Over een paar dagen is het zover en starten we de Advent. Elk jaar kijk ik uit naar deze komende periode, rijk aan symboliek, met sterke lezingen op zondag en het samen toeleven naar de komst van het Kerstekind. Net zoals toekomstige ouders zich weken en maanden voorbereiden op de geboorte van hun kindje willen wij als christenen ons hart gereed maken opdat de Vorst van Vrede erin geboren kan worden. En vrede is er meer dan ooit nodig, in onze stad, in onze wereld. Het vraagt wat tijd, meer dan een paar dagen om ons op die golflengte van God te stellen en voor te bereiden op zijn komst.
“Advent’ komt van het Latijnse ‘adventus’. Je mag het vertalen als ‘nadering’ of ‘aankomst’. Er zit dus iets beweging in, een weg die afgelegd moet worden om ergens aan te komen, of de ‘aankomst’ van Christus mee te maken. Bijna vier weken krijgen we daarom de tijd om toe te leven naar de komst van Jezus. We hoeven die weg niet alleen te gaan. We krijgen verscheidene gidsen mee: kleine en grote profeten die ons zullen begeleiden. Net nu we de ‘kleine profeten’ lezen in het Bijbelleerhuis komen er een paar ons vergezellen tijdens de zondagslezingen in dit C-jaarprofeten mee: Baruch, Sefanja en Micha naast de grote Jeremia waarmee we zullen starten. Zij moedigen ons aan met hun boodschap van hoop en gerechtigheid. Het wordt niet alleen een toegroeien naar Kerstmis maar ook een groeien in liefde om onze wereld meer solidair en rechtvaardig te maken.
Jeremia op de 1e zondag
Hij geeft ons een boodschap van de Heer, dat er iemand uit de lijn van David zal geboren worden die het land rechtvaardig en eerlijk zal besturen. ‘Jeruzalem zal heten: Heer, onze gerechtigheid‘. En gerechtigheid betekent dan leven in een juiste relatie tussen de mensen onderling en tussen de mensen en God. Leven zoals God het vraagt. Anderzijds is hij de profeet die een perspectief van hoop geeft dat men na de ballingschap terug naar huis kan en dat een nieuw verbond met God kan gesloten worden met een nieuw hart en een nieuwe geest. Jeremia steekt ons in de Advent een hart onder de riem; dat er een hoopvolle toekomst is en we in onzekere tijden de moed niet mogen laten zakken.
Baruch op de 2e zondag
Eén van de kleinere profeten die we maar zelden horen in de liturgie. Men plaatst het boek in de tijd van de ballingschap (6e eeuw vóór Christus) en het behoort tot de wijsheidsliteratuur. Ook hier klinkt de roep tot gerechtigheid: ‘Jeruzalem, voor eeuwig geeft God u de naam: ”Vrede door gerechtigheid”… God leidt Israël in zijn licht’. Gerechtigheid is de weg van God bewandelen. Advent is zo’n tijd om ons leven meer op God te richten en ons te laten leiden door zijn liefde. Thuis komen bij Hem en zo bij onszelf.
Sefanja op de 3e zondag
Met deze profeet zitten we halfweg de Advent en dus mag de vreugde oplaaien want we komen dichter bij Kerstmis: ‘Jeruzalem, jubel van vreugde en wees blij. Het vonnis dat op u drukte werd door de Heer vernietigd. De Heer, de Koning van Israël blijft bij u. Gij hoeft nu geen onheil meer te vrezen.’ Advent is toeleven naar dat grote moment waarop God toont hoe dicht Hij wel bij ons wil zijn: in een mensenkind komt Hij onder ons wonen. Ongezien en ongehoord en daarom zo moeilijk aan te nemen door velen. Meer nog, Hij wil in ons hart komen wonen, niet in stenen bouwsels of paleizen. Bij God moeten we niet op onze tippen staan om gezien te worden. Hij zag ons al vóór we geboren waren.
Micha op de 4e zondag
De laatste profeet naar Kerst toe, wijst ons de weg: ‘Gij Betlehem, uit u zal geboren worden die over Israël zal heersen… Hij zal een man van vrede zijn’. In Betlehem zal de Messias geboren worden. Uit de kleinste van alle stammen van Israël zal de Redder komen. En Hij zal vrede brengen. Vrede die dikwijls zo ver af was voor het kleine volk, omgeven en vaak bedreigd door de grootmachten rondom. Micha klaagt de sociale ongelijkheid aan en de economische uitbuiting van de zwakken. Ook dat leert de Advent en Kerst ons, dat God het kleine en het ongeziene groot wil maken en met zijn licht beschijnen.
Johannes de Doper en Maria
Naast de profeten zijn er natuurlijk ook de twee figuren uit de evangelies, Johannes de Doper en Maria, die ons naar Kerst toe begeleiden.
Johannes ging Jezus vooraf door het pad voor diens komst te effenen. Vandaag doet hij niet anders: hij roept ons op tot een weg van bekering. Terug naar de kern van ons geloof en daar hoort de roep om gerechtigheid helemaal thuis. Hij nodigt ons uit om ons naar onze naaste te keren.
Geen kind zonder moeder die het leven geeft en zo is Maria de laatste in de rij die ons bij Jezus zal brengen. Met haar geloof in een God die trouw blijft aan zijn belofte nodigt zij ons uit hetzelfde te doen: ons toevertrouwen aan die God en aan haar zoon Jezus.
Gidsen genoeg dus, aan ons om de weg te gaan.
We wensen u een intense en deugddoende Adventstijd toe!
Pastor Guido