Aanstaande zondag 8 juni, vieren we PINKSTEREN, een voornaam kerkelijk feest dat altijd valt op de vijftigste dag na Pasen.
Vijftig is een grens die je niet straffeloos overschrijdt. Zeker niet in de bebouwde kom van het dorp, want dan word je al gauw geflitst, maar ook in de bebouwde kom van het leven niet.
Het raakt je. Vijftig doet iets met een mens.
Vijftig is de helft van honderd, en dat betekent dus dat je de eerste helft van je leven gehad hebt, terwijl het absoluut niet zeker is dat je de tweede helft nog eens volledig zal uitzitten.
Op je vijftigste heb je Abraham gezien, zegt het spreekwoord, en dan weet je ook waar diezelfde Abraham de mosterd vandaan haalde.
Op vijftig weet een mens al behoorlijk veel van het leven. Maar verwacht hij er ook nog veel van?
Een reden voor veel passanten van die leeftijdsgrens om op dat moment familie en vrienden bij een te roepen om eens goed uit de bol te gaan.
Met vijftig ben je het tijdperk van de middelbare leeftijd binnen getreden. En grijs wordt de haarkleur die de toon zet.
En je kijkt ook al eens achterom naar het afgelegde parcours.
Je begint te vergelijken tussen toen en nu, ook al zeggen deskundigen dat je dat nooit mag doen, vergelijken. Toch doe je het spontaan wél, en je merkt de verschillen.
Vijftig is echter ook het getal van geest en inzicht, een heilig getal in de Bijbel.
Vijftig dagen is de tijd die ligt tussen Pasen en Pinksteren.
Vijftig dagen hadden de leerlingen van Jezus nodig om na Pasen tot inzicht te komen, om alles eens op een rijtje te zetten wat ze met Jezus hadden meegemaakt, om er de rode draad in te ontdekken.
Vijftig dagen hadden ze nodig om te groeien in het geloof dat de Heer verrezen was, vijftig dagen om te ontdekken dat God zelf in Jezus aan het werk geweest was, en dat Hij niet ophoudt te werken in mensen die door zijn Geest bewogen worden, die in vuur en vlam stonden voor zijn zaak.
Dat gaf hen zo een elan en een spirit dat ze deuren en vensters open gooiden, en uit de bol gingen om over Jezus te getuigen. Hij werd hun inspiratiebron.
Op de vijftigste dag werd de Kerk geboren, en ook Maria was er toen bij.
Terecht wordt zij de Moeder van de Kerk genoemd.
En in die Kerk (zowel de gemeenschap als het gebouw) mogen wij altijd verzamelen om onze batterijen op te laden, en om gezonden te worden om het weldoend werk van Jezus verder te zetten, namelijk: Gods liefde zichtbaar maken, werken aan verbondenheid en vrede, hoop en uitzicht schenken, kortom: gezonden worden om herder te zijn voor elkander en om te leven vanuit de spiritualiteit van de verrezen Heer.