Met danken gaat het als met vergeven, er staat geen rem op, je kan het niet genoeg doen.
Als Jezus aan Petrus antwoordt: “Niet tot zeven maal, maar tot zeventig maal zeven maal moet je vergeven” dan bedoelt Jezus niet te zeggen: 490 keer. Jezus wil hier niet leren vermenigvuldigen en geen les geven in rekenkunde. Hij gebruikt hier gewoon de symboliek van de cijfers in de Bijbel, want 7 is een heilig getal, is eigenlijk de volmaaktheid. Dus, we moeten altijd vergeven, steeds weer opnieuw, zonder voorwaarden en zonder grenzen.
Zo ook met dankbaarheid. Als je iemand wil bedanken voor een geschenk of voor de uitnodiging voor een feest, dan beperkt zich dat niet tot dat ene moment of die ene dag.
Neen, danken is een levenshouding.
Ik wil het vervolg van dit artikeltje dan ook in de vorm gieten van een dankgebed.
Dank, Heer, voor de bloemen op mijn weg. Ze zijn klein, soms loop ik eraan voorbij,
maar ze geven kleur aan mijn leven.
Dank voor de mensen die zijn als bloemen.
Het zijn misschien maar voorbijgangers, maar zonder hen zou het maar grijs zijn.
Dank voor de vogels langs mijn weg. Ze fladderen zomaar voorbij,
te snel om iets tegen te zeggen, maar zij zijn de muziek op mijn weg.
Dank voor de mensen die zijn als vogels, ik ken ze vaak niet bij naam,
maar een glimlach of een bemoedigend woord geeft soms vleugels.
Dank voor de wegwijzers op mijn weg, ik kom ze hier en daar tegen,
op kruispunten of gewoon langs de weg om te bevestigen dat ik de juiste richting uitga.
Dank voor de mensen die zijn als wegwijzers,
zonder hen zou ik soms niet weten waarheen te gaan.
Dank voor de ‘lastdieren’ die mee mijn weg afleggen.
Ze gaan soms wat voor mij, achter mij of langs mij,
maar ze zijn er steeds als ik wat wil rusten.
Dank voor de mensen die zijn als lastdieren. Neen, ze zijn niet lastig,
ze zijn als trouwe tochtgenoten die mij over mijn weg dragen waar nodig.
En dank voor de zon, want zij geeft licht, warmte en kracht om te leven.
Dank, Heer, om Jezus uw Zoon. Hij is als de zon.
Hij is het Licht, de Weg, het Leven.