Bij het begin van de grote vakantie ontving ik een verzoek van Wim Devriendt om samen met Philip Janssens te komen kijken naar de glasramen van Eugeen Yoors in onze doopkapel en in onze pastorie.
Wim is voor ons geen onbekende: jaren geleden ging hij mee naar Brody en soms komt hij bij ons ook naar de viering. Hij is bevriend met Philip en beiden zijn geïnteresseerd in kunst, ook in de Pelgrimbeweging en onze glazenier Yoors. Ik zeg onze want Yoors woonde met zijn vrouw Magda Peeters, letterkundige en internationaal pacifiste, vele jaren aan de Troyentenhoflaan 24. In 1925 liet het echtpaar Yoors-Peeters er een modernistisch huis bouwen. Het wordt toegeschreven aan architect Paul Smekens (1890-1983, architect van het Zeemanshuis en van vele woningen in de Tentoostellingswijk), maar ook Magda Peeters zelf wordt als ontwerpster genoemd. De plattegrond is eerder ongewoon voor die tijd. De keuken bevond zich aan de straatzijde naast de inkom, de woonkamer was gericht naar de tuin. Op de tweede verdieping lagen het atelier van Yoors en de werkkamer van zijn vrouw, en dat over de volledige diepte van het huis. In de tuin werd in 1939 een atelier gebouwd voor hun zoon, beeldhouwer Jan Yoors. Het huis werd op 3 april 1995 bestempeld als ‘beschermd monument’ en als ‘bouwkundig erfgoed’ sinds 29 maart 2019. Een gedenkplaat op de gevel bevat het logo ‘beschermd monument’ en de tekst: “geplaatst onder de auspiciën van de Vlaamse Toeristenbond (VTB-VAB) en de Stichting Yoors”.
Wim en Philip waren samen gaan kijken naar een kleine expo over de Pelgrimbeweging in het KMSKA. Architect Flor Van Reeth, Felix Timmermans en Ernest van der Hallen stichtten de kunstenaarsgroepering (1924 tot 1931), een groep die streefde naar een heropleving van de katholieke Vlaamse kunst en zo de mens dichter bij God wilde brengen. De drie stichters gingen dadelijk aan het werk. Beslist werd, dat er twaalf Pelgrims zouden zijn, net zoals er twaalf apostelen waren. Renaat Veremans werd als een der eersten opgenomen. Daarna volgden: Eugeen Yoors (kunstschilder en glazenier); Gerard Walschap, Frans Delbeke en Dirk Vansina (letterkundigen); Herman Deckers, dom Gregorius De Wit en Jan Van Puyenbroeck (kunstschilders); Anton van de Velde (letterkundige-dramatisch kunstenaar). Als ere-Pelgrims werden aanvaard: Juliaan De Vriendt (kunstschilder), Johannes Jörgensen, Frederik van Eeden, Dr. Moller en Sigrid Undset (letterkundigen).
Postume leden waren: Joe English en René Lombaerts (kunstschilders), Karel van den Oever en Léon Bloy (letterkundigen). De jezuïet Léonce Reypens was hun geestelijke begeleider.
De Pelgrims wilden de geest van christelijke solidariteit onder de katholieke kunstenaars bevorderen door elkaars werk te steunen. Ze wilden de katholieke Vlaamse kunst hogerop voeren en ze in het culturele leven de plaats geven die haar rechtens toekwam. In 1927 en 1930 zetten ze grote tentoonstellingen op met kunstenaars uit binnen- en buitenland.
Wat later in zomer spraken Wim en ik af dat het bezoek zou plaatsvinden op woensdagnamiddag 16 augustus en dat ook Guy Aloïs Magnus en Joost Caen erbij zouden zijn.
Guy Magnus van het Cultureel Consulaat Antwerpen, het LiGA Huis op Zurenborg, kende de familie Yoors van in zijn kindertijd heel goed en schrijft heel wat artikels.
Joost Caen is emeritus professor aan de UA (Departement Erfgoed, Opleiding conservatie-restauratie glaskunst), verder ook glazenier en restaurateur van glasramen. Hij is in het bijzonder geïnteresseerd in de Vlaamse glazeniers die actief waren in het interbellum en Yoors neemt daarin een vooraanstaande plaats in.
Ons bezoek startte in de kerk. We bekeken eerst de kerk in zijn geheel met de kunstwerken van Frans Jochems, (basreliëfs uit 1931 en 1933, kruis van 1938 en kruisweg van 1939 en 1942) de communiebank (1931 en 1935) van Alberic Plettinck, het Kristus Koningbeeld (1927) van Bruno Gerrits, het schilderij Madonna met Kind van Henri Van Straten uit 1926, een kruis en liturgisch vaatwerk van Rie Haan én van Victor Hadrien Kockerols én en de glasramen van Alfons Annys (1937-1938). Daarna daalden we af naar de doopkapel. Alles wat daar te zien is, heeft uiteraard te maken met water. Twee glasramen van Annys dateren uit 1937 en stellen de doop en de verrijzenis van Jezus voor. De twee andere glasramen zijn van Eugeen Yoors. Ze dateren uit 1956 en stellen Noach en Mozes voor. Yoors tekende de glasramen en Oscar Calders voerde ze uit. Joost Caen was hier in zijn element toen hij ons heel wat toelichtingen gaf en ons opmerkzaam maakte op de algemene conservatietoestand van de glasramen, op de kleuren van beide kunstenaars en op hun verschillende manier van werken. We hingen aan zijn lippen toen hij ons inwijdde in de glaskunst die ook al vele jaren zijn leefwereld uitmaakt.
Daarna trokken we naar de pastorie. In de traphal hing vroeger een glasraam van De Goede Herder dat aan Yoors toegeschreven werd. Omdat een karton (uitvoeringstekening op ware grootte) zich in Leuven in het KADOC bevindt, zijn we sinds 2018 zeker dat het kunstwerk van Yoors is. Het KADOC – Documentatie- en Onderzoekscentrum voor Religie, Cultuur en Samenleving van de KU Leuven in de Vlamingenstraat – is het centrum dat zich toelegt op de veilige bewaring, het optimale beheer, de dynamische ontsluiting en het wetenschappelijk onderzoek van het historische erfgoed dat het resultaat is van de wisselwerking tussen religie, cultuur en samenleving. Dat glasraam van De Goede Herder is intussen ingekaderd en wordt nog opgehangen in de vergaderruimte en achteraan van licht voorzien.
In het secretariaat bevindt zich in het raam aan de straatkant (Jozef Wautersstraat) een glazen triptiek. Je moet het evenwel van binnenuit bekijken. In het midden zien we Maria die haar kind Jezus aan de wereld toont. Links van haar is een koning afgebeeld (de heilige koning Lodewijk IX?) en rechts van haar een paus (paus Leo XIII?).
Na onze namiddag nam ik opnieuw contact op met mevrouw Rie Vermeiren in het KADOC en nu blijkt dat het karton van de koning zich daar ook bevindt in het archief van Yoors. Van het centrale paneel met voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw met kind is er een foto bewaard (een glasnegatief). Zonder helemaal zeker te zijn heeft mevrouw Rie Vermeiren aan het archief ook nog de kartons en foto’s toegevoegd van een voorstelling van Onze-Lieve-Vrouw Middelares, die in de tentoonstellingscatalogus ‘Gloed van glas’ (1986) getoond en geduid wordt als: Dit glasraamontwerp van circa 1926 zou oorspronkelijk bestemd geweest zijn voor de Onze-Lieve-Vrouw Middelareskerk te Berchem, het werd echter nooit uitgevoerd. De illustratie toont een versie in olie op doek, maar die is niet met het archief meegekomen. Daarin zit een eenvoudig karton met de hoofdlijnen op kalkpapier.
Yoors maakte vele versies van zijn ontwerpen. Bij de kaft met niet-geïdentificeerde stukken zijn er nog twee voorstellingen (1 tekening, 1 glasnegatief) van Onze-Lieve-Vrouw Middelares, die mogelijk ook te kaderen zijn in zijn opdracht voor Berchem.
Van de glasramen in de doopkapel van de kerk is helemaal niets terug te vinden, aldus mevrouw Vermeiren: geen schetsen, geen ontwerpen, geen kartons. Ook bij de niet-geïdentificeerde tekeningen zijn er geen ontwerpen voor Mozes of Noach.
De documentatie is te groot om in te scannen. Een uitstapje naar Leuven staat dus op het programma.
Terug naar onze namiddag in de pastorie. Joost Caen maakte ons ook opmerkzaam op een klein ovalen glasraam dat een kruis voorstelt, niet-gesigneerd en vermoedelijk uit de jaren ’60 van de vorige eeuw. Het verdient volgens hem wel om een plaatsje te krijgen aan het raam.
We brachten alle vijf een aangename, interessante en leerzame namiddag door in elkaars gezelschap. We beklonken onze samenkomst met een drankje in een gelegenheid in de buurt en mailden achteraan nog heen en weer! Hoe Eugeen Yoors (1879-1975) jaren na zijn dood nog – via zijn kunst – mensen met elkaar verbindt!
Mia Verbanck, in woord en beeld
Hieronder zie je een grotere fotoreportage