Op het Rabot zijn er vele sociale initiatieven. Aan de oorsprong van enkele van die initiatieven vinden we de vorige pastoor, Koen Blieck. Blieck lag mee aan de basis van jeugdhuis El Paso, van speel-o-theek Pipo, van Chiro Mengelmoesh (met autochtonen en allochtonen) en van de Mandalaschool. De leegstaande parochiale kring Toreken werd afgebroken en in het nieuw gebouwde complex kon de Mandelaschool worden ondergebracht.
De Speel-o-theek Pipo werd twintig jaar geleden door de Protestanse kerk van het Rabot opgericht. Het is de buurtspelotheek van de Rabotwijk. Ze bevindt zich in het buurtcentrum en is elke donderdag van 15 uur tot 19 uur open. Iedereen tot 12 jaar kan er speelgoed komen lenen. Het is een warme plek in de buurt waar zowel volwassenen als kinderen welkom zijn. Als ouder ben je welkom om er informatie te krijgen over spel, ontwikkeling, vrije tijd, opvoeding en onderwijs. Aan de koffietafel kan je ervaringen uitwisselen met andere ouders. Kinderen kunnen er met elkaar spelen, knutselen, genieten van een voorleesverhaal.
Ouders kunnen in Speel-o-theek Pipo om hulp vragen voor hun kinderen. Vorig schooljaar hadden 90 kinderen een persoonlijke huiswerkbegeleider. Speel-o-theek Pipo stelt je een metekindje voor, gaat met je mee op kennismakingsbezoek, regelt een vrijwilligerscontract en stelt speelleermateriaal ter beschikking en zorgt ervoor dat je ervaringen kan uitwisselen met andere vrijwilligers.
Het jeugdhuis El Paso kent twee verschillende leefgroepen. Kinderwerking El Paso richt zich naar alle kinderen van 6 tot 12 jaar uit de buurt Rabot. Wekelijks worden er tal van activiteiten voorzien voor de kinderen. Uitstappen, knutselen, instuifmomenten, spelnamiddagen... Tijdens de schoolvakanties is er speelpleinwerking. De deur staat niet alleen open voor de kinderen, maar wij staan de ouders ook graag bij met een woordje uitleg indien zij vragen hebben over de werking of andere zaken.
De Jongerenwerking El Paso is een dynamische werking die zich richt naar alle jongeren tussen 16 en 25 jaar wonende in de Rabotwijk, Blaisantvest en omstreken.
Wekelijks bieden zij een zinvol vrijetijdsaanbod aan zoals sport en spel, koken, uitstappen enz. Of heb je gewoon zin in een gezelllige babbel met je vrienden of met de begeleiding in onze sfeervolle instuif?
Over de Chiro Mengelmoesh konden we geen nieuwe berichten vinden. Een lange tijd hebben zij vertoefd in de lokalen van de Roggestraat, na reeds eerder enkele malen te zijn verhuisd. Het zou ons interesseren indien iemand ons verder uitleg kon geven over deze jeugdbeweging of zij nog bestaat.
De leegstaande parochiale kring Toreken werd afgebroken en in het nieuw gebouwde complex kon in 2009 de Mandalaschool worden ondergebracht. De Freinetschool Mandala is een school op maat van de buurt, waarbij kwaliteitsvol onderwijs, diversiteit, meertaligheid, ouderbetrokkenheid en buurtgebondenheid centraal staan.
Daarnaast heeft Freinetschool Mandala ook een zeer goed concept voor deze kansarme, multiculturele en diverse buurt met echte buurtkinderen. De school staat voor kwaliteitsvol onderwijs, diversiteit, meertaligheid, ouderbetrokkenheid en buurtgebondenheid. Ze willen zich voortdurend blijven ontwikkelen en gaan steeds op zoek naar vernieuwing. Zo zetten ze bijvoorbeeld in op co-teaching. Ook de verschillende partnerschappen binnen de school vormen een meerwaarde. Zo werken ze samen met kind- en jeugdtheater De Kopergietery en ligt het sociaal restaurant Toreke vlak naast de school. Het tweede gebouw huisvest een IBO en via de Brede School zetten ze vooral in op laagdrempelige buitenschoolse activiteiten voor de kinderen.
Dichtbij het Tondelierpark, in de Elsstraat 31 was de tweedehandswinkel ‘Vzw Tele-kleding’ gevestigd. Deze winkel bestaat reeds 30 jaar en wordt volledig uitgebaat door vrijwilligers. Deze vrijwilligers kunnen in de winkel staan, maar prijzen ook de kleding of doen herstellingen aan de binnengebrachte kleding. Alle kleding verkrijgen ze door inzamelingen. Soms krijgen ze ook kleding geschonken door winkels, bijvoorbeeld na het einde van de solden. De kleren worden aan een zeer goedkope prijs verkocht. Zo kan je al een kledingstuk aan 50 cent kopen. Het meeste betaal je voor een mantel, dan betaal je maximum 10 euro. Doordat er enkel vrijwilligers werken en door hun inzamelingen, is zo’n lage prijs mogelijk. Met een attest van een erkende sociale dienst kunnen mensen, die het echt niet kunnen betalen, gratis hun kleren komen uitkiezen. Ideaal dus voor kansarmen. De volledige winst van het initiatief wordt geschonken aan sociale projecten, meestal uit het Gentse, die daarvoor jaarlijks een aanvraag indienen.
Telekleding sloot haar deuren in de Elsstraat in mei 2017. Sinds september 2017 heeft een nieuwe tweedehandskledingwinkel haar deuren geopend onder de vleugels van de Sociale Kruideniers Gent vzw, in de Bazaar Rabot. De vrijwilligers ontvangen jullie graag in de vernieuwde winkel in de Jozef II-straat 104.
Een Voedselteam is een groep mensen uit dezelfde buurt die wekelijks online seizoensproducten aankopen bij lokale producenten. Het Voedselteam Gent Rabot, vond na jarenlange trouwe dienst bij voedselteamlid Rosita, een nieuwe locatie in 2012. Ze konden ruim een jaar terecht bij Eetcafé Toreke. Maar de groei van het team kent geen grenzen en dus drong zich al gauw de zoektocht naar een nieuw depot op. In 2013 kwam de oplossing: pastoor Koen stelt graag zijn kerk ter beschikking van een groot aantal buren die er nu hun kraakverse waren ophalen. Met de schijnbaar eindeloze ruimte is er nu geen wachtlijst meer en kan Voedselteam Gent Rabot steeds meer leden inschrijven.
---------------
In onze wijken zijn er heel wat gezondheidsproblemen. We belichten daarom in deze tweede aflevering vooreerst de Wijkgezondheidscentra. Zowel op het Rabot als in de Bloemekenswijk zijn zij heel belangrijk voor de gezondheidszorg.
De wijkgezondheidscentra: WGC
De wijkgezondheidscentra zijn ontstaan halfweg de jaren 70 vanuit een kritische beweging tegen de bestaande gezondheidszorg. Het streven naar een meer toegankelijke gezondheidszorg met een grotere wederzijdse betrokkenheid tussen patiënt en hulpverlener mondde uit in de lancering van het model "wijkgezondheidscentrum". Wijkgezondheidscentra doen dit door een laagdrempelige, geïntegreerde interdisciplinaire dienstverlening voor ingeschreven patiënten, waarbij de centra zich universeel opstellen en toegankelijk zijn voor alle inwoners binnen een geografisch omschreven gebied. Een team van artsen, verpleegkundigen, kinesisten en andere gezondheidswerkers laagdrempelige gezondheidszorg aan.
Zo zag het eerste wijkgezondheidscentrum in Gent, De Sleep, het daglicht in 1976. Twee jaar later startte wijkgezondheidscentrum Botermarkt in Ledeberg en in 1981 opende het wijkgezondheidscentrum Brugse Poort zijn deuren.
Om ook studenten de kans te geven praktijkervaring op te doen in dit model werd onder impuls van de Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnszorg UGent in 2000 het Universitair Centrum voor Eerstelijnsgezondheidszorg - later universitair gezondheidscentrum- Nieuw Gent opgericht. Hierbij mogen wij niet nalaten de inbreng te vermelden van prof. dr. De Maeseneer, een ex-parochiaan van Sint-Vincentius.
Gezien de blijvende nood investeerden de bestaande centra in Gent in nieuwe wijkgezondheidscentra in de 19de eeuwse gordel. Soms ook met sterke impulsen van de welzijnssector die de nood aan toegankelijke zorg aanvoelen op het terrein. Het streefdoel bleef: alle Gentenaars toegang geven tot dit model op basis van hun woonplaats.
In 2005 werd zo wijkgezondheidscentrum De Kaai opgericht op de Francisco Ferrerlaan. Dit WGC is bedoeld voor de mensen van de Bloemekenswijk, Kolegem en een deel van Wondelgem. Ook aan de oprichting van dit centrum hadden mensen van Sint-Vincentius een belangrijke inbreng. Oorspronkelijk bevond dit centrum zich op de Ferrerlaan. In juli 2018 verhuisde het naar de Maisstraat 380.
In 2009 kwam er het wijkgezondheidscentrum Rabot. Ook Koen Blieck heeft mee geijverd voor de oprichting van dit centrum. Het bevindt zich op de Begijnhoflaan 43. Hun gebied strekt zich uit over de buurt Rabot en in de wijken Elisabethbegijnhof-Papegaaiwijk en Gent-binnenstad.
Het Guislain en aanverwante initiatieven
Onze parochie Gent-Noord kent eigenlijk geen ziekenhuizen, behalve dan het overbekende psychiatrisch centrum Dr. Guislain. Eerst een beetje algemene informatie, geplukt van het internet.
Het actuele Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain is in 1997 ontstaan door een fusie tussen het toenmalig Neuropsychiatrisch Centrum Sint-Alfons en het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. Samen staan deze voorzieningen voor meer dan 300 jaar zorg en inzet voor mensen met psychisch lijden. In de loop der jaren zijn talloze mensen er met liefde en deskundigheid ontvangen, verpleegd en behandeld.
Beide voornoemde ziekenhuizen werden in het midden van de negentiende eeuw opgericht door kanunnik Petrus Jozef Triest, de inspirerende stichter van de Broeders Van Liefde en dit op aandringen van diens tijdsgenoot én pionier in de geestelijke gezondheidszorg professor Dr. Jozef Guislain, die trouwens de eerste hoofdgeneesheer van beide Gentse centra was. In 1842 namen de Broeders Van Liefde het initiatief tot de oprichting van het 'Maison de Repos dites Le Strop' (Neuropsychiatrisch Centrum St.-Alfons) teneinde gegoede burgers psychiatrische zorg aan te bieden. In 1857 werd dan het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain opgericht teneinde er op last van de Commissie van de Godshuizen en Gasthuizen vooral armlastige patiënten op te nemen. De naoorlogse democratisering met de uitbouw van het sociaal zekerheidssysteem heeft dit verschil tussen beide ziekenhuizen en de oorspronkelijke bestaansgrond uitgevlakt en tot een historisch gegeven herleid.
Guislain & Triest
De uitstraling van het werk van professor Dr. Jozef Guislain binnen beide ziekenhuizen, maar ook breder, meer bepaald voor de uitbouw van de geestelijke gezondheidszorg in België, kan moeilijk overschat worden. Voor de naamgeving van het fusieziekenhuis werd daarom ook resoluut gekozen voor de naam van de eerste hoofdgeneesheer en medestichter van deze beide Gentse ziekenhuizen.
Het fundament, waarop deze twee ziekenhuizen gebouwd werden, is de bijbels- christelijke traditie, waarbij ieder mens, hoe ziek hij ook mag zijn, een kind van God is, en dus respect, optimale zorg en een liefdevolle benadering verdient. Dit gedachtegoed blijft ook vandaag, in het huidige Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain, de grondslag van het handelen uitmaken. Psychisch lijdende mensen zo liefdevol en zo deskundig mogelijk dienstig zijn, blijft de zin en het doel van alle denken en handelen. Met Professor Dr. Jozef Guislain en de Broeders van Liefde werd een beweging ingezet, die vooruitgang heeft geboekt en menswaardiger condities heeft gerealiseerd voor personen met psychische problemen. Deze opdracht blijft ook vandaag erg actueel. Zo daagt de psychiatrische thuiszorg ons vandaag bijvoorbeeld uit om in de lijn van kanunnik Petrus Jozef Triest en professor Dr. Jozef Guislain verder te bouwen aan de meest geschikte behandeling in de best mogelijke omstandigheden.
Afdelingen en Samenwerkingsverbanden van het Guislain op onze wijken
Locatie: campus Dr. Guislain
De Klip
Doelgroep: deze unit is geschikt voor mensen die meer tijd nodig hebben om op woord te komen. De equipe laat zich leiden door de strenge ontwikkelingen van de psycho-analyse, de institutionele psychotherapie en de patho-analyse
Rezonans
Doelgroep: vervolgafdeling psychosenzorg waarbij een supportieve behandeling of begeleiding op de voorgrond staat.
De Kedron
Doelgroep: opnamedienst ouderenpsychiatrie: ouderen met een functioneel psychiatrische stoornis of met een beginnende psycho-organische stoornis
De Saron
Doelgroep: patiënten bij wie een verdergezette dagbehandeling is aangewezen. Tijdens de dagbehandeling staat een resocialiserend of integratief dagprogramma voorop
Referentiekader: de cognitieve gedragstherapie en contextueel
PVT Lorkenstraat
Doelgroep: gestabiliseerde chronisch psychiatrische patiënten al of niet met bijkomende lichamelijke problemen
Samenwerkingsverbanden
Het P.C.Dr. Guislain werkt samen met diverse projecten
- Beschut Wonen
Zagan (Sint-Vincentius, Sint-Godelieve, Heilig-Hart))
- Tewerkstelling
Compagnie De Sporen (Sint-Vincentius)
Centrum voor arbeidszorg en arbeidstrajectbegeleiding
---------------
Het einde van het Winkeltje (Sint-Vincentius)
Hoewel het is opgehouden wijden we toch in dit parochieblad een speciaal hoofdstuk aan de geschiedenis van het Winkeltje in de Maisstraat 55.
Jaren geleden waren er zusters in de Maisstraat. Zij zorgden voor de meisjesschool aldaar, maar waren evengoed bezig in de gezondheidszorg en de parochiale organisaties. Zo was er elk jaar ook een rommelmarkt waarvan de opbrengst voor de parochie was. Toen zij verhuisden in 1994 nam Jeanine Poelman hun werk over: het ‘Winkeltje’ was geboren.
Het begon met kleding te verkopen in de oude turnzaal van de jongensschool in de Maisstraat.. Later werd het gebouwtje naast de turnzaal ingepalmd. Allerlei was er te koop: huisraad, kleding, boeken, toestellen enz. Wat binnenkwam werd verkocht voor een lage prijs, en een deel van het geld ging naar de VZW Parochiale Werken Sint-Vincentius (als een vorm van huur voor het lokaal). Het andere gedeelte ging naar de Sociale Werken van de Dekenij Bloemekenswijk. Jeanine was immers dekenin geworden van de Bloemekenswijk en zo kreeg het winkeltje eigenlijk een dubbel karakter: parochie en dekenij kwamen er tezamen.
Dit dubbele karakter kwam nog meer naar voor toen pater Rik Gysen pastoor werd van Sint-Vincentius. Rond 1996 was Jeanine begonnen met voedselbedeling vanuit haar huis. De paters die in de Maisstraat waren komen wonen nodigden haar uit om het voedsel bij hen op te slaan. In de jaren daarop zou de pastorie van de Maisstraat het centrum worden van de voedselbedeling.
Het Winkeltje kende veel succes. Uiteindelijk vond het een heel geschikt huis in de Maisstraat 55. Twee verdiepingen werd gevuld met koopwaar. Er kwam zoveel binnen dat zelfs achteraan moest bijgebouwd worden. Mensen konden er komen kopen, maar er werd ook veel weggegeven. Elke woensdag kwamen mensen die gestuurd werden door ‘De Fontein’ (Van Beverenplein) of Babynest of een andere organisatie om bij Jeanine kleding te krijgen. Het was een vruchtbare samenwerking tussen een heel aantal organisaties. Tweemaal per jaar was er een grote verkoop, gewoonlijk in de grote zaal van de Maisstraat en ook enkele keren in de kerk. De opbrengst diende voor de aankoop van voedsel voor de voedselbedeling en voor de Sociale Werken van de Dekenij zoals het Sint-Niklaasfeest, feest voor de ouderen
Het is met spijt maar ook grote dankbaarheid dat in het begin van deze vakantie het Winkeltje voorgoed gesloten is. Dat de eigenaar besliste om zijn huis te koop te stellen was wel de hoofdreden, maar ook het feit dat heel wat vrijwilligers, Jeanine incluis, ouder zijn geworden. Op een nieuwe plek beginnen is dan niet meer evident. Ook elders in de buurt zijn er gelegenheden gekomen om tweedehandskleding te kopen. De voedselbedeling is een eigen bestaan gaan leiden op een nieuwe locatie in de Getouwstraat (vroegere UUCU-site in de Maisstraat).
Daarmee eindigt een stukje geschiedenis van de diakonie in onze parochie van Gent-Noord. In naam van de parochie willen we nog eens uitdrukkelijk allen danken die in de loop van de jaren hun krachten hebben gegeven ten dienste van hun medemensen.
---------------
Het is onze bedoeling van deze reeks over de diakonie in onze verschillende gemeenschappen binnenkort verder te zetten. Het vraagt echter heel wat voorbereidingswerk om informatie samen te brengen over de vele initiatieven die er zijn ten dienste van de mensen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het Guislain, dat op zich verbonden is met heel wat organisaties. In onze dagen is het steeds meer zo dat er netwerken ontstaan van initiatieven. Toch willen we een overzicht geven van wat het Guislain allemaal doet, al is het verre van volledig.
Een groot gedeelte van de oppervlakte van de Bloemekenswijk wordt immers in beslag genomen door het Guislain. Op de websites van het P.C. Guislain (Psychiatrisch Centrum) en van het Museum Guislain is er een enorme hoeveelheid informatie te vinden over vroeger en nu. We proberen we vanuit deze bronnen enkele interessante punten naar voor te halen.
Een eerste punt is dat dit instituut werd gesticht door een leek, niet religieus, dokter Guislain. Het instituut werd door de stad Gent betaald (beslist in1851) en gebouwd door de stadsarchitect (Pauli), in samenspraak met dokter Guislain. De hele architectuur van de site had en heeft tot bedoeling rust te brengen door het samenspel van gebouwen (niet te hoog) en groenoppervlakte. Aan de Broeders van Liefde werd de zorg toevertrouwd voor de patiënten (niet langer beschouwd als gevangenen!). De Broeders van Liefde, gesticht door kanunnik Triest in 1807, hadden als eerste benaming: Hospitaalbroeders van de Heilige Vincentius. Het Guislain past dus inderdaad ten volle in onze wijk en is een hoopvol en zinvol samengaan, reeds van indertijd, van kerk én wereld.
Het actuele Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain is in 1997 ontstaan door een fusie tussen het toenmalig Neuropsychiatrisch Centrum Sint-Alfons en het Psychiatrisch Centrum Dr. Guislain. Het omvat, verspreid over 5 campussen: een algemeen psychiatrisch ziekenhuis, een uitgebreide poliklinische werking en een psychiatrisch verzorgingstehuis. Daarnaast biedt het eveneens de mogelijkheid aan tot Beschut Wonen (middels het samenwerkingsverband Zagan).
Op de campus van het Guislain bevinden zich heel wat afdelingen. We vinden er respectievelijk: VADEM – MOTU – WADIS. Deze drie afdelingen vormen samen het intern circuit psychosenzorg ARCHIPEL.
Verder is er het PVT (Psychiatrisch VerzorgingsTehuis) De Klip en het PVT Lorkenstraat.
---------------
Enkele jaren geleden was er een zogenaamde ‘tocht van hoop’ in de Bloemekenswijk. Bij die gelegenheid werd een lijst opgemaakt van de vele initiatieven die er hun plaats hebben.
In een vorig nummer van het parochieblad werd reeds gesproken over het Winkeltje, dat spijtig genoeg opgehouden heeft te bestaan.
Verbonden met het Winkeltje was en is nog steeds de Voedselbedeling van de Sociale Werken Dekenij Bloemekenswijk. Na jarenlang gevestigd te zijn geweest in de pastorie van de Maïsstraat zetten zij nu hun werk verder in de Getouwstraat, de site van de vroegere UCO.
Belangrijk is wat er gebeurt op het Van Beverenplein. Daar is ‘De Fontein’ gevestigd. Dit initiatief van de Orde van Malta bestaat nu reeds verschillende jaren in Gent. Daklozen en armen krijgen er de gelegenheid een douche te nemen, medische verzorging te krijgen en hun kleding te laten wassen. Wij hebben heel veel respect voor de vrijwilligers die zich zo inzetten voor hun medemensen. Helpende handen mogen er nog altijd bij komen.
Nog een heel belangrijk initiatief, gegroeid uit de Sociale Werken Dekenij Bloemekenswijk, is Babynest. Vroeger was dit op de wijk zelf gevestigd, nu is het een zelfstandige VZW die gevestigd is in de Morekstraat. Babynest wil alle arme moeders uit Gent en omstreken helpen tijdens hun zwangerschap en er na. Het gaat over honderden moeders die er geholpen worden. Ook daar zijn het vrijwilligers die alles dragen.
Nog een plek om niet te vergeten op de Bloemekenswijk is de voormalige UCO-fabriek aan de watertoren. Van bij de aankoop door de stad Gent in 2012 lag vast dat de voormalige UCO-site een nieuw bedrijventerrein zou worden voor de sociale economie. Vandaag is het meer dan dat. Het Balenmagazijn is ondertussen in de buurt al bekend als sociaal restaurant. Op de tweede verdieping van het Balenmagazijn wordt het Loopbaancentrum Sociale Economie voor werknemers uit de sociale economie ontwikkeld, met steun van de provincie Oost-Vlaanderen in het kader van het project Arbeidszorg. Zij kunnen er terecht voor advies en loopbaanbegeleiding. Bij Ateljee is er intussen een elektro- en fietsherstelwerkplaats actief, waar particulieren hun fiets kunnen laten herstellen of oude elektrotoestellen kunnen binnen brengen. Sinds enkele maanden is er ook een kringloopwinkel.
Ook ‘Recup Design’, het houtatelier van Labeur, verhuist binnenkort naar de UCO-site. De werknemers van Weerwerk bieden diensten aan als schrijnwerk, renovatie en groenonderhoud. Die diensten zijn voornamelijk gericht aan bedrijven, maar voor groenonderhoud kunnen ook particulieren bij hen terecht. Ook vele medewerkers van het dienstenbedrijf van de Stad Gent en het OCMW krijgen hun standplaats op de UCO-site. U kent ze misschien van de ‘Foodsavers’, het project dat voedselverlies bestrijdt en dat vorig jaar ongeveer 300 ton voedsel ophaalde en herverdeelde in Gent. Andere werknemers staan in voor de netheid van straten en pleinen. De aanleg van de site zorgt voor een verwevenheid met de buurt, letterlijk via bv. fietsverbindingen en groenzones maar ook door de combinatie van functies op de site en bewonersinitiatief UCO-été.
Nog tal van andere initiatieven zijn er te vinden, wellicht in een volgend nummer meer daar over.
---------------
Een heel belangrijke vorm van diakonie is het onderwijs. Het biedt kinderen en jonge mensen de mogelijkheid om hun talenten en sociale vaardigheden te ontwikkelen. In onze parochie zijn er heel wat scholen die zich daarvoor inspannen. Die inspanningen uiten zich ook in sociale inzet voor de buurt. Zo zien we dat kinderen uit de basisschool contact leggen met ouderen in bejaardentehuizen, mee werken met organisaties bij vieringen en acties en samen komen in de parochie bij eerste of plechtige communievieringen.
Daarom in dit artikel een overzicht van onze rijkdom aan scholen.
In onze parochie zijn er 11 basisscholen aanwezig voor het gewone onderwijs en 2 basisscholen voor bijzonder onderwijs, samen dus dertien scholen. Twee van de scholen hebben meer dan één locatie, zodat er in het totaal 15 verschillende schoollocaties zijn.
Van die dertien scholen zijn er 6 van het stedelijk onderwijs, 1 van het gemeenschapsonderwijs en 6 van het vrij onderwijs, waarvan 4 behoren tot het katholieke net.
Om ze even op te noemen: Mariavreugd, De Regenboog, De Tovertuin, Het Klimrek, Mandala, Nieuwe Vaart, Sint-Lieven (2x), De Dialoog, De Wijze Eik, De Teunisbloem, Kompas en De Lotus.
Wat onderwijsmethode betreft: buiten de twee scholen voor buitengewoon onderwijs en de scholen met ‘gewoon’ onderwijs vinden wij nog een Daltonschool, een Freinetschool en een Steinerschool.
Sommige van deze scholen bestaan reeds zeer lang, zo heeft Mariavreugd als stichtingsdatum 1858 terwijl De Tovertuin de meest recente aanwinst is en in het stadium zit van definitieve goedkeuring.
Onze parochie kent dus een rijkdom aan basisscholen. Wat het secundair onderwijs betreft hebben we het VISO Mariakerke (met als zusterafdeling het VISO Gent). De nadruk ligt hierbij op technische vaardigheden o.a. op gebied van grafische kunsten. Deze school bezit ter plaatse ook een internaat. Op de campus van het Guislain vinden we een afdeling van de verpleegstersschool van Sint-Vincentius (hoofdzetel in de Molenaarsstraat in Gent).
Tenslotte is er ook de campus van Odisee op het Rabot voor het hoger onderwijs. Daar kunnen allerlei technische opleidingen gevolgd worden voor een graad als bachelor.
---------------
Een van de belangrijkste dienstverleningen is deze aan oudere mensen, vooral als zij zichzelf niet meer kunnen behelpen. In onze parochie van Gent-Noord zijn er vier plekken waar dit gebeurt.
Een eerste plek is de Liberteyt. Dit is een Woonzorgcentrum, afgekort WZC, van het OCMW. We vinden de Liberteyt in de buurt van de Sint-Catharinakerk. In hun eigen woorden beschrijven zij hun taak als: We willen ervoor zorgen dat Gentse senioren die wat extra zorg kunnen gebruiken kwaliteitsvol kunnen wonen en leven. Daarvoor heeft woonzorgcentrum De Liberteyt een heel ruim aanbod aan zorg- en dienstverlening. Op die manier kunnen we elke bewoner van ons woonzorgcentrum de zorg aanbieden die hij/zij nodig heeft.
De Liberteyt biedt ook plaats aan verenigingsleven uit de buurt en is er nauw mee verbonden. E.H. Antoon Van Cauteren viert er regelmatig eucharistie met de bewoners en parochianen zorgen ervoor dat de communie gebracht wordt aan de ouderen.
Een tweede plaats is de residentie Vroonstalle. Ook dit is een Woonzorgcentrum, uitgebaat door Vulpia. Vulpia is met meer dan 900 personeelsleden, zo’n 1500 zorgkamers en 175 assistentiewoningen één van de grootste spelers in de ouderenzorg. Het gebouw op de Evergemsesteenweg werd in 2014 grondig vernieuwd. Er is plaats voor 149 personen. Ook daar zijn regelmatig activiteiten gepland. Pater Guido komt elke maand eucharistie vieren en ook hier wordt de communie gebracht.
Een derde, nieuwe plaats, is de Residentie Brugse Vaart. Ook deze residentie is een realisatie van Vulpia. De nieuwe gebouwen bevinden zich, zoals de naam het zegt, langs de Brugse Vaart. Naast een twintigtal assistentiewoningen bevindt zich hier ook het Woonzorgcentrum met plaats voor 115 bewoners.
Tenslotte is er een particulier initiatief, namelijk Sweet Home, . Dit bevindt zich in Wondelgem op de Langebilk. Het is een eerder klein rusthuis, maar volop aan het uitbreiden. Enkele jaren geleden kreeg het nog een heel positieve beoordeling bij een onderzoek door de overheid.
In elk van deze vier tehuizen gaat de pastoor, op aanvraag, het sacrament van de zieken toedienen.
---------------
Na een weekje te hebben stilgelegen bekijken we in dit artikel de gezondheidszorg in onze parochie van Gent-Noord. Daarbij denken we natuurlijk aan alle dokters, verpleegkundigen, kinesisten, tandartsen, oogartsen, logopedisten, pediaters enz. Over velen van hen horen we dankbare verhalen hoe zij hun beroep ter harte nemen. Vandaag willen we echter eerst stilstaan bij de WijkGezondheidsCentra, WGC.
Er zijn twee dergelijke centra op onze parochie, een op het Rabot, het andere op de Bloemekenswijk. Hun ontstaan ligt een heel eindje in het verleden. Zoals ze zelf het beschrijven:
Een wijkgezondheidscentrum wil met zijn werking bijdragen aan een open, solidaire, rechtvaardige en duurzame samenleving met aandacht voor diversiteit in al zijn aspecten. … Het aanbod wordt kwalitatief en kwantitatief afgestemd op de zorgnood van patiënten en wijkbewoners.
De wijkgezondheidscentra ontvangen van de overheid geld.. Hierdoor kunnen patiënten uit een bepaalde wijk die zich inschrijven, huisartsen, verpleegkundigen en kinesitherapeuten raadplegen zonder te moeten betalen. Voor de andere hulpverleners in het centrum waakt het wijkgezondheidscentrum erover dat patiënten ook bij hen terecht kunnen zonder financiële drempel. Ook voor patiënten die zich niet kunnen inschrijven verstrekt het wijkgezondheidscentrum zorg zonder bijkomende financiële drempels. Het is evident dat bij de oprichting in onze wijken ook evangelisch bewogen parochianen betrokken waren .
Wat dikwijls opvalt bij een wijkgezondheidscentrum is dat dokters, verpleegkundigen, kinesisten enz. een team vormen. Het gaat dus nog om meer dan een groepspraktijk. Wijkgezondheidscentra willen zich daarbij ook inzetten in de eigen wijk voor een gezonder samenleving. De wijken waarin zij zich bevinden zijn dan ook dikwijls de wijken waar veel armoede leeft. Vanzelfsprekend werken zij samen met andere organisaties in hun gebied.
Het eerste WGC in de stad Gent was ‘De Sleep’ (1976). Het Wijkgezondheidscentrum in de Bloemekenswijk heet eigenlijk ‘De Kaai’. De oprichting dateert van 2005. Eerst bevond het zich op de Francisco Ferrerlaan. Sinds verleden jaar is het gevestigd in de Maisstraat 380.
Ook op het Rabot is er sinds 2009 een Wijkgezondheidscentrum. Dat bevindt zich op de Begijnhoflaan 43. De verhuis naar een nieuwe site tussen de Filips van Cleeflaan en de Opgeëistenlaan is voorzien eind 2020.
Reeds meer dan 15 jaar bevindt zich in Wondelgem, Botestraat 102, nog een heel ander centrum voor gezondheidszorg, namelijk ‘De Sleutel’. Zo beschrijven zij zichzelf:
Het Crisisinterventiecentrum De Sleutel is een motivatie- en veranderingsgerichte crisiswerking. De opnamecapaciteit van het centrum bedraagt 22 cliënten. We bieden een veilige, drugvrije en gestructureerde omgeving. Wij richten ons tot volwassenen (+17j) die illegale drugs gebruiken en die zich in een crisissituatie bevinden waarbij residentiële hulp is aangewezen. Zowel personen die op vrijwillige basis als onder justitiële voorwaarden een opname vragen, kunnen bij ons terecht.
Bij opname komt de cliënt in onze onthaalgroep terecht. Daarin wordt de vraag naar verandering in druggebruik bekeken. Een passend plan wordt in overleg met de cliënt opgesteld: zie beschrijving modules. Dit plan kan tijdens het verblijf nog gewijzigd worden. Het zoeken naar een geschikte vervolgbehandeling is bij veel cliënten onderdeel van dit plan.
Daarmee is zeker nog niet alles gezegd over de gezondheidszorg op onze wijken. Denk maar aan het Guislain en zijn werking waarover we in een vorig artikel spraken. Afhankelijk van de informatie die we ontvangen zullen we later proberen daar op verder te gaan.
---------------
Ook de stad Gent doet heel wat moeite om mensen dienstbaar te zijn. Vandaag kijken we eerst naar de buurtcentra. In onze parochie van Gent-Noord zijn er twee buurtcentra en dat in de dichtst bevolkte wijken: het Buurtcentrum Rabot-Blaisantvest en het Buurtcentrum Bloemekenswijk.
Zo beschrijven de buurtcentra zichzelf: “Buurten hebben nood aan ‘pleisterplekken’. Plaatsen waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, waar ze kunnen genieten van warmte en gezelligheid of aan een activiteit kunnen deelnemen. Een plaats die iedereen kent en graag bezoekt. Een plek die deel uitmaakt van de identiteit van een buurt. Een pleisterplek kan aangeboden worden door buurtbewoners, een seniorenvereniging, de moskee of parochie, de huisvestingsmaatschappij, de horeca …
De Dienst Ontmoeten en Verbinden heeft verschillende buurtvoorzieningen. De meeste gebouwen beschikken over een grote polyvalente ruimte met keuken (Rabot en Bloemekenswijk), soms aangevuld met kleinere vergaderzalen, bespreking- en computerlokalen, publieke computers (Rabot en Bloemekenswijk)... In drie buurtcentra (waaronder het buurtcentrum Rabot) kunnen verenigingen en bewonersgroepen gratis gebruik maken van een buurtsecretariaat.
Heel wat vrijwilligersgroepen, verenigingen en diensten doen in deze buurtvoorzieningen een vast aanbod naar de buurtbewoners. Denk maar aan het OCMW (Rabot), Weggeefwinkel (Rabot-Bloemekenswijk), buurtrecepties, cursussen enz.
Een heel belangrijke plaats in onze wijken is toegewezen aan het lokaal dienstencentrum (afgekort LDC) “De Boei”. Dit LDC bevindt zich op de Brugse Vaart en richt tal van activiteiten in voor de buurtbewoners. Daarom wordt ook in ons parochieblad dikwijls een overzicht gegeven van hun activiteiten. Op hun website staat het volgende:
Lokaal dienstencentrum De Boei is één van de tien lokale dienstencentra van OCMW Gent. Elk lokaal dienstencentrum richt zich tot een specifieke regio. Ldc De Boei richt zich voornamelijk tot bewoners van de buurten Bloemekenswijk en Mariakerke.
U kunt bij ons terecht voor:
- informatie en advies: u kunt in het lokaal dienstencentrum terecht voor al uw vragen over ouder worden;
- ontspannings- en vormingsactiviteiten: u kunt in het lokaal dienstencentrum kaarten met vrienden, een taalles of andere cursus volgen, een uitstap doen...
- zorg verstrekken: u kunt bij ons terecht voor verzorging, zoals pedicure, manicure, haar- en gelaatsverzorging, hulp bij boodschappen...
Al deze diensten hebben als doel de buurtbewoners, vooral de senioren, zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen in de best mogelijke omstandigheden.
Voor mensen van Wondelgem is er ook nog op Meulestede het Lokaal Dienstencentrum De Waterspiegel.
Verder zijn er ook nog de zogenaamde ‘open huizen’.
In Gent zijn er 21 Open Huizen. Een Open Huis is een ontmoetingsplaats voor 55-plussers.
De Open Huizen bieden mensen kansen om zich te ontplooien, om actief te blijven en om zich nuttig te maken. Vrijwilligers geven samen vorm aan het Open Huis. Elk Open Huis heeft dus een eigen aanpak, sfeer, cultuur en draagkracht.
Zo hebben wij op onze parochie het Open Huis Jan Yoens (Jan Yoensplein 126), De Blomme (Francisco Ferrerlaan 273B), Aan de Waterkant (Staakskenstraat 1) en Wondelgem (Sint-Markoenstraat 10).
---------------
Een vorm van dienstbaarheid die weinig gekend is maar zeer belangrijk is die van ‘Waardige Uitvaart’.
In onze stad Gent zijn er regelmatig mensen die sterven zonder dat er familie van gekend is of waar geen geld is voor een begrafenis. De stad Gent geeft hen dan een stadsbegrafenis. Soms is dit in het crematorium van Westlede, soms op de Westerbegraafplaats. Het gaat dan over een vijftigtal mensen per jaar.
Sinds 2013 zijn er mensen die vinden dat ook voor deze overledenen een begrafenisdienst moet gehouden worden. Vrijwilligers van verschillende gezindheden komen samen rond het graf, zingen een lied, declameren een gedicht, houden een korte toespraak. Het is een samenwerking tussen de Beweging van mensen met een laag inkomen en kinderen vzw, Kras vzw, straathoekwerkers, ziekenhuizen, sociale diensten, CAW, dichters, pastorale werkers, Huis van de Mens, Feniks vzw .… Soms, als men weet dat het gaat om een gelovige, wordt ook een gebed gezegd. Af en toe zijn er ook familie of vrienden aanwezig. Maar ook als dit niet het geval is zorgt ‘Waardige Uitvaart’ dat niemand helemaal alleen begraven wordt.
Het begraven van doden op een waardige manier is een zogenaamd ‘werk van barmhartigheid’. Reeds in het Oude Testament vinden we hier sporen van in het boek Job.
Van onze parochie in Gent-Noord zijn er ook vrijwilligers regelmatig aanwezig bij deze ‘waardige uitvaart’.
Wie aan deze dienst wil meewerken kan contact opnemen met mevrouw Els De Smet,
waardige.uitvaart@cawoostvlaanderen.be, tel. 0479 433 227.
---------------
Verleden week kon u hier lezen over Waardige Uitvaart. Wat hier nu volgt is een persoonlijk getuigenis dat enkele jaren geleden verscheen.
Bij elke uitvaart horen mensen.
Tot verbazing van mezelf ga ik nu toch iets schrijven over een situatie die mij zeer ter harte gaat, namelijk het laatste afscheid van eenzame gestorvenen op de begraafplaats. Ik was het niet van plan. Maar “doen” zeiden ze in mijn omgeving. Want velen onder ons hebben geen weet van de manier waarop daklozen, vluchtelingen, mensen met een onvermogen, begraven worden.
Tot voor enkele jaren noemde men dat een “armenbegrafenis”, er was vaak niemand bij aanwezig. Ik herinner mij de begrafenis van Gust uit de Blokken … De begrafenis was om 8 uur; dus vóór het kerkhof “open” ging. De put lag klaar en de kist met Gust werd erin neergelaten. We waren met drie mensen aanwezig. Er was niemand die nog iets zei over Gust, niemand die een gemis uitdrukte. Een schijnbaar naamloze mens, anoniem begraven.
Patricia lag in het mortuarium, sinds tien dagen. Niemand van de familie nam het in handen. Ik belde naar de dienst Stadsbegrafenis om te vragen wanneer deze persoon zou begraven worden. Men antwoordde mij: “Wij weten het niet, wanneer we tijd hebben en wanneer het past voor het crematorium … wij weten niet wanneer”. Ik heb niets meer van hen gehoord. Patricia is moederziel alleen ”uitgestrooid” …
Bij dit alles kon ik geen rust, geen vrede vinden.
Vanuit de Beweging “Mensen met een Laag Inkomen en Kinderen” kwamen regelmatig getuigenissen als “mijn moeder is begraven als een hond” … om stil van te worden. Van uit dergelijke getuigenissen ontstond vorig jaar (2013) in mei een denkgroep: “Contactpunt Waardige Uitvaart”.
Op onze parochie is de Westerbegraafplaats gelegen (het Geuzenkerkhof van vroeger). De pastoor van de parochie deed een oproep naar vrijwilligers om dat eenzaam begraven van mensen te doorbreken, om aanwezig te zijn bij het laatste afscheid op het kerkhof. Ik ging er op in, samen met Jacqueline uit de buurt.
Op 7 mei kwam de verandering, dank zij het initiatief van de denkgroep. In samenwerking met de dienst “Armoedebestrijding” van de stad Gent kunnen wij eenzame overledenen nu vergezellen tot op de begrafenis.
Het gaat vooral om mensen die leven in een isolement, eenzaten, vluchtelingen, landlopers en mensen zonder nabestaanden, zonder familie.
Wij worden op een heel discrete manier verwittigd. Els, die er mee gestart is, verwittigt op haar beurt de andere vrijwilligers. We weten dan enkel de voornaam en de geboortedatum. Meer niet. Het kan zelfs zijn dat het gaat over een begrafenis die al ’s anderendaags plaats heeft.
Er zijn twee vormen van begrafenissen: het cremeren of het begraven worden op de Westerbegraafplaats. Armen of eenzame mensen die niemand meer hebben of wiens familie de begrafenis niet kan of wil betalen, krijgen een “stadsbegrafenis”, deze wordt dan betaald door de stad. Vaak werden deze mensen weggeduwd uit de maatschappij … en op het eind is het niet anders.
Dikwijls maak ik rond het graf hetzelfde mee: twee kennissen, een buurvrouw die opgemerkt had dat er geen beweging meer was in een bepaald huis en ikzelf … maar, wij zijn er, en wij nemen afscheid met het hart.
Die enkele momenten bij het graf brengen mij dichter bij het Mysterie, de Liefde, gelegd in elk van ons en zo weinig gekend, herkend, beleefd door de eenzame gestorvene, een mens waarom niemand gaf tijdens zijn leven en die amper of niet gemist wordt bij zijn dood. Iedere mens bewandelde zijn eigen levenspad. Sommige paden waren niet altijd recht: soms vol bochten … bepaald door een leven dat “geleefd” werd. Ik voel telkens diezelfde droefheid en onmacht.
Wij, de vrijwilligers, bieden echter een meerwaarde aan, een eenvoudig ritueel, zodat het isolement doorbroken wordt. We zijn er aanwezig met een “neutrale” tekst, zonder enige religieuze verwijzing. Soms met een stukje muziek, met gitaarbegeleiding of een trompettist. En … één minuut stilte! Vooraleer de kist in de put wordt gelaten, wordt nog gevraagd of iemand iets wil zeggen … het geheel duurt maximum 12 minuten … weer of geen weer.
Aangezien we enkel een naam kregen, weten we dus niet of die mens gelovig was of niet. Indien we weten dat de overledene een christen was leggen we een klein kruisje op de kist.
Op 1 juni 2014 herdachten we de overledenen van dit eerste jaar. Met velen stonden we verzameld rond de “herinneringsboom, een groene ruimte op de Westerbegraafplaats. Elke aanwezige kreeg een herinneringskaart waarop alle namen stonden van de overledenen van het afgelopen jaar (een vijftigtal mensen). Op het gras was een spiraal van witte, platte keien gemaakt, waarop eveneens de naam stond van elke overledene die langs “Waardige Uitvaart” een begrafenis kreeg. Deze steen kon men meenemen naar huis of op het graf leggen….
We doen dit niet alleen voor de overledenen. Het is ook belangrijk voor de familie. Aan ons, de vrijwilligers, geeft het een “vredig gevoel”: ook de doden maken ons tot gemeenschap … en innerlijk weet ik mij dankbaar: weer een mens die niet alléén in het graf ging. Hierin is voor mij de Verrezen Heer aanwezig.
Later verscheen nog dit stukje tekst:
Bij het toevertrouwen van de overledene aan de aarde denk ik: ik leg die onbekende mens zachtjes in Gods handen, wetend dat God niemand in de steek laat. En wij branden elke week opnieuw een kaarsje in de winterkapel (van Sint-Vincentius) voor hen. De namen van deze overledenen liggen er bij … zo zijn ook zij opgenomen in onze kerkgemeenschap.
Dank zij “Waardige Uitvaart” kregen we nu de toelating om, voor de overledene die het mortuarium verlaat, een kort moment te voorzien waarop we afscheid nemen. Soms zijn een aantal mensen aanwezig, soms helemaal niemand.
Ondertussen wachten wij, de vrijwilligers van “Waardige Uitvaart”, op het kerkhof voor het laatste moment. Daar wordt dan nog een tekst voorgelezen. Bij christenen is er nog een gezamenlijk “Onze Vader” gebeden. Daarna worden we uitgenodigd om eventueel nog iets persoonlijk te zeggen. Dan volgt de begroeting van de overledene en wordt deze toevertrouwd aan de aarde”.
De oorsprong van dit getuigenis:
Kleine zuster, uit de sterke ervaring van Gods gratuite liefde voor jou, voor elke mens wie hij ook is, groeit het verlangen die liefde door te trekken … (Leefregel van de kleine zusters)
Vera Vandeslijcke
---------------
In onze parochie van Gent-Noord mogen we niet voorbijgaan aan de werking van Samana, het vroegere Ziekenzorg. In elk van de vijf gemeenschappen van onze gemeenschap is er een Samanakern aanwezig, soms erg uitgebreid, soms beperkt. Overal staat ziekenbezoek voorop, daarnaast zijn er ook samenkomsten. Ook als parochie zijn wij betrokken bij activiteiten rond Kerstmis, Pasen, bedevaart, de dag van de chronisch zieke mens. Wij zijn de besturen en alle vrijwilligers en leden van Samana dan ook heel dankbaar.
Op de website van Samana vinden we de volgende beschrijving (her en der wat ingekort):
Samana bekijkt de wereld vanuit het perspectief van mensen met een chronische ziekte en hun mantelzorgers. Dat is ons fundament. En daarop bouwen we met enthousiasme en trots tal van activiteiten en projecten die hun levenskwaliteit willen verbeteren.
Zo wil Samana mensen met een chronische ziekte volwaardig laten deelnemen aan het maatschappelijk leven, waarbij we uitgaan van de totale gelijkwaardigheid tussen alle betrokkenen, zieken, mantelzorgens en de duizenden vrijwilligers.
Het geheel steunt op vier pijlers:
Ontmoeten
Via tal van activiteiten, persoonlijke contacten en een gerichte dienstverlening vergroot en versterkt Samana het sociaal netwerk van mensen met een chronische ziekte en hun mantelzorgers. Het ontmoeten van (nieuwe) mensen is nu eenmaal een fundamentele basisbehoefte.
Ondersteunen
Samana geeft mensen met een chronische ziekte en mantelzorgers tastbare ondersteuning door het verstrekken van informatie en praktische bijstand. Via diverse communicatiekanalen, waaronder info-avonden, themawebsites en een eigen tijdschrift, informeren we onze doelgroepen over alle aspecten van hun specifieke situatie. Daarnaast zorgen onze vrijwilligers er bijvoorbeeld voor dat minder mobiele personen op onze activiteiten geraken of verzekeren ze respijtzorg voor mantelzorgers.
Versterken
Wie chronisch ziek wordt of in de rol van mantelzorger terechtkomt, heeft ook vaak nood aan concrete vorming. Voor die mensen organiseert Samana onder andere opleidingen voor het aanleren van nieuwe vaardigheden. Of weerbaarheidstrainingen. En uiteraard versterken we ook onze eigen vrijwilligers met een gepast vormingsaanbod. Daarnaast behartigt Samana op alle beleidsniveaus de belangen van zijn doelgroepen.
Verademen
Wie omwille van een chronische aandoening niet mag of kan gaan werken, heeft alleen maar vrije tijd. Zogezegd. Want onder vrije tijd verstaan we in het algemeen de tijd waarin we even op adem kunnen komen. Zoals het weekend. Of de vakantieperiodes. En ook voor mantelzorgers is vrije tijd in die betekenis niet zo vanzelfsprekend. Daarom biedt Samana de kans om even alle zorgen aan de kant te laten en te verademen. Dat kan gaan van persoonlijke activiteiten, uitstappen in groep, individuele of groepsreizen of het tijdelijk overnemen van de taken van de mantelzorger (respijtzorg)
---------------
Enkele dagen geleden vernamen wij het overlijden van Rosa Diamant, een naam die de meesten onder ons wellicht niet veel zal zeggen maar voor oudere mensen van Sint-Vincentius roept die nog de herinnering op aan iemand die als ‘stoeltjeszetster’ in de kerk werkte. We eren hierbij haar gedachtenis.
Zij deed ons denken aan een heel concrete vorm van diakonie in onze eigen gemeenschappen. Het gaat dan over het proper houden van de kerk, het in orde zetten van de stoelen, het versieren van de kerk, het aanbrengen van de wisselende kleuren en thema’s voor de verschillende tijden door het jaar enzovoorts. De mensen die het doen krijgen wisselende namen: de kuisploeg, de stoeltjeszetter en stoeltjeszetster, de kosters en kosteressen, de bloemenverzorgsters, de werkgroep… Gelukkig zijn er ook vandaag mensen die in onze verschillende kerken deze dienst verrichten. Zelf treden ze zelden voor het voetlicht, maar het is dank zij hen dat onze kerken de plaatsen kunnen zijn waar de gemeenschap welkom is.
Graag zouden we hen een voor een willen opnoemen, maar als we hier ook maar één zouden over slaan zou dat spijtig zijn … en daarom geen namen maar wel een heel grote dank u!
Nog een andere, heel concrete dienst aan de kerkgemeenschap wordt bewezen door de lectoren die in de verschillende kerken trouw op post zijn, door de misdienaars, de leden van het koor, de organisten en muzikanten … Het zijn de mensen op wie de liturgie steunt. Ook aan hen een heel grote ‘dank u’.
Daarnaast zijn er, ook nog in verband met onze gemeenschappen, zij die zich inzetten voor Broederlijk Delen en Welzijnszorg. De folders in de kerk, de advents- en vastenkalenders, koffiestop … het is dank zij hen dat wij als Godsvolk regelmatig opgeroepen worden tot solidariteit met hen die het minder goed hebben, dichtbij en veraf.
En niet te vergeten de catechisten die zich jaar na jaar inzetten om jonge mensen te begeleiden naar hun vormsel. Hun inzet strekt zich uit over een heel schooljaar, met regelmatige bijeenkomsten en vieringen, dit alles voorbereid in vergaderingen …
Wie heeft er al eens aan gedacht dat op de kruisjes van de overledenen namen en data staan? Dat er hosties en wijn in de sacristie te vinden is? Dat de boeken en boekjes netjes onderhouden worden, desnoods hersteld, dat het linnen gewassen wordt, dat er kaarsen gehaald worden, het geld van de collecte wordt geteld en gestort …
Nogmaals een heel grote ‘dank u’ aan allen die dienst, diakonie, bewijzen aan het Godsvolk als het samen komt in zijn kerken.
---------------
Een vorm van diakonie waar onze parochies in het verleden heel hard aan hebben meegewerkt is het verenigingsleven. Daarbij denken we voor deze aflevering aan de structuur die het mogelijk heeft gemaakt dat mensen samen kwamen. Elke parochie die zichzelf respecteerde had een parochiezaal, samen met een parochiale VZW.
Van die rijke periode, letterlijk en figuurlijk, blijft er nog altijd wat over. Op Sint-Jozef is er nog steeds een parochiale VZW. Waar vroeger er wellicht heel wat concurrentie was met initiatieven van uit andere hoeken is er nu samenwerking. Uit de samenwerking met de stad en de wijkwerking zijn er mooie initiatieven ontstaan zoals het Toreken en de Mandalaschool.
Op Sint-Vincentius is er ook de VZW Parochiale Werken. Zij beheert de Kring en de Feestzaal in de Maïsstraat. In de zalen vooraan en in de Kring vinden heel wat activiteiten plaats. Het OKRA-orkest, de Texasdansers, een fotoclub, verschillende biljartsclubs en dartclubs, Mindervaliden Vlaanderen, de Hobbyclub … heel wat verenigingen gebruiken de lokalen. Sinds enkele weken is er ook een nieuwe verantwoordelijke, Michel, die voor de Kring zorgt.
Op Sint-Godelieve bestaat de VZW Parochiale Werken niet meer. De Parochiezaal, die is overgegaan naar de Kerkfabriek, bestaat echter nog altijd en groeit en bloeit. Peter zorgt er voor dat er de nodige ambiance te vinden is.
Op het Heilig Hart is de VZW Parochiale Werken ook verdwenen. Daar bieden andere plekken de mogelijkheid voor de verenigingen om samen te komen.
Ook op Sint-Catharina is de VZW Parochiale Werken weg. Daar is mee geïnvesteerd in de Hoeve Lootens. Dit initiatief mag mee op de volle steun rekenen van de parochie.
Met dit alles mogen we niet vergeten dat de bestaande VZW’s Parochiale Werken een raad van bestuur en een Algemene Vergadering moeten hebben. Dank zij de mensen die zich daarvoor inzetten blijft er voor onze verenigingen veel mogelijk.
---------------
Ook in onze kerkgemeenschappen zijn er mensen hard aan het werk om ons te dienen. We denken hierbij aan de vijf kerkfabrieken die onze parochie in Gent-Noord rijk is. Aangezien elke kerkfabriek vijf leden telt plus de aangestelde door het bisdom zijn er naast de pastoor 25 mensen hierbij betrokken. Zij hebben samen heel wat werk te verzetten.
De vijf leden van de kerkfabriek worden gekozen volgens een hele procedure: vooreerst dient een oproep gedaan te worden naar kandidaten. Vervolgens worden de namen van de kandidaten bekend gemaakt en gevraagd naar mogelijke opwerpingen. Uiteindelijk worden dan de leden benoemd. De aanstelling van de leden van de kerkfabriek is voor een duur van zes jaar. Om voor de nodige continuïteit te zorgen is elke kerkfabriek onderverdeeld in een grote helft (drie leden) en een kleine helft (twee leden). Om de drie jaar wordt een van de helften vernieuwd. Concreet betekent dit dat in april 2020 een oproep zal gedaan worden om de ‘grote helft’ te vervangen.
Elke kerkfabriek heeft een voorzitter, een secretaris, een penningmeester en twee gewone leden. Samen met de door de bisschop aangestelde verantwoordelijke dragen zij de materiële zorg voor het kerkgebouw en de liturgische diensten.
Elke kerkfabriek komt normaal gesproken een viertal maal per jaar samen. Daar wordt onder andere de financiële toestand besproken, de begroting opgesteld of nagekeken of gewijzigd. Natuurlijk komt er heel wat samen aan materiële zorgen: is het kerkgebouw in orde, wat dient vernieuwd of aangepast, is de administratie op punt, hoe staat het met de verzekering … Elke kerkfabriek stelt ook een meerjarenplan op in verband met de investeringen van de komende jaren. Ook de zorg voor het kerkpatrimonium vraagt heel wat inzet en tijd.
Elke beslissing van de kerkraad wordt onderworpen aan goedkeuring door het bisdom, de stad en de provincie. Dit houdt in dat er heel wat verslagen dienen opgemaakt waarin de beslissingen worden gemotiveerd.
Wie denkt dat de leden van de kerkfabriek daarvoor een vergoeding ontvangen heeft het verkeerd voor. Al deze inspanningen gebeuren gratis, er staat geen enkele vergoeding tegenover.
De kerkfabrieken van Gent behoren tot een van de drie CKB’s, Centrale KerkBesturen. Deze overkoepelende organisatie heeft de bedoeling een overzicht te hebben over het geheel van investeringen, meerjarenplannen en werking van de kerkfabrieken. DE CKB’s zijn zo een tussenschakel tussen de afzonderlijke kerkfabrieken en de stad Gent. In onze parochie van Gent-Noord behoren Sint-Vincentius tot het CKB-stad, Heilig-Hart en Sint-Godelieve en Sint-Catharina behoren tot het CKB-Gent Rand.
Regelmatig worden er samenkomsten georganiseerd voor de leden van de kerkfabrieken. Deze bijeenkomsten hebben de bedoeling vorming aan te bieden (bv. over de verzekeringen en de nieuwe privacy-wetgeving). Elk jaar is er ook de nieuwjaarsreceptie voor alle leden van de kerkfabrieken van Gent. Daarnaast zijn er ook bijeenkomsten geweest in verband met het kerkenplan (welke kerken worden gesloten, blijven open, krijgen nevenbestemming).
De leden van het CKB worden gekozen onder de leden van de bijhorende kerkfabrieken. Naast de eigen kerkfabriek dragen zij mee de verantwoordelijkheid voor het grotere geheel.
Dank zij deze mensen en hun ongelooflijke inzet kunnen wij in kerkgebouwen terecht waar alles in orde is, van verwarming tot microfoons tot kazuifels enzovoorts. Daarom een heel hartelijke dank aan hen.
---------------
De palliatieve zorg
Verschillende mensen van onze parochie zijn werkzaam geweest of nog werkzaam in de palliatieve zorg. Een van hen is onze oud-deken, E.H. Jean-Pierre Claeys-Bouúaert. Van hem kregen wij het volgende artikel.
Ze zijn met een vijftigtal vrijwilligers werkzaam op de palliatieve dienst van het Az St.Lucas in Gent. Iedere dag zijn er twee vrijwilligers in dienst bij de morgenshift en twee bij de namiddagshift. De meeste vrijwilligers komen wekelijks aan beurt, sommigen doen meer dan één beurt per week, anderen minder . Sommigen haken af na enkele beurten, want niet iedereen is geschikt voor deze opdracht. De dienst is steeds op zoek naar nieuwe vrijwilligers.
De grootste bijdrage van de vrijwilligers is hun tactvolle aanwezigheid , luisterbereidheid en de tijd die zij schenken aan patiënten (en hun familie). De vrijwilliger heeft geen medische opdracht, hij of zij kan wel de verpleger bijstaan, indien nodig. De vrijwilliger zal ook instaan voor het bedelen van middag- en avondmaal. Op de afdeling zijn er 12 kamers, doorgaans allemaal bezet.
Velen mensen schrikken als de palliatieve afdeling ter sprake komt. Begrijpelijk, want in de meeste gevallen is het de laatste etappe voor de patiënten. En toch heerst er geen sombere sfeer op de afdeling. Het is de eigen opgave van de palliatieve dienst om de laatste levensdagen en maanden van een patiënt kwalitatief zo goed mogelijk te maken. Daarvoor wordt er veel gedaan om een aangename huiselijke sfeer te creëren. De onderlinge samenwerking en kameraadschap van verpleegkundigen en vrijwilligers zijn daarom heel belangrijk.
Patiënten (en hun familie) zijn doorgaans heel dankbaar. Dankbaarheid ervaren doet deugd. Het doet nog meer deugd wanneer de vrijwilliger een zieke mens de kans biedt om dankbaarheid uit te spreken. Dat laatste vooral is belangrijk want vele mensen hebben in hun leven weinig dankbaarheid ervaren (“stank voor dank”) en hebben in hun bestaan soms zelden de kans gehad om gemeend ‘dankjewel’ te zeggen. Alleen gelukkige mensen zijn dankbare mensen, en ook omgekeerd: dankbare mensen zijn gelukkige mensen. De palliatieve dienst helpt om in alle pijn en lijden een dankbaar geluk mogelijk te maken.
Jean-Pierre CB (wordt vervolgd)
---------------
Het laatste Avondmaal
‘Wat kan ik je straks brengen voor het avondeten?’ vroeg ik aan de patiënt.
Ik kreeg geen ja, geen nee. Het bleef onduidelijk en ik voelde aan dat het geen zin had om alle mogelijkheden van soep, en boterhammen, en pudding, en ijs op te sommen. Ik zweeg. We keken elkaar wat onbegrijpend aan.
‘ Weet je wat’ probeerde ik ‘ ik heb nog een lekker stukje taart staan in de frigo, het dessert van deze middag. Het is eens iets anders …’
‘Oké’ knikte hij ‘ het is goed, breng het maar en we gaan het samen opeten’.
‘Nee, het is voor jou. Een brésilienne taart met nootjes en crème fraiche’ was mijn reactie. Hij keek mij geamuseerd aan, maar bleef bij zijn gedacht ‘ ’t is goed, we gaan het samen opeten, haal dat stuk taart maar’.
Ik schikte twee borden, twee vorken en een mes op een dienbord, en één stuk taart met een blinkende aardbei erboven op.
‘ ’t zal mij smaken’ glunderde hij toen ik het voor hem zette en het stuk taart in twee sneed.
‘ Pak gij maar het grootste stuk’ dirigeerde hij nog. Ik hielp hem het eerste stukje naar de mond brengen en zag dat het hem beviel.
‘ Nu gij het ander stukje’. Ik at ook een stukje op. En heel langzaam, stukje per stukje, elk zijn beurt verdeelden we het middagdessert als avondmaal. Ook de aardbei verdeelden we mooi in twee stukjes ‘ eentje voor u, eentje voor mij …’
Wat een gelukkig gevoel! Dat klein stukje brésilienne had mij nog nooit zo goed gesmaakt.
En ik dacht onwillekeurig aan Jezus die het brood brak, en verdeelde. De beker wijn die rondging en met z’n allen dronken ze ervan. Er staat nergens geschreven of het hen smaakte, maar ik wil best geloven dat het hen toen echt smaakte: brood en wijn gedeeld, dat laatste vooral: gedeeld.
De zieke man heb ik niet meer gezien, hij overleed enkele dagen na ons avondmaal, zijn laatste avondmaal. Een echt Laatste Avondmaal.
Jean-Pierre Claeys-Bouuaert
---------------
Met dit artikel komt een (voorlopig) einde aan de reeks over diakonie op onze parochie. We hebben getracht om de vele vormen van dienstbaarheid die in onze parochie te vinden zijn onder ogen te brengen. Dank aan iedereen die een steentje heeft bijgedragen of opmerkingen heeft gemaakt.
Natuurlijk zijn we niet volledig geweest. Natuurlijk zijn er ook her en der vergissingen of tekortkomingen geweest. Zo werd in het artikel over de kerkfabrieken ergens de kerkfabriek van Sint-Jozef vergeten. En het woordje ‘diakonie’ dient eigenlijk ‘diaconie’ geschreven te worden volgens de tekstcorrectie. Hopelijk vergeeft u het de auteur.
Ondertussen wordt er ook nagedacht over een nieuwe artikelenreeks. Als iemand een suggestie heeft is die zeker welkom bij de pastoor. Een van de mogelijkheden is het belichten van de verschillende patroonheiligen van onze gemeenschappen. Een andere mogelijkheid is dat ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de parochie van Sint-Godelieve we de geschiedenis van deze gemeenschap eens onder de loupe nemen. Of nog een idee: elke week een lied dat in de verschillende gemeenschappen gezongen wordt van naderbij bekijken.
Wat zou u, beste lezer, interesseren? Laat het horen aan de pastoor en al hartelijk dank bij voorbaat, zeker als u dan nog materiaal aanbrengt of zelf aan het schrijven gaat.