Deze zondag begint met het verhaal van de intocht en vervolgt met het passieverhaal volgens Matteüs.
Tussen beide in horen we nog een tekst uit het boek Jesaja 50,4-7(9), in de traditie ook bekend als het derde lied van de Knecht van de Heer. Jezus gaf zijn leven als profeet en mensenzoon gestalte naar het model van die liederen. Ze vormden zijn inspiratiebron en hielpen hem de weg van de lijdende knecht van de Heer te volgen.
Als beschouwing bij het verhaal van de Intocht citeren we een stuk uit een beschouwing van pastor Hans Lucassen: “Jezus incarneert een koningschap van een andere orde dan de machthebbers, van een nog lang niet begrepen orde. Want dat het niet begrepen werd, bleek toen hij aan het kruis, werd uitgedaagd: ‘anderen heeft hij gered, maar zichzelf redden kan hij niet. Hij is toch koning van Israël, laat hij dan nu van het kruis af komen…!’ Dat is een koningschap zoals de wereld die maar al te graag wil zien: met macht, met aanzien, glanzend, een sterke man, een held.
Talloze mensen stonden langs de weg. En de vraag is vandaag aan ons: of ik mij ook wil mengen in die menigte langs de kant van de weg en hem ook wil toejuichen? Durf ik het aan hem ook toe te juichen in die vertoning die haaks staat op wat de wereld wil? En nog een stap verder: ben ik bereid om niet alleen langs de kant van de weg te blijven staan juichen en toekijken maar ook met hem mee die weg op te gaan?
Sommigen zullen het misschien naïef of wereldvreemd vinden, anderen zullen erom lachen. Maar als ik, als wij samen de consequenties van onze toejuichingen nu eens wél na proberen te komen? Mensen zoals u en ik, wij, die zijn boodschap oppakken en die werkelijk net als hij solidair worden met de arme, de misdeelde, de verdrukte mens die geweld ontvlucht en die snakt naar een veilige thuis, een rechtvaardige wereld, een bestaanbare aarde. Wij die daarom op Palmzondag dat teken in de hand nemen, hem toezwaaien met groene (palm)takken om elkaar zijn droom van vrede aan te zeggen, zijn droom van deze wereld, bestaanbaar en veilig voor iedere mens.
Daarom nemen we dan, traditiegetrouw, een gezegend ‘palmtakje’ mee naar huis, een buxustak. Vroeger noemde men dit takje een ‘nimmer-dor’, omdat hij in de winter altijd groen blijft. Enthousiast zwaaien we ermee naar de koning op een ezel, op het jong van een ezelin en we zingen: ‘Hosanna, gezegend hij die komt in de Naam des Heren …’ (Hosanna betekent: red ons.)
Ieder jaar opnieuw nemen we er een takje van mee naar huis. We geven het een plekje, meestal achter het kruis aan de wand. Een groen takje dat uit het goede hout gesneden wil zijn. Een appel aan mij, aan ieder die het ziet. Om net als dit takje uit het goede hout gesneden te zijn: een teken van onverslijtbare trouw, van liefde waar alle geweld zich op stuk loopt. Na een paar maanden is dit takje verdroogd, vergeeld, maar het blijft hangen – een jaar lang – als een onmachtig teken van onverzettelijke solidariteit en trouw, zoals van die man uit Nazaret!”
De verkoop van vastenkalenders bracht 87,70 euro op. In de kubus van de Koffiestop zat 161,50 euro. De eerste omhaling voor Broederlijk Delen van zondag 26 maart bracht slechts 89,20 euro op.
Op Palmzondag heeft de tweede omhaling voor Broederlijk Delen plaats.
We kunnen onze gulle bijdrage dan weer onder omslag deponeren in de witte offerblok. Dank bij voorbaat, vooral in naam van de mensen van Burkina Faso!
De Werkgroep Liturgie