloof. Mensen vergeven, vergeven worden behoort tot de kern van ons samenleven: binnen een koppel, een gezin, een parochie, een samenleving. Zonder mekaar nieuwe kansen te geven komen we niet verder.
Vergeven maakt ons vrij, haalt ons uit het moeras van wraak, cynisme en bitterheid, want we kunnen verder. In ons geloof staan we in relatie, met God en met onze medemensen. Geloven zonder vergeven en vergeven worden is niet mogelijk. Van een christen mag je iets meer verwachten of in bepaalde omstandigheden ‘en toch’. Een boodschap waarvan we zelf leven kunnen we toch niet voor onszelf houden?
We staan er niet alleen voor
‘Ontvang de heilige Geest’. De Heer laat ons niet alleen ploeteren. De Helper, de Geest wordt ons toegezegd. Je ziet Hem niet maar je ziet wel wat Hij met mensen doet. Wij zijn ‘zalfmensen’, gezalfd om net als Jezus in het leven te staan. Geroepen om te leven naar de geest van die eerste christenen uit de Handelingen. We ontvingen die Geest bij ons doopsel en bij ons vormsel. Leven we er ook naar?
Door twijfel tot geloof komen
En toch twijfelen we wel eens zoals Thomas, willen we eerst zien en zeker zijn. Hij staat als beeld van ons allen als christen: het ene moment zijn we bereid om Jezus tot in de dood te volgen en op andere momenten twijfelen we sterk. Thomas geraakt er niet uit op eigen krachten, zoals niemand van ons. Als we als mensen gekwetst worden geraken we er niet alleen uit.
Jezus zet de 1e stap
In alle paasverhalen is Jezus de initiatiefnemer, Hij komt op de leerlingen toe en zegt hen zijn vrede toe. Thomas verandert en gaat geloven als hij Jezus mag aanraken in zijn wonden. Daarom zegt Jezus ons: leg maar uw handen op de gevoelige, zere plekken van de samenleving vandaag en al hun kwetsuren. Dan worden deze plaatsen, net als Jezus’ handen, geen zwakke plaatsen maar de sterke tekenen van de kracht van de liefde.
De verbondenheid met de Verrezen Heer en de verbondenheid met de mens gaan samen en zullen mekaar beïnvloeden. Moge zijn vrede en zijn Geest op ons rusten vandaag om ze te beleven. Een sterke en mooie Paastijd toegewenst!
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 14
OPGAAN NAAR PASEN
Afgelopen zondag hebben we de Goede Week ingezet met Palmzondag. De vreugde en de hoop mochten klinken maar ook reeds het lijden en de dood van Christus op het kruis.
De volgende dagen willen we met Hem meeleven en meevieren in het Triduüm dat morgenavond begint. We gedenken wat Hij voor ons deed en laten Hem niet alleen in deze laatste dagen van zijn leven.
‘Doe wat Ik u heb voorgedaan!’
Op de avond van Witte Donderdag zullen we Jezus horen en zien bij het breken van het brood en het ronddelen van de beker. Hij zal ook de voeten van zijn leerlingen wassen. Jezus geeft als het ware zijn levenstestament me, vooraleer Hij uit dit leven verdwijnt. Het vieren van de bevrijding uit de onderdrukking van Egypte wordt door Hem herijkt tot een nieuw verbond in zijn lichaam en zijn bloed. Tegelijk zo eenvoudig en tegelijk zo anders. Voor iedereen bereikbaar en toch zo groots en moeilijk te vatten. Jezus’ weg staat zo haaks op onze wereld. Hij klimt niet op maar daalt af en knielt neer en wordt dienaar van ons allen. Hij maakt zijn handen vuil aan de stoffige voeten van zijn leerlingen. Een krachtig teken dat hen ondersteboven haalde. Hij geeft ons een voorbeeld en nodigt ons heel uitdrukkelijk uit om hetzelfde te doen: mekaars voeten wassen. Hem gedenken doen we in het breken van het boord én in het dienen van de naasten, beiden horen samen. Zo zijn we met Hem verbonden in woord en daad.
Verraad en oordeel
De verbondenheid die de leerlingen met Jezus vierden krijgt nog dezelfde nacht een dramatische wending: Judas verraadt Jezus en met de kus van de vriendschap bezegelt hij Jezus’ lot. Ontsteltenis bij de overige leerlingen bij het gebeuren en angst voor hun eigen hachje doet hen op de vlucht slaan. Jezus blijft echter trouw aan zijn opdracht, Hij loopt niet weg. Met alleen een ontwapenende liefde kijkt Hij de dood in de ogen. Het gebed van net ervoor in de Hof van Olijven houdt Hem recht. Ook de sterke, onstuimige Petrus ontkent ook maar iets met Hem te maken te hebben. Het wordt totale nacht, donker en vijandig. In een schijnproces wordt Hij aan het kruis geschreeuwd. Wij vinden het onrechtvaardig nu, maar zouden wij op post gebleven zijn of ook het hazenpad gekozen hebben? We willen hem niet alleen laten en gaan zijn kruisweg mee en waken ’s avonds bij het kruis.
Stil en droef
Hoe voel je je als je een geliefde op een dramatische wijze verliest? Verloren, onderuit gehaald, immens verdrietig, machteloos, opstandig, stil, … Alles lijkt onwezenlijk en verloren voor de leerlingen. Wat een groots Paasfeest had kunnen worden is op een fiasco uitgedraaid. Heeft God Jezus en de wereld losgelaten? Ze begrijpen het nog niet. Er wordt stil getreurd en gewaakt. Ook wij willen op die Stille Zaterdag rust en stilte bewaren.
Waken bij de dode Jezus en waken bij het lijden van de wereld vandaag. Niet wegkijken maar het kwaad in de ogen zien en bidden dat God het onrecht keert, Zijn licht in al het duister laat schijnen.
Het leven breekt door
De voorbije weken gaven ons een aantal schitterende zonnige dagen vol licht en warmte en we zagen de natuur met rasse schreden verder openbloeien. Telkens opnieuw leert de natuur ons dat het leven niet stopt bij de winter. Gods schepping is een leerschool, een hulp voor ons geloven. Tijdens de Paaswake vieren we dat God, dood en nacht weer ombuigt naar leven en licht. We ontsteken licht in het geloof dat Gods liefde sterker is dan al het duister van onze wereld, we hernieuwen ons geloof en we laten ons besprenkelen met het doopwater om herboren te worden tot nieuwe mensen. Zoals je na een ziekte of operatie weer geneest en herrijst; zoals je vergeven wordt en opnieuw mag beginnen, weer rechtop komt en met nieuwe ogen kan kijken en bekeken worden. Het oude is voorbij, nieuw leven wordt ons aangereikt. Met en in Christus staan we op en worden Paasmensen, mensen van licht en leven, voor velen rondom ons.
Graag wensen we u en uw familie een Zalig en Gezegend Paasfeest toe! Moge de vreugde van de Opstanding in uw hart wonen!
Uw pastores Peter en Guido en de pastorale ploeg.
Kerk en Leven 2023 nr: 13
BEGIN VAN EEN BIJZONDERE WEEK
Nu zondag 2 april zetten we de Goede Week in, een bijzondere week waarin we Jezus willen volgen in zijn laatste dagen, van zijn intocht in Jeruzalem tot zijn dood en verrijzenis. We gedenken wat er toen met Hem gebeurde: ‘gedachtenis’ is het kernwoord in deze dagen.
Het gaat telkens om kernbeelden van ons geloof en ons leven die uitgebeeld worden: vreugde, hoop, vrede, veiligheid, wanhoop , verlossing
Palmzondag
We noemen deze zondag doorgaans Palmzondag maar soms ook Palmpasen of Passiezondag. We staan mee de Heer te verwelkomen en juichen Hem toe. Hij is welkom in ons, welkom in de stad van ons hart en toch werpt het passieverhaal al zijn schaduw vooruit op wat komen gaat. In Jeruzalem, het hart van het Joodse geloof zal zijn leven tot een climax komen. Zal Hij de mensen nog voor zich kunnen winnen of is de strijd al verloren?
Het verhaal
De vier evangelisten (Mattheüs 21,1-11; Marcus 11,1-11; Lucas 19, 28-44 en Johannes 12,12-19) verhalen ons hoe Jezus 6 dagen voor het Pescha, het joodse Pasen, aankomt in Bethanië en Bethfagé. Hij eet er die avond bij zijn goede vriend Lazarus en zijn zussen Maria en Martha. Jezus stuurt 2 leerlingen naar een dorpje in de buurt om een ezelsveulen op te halen waar nog niemand op gereden heeft. Als ze daarop aangesproken worden, moeten ze antwoorden dat de Heer het veulen nodig heeft en het ook zal terugsturen. Zo gebeurt het ook. De leerlingen leggen hun mantels op de rug van het ezelsveulen en Jezus gaat erop zitten. Vele pelgrims zijn, net als Jezus, naar Jeruzalem gekomen om Pesach te vieren. Ze staan langs de weg te wuiven en roepen Jezus toe:’ Hosanna! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer! Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David! Hosanna in de hemel!’ (Mc 11,9-10). Een stukje daarvan zingen we in elke zondag in de eucharistie. De toeschouwers spreiden hun mantels uit op de weg en halen jonge takken van de bomen, Johannes schrijft uitdrukkelijk over palmtakken (Joh 12,13), om die ook op de weg te leggen als teken van zijn koningschap. In Jeruzalem aangekomen, gaat Jezus naar de tempel. Het is er een drukte van belang: er wordt verhandeld en geld gewisseld. Jezus ontsteekt in woede, jaagt alle handelaars de tempel uit en gooit hun tafels om. Door deze episode raakt Jezus nog meer in conflict met de hogepriesters. Dat zal uiteindelijk uitlopen op zijn gevangenneming en dood. Na die uitbarsting komen vele zieken naar hem toe en hij geneest hen. 's Avonds keert hij met zijn twaalf leerlingen terug naar Bethanië.
Een ezeltje
Het lijkt een detail maar Jezus is dus de stad binnengekomen op een ezelsveulen en niet op een paard zoals een wereldse koning zou doen. Zo vervult Hij een oude profetie van de profeet Zacharia die de intocht in Jeruzalem beschreef (Zach 9, 9). Wie op een paard zit, troont hoog boven de mensen uit en toont daarmee zijn macht en gezag. Op een ezel echter steek je amper boven de andere mensen uit. In de bijbel is de ezel dan ook een beeld van nederigheid en kwetsbaarheid. Het verwijst naar de Messias die komt als de koning van de vrede.
Waarom palmtakken?
Dat komt door een psalm: ‘De rechtvaardige groeit op als een palmboom, hij schiet omhoog als een ceder op de Libanon, geplant in het huis van de Heer en opgegroeid in de voorhof van God’. (Psalm 92, 13-15) Deze psalm inspireerde Johannes, toen hij schreef dat de omstaanders takken trokken van palmbomen (Joh 12,13). De lange veervormige bladeren van de dadelpalm staan immers symbool voor deugd en overwinning (1 Makkabeeën 13,51). Ze verwijzen naar de rechtvaardige koning.
De mensen roepen Jezus enthousiast ‘Hosanna’ toe, Hebreeuws voor ‘help toch’. De manier waarop Jezus binnenkomt in Jeruzalem herinnert eraan hoe Salomo als nieuwe koning in Jeruzalem werd ingehaald (1 Kon 1, 32-40). Jezus’ intrede was daarom zowel voor de Romeinse bezetter als voor de hogepriesters een duidelijke provocatie.
Vandaag Hosanna! Morgen Kruisig Hem!
Dit christelijke gezegde waarschuwt voor de grillen van het volk, dat iemand vandaag kan toejuichen om hem of haar even later te verguizen. Dat zullen we horen in het passieverhaal dat we ook op Palmzondag lezen en dat ons Jezus’ laatste dagen verhaalt.
Ook wij willen Hem vergezellen op die tocht naar en in Jeruzalem. Laten we samen Jezus zingend verwelkomen met onze palmtakken en Hem daarna niet alleen laten in zijn lijden en dood. Wij wensen u een sterke Goede Week toe!
Pastor Guido
Met dank aan Kerknet
Kerk en Leven 2023 nr: 12
DOOR HET OOG VAN DE CAMERA…
Af en toe krijgen we als pastor de vraag van scholieren of studenten of ze eens langs mogen komen voor een interview voor een opdracht rond religie en zingeving op school of hogeschool. De vraag van Arne Van Lierde, student fotografie aan LUCA School of Arts in Brussel, was echter helemaal anders. Geen eenmalig interview maar een foto-opdracht. We laten hem graag zelf aan het woord.
Onderwerp voor een opdracht
‘Vorig semester kreeg ik in het kader van mijn bachelor fotografie de opdracht om een documentaire reeks te maken. De keuze van een dergelijke reeks is natuurlijk heel belangrijk en zeker niet makkelijk. Verschillende ideeën gingen door mijn hoofd maar wat bleef hangen was mijn interesse voor religie. Ergens tussen mijn katholieke opvoeding en mijn werk aan een vrijzinnige universiteit ontstond het idee om een fotografisch onderzoek uit te voeren naar de katholieke Kerk in Brussel, meer bepaald de Nederlandstalige Kerk. Ik was gefascineerd door deze gemeenschap die, zo stelde ik me voor, bijzondere uitdagingen heeft. Niet alleen is de ontkerkelijking voor de katholieken een groot probleem, in Brussel is er bovendien de verfransing en een sterke opkomst van andere religies door emigratie. Nederlandstalige katholieken verhuizen vaak naar buiten de stad en gaan dus niet meer naar de kerk in Brussel. Ik besloot deze ideeën af te toetsen aan de realiteit door een fotografisch onderzoek. Maar waar moest ik beginnen? Ik besloot dicht bij huis te starten en bezocht de Kerk in Anderlecht. Ik kwam met priester Guido Vandeperre overeen dat ik hem een aantal weken mocht volgen. Ik ontdekte zo deze gastvrije gemeenschap.’
Kennismaking
‘Zo komt het dat ik verschillende misvieringen bijwoonde en daar fotografeerde. Ik werd warm begroet, met een tikkeltje nieuwgierigheid onthaald maar ook met een zekere fierheid. Ik ontdekte een gemeenschap die anders was dan ik verwachtte. De kerk was niet leeg zoals ik had gedacht, maar leefde. De OLV van Vreugdekerk is er een op mensenmaat. Zeker de familievieringen op de laatste zondag van de maand waren de moeite waard. Ik maakte kennis met de vrijwilligers die alles ondersteunen en ik leerde hoe de gemeenschap omgaat met de uitdagingen van deze tijd. Hoe ze, vooral jonge, mensen naar de kerk proberen te krijgen en hoe ze de digitale sprong moeten maken. Dit alles heeft mijn blik verruimd, mijn vooroordelen werden aan de kant geschoven.’
Verhaal van een gemeenschap
‘Fotografisch heb ik alles proberen vastleggen aan de hand van de ‘kleine momentjes’. Ik besloot niet te hard te focussen op de priester zelf, maar mijn blik te verruimen naar de gemeenschap. Ik vond er veel sterke beelden. Ik probeerde het verhaal te vertellen van de gemeenschap, te tonen hoe ze in deze tijd functioneert. Het is in functie van dit verhaal dat ik beelden maakte, en nadien selecteerde. Het zijn niet altijd de beste of mooiste foto’s die je selecteert. Ik koos voor de foto’s die, naar mijn mening, het beste in samenhang staan met elkaar in deze reeks. Ik was blij met het resultaat. Ik vind het een mooie reeks, die het levendige verhaal van de kerkgemeenschap in Anderlecht mooi verteld.’
Terugblik
Tot daar het verhaal en de terugblik van Arne zelf. Velen van jullie zagen hem aan het werk, in de maanden november en december, tijdens een viering of een andere activiteit, discreet en toch met de nodige vrijheid, eigen aan een fotograaf. We willen jullie graag laten delen in het resultaat van zijn opdracht. Jullie vinden hierbij de tien foto’s die Arne uiteindelijk selecteerde voor de opdracht. Men kan ze ook vinden op zijn eigen website, naast heel wat ander fotomateriaal. Arne kreeg er een 14 op 20 voor. Knap resultaat. We danken Arne ook voor de aangename, vlotte en fijne samenwerking in dit project. We wensen hem alle succes toe in zijn studies en in zijn verdere toekomstplannen!
https://arnevanlierde.be/church
Kerk en Leven 2023 nr: 11
RWANDA IN DE KIJKER: Een hardcore activist, die durft ondernemen.
Twee weken terug (in nummer 09) stelden we in een algemeen artikel de campagne van Broederlijk Delen 2023 voor. We vernoemden de drie landen die tijdens de campagne in de kijker worden gezet. Wij kiezen hier in Anderlecht voor Rwanda en daar is een goede reden voor: in onze kerkgemeenschap die in OLV van Vreugde samenkomt kennen we verschillende gezinnen met Rwandese wortels zoals het gezin van Claire-Alice en Jean-Jacques en het gezin van Liliane. Zij willen ons op 19 maart vertellen over Rwanda, zijn geschiedenis, zijn tradities en cultuur, iets laten proeven en zelfs uitnodigen tot de dans.
We horen ook meer over het project rond de microkredieten dat Broederlijk Delen steunt tijdens deze campagne. Uit hun campagnekrant nemen we onderstaande info over.
Duterimbere: Visie, missie en doelstellingen
Duterimbere is een nationale NGO (Niet-Gouvernementle Organisatie) in Rwanda die in samenwerking met de Nationale bank van Rwanda microfinanciering mogelijk maakt opdat particulieren en in het bijzonder vrouwen een kleine onderneming kunnen starten.
De visie van DUTERIMBERE IMF PLC wordt uitgedrukt in het Kinyarwanda "Igicumbi cy'Iterambere ry'Umugore", wat de "Sleutel voor de ontwikkeling van vrouwelijk ondernemerschap" betekent.
De missie van DUTERIMBERE-IMF PLC is "Het verlenen van financiële en niet-financiële diensten op maat van ondernemers met een laag inkomen, voornamelijk vrouwen, om hen te helpen hun sociaal-economische omstandigheden te verbeteren".
De doelstellingen van DUTERIMBERE IMF PLC zijn:
a) Verzamel spaargeld van de doelmensen en bewaar ze in veilige filialen en subfilialen,
b) De toegang tot leningen voor haar doelgroepen vergemakkelijken door aangepaste en betaalbare leningproducten aan te bieden,
c) De duurzaamheid van de instelling verzekeren door technologie te gebruiken om die diensten aan te bieden.
Een concreet voorbeeld
Met de steun van Duterimbere schopte Chantal Uwizeyimana (42) het van boerin tot
zelfstandig onderneemster. Chantal dacht met haar werk op het veld enkel te kunnnen overleven. Toen ze zich aansloot bij een spaar- en kredietgroep begeleid door Duterimbere, veranderde haar leven. Met de leningen die ze kreeg, kon ze een naaimachine aankopen en haar eigen atelier oprichten. Chantal is nu een zelfstandig kleermaakster, goed op weg om de markt te veroveren.
Nijpende armoede
Hoewel de economie van Rwanda het steeds beter doet, is de welvaart niet overal gelijk verdeeld en blijft de armoede op het platteland erg groot. Zo’n 40% van de Rwandese bevolking leeft onder de armoedegrens. De meeste gezinnen op het platteland zijn afhankelijk van de landbouw voor hun voeding en inkomen. Maar door de effecten van klimaatverandering gaat de productiviteit van het land razendsnel achteruit. Er valt te weinig regen gedurende lange periodes en de grond is erg droog. Een voldoende groot inkomen is dus niet gegarandeerd.
Samen sparen en lenen
Chantal bewerkte haar veld lange tijd enkel en alleen om haar gezin te kunnen onderhouden. Nooit had ze durven dromen te staan waar ze nu staat. Een vijftal jaar geleden sloot Chantal zich aan bij een spaar- en kredietgroep.
Duterimbere ondersteunt vrouwen met een laag inkomen bij het opzetten van een eigen onderneming. Via spaargroepen krijgen vrouwen toegang tot de nodige financiering. Voor Chantal was de spaargroep de sleutel tot succes.
"Dankzij het geld dat mijn man en ik wekelijks spaarden – in het begin 1200 Rwandese frank per week en nu vlot 2000 frank – kocht ik een naaimachine. Ik richtte mijn eigen naaiatelier in en ging aan de slag als kleermaakster. Na enige tijd was er voldoende geld voor een tweede naaimachine. We kochten ook een perceel bos en een veld om te bewerken, én we namen een lening voor een tweedehands motorfiets. Mijn echtgenoot vervoert er mensen mee en brengt zo ook een inkomen binnen.” – Chantal
Gelijke stem
In de spaar- en kredietgroepen staan vrouwen op gelijke voet met mannen. Ze hebben gelijke zeggenschap en delen gelijk in het spaargeld. Maar het gaat om meer dan enkel financiën.
Toekomstdromen
Via Duterimbere volgde Chantal ook een opleiding in ondernemerschap. Ze leerde haar bedrijf beter beheren, onder meer door haar winst goed op te volgen. De opleiding deed haar beseffen hoeveel voldoening ze haalt uit haar werk als kleermaakster.
"Ik wil mij voltijds op mijn ondernemerschap richten. Ik hoop dat mijn naaiatelier zo succesvol wordt dat ik er tot wel tien mensen kan tewerkstellen! Later zou ik graag naar de stad verhuizen. Ik droom ervan dat mijn kinderen naar de lagere en middelbare school gaan en in het buitenland kunnen studeren.” – Chantal
19 maart
Dit verhaal van Chantal is natuurlijk niet het enige. Wie graag zijn of haar steentje wil bijdragen aan dit project dat Broederlijk delen ondersteunt en meer wil weten over Rwanda en hoe de mensen daar toekomst willen maken, nodigen we graag uit op zondagnamiddag 19 maart om 14.30u in de zaal van OLV van Vreugde, waar Claire-Alice, Liliane en anderen ons hun land en hun cultuur willen voorstellen. Allen van harte welkom!
Pastor Guido
Met dank aan de website van Broederlijk Delen.
Kerk en Leven 2023 nr: 10
OPRICHTEN EN LOSMAKEN
Bij de terugblik kon u lezen over de tweedaagse bezinning die ik met een honderdtal pastores van Brussel meemaakte in Blankenberge. Ik wil u graag laten delen in de eerste inleiding die zuster Anne Peyremorte daar gaf vanuit het verhaal van de kromgebogen vrouw. Een verhaal van opgericht worden en flexibel worden en zeer passend bij onze veertigdagentijd, tijd van bekering en ommekeer.
Het verhaal bij Lucas 13,10-17
Eens onderrichtte Jezus op sabbat in een van de synagogen, toen er plotseling een vrouw kwam die – bezeten door een geest – achttien jaar lang ziek was; zij was kromgebogen en kon zich in het geheel niet oprichten. Toen Jezus haar zag riep Hij haar bij zich en sprak: 'Vrouw, ge zijt van uw ziekte verlost.' Hij legde haar de handen op en op hetzelfde ogenblik richtte zij zich op en zij verheerlijkte God. Geërgerd omdat Jezus op sabbat genas, nam nu de overste van de synagoge het woord en sprak tot het volk: 'Zes dagen zijn er waarop gewerkt moet worden. Komt u dus op die dagen laten genezen en niet op de sabbatdag.' Jezus gaf hem ten antwoord: 'Huichelaars! Maakt niet ieder van u op sabbat zijn os of ezel van de voederbak los om hem naar de drinkplaats te voeren? En behoorde dan deze vrouw – nog wel een dochter van Abraham – die niet minder dan achttien jaar lang door de duivel is gebonden, niet van die boeien bevrijd te worden op de sabbatdag?' Toen Hij dit zei stonden al zijn tegenstanders beschaamd. Maar heel de menigte verheugde zich over al de heerlijke daden die Hij verrichtte.
Twee mensen die niet flexibel zijn
Een vrouw, dubbelgevouwen. Dan zie je alleen je eigen voeten. Ze kan nog lopen en is naar de synagoge gekomen. Maar ze ziet zo niet meer de horizon. Allerlei lasten kunnen ons krom laten lopen en dan hebben we geen breed perspectief meer. En toch kan de band met Christus blijven. De vrouw kwam immers naar de synagoge en wordt door Jezus gezien.
Er is ook de overste van de synagoge die zegt dat met op de andere zes dagen moet komen om zich te laten genezen. Hij heeft het liefst de regels te volgen en te laten toepassen. Maar in dat Rijk van God moeten we kunnen zien en horen op een dieper niveau. Dat vraagt tijd, flexibiliteit, verder dan de gebruikelijke regels en de drukke agenda’s.
In ons leven wonen vaak zowel de kromgebogen vrouw als de leider van de synagoge. Het kan goed zijn om in momenten van stilte ons af te vragen wanneer we verstijfd zijn. Wat doet ons gebukt gaan, zoals de vrouw? Wat maakt ons rigide zoals de leider van de synagoge?
De troublemaker: de boze geest, Satan
Hij wordt tot drie maal toe in deze tekst genoemd.
De menigte
We weten dat ze er is want er staat dat Jezus in de synagoge onderrichtte. Vervolgens wordt de menigte aangesproken door de leider van de synagoge. Dat laatste is opvallend: de verantwoordelijke van de synagoge richt zich niet tot Jezus maar tot de menigte, hoewel het toch Jezus is die de vrouw genezen heeft. Alsof de leider niet durf te zeggen aan Jezus: ‘stop met goed te doen op de sabbat’. Soms is het makkelijker om te klagen tegen een menigte dan te argumenteren tegen één persoon. In elk geval brengt twee reactie te weeg bij de mensen: schaamte en vreugde. ‘Toen Hij dit zei stonden al zijn tegenstanders beschaamd.’ Maar de hele menigte was verheugd over de indrukwekkende dingen die Jezus deed (v.17).
Over het algemeen houden we er niet van om ons te schamen: we geven er de voorkeur aan om meteen in vreugde te zijn. Soms geven we er de voorkeur aan om onze stijfheid en ons onvermogen te ontkennen, om meteen in vreugde te rennen! Het is goed om blij te zijn, maar soms is het ook goed om door deze fase van schaamte te gaan, zoals de tegenstanders van Jezus in dit verhaal.
Naar Jezus kijken
Jezus is er, aanwezig en hij onderwijst en hij ziet de gekromde vrouw. Hij ziet het en neemt het initiatief. Als u een leraar bent of als u al eens het woord hebt weet u hoe vervelend het is om onderbroken te worden, omdat we de draad van onze gedachten kwijtraken…
Maar het lijkt Jezus absoluut niet te deren. Hij onderwijst, en terwijl hij dat doet, merkt hij de gekromde vrouw op en neemt hij het initiatief. Hij richt zich op haar, alsof er niets dringender op de wereld is dan om voor deze vrouw te zorgen, die hem bovendien niets heeft gevraagd!
De genezing van de vrouw lijkt zo eenvoudig: hij spreekt over "bevrijding" in vers 12: "Vrouw, u bent bevrijd van uw kwaal". Hij legt zijn handen op haar en de vrouw staat op en brengt eer aan God.
Een kleine opmerking: de vrouw prijst niet Jezus als ze overeind komt, maar ze prijst God!
Jezus en de leider van de synagoge
Na het verlichten van de vrouw gaat Jezus ook proberen de leider van de synagoge te verlichten, en hij doet dit op een krachtige manier! De man dringt aan op wat juist is om te doen, maar Jezus argumenteert door te wijzen op wat iedereen zonder uitzondering doet, maar vanuit een ander perspectief. Bij de opmerking "Het past niet om op de sabbat te genezen", gaat Jezus niet beginnen onderhandelen over de dagen waarop het wel of niet goed is om te genezen. Hij verplaatst het debat. Hij neemt het beeld van het losmaken: gebonden zijn - bevrijd worden. Als iedereen in staat is om een dier los te maken om het te laten drinken, dan maakt hij ook de vrouw los die "al 18 jaar gebonden is".
Vrijheid van Jezus
Tenslotte nodigde zuster Anne ons uit om in deze tekst de tijd te nemen om de ongekende vrijheid van Jezus te overdenken: de vrijheid om te onderwijzen, de vrijheid om te stoppen met onderwijzen om te genezen, de vrijheid om de uitspraken en logica die opsluiten te verschuiven ... en om zijn gesprekspartners tot schaamte en verbazing te brengen: God is hier!
Ook wij worden uitgenodigd om die vrijheid van Jezus te overdenken om zelf meer en meer vrije mensen te worden. Laten we er in de veertigdagentijd verder werk van maken.
Pastor Guido met dank aan zuster Anne Peyremorte.
Kerk en Leven 2023 nr: 09
Campagne 2023 van Broederlijk Delen: De 25%-revolutie zoekt hardcore activisten
‘Wat is dat voor iets’ hoor ik u denken: een hardcore activist. Ik versta het wel maar om het wat nader toe te lichten ben ik toch even bij Van Daele op internet gaan zoeken naar de betekenis ervan. Daar lezen wij:
1 hard·core (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)
a verstokt, hartstochtelijk: hardcore fans / b zeer ver gaand; = extreem
2 hard·core (de; m) 1 extreem harde en snelle popmuziek
Een hardcore activist is dus iemand die zich hard voor een zaak inzet, er helemaal voor gaat. Voor Broederlijk is dit dan het engagement voor de mensen uit het Zuiden zou je kunnen zeggen. Ik laat hen zelf aan het woord vanuit hun campagnekrant.
De hardcore activist in ieder van ons
Klimaat. Armoede. Oorlog. Energie. De ene crisis is nog niet voorbij, of daar is de volgende al. Toeval? Allesbehalve. De onstilbare honger van ons economisch model drijft mens en planeet voorbij hun grenzen. De effecten laten zich overal voelen. Extreme weersomstandigheden, stijgende voedselprijzen en hoge energiekosten zijn ook bij ons dagelijkse kost geworden. Tegelijk wordt duidelijk dat de lasten ongelijk verdeeld zijn. Het zijn vooral de armste en meest kwetsbare landen die het hardst getroffen worden, hoewel zij het minst bijdragen tot het probleem.
Tijd voor actie
Er is een alsmaar grotere groep bewuste burgers die met een kritische blik naar de wereld kijkt en beseft dat het anders moet. Meer nog, we komen op straat en laten onze stem klinken. De hamvraag: hoe houden we het vol? Na alle luide protesten en gedurfde acties, is er nog maar weinig structureel veranderd. Integendeel, het slechte nieuws stapelt zich op. Ook krijgen we door een mondige groep pessimisten voortdurend te horen dat iedere poging tot verandering hopeloos is. Een druppel op een hete plaat …
De 25%-revolutie
Je zou je voor minder afvragen: een echt verschil maken, kan dat? Wij geloven van wel. Wist je dat een kwart van de bevolking volstaat om blijvende verandering in de samenleving te realiseren? Daarom roepen wij op tot de 25%-revolutie: een activistische beweging die streeft naar een duurzame wereld zonder ongelijkheid. Een beweging met delen en herverdelen als haar vreedzame strijdwapens. Een beweging die solidariteit en soberheid hoog in het vaandel draagt.
Delen en herverdelen
In een tijd waarin sneller en meer de maat aangeven, stellen wij de vraag: kan het ook met minder? Er is genoeg voor iedereen om goed te kunnen leven op een ecologische manier. Door te delen en te herverdelen, is het perfect mogelijk om het evenwicht te herstellen. We moeten niet alleen macht en welvaart herverdelen, ook de verdeling van de ecologische voetafdruk moet eerlijker.
Gezocht: hardcore activisten
Met 25% kunnen we het 100% anders doen. Klinkt goed, toch? Hoe talrijker ons aantal, hoe luider onze stem. De 25%-revolutie zoekt hardcore activisten om samen met ons het verschil te maken. Nu, misschien zou jij jezelf nooit als activist benoemen – laat staan als hardcore activist – of misschien net wél?
Hoe dan ook, je hoeft geen rebel te zijn om mee te doen met de 25%-revolutie. En geen hard verzet te plegen om een hardcore activist te zijn. De radicaliteit van ons activisme ligt elders. Wat ons verbindt, is ons geloof in rechtvaardigheid. Onze wil om impact te maken. En de bewuste stappen die we daartoe zetten, hoe groot of hoe klein die ook mogen zijn. Zo zijn we hardcore activist, elk op onze eigen manier.
Wereldwijd beweging maken
In Afrika en Latijns-Amerika, maar ook hier bij ons, tonen velen hoe het anders kan. Dat bewijzen Irma uit Guatemala, Chantal uit Rwanda en Laurent uit Burkina Faso. Ook zij maken het verschil, elk op hun eigen manier. Wat hen verbindt, is hun geloof in de collectieve kracht van de gemeenschap. Ze tonen zich solidair en laten hun stem horen. Én ze motiveren anderen om hetzelfde te doen.
Klaar voor de toekomst
Broederlijk Delen spreekt haar ambitie voor de toekomst uit en houdt daarbij vast aan de kracht van internationale solidariteit en rechtvaardigheid. In een wereld waarin er alsmaar meer onbegrip en afstand heerst, zoeken wij naar verbinding. De uitdagingen waar we vandaag voor staan, vereisen een wereldwijde samenwerking en geen terugplooien op onszelf. De komende jaren bouwen wij verder aan de 25%-revolutie als wereldwijde solidaire beweging. We voelen ons gesterkt door het immense engagement van onze vrijwilligers, partners, schenkers en sympathisanten.
En wij hier?
Broederlijk Delen rekent dus op ons. Ook wij willen hier ons steentje bijdragen. Via de twee collectes maar ook tijdens de namiddag rond Rwanda op zondagnamiddag 19 maart om 14.30u. Mensen uit onze eigen gemeenschap laten ons kennis maken met hun land van herkomst, hun cultuur en vertellen ook iets over de werking rond microkredieten van de partners van Broederlijk Delen in Rwanda. Dat belooft een boeiende, solidaire namiddag te worden. Noteer het alvast in uw agenda.
Pastor Guido
met dank aan de site van de campagne van Broederlijk Delen www.broederlijkdelen.be
Kerk en Leven 2023 nr: 08
WEET DAT JE VAN STOF BENT….
“Gedenk, mens, dat je van stof bent, en tot stof zult wederkeren”. Met deze woorden strooit de priester een beetje as op het hoofd van de gelovige, of breng het as met wat water gemengd aan op het voorhoofd in de vorm van een kruis. Deze eeuwenoude traditie van het zogenoemde askruisje waarmee de vasten wordt ingezet is niet zonder betekenis.
Begin van de Vasten
Het kleine maar mooie ritueel van asoplegging wordt uitgevoerd ter bezinning en als uiting van boetvaardigheid, en is in die zin een voorbereiding op Goede Vrijdag en Pasen. Die boetvaardige instelling typeert ook de hele vasten periode. Tijdens de vasten reflecteren we op onze levenswijze en proberen we die te vergelijken met het leven en lijden van onze lieve Heer Jezus Christus. De liturgische kleur van de vastenperiode is daarom ook purper.
De uitdrukking die gebruikt wordt tijdens het aanbrengen van het askruisje is gebaseerd op het vonnis dat God na de zondeval over de mensheid uitsprak (Genesis 3:19). Sinds 1979 kan ook de tekst worden gebruikt: “Bekeer u en geloof in het Evangelie”, en verwijst naar de oproep waarmee Jezus in Galilea zijn prediking begon (Marcus 1,15).
Als teken van berouw en vasten komt het gebruik van as in de Bijbel vaak voor. De boeteling strooide zich as over het hoofd. Vaak ging de persoon daarbij gehuld in een zak, die als boetekleed werd gedragen. Vandaar de uitdrukking “in zak en as zitten”. In de vroege middeleeuwen werd het opleggen van as bij de mannen over het gehele hoofd gestrooid en bij de vrouwen alleen aan het voorhoofd aangebracht als start van de boetetijd. Dit ritueel was alleen bestemd voor zondaars die officieel tot boete werden veroordeeld. Later werd dit een algemeen gebruik omdat men ervan uitging dat iedereen tegen God of zijn medemensen wel eens in het afgelopen jaar gezondigd had.
Verbrande palmtakken
De gebruikte as is van verbrande palmtakken (vaak van buxus), die het jaar daarvoor gebruikt werden voor de viering van Palmzondag en die men naar huis heeft meegenomen. De verse palmtakken worden aangebracht aan het kruisbeeld in de huiskamer en fungeert als een herinnering aan Jezus, en beschermt ook het huis. Het verbranden van de palmtakjes is pas in de 14de eeuw in gebruik geraakt. Men vindt deze gewoonte om elk jaar een voorwerp te wijden, in huis of auto aan te brengen, en het na een jaar te verbranden, ook in andere religies. Er zit een magische gedachte achter dat dit voorwerp de slechte energieen van de omgeving heeft opgeslagen en dat het voorwerp daarom moet verbrand worden. Zo worden in Japan amuletten van het vorig jaar in een groot publiek ceremonie ritueel verbrand. Wij kennen dat ook in positieve zin wanneer we oude rozenkransen, kruisbeeldjes, Maria of andere heiligen beeldjes niet willen gewoon weggooien. De kerk schrijft daarom voor dat alleen onschuldige kinderen deze beeldjes kunnen kapot slaan, en dat andere voorwerpen moeten begraven worden. De priester krijgt meestal deze voorwerpen. Zo kon Pastor Guido voor de Kerst vorig jaar vele van de ontvangen mooie kruisen en beeldjes terug weggeven.
Crematie
Tenslotte, het zich met as bestrooien vind men ook in andere religies, zoals in het Hinduism waar naakte gurus langs de Ganges rivier de as van vers gecremeerde mensen op hun lichaam aanbrengen om zo hun eigen eindigheid te realiseren. In de Ignatiaanse retraite komt er ook een oefening voor waar men op een doodshoofd moet staren en zo de eigen dood leren onder ogen zien. Het is maar als we echt realizeren dat we eindig zijn, dat we ook echt beginnen te leven. We zien dat bijvoorbeeld op een natuurlijke wijze geschieden wanneer iemand een mid-life crisis doormaakt. Het is een uitnodiging om naar de essentie, de roeping, van ons leven te kijken.
Toen ik nog jong en onervaren was mocht ik van de plaatselijke pastoor meehelpen bij het ledigen van de graven onder de opgebroken kerkvloer. Ik kreeg als geschenk – op mijn aanvraag – een mooie doodskop mee. De pastoor heeft daarna wel enig probleem gehad met zijn grote gulheid want die beenderen en schedels hadden eigenlijk allemaal moeten terug begraven worden. De doodskop heeft lang op mijn bureau in mijn studeerkamer gestaan. Maar mijn moeder vond dat maar niets en ik heb “hem” tenslotte weggeven aan een vriend dierenarts die schedels van dieren verzamelde en die er nog steeds heel blij mee is.
De gedachte dat we van stof/as zijn maakt ons nederig. Bij de crematie van een geliefde voelen we dat sterk aan. In Japan moet iedereen gecremeerd worden want er is niet genoeg plaats om allen te begraven. Daarmee is er ook, verschillend als bij ons, een grote traditie in verband met crematie. Zo komt bijvoorbeeld na de crematie de nauwe familie samen om de laatste resten direct na de verbranding in de urne te plaatsen. Een vertegenwoordiger van het crematorium neemt bepaalde beentjesresten (met stokjes van verschillende grote om het verschil met de stokjes die bij het eten worden gebruikt duidelijk te maken), beginnende bij de voeten en eindigend bij het hoofd. Een belangrijk beentje is het zo genoemde “nodo-botoke” (boeddha-keel). Als dat nog in tact is gelooft men dat de persoon naar de hemel is. Indien gebroken moet er nog veel extra worden gebeden… Het laatste beentje is dat van de schedel zelf om er alles mee af te sluiten. Zo is het alsof men de gehele mens in een urne mee terug naar huis neemt. Zulk een mooie traditie geeft aan dat zelfs als we van stof zijn, en tot stof terugkeren, we toch met eerbied moeten omgaan met hen die gecremeerd zijn.
Pater Peter
Kerk en Leven 2023 nr: 07
NEEN, TEGEN PESTEN
Misschien heeft u het vroeger wel eens meegemaakt: gepest worden als kind, op school of elders. Of is er één van uw kleinkinderen dat gepest wordt. Ik hoop van niet maar het gebeurt wel. In een ruzie belanden of een aanvaring met iemand hebben overkwam ons allemaal wel eens maar herhaaldelijk en systematisch belaagd te worden, verbaal of fysiek laat sporen na. Het gebeurt soms heel geniepig of openlijk, al dan niet op sociale media. De laatste maanden kwam het meermaals in het nieuws, wanneer een jongere uit het leven stapte omdat hij of zij langdurig gepest werd. Een proces met een dramatische afloop. Hoe het ook gebeurt, het is te pijnlijk om het zomaar te laten gebeuren.
STIP IT: Samen Tegen Iemand Pesten
Op vrijdag 10 februari 2023 startte de Vlaamse Week tegen Pesten. Het Vlaams Netwerk Kies Kleur tegen Pesten, Ketnet, MNM en Radio2 lanceerden eind januari STIP IT 2023 om gans Vlaanderen te mobiliseren om de lijn te trekken tegen pesten. Met 4 eenvoudige stippen die iedereen op zijn hand kan zetten en door elkaar die gestipte hand te reiken, laten we zien dat we allemaal tegen pesten zijn.
Actie nog altijd nodig
Want pesten is nog steeds één van de grootste problemen in de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Uit onderzoek blijkt dat één kind op vijf in Vlaanderen gepest wordt tijdens hun jeugd. Bijna één kind op twintig heeft er dagelijks mee te maken. (Cyber)pesten (via het internet) blijft tot op de dag van vandaag een hardnekkig probleem. Maar er is nog meer: ongeveer 1 op 3 Vlaamse jongeren geeft aan niet goed in zijn vel te zitten. Jongeren vandaag de dag worstelen met hun psychisch welzijn. Wanneer je met die jongeren doorpraat, komt pesten vaak als één van de factoren naar boven.
Het Netwerk biedt heel wat materiaal en tips voor scholen, sport- en jeugdverenigingen zoals maandelijkse bouwstenen om te werken aan een pestvrij beleid. Ze bieden zowel aan kinderen en jongeren; ouders; leerkrachten als begeleiders in jeugdbewegingen en sportverenigingen hulplijnen aan waar men er over kan praten met ervaren mensen.
Ook IJD roept pesten een halt toe
Het ligt natuurlijk voor de hand dat jeugdbewegingen en scholen hier meer en meer aandacht willen besteden en dus kon IJD (Jongerenpastoraal Vlaanderen en Brussel) niet achterblijven. Zij stuurden een uitnodiging de wereld in om als christen daarrond samen te komen: ‘We willen slachtoffers nabij zijn en pesters een halt toeroepen in gezamenlijke ontmoeting en gebed. We nodigen jongeren, ouderen, jeugdbewegingen, families, scholen, groepen, ... uit om elkaar op woensdag 15 februari om 18.00 uur in de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal in Brussel te ontmoeten in gebed en met getuigenissen. We willen met zoveel mogelijk samenkomen, zodat we als gemeenschap bemoedigend bij elkaar kunnen zijn en een krachtig signaal kunnen geven dat pesten moet ophouden. Na het ontmoetingsmoment worden STIP IT opnaaiers uitgedeeld. Nodig de mensen uit je omgeving ook uit en deel het evenement op sociale media!’
Stiltemoment
Het boodschap van IJD vervolgt: ‘Op donderdag 16 februari om 13.30 uur roepen we ook iedereen in Vlaanderen op om op school, op de werkplaats, ... een stiltemoment tegen pesten te houden. We geven ook een gebed mee, om voor het stiltemoment te bidden. Dit gebed zal later deze week te vinden zijn op www.ijd.be en op onze socialemediakanalen.’
Ook IJD trekt de stippellijn tegen pesten, en dat willen we samen met jou doen. Kom samen met je groep, je klas, je vrienden, je familie, ..., en zet 4 stippen op je hand. Ga naast elkaar op één lijn staan en reik elkaar die gestipte hand. Zo maak je een stippenlijn tegen pesten! Maak een video van die stippenlijn, tag IJD in je video, en verspreid die via sociale media met als onderschrift: "Wij trekken de lijn tegen pesten" en #stipit, #ijd, en #hiertrekkenwijdelijntegenpesten. Post je video ook zeker op www.stip-it.be.
Trek met ons de lijn tegen pesten, want pesten is niet oké!’
Pesten en de bijbel: Koning David, een voorbeeld
Kan de bijbel ons iets vertellen rond dit thema van pesten? Bij koning David merken we dat hij te maken had met veel pestkoppen: buitenlandse vijanden die hem naar het leven stonden, tegenstanders uit zijn eigen volk en dan nog Saul, zijn schoonvader die David achterna zat om hem te vermoorden. Behoorlijk heftig dus en David uit zijn nood hierover bij God in verschillende psalmen zoals psalm 54 t/m 57 en 59. Je vindt er zoveel herkenning in terug voor hen die gepest zijn of worden. “Ik zwerf rond in mijn klagen en kreun, vanwege het schreeuwen van mijn vijand, vanwege de goddeloze die angst aanjaagt. Want zij storten onrecht over mij uit, in toorn haten zij mij. Mijn hart beeft in mijn binnenste, dodelijk schrik heeft mij overvallen. Vrees en beven komen over mij, huiver bedekt mij.”
Psalm 55, 3b-6 en De hele dag verdraaien zij mijn woorden; al hun gedachten zijn tegen mij ten kwade. Zij scholen samen, zij verbergen zich; zij letten op mijn voetstappen, omdat zij loeren op mijn leven. Psalm 56, 6-7
Wat doet David als hij gepest en bedreigd wordt?
Allereerst geeft David ons zijn gouden tip: Vertrouw op de Heer als het leven zwaar is. Hij zal voor je zorgen. Psalm 55,23a. Daarnaast zien we een aantal acties die David onderneemt als hij gepest en bedreigd wordt; opvallend is dat ze allemaal op God zijn gericht. Je kunt het terug vinden in Psalm 54-57 en 59: Hij roept tot God en bidt om genade, recht en vergelding; hij kiest er voor om zijn toevlucht onder Gods vleugels te zoeken; hij blijft vertrouwen op God en verwacht van Hem zijn redding; hij wil zingen voor God, zijn veilige vesting, zijn kracht, zijn goedertieren God. In de eenzaamheid, terwijl het gepest en de dreiging nog aanwezig is, zoekt David zijn heil bij God en huilt hij en schuilt hij bij Hem. Hij weet dat God met Hem is (Psalm 56,10b). Hij voelt het misschien niet, ervaart het waarschijnlijk niet, maar wéét het! Hij gelooft dat God: zijn werk aan hem zal voltooien; hem hulp zal zenden; af zal rekenen met de pestkoppen; én dat God zijn goedertierenheid en trouw zal zenden (Psalm 57, 3-4).
Deze gedachten vond ik bij de protestantse Marijke Gootjes.
Christus zal ons aansporen om een ander geen dwaas te noemen maar telkens met een uitgestoken hand van verzoening naar de ander te gaan.(Mt. 5,22).
Het verhaal van de drie zeven
Om af te sluiten dit verhaal over Socrates als een praktische leidraad voor ons spreken met en over mensen:
Op een dag kwam er een man bij de Griekse filosoof Socrates. Hij zei: ‘Luister, Socrates, ik wil je iets belangrijk over je vriend zeggen.’ ‘Wacht even,’ zei Socrates, ‘wat je aan mij wilt vertellen, heb je dat door de drie zeven laten gaan?’ ‘Drie zeven?’ vroeg de man verbaasd. Socrates zei: ‘De eerste zeef is de zeef van de waarheid. Weet je wel zeker dat wat je me wil zeggen waar is? De man zei: ‘Neen, ik heb het horen zeggen en ...’ ‘Misschien,’ zei Socrates, ‘heb je wel de tweede zeef gebruikt. De zeef van de goedheid. Misschien is het niet helemaal waar, wat je wilt zeggen, maar het is minstens iets goed over mijn vriend. Aarzelend antwoordde de man: ‘Nee, het is eerder het tegendeel.’ Toen zei Socrates: ‘Laten we de derde zeef proberen: de zeef van het nut: Is het wel nuttig om dat allemaal te vertellen?’ ‘Nuttig?’ vroeg de man, ‘Niet helemaal ...’ Het werd stil. Toen zei Socrates: ‘Vriend, als wat je me wilt zeggen over mijn vriend, niet waar is, of goed, of nuttig, dan wil ik het eigenlijk liever niet weten. Ik raad je zelfs aan het te vergeten.’
Naar Plato
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 06
ALS GEZONDHEID HET LAAT AFWETEN…
Dit nummer van K+L staat helemaal in het thema van gezondheid. We ervaren het als een kostbaar iets, zeker als de gezondheid het laat afweten. Aanleiding voor dit themanummer is de Wereldziekendag die er nu zaterdag aankomt.
De oorsprong van Wereldziekendag
De Wereldziekendag wordt in de katholieke Kerk jaarlijks gevierd op 11 februari, de gedachtenis van Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Deze dag werd op 13 mei 1992 ingesteld door paus Johannes Paulus II. De eerste keer dat de dag werd gevierd was op 11 februari 1993. De Poolse paus wilde de aandacht en zorg voor de zieken verbinden aan Onze Lieve Vrouw van Lourdes, die wereldwijd wordt aangeroepen als Salus infirmorum ('Heil der Zieken'). Johannes Paulus II zei dat de 11de februari een geschikte dag is om speciaal te bidden voor zieken en voor de zieken zelf om hun lijden aan God op te dragen. De instelling van Wereldziekendag zou verband houden met de diagnose die in 1991 bij Johannes Paulus II werd gesteld. Vast was komen te staan dat hij leed aan de ziekte van Parkinson. In februari 2005 werd hij naar het ziekenhuis gebracht wegens ademhalingsmoeilijkheden. Hij stierf op 2 april in zijn appartement in het Apostolisch Paleis van Vaticaanstad. Wereldziekendag 2013 was gedenkwaardig omdat op deze dag paus Benedictus XVI bekendmaakte dat hij op 28 februari van dat jaar zou aftreden. De reden die hij opgaf was dat hij fysiek niet meer was opgewassen tegen de zwaarte van het ambt.
Een kostbare schat
Eén van de meest gehoorde en geschreven wensen rond Nieuwjaar is de wens voor een goede gezondheid. We wensen het anderen en onszelf veelvuldig toe en voegen er vaak aan toe dat dan de rest ook wel zal gaan. We zeggen dit vanuit de gedachte dat het omgekeerde zo waar is: er gaat niets meer als de gezondheid het laat afweten. Hoe meer jaren we op onze teller krijgen hoe meer we gaan beseffen dat een gezond lichaam en een gezonde geest belangrijk zijn. Ze worden letterlijk van levensbelang. Gaandeweg kreeg onze gezondheid al eens wat deuken. Sommigen kan je wel terug weg werken maar anderen blijven chronisch aanwezig en gaan wegen op onze mentale gezondheid. Dan beseffen we ten volle hoe lichaam en geest samenhangen, het éné werkt in op het andere en omgekeerd.
‘Mens sana in corpore sano’
‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’, of in het Latijn ‘Mens sana in corpore sano’, is een bekend motto. Het staat voor het ideaal van de veelzijdigheid. Een mens is maar gezond als hij zowel intellectueel als sportief bezig is. Omdat dit motto meestal in het Latijn geciteerd wordt, gaat haast iedereen ervan uit dat het rechtstreeks uit de Oudheid stamt. Dit is echter een misverstand. De zin werd voor het eerst in deze betekenis gebruikt in 1861 door de Engelsman John Hulley, als het motto voor zijn Liverpool Athletic Club. Dit motto paste bij de elitaire negentiende-eeuwse visie op de sport die zich in Engeland ontwikkelde. Op de Engelse kostscholen kregen de rijke jongens naast een intellectuele ook een gedegen sportieve opvoeding, naar het ideaal van de veelzijdigheid. In de oudheid werd ‘Mens sana in corpore sano’ slechts eenmaal neergeschreven, door de dichter Juvenalis. “Orandum est ut sit mens sana in corpore sano”, schreef hij, “Een mens moet bidden voor een gezonde geest in een gezond lichaam.” Hij had het echter helemaal niet over sport. John Hulley haalde het zinnetje uit zijn context. In zijn nieuwe betekenis wordt deze zin sinds het einde van de negentiende eeuw in de mond genomen door sportliefhebbers over de hele wereld.
Boodschap van paus Franciscus
Jaarlijks publiceert de paus een boodschap voor deze dag. Dit jaar verbindt paus Franciscus de Wereldziekendag met het synodaal proces. “Wanneer we op reis gaan met anderen is het niet ongewoon dat er iemand ziek wordt, moet stoppen vanwege vermoeidheid of tijdens de reis een ongeluk krijgt.” Juist op zulke momenten zien we of we werkelijk met elkaar onderweg zijn. Nu de hele Kerk het synodale pad bewandelt, nodigt de paus ons uit te reflecteren op het gegeven dat we door de ervaringen van kwetsbaarheid en ziekte leren samen op te trekken op de manier van God: zijn stijl is die van nabijheid, barmhartigheid en tederheid. Ervaringen van ziekte en zwakheid vormen een onderdeel van de reis van de mens. Deze brengen ons in het centrum van Gods aandacht.
“Door kwetsbaarheid en ziekte leren samen op te trekken.”
De paus concludeert dat de hedendaagse cultuur weinig ruimte laat voor menselijke zwakheid. Wanneer leed ons treft, voelen we ons verlaten. We vinden het moeilijk om in de vrede van de Heer te blijven wanneer onze relatie met anderen en onszelf beschadigd is. De paus komt terug op zijn encycliek “Fratelli tutti” waarin hij ons aanspoort de parabel van de barmhartige Samaritaan opnieuw te lezen. De Kerk moet zich steeds meten aan dit evangelisch voorbeeld zodat zij zich ontwikkelt tot een echt ‘veldhospitaal’.
“Zorg voor hem”
We citeren nog even uit zijn boodschap: “’Zorg voor hem’ (Luc. 10, 35) is het dringende verzoek van de Samaritaan aan de herbergier. Jezus zegt dit opnieuw ook tot ieder van ons en spoort ons uiteindelijk aan “Ga, en doe ook jij zo”. Zoals ik in Fratelli tutti heb onderstreept, “laat de parabel ons zien met wat voor initiatieven men een gemeenschap kan vernieuwen, uitgaande van mannen en vrouwen die zich identificeren met de broosheid van anderen, die het niet toelaten een maatschappij van uitsluiting op te bouwen, maar naaste worden en de gevallen mens weer oprichten en rehabiliteren, opdat het welzijn gemeenschappelijk is” (nr. 67). Immers, “wij zijn gemaakt voor de volheid die men alleen in de liefde bereikt. Onverschillig leven tegenover verdriet is geen mogelijke optie” (nr. 68). Laten wij ook op 11 februari 2023 kijken naar het heiligdom van Lourdes als naar een profetie, een les die midden in de moderniteit aan de Kerk wordt toevertrouwd. Niet alleen is wat functioneert van belang en niet alleen telt wie produceert. De zieke mensen staan in het middelpunt van het volk van God, dat samen met hen onderweg is als een profetie van een mensheid waarin ieder kostbaar is en niemand afgedankt mag worden. Ik vertrouw ieder van u die ziek bent, toe aan de voorspraak van Maria, Heil der zieken; u die zorg voor hen draagt in het gezin, met werk, in onderzoek en als vrijwilliger; en u die zich ervoor inzet om persoonlijke, kerkelijke en burgerlijke banden van broederschap aan te knopen. U allen doe ik van harte mijn apostolische zegen toekomen.”
Zorg voor mekaar
Laten we met die zegen zorgen dragen voor mekaar. Laten we die zorg ook toe voor onszelf, want dat is soms nog het moeilijkste: vragen dat je hulp nodig hebt. Zoals ik onlangs las in het prachtige, ontroerende boek De jongen, de mol, de vos en het paard van Charlie Mackesy: “wat is het moeilijkste woord dat je ooit hebt gezegd?” vroeg de jongen. “Help” zei het paard’.
Tweetalige ziekennamiddag in Anderlecht
Naar aanleiding van de Wereldziekendag is er op 11 februari om 14.30 u. een tweetalige eucharistieviering met de mogelijkheid om de ziekenzalving te ontvangen in de kerk van St. Jozef (Radplein). Daarna volgt een gezellig samenzijn in het Gildenhuis, Korte Wolvenstraat 57. Graag inschrijven bij pastor Guido Vandeperre, 0474 927 077. Gelieve bij inschrijving ook aan te geven of u vervoer wenst en of u het sacrament van de ziekenzalving wil ontvangen. Als u zelf aan andere personen denkt die zouden willen komen, geef dan gerust hun naam en adres door.
Pastor Guido
Kerk en Leven 2023 nr: 05
Feest van licht en ontmoeting: Maria Lichtmis
Vanaf Lichtmis lengen de dagen, zeggen we in de volksmond en daar zit altijd veel waarheid in. Maar in die uitspraak zit nog een diepere waarheid verscholen: de nacht wordt korter, er schijnt meer licht. Het grijze, het donkere wordt teruggedrongen, onze hoop en onze moed groeien weer.
Ook licht in de liturgie
In ons geloof gaat het zo dikwijls over licht. Met Kerstmis, op het donkerste van het jaar vieren we dat grote gebeuren, dat God zijn licht over ons laat opgaan voorgoed in de geboorte van Jezus, zijn Zoon, onze broeder. Die aandacht voor het licht vinden we nu ook terug met het feest van Maria Lichtmis of de Opdracht van Jezus in de tempel. Vandaag gaat het weer uitdrukkelijk over licht. 5 mensen worden belicht: een oude man, Simeon, de oudere vrouw Hannah en 2 jonge mensen Maria en Jozef en hun kindje Jezus. We zien de kring van het familieleven: de kring van de grootouders, ouders en kinderen.
De ogen van een kind
Binnen dat leven is een klein kindje het mooiste wat het leven ons kan laten zien. God kijkt door de ogen van zo’n kind, want zelf ziet het nog niet echt. Het is zo onbevangen, open, ontvankelijk voor alles wat komen gaat. Gods licht straalt uit de ogen van zo’n kind op zijn ouders, opdat ze zichtbaar worden en het kindje hen kan zien. Op iedereen die nog het kindje wil zien, en wie wil er geen klein kindje bewonderen?
God heeft ten volle gekeken door de ogen van een kind.: Jezus. Hij heeft op ons een licht gelegd dat nooit meer dooft. “Laaiend vuur, het dove niet” zingen we in het lied ‘Dat het licht in ons mag blijven branden’. Jezus is voor ons als een licht dat straalt voor ons op de weg om niet te struikelen. In de voorbije winterweken hebben we dikwijls licht aangestoken, om het gezellig te maken, maar vooral om te kunnen kijken, mekaar te kunnen zien en ontmoeten. We willen zelf ook licht zijn voor onze kinderen en kleinkinderen opdat ze hun weg zouden vinden in het leven.
Simeon en Hannah
Naar dat licht keken Simeon en Hannah uit. Ze vormen het beeld van de grootouders, hoewel ze het niet echt waren. Mensen die de hoop bewaarden, ook al staan ze in de avond van hun leven. Simeon, de oude man wil niet doodgaan zonder hoop, hij wil het licht zien. Hij houdt de ogen vast van een God die kijkt naar mensen. Hannah, de vrouw die niet door het leven werd gespaard maar ze bleef verwachten en dienen. Twee mensen met dewelke we soms veel gelijkenis vertonen als het leven ons niet spaart. Zij nodigen ons uit om de hoop dan niet te verliezen en te geloven dat God toch met ons toekomst wil maken. We weten dat wie de hoop verliest misschien ook de liefde en het geloof verliest. Simeon en Hannah zien het voor hun ogen gebeuren: een man, een vrouw en een kind, beeld van wat mogelijk is met mensen die zich door God laten bekijken, die aan God en aan mekaar gegeven zijn, beeld van toekomst waarop ze hebben gewacht. Die durven zeggen: “mij geschiede naar uw Woord”.
In de kinderen ligt ook onze hoop, onze verwachting voor de toekomst. Als we met Lichtmis een kaars aansteken is dat met die verwachting en die hoop, eigen aan Jozef en Maria, in het leven staan dat je kind een toekomst mag hebben, open staan voor wat komt, voor wat zich aandient.
Hopen en verwachten
Dit is wezenlijk in ons geloof: hopen, verwachten, open op wat iemand anders, op wat God in ons leven mag doen. Als we zeggen: ”ik heb alles al gezien en meegemaakt, mij hoef je niets meer te leren”, dan sluiten we ons af, is er geen toekomst. Openheid, dan kan God de ruimte van ons hart vullen en kunnen er in ons leven wonderlijke dingen gebeuren. Als we onze kinderen met die openheid laten opgroeien bloeien ze open en gebeuren er soms wondere dingen in hun leven, komt wat in hen in aanleg al zit tot volle ontplooiing in hun leven en zullen anderen er mee mogen van genieten. Niet alleen naar onze kinderen toe is dat belangrijk maar ook naar elke mens die met ons in aanraking komt en die iets zal mogen ervaren van de hoop die in ons leeft.
Licht verspreiden
We kennen de koude en het donker van de wereld. Alleen mensen kunnen voor elkaar de koude omvormen tot warmte, alleen mensen kunnen getuigen van het licht dat Jezus zelf is. Alleen mensen zijn in staat om hier en daar fakkels van hoop aan te steken die de toekomst dichterbij brengen. Laten we de kaars van ons leven laten branden opdat andere het licht van de hoop zouden blijven zien. Op Lichtmis krijgen we het licht mee om daar waar het koud en donker is, warmte en licht te brengen, om zo een teken te zijn van Gods liefde voor mensen.
graag nog onderstaande tekst van Anneke Van Wijngaarden rond licht.
Pastor Guido
Zonder licht
Zonder licht geen schaduw,
zonder licht geen dag,
zonder licht geen donker;
iedereen van slag.
Zonder licht geen blijdschap
zonder licht geen groei.
Zonder licht is alles somber;
niets staat dan in bloei.
Zonder licht geen uitzicht,
zonder licht is er niets aan.
Zonder licht geen hand voor ogen.
Weet je niet waar je moet gaan.
Zonder licht geen zomer,
zonder licht word je gauw bang.
Zonder licht duurt alles altijd even lang.
God heeft daarom eerst het licht voor ons aangedaan.
Daarna kon het leven komen;
scheen de zon en ’s nachts de maan.
Maar bij licht hoort altijd donker,
naast de vreugde ook verdriet.
Weet, het licht zal altijd winnen,
ook al denk je soms van niet.
Anneke Van Wijngaarden
Kerk en Leven 2023 nr: 04
EEN HEILIGE VOOR HET ‘GEWONE LEVEN’
In de laatste tien dagen van januari viert de Kerk een aantal heiligenfeesten. Daaronder een paar waarover we al eerder schreven: de bekering van Paulus, Timoteüs en Titus en ook Johannes Bosco. Bij deze laatste haalden we aan dat Don Bosco en degenen die hij rond zich verzamelde, zich op Franciscus van Sales inspireerden en zo Salesianen genoemd worden. Vorig jaar was het 400 jaar geleden dat Franciscus van Sales overleed en op 24 januari viert de kerk zijn feestdag. Wie was deze man en waarom stelt de Kerk hem als voorbeeld door hem heilig te verklaren?
Sales
François werd in 1567 geboren op het slot Sales bij Annecy (in de Savoie in Frankrijk) als telg van een Frans gravengeslacht. Na studies in Parijs en Padua trad hij tegen de zin van zijn vader toe tot de geestelijke stand. In 1593 werd hij priester gewijd. Zijn pastorale opdracht was het herstel van het katholieke geloof in de provincie Chablais. Daar had de calvinistische Reformatie snel om zich heen gegrepen. Door zijn prediking wist hij velen in de Katholieke Kerk terug te brengen.
Bisschop
François werd in 1602 benoemd tot bisschop van Genève. Hij beschouwde het als zijn belangrijkste taak om de hervormingen van het Concilie van Trente (1545-1563) door te voeren. Dat hield in: een gedegen intellectuele en spirituele vorming van priesters en een grondige catechese voor de gelovigen.
Boek Inleiding tot het devote leven
In 1608 publiceerde hij Introduction à la vie dévote ('Inleiding tot het devote leven'). Dit boek wordt beschouwd als een van de belangrijkste bronnen van christelijke spiritualiteit van na de middeleeuwen. Daarin benadrukte François de Sales het belang van een persoonlijke geloofsbeleving en de intieme liefdesrelatie van de individuele gelovige met God. Echt vernieuwend voor de tijd waarin het gepubliceerd werd (1609) is de gedachte dat je helemaal aan God kan toebehoren zonder in het klooster te gaan, maar gewoon in de stad, met een huishouden of aan het hof. Het is een persoonlijk begeleidingsboek voor Godzoekers. Of zoals Franciscus ze zelf noemt: op God verliefde zielen. De uitbreiding van de oproep tot heiligheid tot leken is een van de redenen waarom paus Pius IX Franciscus van Sales uitroept tot kerkleraar. De gedachte werkt door tot in onze tijd, onder meer via het Tweede Vaticaans Concilie.
Van pamflet tot boek,
Hoe kwam zijn boek dan tot stand? In 1594 kreeg Franciscus van Sales als jonge priester een moeilijke pastorale opdracht in Chablais, een streek ten zuiden van het meer van Genève. Daar waren sinds een generatie de calvinisten van Genève aan de macht. Het katholicisme was er verdwenen en de jonge katholieke priester werd er met argwaan en vijandigheid onthaald. De kinderen gooiden stenen naar hem op straat. Met zijn preken bereikte hij hooguit een handvol mensen. Daarom besloot hij pamfletten te schrijven die bij de mensen wekelijks onder de deur werden geschoven. Het waren korte geschriften die meteen tot de kern doordrongen, die het katholieke geloof verdedigden zonder anderen te kwetsen, met zwier en durf maar zonder versierselen. Hij wist hoe hij zijn publiek benieuwd kon maken. Het eerste blaadje eindigde met: ‘Wordt voortgezet in het volgend nummer.’ Later werden de pamfletten van Franciscus van Sales gebundeld met als titel Controversen.
Jeanne de Chantal
François onderhield een intense vriendschapsrelatie met baronesse Jeanne de Chantal, een jonge weduwe en moeder van zes kinderen. Samen met haar stichtte hij de Orde van de Visitatie. De Visitandinnen zijn zusters die zich toeleggen op gebed en liefdadigheid.
Kerkleraar en later patroon van katholieke pers
Op 28 december 1622 stierf bisschop François te Lyon aan een beroerte. Hij werd begraven in de kerk van de Visitatie te Annecy. Paus Alexander VII verklaarde hem heilig in 1665. Paus Pius IX riep hem in 1877 uit tot Kerkleraar.
In 1923 riep paus Pius XI Sint Franciscus van Sales in zijn encycliek Rerum omnium perturbationem officieel uit tot de patroon van de schrijvers. Omdat Franciscus heel wat artikelen schreef die hij in periodieken publiceerde, wordt hij beschouwd als de maker van de eerste katholieke krant ter wereld. Daarom wordt hij ook vereerd als beschermer van de katholieke pers en de journalisten. Vandaar dat de paus vanaf 1986 zijn boodschap bij gelegenheid van Wereldcommunicatiedag publiceert op 24 januari, de liturgische feestdag van Franciscus van Sales.
Belang van Franciscus van Sales
Zelf heb ik in mijn bibliotheek twee kleine boekjes rond deze heilige: Aanbevelingen voor een Christelijk Leven (1990) en Woorden van Vertrouwen (1978). Je vindt er teksten uit de geschriften van Franciscus zelf. Ze zijn bijeen gebracht en geschreven op een heel toegankelijke manier en zeer bruikbaar voor ons dagelijks leven als christen. Vooral het boekje rond de aanbevelingen is heel praktisch en bruikbaar. De titels van de hoofdstukjes vertellen het al: Beroep en levensstaat, Groot in het kleine, Volhouden, God in ons leven, Praktische deugden, Relatie tot een ander, Zeg iets goeds, Uiterlijk gedrag.
Een paar voorbeelden
Rond ontspanning: ‘Zo nu en dan moet je je lichaam en geest wat afleiding bezorgen door goede ontspanning. Dat heb je eenvoudig nodig. Zoek de frisse buitenlucht op, ga wat wandelen, praat vrolijk en blij met je vrienden, speel een stukje op je gitaar of een ander instrument of zing een lied (ik vind dit niet uit, het staat er letterlijk!). Om er goed gebruik van te maken heb je niets anders nodig, dan je gezond verstand, dat aan alle dingen hun eigen waarde, tijd en plaats geeft. Bij sport en spel moet je niet overdrijven…. Het gaat om het spel en niet de knikkers: maak van je ontspanning geen werk, maak van de afleiding voor geest en lichaam geen uitputtende karwei.’
Rond jezelf: ‘Zaai uw verlangens niet in de tuin van uw buurman, maar verzorg slechts uw eigen stukje. Probeer ook niet een ander te zijn dan u bent, maar streef ernaar zeer goed te zijn wat u bent…Wat hebt u eraan kastelen te bouwen in Spanje, als u in Frankrijk (voor ons zou dat dan België zijn) moet wonen? … Wij hebben de idee dat alles beter zou gaan als we maar in een ander schuitje zaten.’
Recente uitgaven
Voor wie een recentere uitgave zoekt zijn er de werken van Francien van de Beek (1951) Zij is de auteur van Heilige aandacht – meditatie oefeningen van Franciscus van Sales (2007) en Heilige liefde – wanneer uw wil en mijn wil samenvallen (2021). Ze besteedde een belangrijk deel van haar leven aan het bestuderen van meerdere religieuze tradities. Franciscus van Sales is immers haar patroonheilige.
Voor wie nog meer wil lezen
Wie nog meer wil weten over Franciscus van Sales kan ook terecht op deze site:
https://www.donbosco.be/franciscus-van-sales. U vindt er de bijdragen van Prof. Wim Collin, een Vlaamse Salesiaan die in Rome les geeft en het afgelopen jaar in het kader van 400 jaar Franciscus van Sales een maandelijkse bijdrage schreef over één van de facetten van de spiritualiteit van deze heilige. De moeite om deze praktische heilige wat beter te leren kennen.
Pastor Guido
Met dank aan de site van Kerknet en KRO-NCRV Nederland
Kerk en Leven 2023 nr: 03
DOE GOED, ZOEK RECHT !
Deze paar woorden uit de profeet Jesaja vormen het thema van de Gebedsweek voor de eenheid van de christenen die traditiegetrouw plaatsvindt van 18 tot 25 januari. Wereldwijd bidden christenen dan om de onderlinge eenheid. Dit jaar zal er in Anderlecht ook een ontmoetingsmoment zijn met verschillende kerken op 22 januari, de info daarover vind u op het einde van dit artikel. Eerst wat uitleg bij het thema van dit jaar.
Jesaja 1, 12-18
Het thema ‘Doe goed, zoek recht’, komt uit volgende Bijbeltekst van Jesaja:
‘En wanneer jullie voor Mij verschijnen –wie heeft je gevraagd mijn voorhoven plat te lopen? Houd op met die zinloze offergaven. Ik heb een afschuw van jullie wierook; jullie feesten, nieuwemaan en sabbat, ik duld ze niet naast al dat wangedrag.
Van jullie nieuwemaan, van ál jullie feesten heb Ik een afkeer, ze hinderen Mij, Ik kan ze niet langer verdragen. Wanneer jullie je handen opheffen, wend Ik mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister Ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Breek met het kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, kom op voor wezen, sta weduwen bij.
De Heer zegt: Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol.’
Vanwaar dit thema?
We nemen hier de tekst over van de brochure die uitgegeven werd door het ICB (Interkerkelijk Comité voor Brussel):
In de jaren 1840 werden kerkdeuren in Noord-Amerika rood geverfd als geheim teken dat daar een veilige schuilplaats was voor ontsnapte slaven als onderdeel van de ‘Underground Railroad’; De rode kleur verwees naar Exodus 12.23, waar de Hebreeuwse slaven hun deuren rood hebben geschilderd met het bloed van een lam, zodat de plaag des dood over hun woningen zou passeren. Uiteindelijk liet de Farao uiteindelijk de Israëlieten vertrekken.
Het thema ‘Doe het goede; zoek gerechtigheid’ (Jes. 1:17) werd gekozen door de Minnesota Council of Churches als reactie op de moord op George Floyd waaruit blijkt het dat decennia na de afschaffing van de slavernij het raciale onrecht voortduurt in Amerika. Helaas herinnert de dood van Leuvense student Sanda Dia in 2018 ons eraan dat raciaal onrecht ook in België aanwezig is. De gebedsweek voor christelijke eenheid is een tijd voor ons om uit te spreken dat we er niet in zijn geslaagd om ‘het goede te doen’ en om ons ertoe te engageren om samen ‘gerechtigheid te zoeken’.Het is opmerkelijk dat de gebeden en meditaties dit jaar zijn niet beperkt tot een kwestie van ‘zwart versus wit’. Ze nodigen ons uit om ons bewustzijn te vergroten, om de behandeling van inheemse volkeren opnieuw te bedenken, evenals om voor de vreemdeling te zorgen, de wees te verdedigen en voor de weduwe te pleiten.
Waarom Oecumene ?
De oecumene is essentieel voor deze taken omdat we de noden van Gods volk het best kunnen dienen wanneer het hele Lichaam van Christus samenwerkt. Bijvoorbeeld de Underground Railroad was oecumenisch. Verschillende kerken boden voormalige slaven een veilige plaats aan. Ze verstopten ze in pastorieën, biechtstoelen of kerkbanken waarbij ze vaak hun eigen veiligheid op het spel hebben gezet omdat ze iedere mens als kind van God hebben beschouwd, ongeacht huidskleur. En omdat God zei: “Doe het goede; zoek gerechtigheid.”
Oecumene is nodig omdat elke kerk divers is. Elke kerk heeft ook zijn eigen strijd met onrecht waarvoor berouw en genezing nodig zijn. Daarin kunnen wij elkaar helpen. Jesaja’s boodschap richtte zich tot de hele natie als gemeenschap en niet alleen voor individuen. Evenzo verzet de oecumene zich tegen afzondering. Door samen te werken kunnen we beter zorgen voor mensen aan de buitenkant van de samenleving.
Laten we samen de strijd voor gerechtigheid aangaan, zodat alle mensen van elke kleur op een dag kunnen mee kunnen zingen met de woorden van het oud spirituele lied dat werd beroemd door Martin Luther King Jr.: “Free at last, free at last, thank God almighty, we are free at last!” (Eindelijk vrij, eindelijk vrij, dank God almachtig, we zijn eindelijk vrij” African-American spiritual song) ‘.
Gebed en ontmoeting
In vele steden in België vinden er gebedswaken en ontmoetingen plaats waar christenen van de verschillende Kerken uitgenodigd worden om samen te bidden, ook in Anderlecht.
De laatste jaren zijn er verschillende christelijke gemeenschappen in Anderlecht bij gekomen. In de St-Jozefkerk komt op zondagnamiddag een Oekraïense gemeenschap vieren; in de vroegere kerk Sint-Bernadette heeft nu een evangelische, Italiaanse sprekende gemeenschap haar thuis gevonden. Daarnaast hadden we al de Pools-Orthodoxe gemeenschap in de kerk St-Gerardus in Neerpede, de Roemeens-Orthodoxe gemeenschap in de vroegere OLV van het Heilig Hartkerk in de Norbert Gillelaan. Samen met de twee pastoralen van de Katholieke Kerk (Frans- en Nederlandstalige) organiseren al deze christengemeenschappen u uit op een Gemeenschappelijk gebedsmoment gevolgd door een gezellig samenzijn (breng iets mee om te drinken of te eten om samen te delen). Alles gaat door op zondag 22 januari om 15u in de kerk van Woord van Genade,( Parole de Grâce) Itterbeekselaan 423 (vroegere St-Bernadettekerk). Van harte welkom om samen te bidden voor de eenheid onder de christenen en kennis te maken met de andere gemeenschappen.
Pastor Guido, met dank aan de brochure van het Interkerkelijke Comité van Brussel
Kerk en Leven 2023 nr: 02
TIJD DOOR HET JAAR
Bij het lezen van deze tekst is de Kersttijd geëindigd en zijn we weer de ‘tijd door het jaar’ ingestapt. De kerstboom is ontmanteld, de slingers en kerstballen opgeborgen, de kerststal veilig ingepakt. Het gewone kerkelijke leven herneemt zijn alledaagse ritme met ‘gewone’ weken tot 22 februari waarbij we op Aswoensdag een nieuwe sterke tijd beginnen.
Terug naar het gekende ritme.
Vaak hoor je mensen wel eens zeggen: ‘ik wou dat deze dagen al voorbij waren’. Dan bedoelen ze de dagen van Kerstmis en Nieuwjaar. En dat dan omwille van allerlei redenen: de drukte, het moeten kopen van allerlei geschenken, het vele eten en drinken, de opgeklopte vrolijkheid, de dagen die pijnlijker of eenzamer aanvoelen omdat geliefden er niet meer bij zijn, het andere ritme enz.. Allemaal redenen waar we kunnen inkomen maar wellicht is de laatste wel eentje die doorweegt. Vaak verlangen we naar het gewone ritme van elke dag. Het is vertrouwd en gekend, daardoor geeft het rust in tegenstelling tot de feestdagen die ons leven wat overhoop halen.
Goede voornemens
Een nieuw jaar gaat vaak gepaard met de intentie om sommige dingen anders te doen en we nemen ons allerlei dingen voor. Hebben we bij dit nieuwe jaar voornemens gemaakt en welke waren het dan? Kleine of grootse plannen om één of ander aspect van ons leven anders aan te pakken? Of gewoon verder doen en hier en daar wat bijsturen indien nodig? Het is mooi en verdienstelijk om goede voornemens te maken bij het begin van een nieuw jaar maar vaak worden ze niet uitgevoerd of worden ze weer opgeborgen en verzanden we na een tijdje in de oude gewoontes.
En toch anders
En toch zal dit jaar niet gelijk aan het oude zijn. Stel je voor, schrijft Kolet Janssen in haar blog, dat we de keuze hadden om een nieuw jaar in te stappen of het oude jaar over te doen maar dan met meer wijsheid? Hoe zou dat zijn?, vraagt ze zich af. Zouden we dan wakker liggen op de vooravond van 24 februari, vóór het uitbreken van oorlog? Elk jaar is weer anders, besluit ze en daarin kunnen we haar bijtreden. Ook al herhaalt de geschiedenis zich, zoals we vaak zeggen, elk jaar brengt nieuwe dingen.
Wat zal het nieuwe jaar ons brengen?
Dat is de hamvraag en niemand kent er het antwoord op. Gelukkig maar, niet? Stel je voor dat je nu al zou weten dat een familielid of goede vriend op die bepaalde datum tijdens het komende jaar zou overlijden. We zouden met angst naar de die datum toeleven en het verdriet zou ons al weken vooraf verteren. Gelukkig dus dat we niet weten wat er op ons afkomt. Het niet kennen van de toekomst doet ons ook hopen dat het op een aantal vlakken beter zal gaan. Hopen dat we wijzer worden en gaan handelen om onze moeder aarde te beschermen om zo nog meer natuurrampen af te wenden. Dat we meer gaan ijveren voor vrede omdat we gaan beseffen zijn hoe wreed de afwezigheid van vrede kan zijn en er een oorlog uitbarst. Dat we meer en meer gaan beseffen dat elk groot conflict ook zijn weerslag heeft op ons dagelijks bestaan. Dat de kloof tussen rijk en arm moet verkleinen. En zo kunnen we nog een eindje doorgaan.
Gaan in vertrouwen
Een nieuw jaar instappen laat ons ook geloven dat we een aantal dingen zelf kunnen bepalen en dat is ook zo. Heel wat dingen hangen van onszelf af en veel anderen net niet. Om daar mee om te gaan grijp ik nog eens terug naar het bekende gebed dat de Anonieme Alcoholisten gebruiken:
God, schenk me
kalmte om te aanvaarden wat ik niet kan veranderen,
moed om te veranderen wat ik wel kan veranderen
en wijsheid om het verschil hiertussen te zien.
Het gebed werd wel eens toegeschreven aan Franciscus van Assisi en diverse anderen, ook buiten de christelijke traditie. Maar meestal verwijst men naar de Amerikaanse protestantse theoloog Niebuhr die het gebed in 1934 begon te gebruiken in de kerkdiensten waarin hij voorging. Wie het ook ooit als eerste gebruikte is minder belangrijk, de wijsheid die het bevat kan ons helpen om in dit nieuwe jaar om te gaan met alle gebeurtenissen die op ons af zullen komen. En dat zullen er weer heel wat zijn, positieve en minder positieve, zoals de onderstaande tekst weergeeft.
Laten we in vertrouwen op weg gaan en de kansen aangrijpen om samen meer mens te worden, bewogen en solidair en zo dichter bij God te komen.
Pastor Guido
Ritme van het leven
Een mensenleven is zo wonderlijk, zo onbegrijpelijk
Jaar in jaar uit, dag in, dag uit, beweeg je jezelf tussen de mensen en de dingen.
Sommige dagen schijnt de zon en je weet niet waarom.
Je bent tevreden.
Je ziet de mooie en de goede kanten van het leven.
Je lacht, je dankt, je danst.
Je werk gaat vlot.
Iedereen is vriendelijk tegen je, je weet niet waarom.
Misschien heb je goed geslapen,
misschien heb je een goede vriend gevonden en voel je je geborgen.
Je zou de tijd van vrede en diepe vreugde willen laten voortduren.
Maar ineens verandert alles weer.
Het is alsof een te hevige zon de wolken aantrekt.
Er komt een soort droefheid over je, die je niet kunt verklaren.
Je ziet alles weer zwart.
Je denkt dat anderen niets meer van je moeten hebben.
Je zoekt in een kleinigheid een reden om te klagen, te kankeren, jaloers te zijn en verwijten te maken.
Je denkt dat dit zo zal voortgaan, dat deze stemming niet zal wijken.
En je weet niet waarom.
Misschien ben je moe; je weet het niet.
Waarom moet het zo zijn?
Omdat de mens een stuk natuur is, met lentedagen en herfstdagen,
met de warmte van de zomer en de kou van de winter.
Omdat de mens het ritme van de zee volgt: eb en vloed.
Omdat ons bestaan een voortdurende repetitie is van ‘leven’ en ‘sterven’.
Als je dit begrijpt, kun je vol moed en vertrouwen verder.
Want dan weet je dat na elke nacht weer een nieuwe morgen komt.
Als je dit aanvaarden kunt, zul je door dit regelmatig ‘op’ en ‘neer’ steeds dieper en vreugdevoller gaan leven.
Van op de website van Vitaberna
Kerk en Leven 2023 nr: 01
De Openbaring van de Heer
Op 6 Januari viert de Kerk het feest van de “Openbaring van de Heer”, beter gekend als “Drie Koningen”. Het wordt ook genoemd “epifanie”, wat betekent ‘naar buiten komen’, ‘verschijnen’. Het is dus het feest waarop we vieren het feit dat God in de gedaante van Jezus is verschenen. Het feest van Drie Koningen is verbonden met dat van het Doopsel van Jezus in de Jordaan, en zijn eerste mirakel op de bruiloft van Kana. De ster, het doopsel, en het wijnwonder zijn de eerste tekenen waaraan Jezus als Zoon van God werd herkend en vormen daarom een soort van drievoudig feest. Wat betekenen deze tekenen voor ons vandaag?
De ster
We volgen allemaal wel een of andere ster in ons leven, zij het een object, een persoon, een gedachte, of wat dan ook. Leven zonder een ‘ster’ is een zinloos leven. Maar de helderheid van de ster, dat wil zeggen de kwaliteit van ons doel, is ook belangrijk. We weten dat het zoeken naar geld, faam, macht, geeft maar een tijdelijke voldoening. Zeer snel (meestal toch) hebben we door dat dit niet echt gelukkig maakt en gaan we op zoek naar een nieuwe job, een echte partner, de juiste plek om te leven. Zo gaan de drie Koningen ook op zoek, ook al hebben ze alles wat een mens zou wensen. En wat zoeken ze? Een mens die de wereld gaat veranderen, die een hemel op aarde zal bouwen, die God’s liefde en inzicht zichtbaar zal maken.
Wat kreeg het kindje Jezus dan van hen? Goud van Melchior, wierook van Balthasar, en mirre van Caspar. Goud staat voor de koninklijke status van Jezus, wierook voor zijn goddelijkheid, en mirre voor zijn toekomstig lijden. Doden werden met mirrezalf ingewreven. Maar misschien belangrijker dan dit is het feit dat ze iets waardevols offeren. Zo moeten ook wij iets offeren (opgeven) om echte volgelingen van Jezus te kunnen zijn en het hoogste doel in leven te verkrijgen, kennis van God’s liefde voor de mensen en onze eigen heiligheid.
Het doopsel
Een volwassen doopsel heeft een ander karakter als dat van een kind. Bij een kinderdoop zijn het de ouders die in naam van het kind het geloof aannemen, met de vaste hoop dat het kind dit geloof zelfstandig zal doorzetten als het opgegroeid. Bij een volwassendoopsel is het geloof al aanwezig en de wil om het ook “vorm” te geven in het leven. In een volwassendoopsel zijn dan ook doopsel, eerste communie, en vormsel tegelijk aanwezig. Bij doopsel en vorming wordt chrisma, dat bestaat uit olijfolie en balsem, toegebracht. Chrisma wordt ‘Myron’ genoemd in de Orthodoxe kerk. We vinden hier dus een van de geschenken van de Drie Koningen, namelijk de geurige mirre terug in onze huidige liturgie. De mirre staat voor de liefde die we hebben voor de figuur van Jezus Christus, zoals Maria Magdalena de voeten van Jezus ermee inzalfde. Het is die liefde dat door het doopsel en vormsel aangewakkerd wordt in de persoon.
Het wijnwonder
Op de bruiloft van Kana toont Jezus zijn goddelijkheid voor het eerst door het mirakel van het veranderen van water in wijn. Hij deed dit op vraag van zijn moeder, en om de gastheer niet in verlegenheid te brengen met het tekort aan wijn. Dit wijnwonder vormt het begin van het publieke leven van Jezus om de taak die hij van God had meegekregen te volbrengen. Het vormsel is het moment dat een mens bewust wordt van zijn of haar goddelijke taak in deze wereld. Iets dat belangrijker is dan geld verdienen, faam verwerven, of macht uitoefenen. Natuurlijk kan het goed zijn dat met onze ‘roeping’ geld, faam en macht mee te maken heeft, maar de essentie is dat men vanuit de goddelijke natuur leeft, en niet van een al te menselijke beweegreden. De twee naturen van Jezus, namelijk zijn goddelijkheid en menselijkheid, delen wij ook, maar bij ons zijn deze nog niet in balans. Soms zijn we lief als engeltjes, en kort erop ervaren we dat er nog een ‘beestje’ in ons zit. We kunnen ons mens-zijn niet uitsluiten, maar we kunnen wel trachten meer menselijk te zijn. In onze menselijkheid komt onze goddelijkheid tevoorschijn. Bij Jezus was dat al duidelijk van bij zijn geboorte, maar bij ons kan het soms lang duren.
Sacramenten
Epifanie wordt in de Oosterse kerk “theofanie” genoemd. Dit maakt nog sterker duidelijk dat de drie tekenen van ster, doopsel, en wijnmirakel, de goddelijkheid van Jezus naar buiten brachten. Jezus heeft daarna nog vele grote tekenen gesteld, de grootste wellicht zijn lijden, dood, en verrijzenis. Verschillende van die tekenen zijn de basis voor onze sacramenten geworden, de meest zichtbare natuurlijk het doopsel zelf. Het woordje ‘sacrament’ komt van het Latijn ‘sacrare’, wat betekent ‘heiligen’, en is de vertaling van het Griekse woord ‘mysterie’. Een ‘mysterie’ is alles waar God in deze wereld verschijnt. Thomas Aquinas heeft de sacramenten tot zeven beperkt om ermee de belangrijke momenten in het leven te heiligen, maar in wezen was alles waar het goddelijke zichtbaar wordt ‘heilig’. Zo willen moderne lekentheologen in de Nederlanden terug opkomen voor “de heiligheid in het alledaagse”. Het is niet alleen in wonderen dat we God’s aanwezigheid ervaren, maar ook in de liefde dat een moeder geeft aan het maken van het avondeten, in de schoonheid van een sneeuwlandschap, of in de glimlach van een kind. Deze ‘heiligheid’ zichtbaar maken in en rondom zichzelf is “de roeping van elke gedoopte” (Johannes Paulus II, 15 April 2004).
Pastor Peter