20/02/1927 - 19/09/2021
Het portret dat zijn dochters Cecile en Anne hebben samengesteld.
Nicht Karin las het voor in de viering.
Jef Van der Paal werd geboren in Berchem in een gezin met vier kinderen, waarin hij de enigste zoon was. Hij liep school in het Sint-Stanislascollege en volgde de richting Grieks-Latijnse.
Scouting vormde een rode draad door heel zijn leven. Hij sloot zich ook aan bij de scoutsgroep van dit college waar hij welpenleider “akela” werd en later ook districtswelpenleider.
De drang naar avontuur en ook om in de Belgische kolonie te gaan werken werd versterkt bij het zien van een reportage over het Rwenzori-gebergte met Congolezen in de sneeuw.
Hij kreeg de mogelijkheid om vanuit zijn tewerkstellingsplaats Registratie en domeinen te Antwerpen een korte cursus te volgen op de koloniale school in Brussel. Hij slaagde in het examen en besloot begin 1953 te vertrekken naar Congo met een cargoboot en niet met één van de luxueuze Congoboten. Het avontuur kon beginnen. Eén maand later kwam hij toe in Matadi waar hij al ge-confronteerd werd met de hitte en de bedrijvigheid van de Congolezen die de vracht losten.
Al deze nieuwe indrukken en verdere belevenissen zal hij later uittypen zodat hij ons in juni 2006 een map kon overhandigen die de titel draagt “Mijn leven in Afrika”. En die hij stelselmatig in de loop der jaren nog bijwerkte.
In Coquilhatstad waar hij verbleef tussen de broussewegen en waar er zware onweders waren, richtte hij vormingskampen voor plaatselijke scoutsleiders in. Dat gebeurde in zijn vrije tijd, want daarnaast werkte hij ook als ambtenaar bij de dienst boekhouding en bevoorrading.
Na een termijn van die jaar, keerde hij in 1956 naar België terug. Hij deed dit per vliegtuig en besloot tussenlandingen te maken in Egypte, Griekenland en Rome. Wetende dat hij dit niet zou kunnen navertellen aan zijn vader bij zijn aankomst in België.
In België leerde hij mama kennen dankzij zijn zussen.
Papa keerde reeds in augustus 1956 terug naar Congo; het zou nog tot juli 1957 duren vooraleer mama naar Congo zou afreizen om daar kort na aankomst op 19/07/1957 met hem te trouwen.
Niet alleen papa was actief in scouting, ook mama bleek ingeschakeld te wor-den om dassen te naaien voor de drie scoutsgroepen die er op dat ogenblik waren in Coquilhatstad.
Niettegenstaande de vele blije en bijzondere positieve gebeurtenissen in Congo, heeft papa ook de politieke conflicten en onrusten, die voorafgingen aan de onafhankelijkheid van 1960, van zeer dichtbij meegemaakt. Omdat rond deze periode de spanning zodanig te snijden was, besliste hij om samen met mama heel kort op verlof te vertrekken en een reis te maken met de Volkswagen kever naar Nederland, Duitsland, Denemarken en Noorwegen, toch weer voor die tijd een hele onderneming en uitdaging.
In december 1960 keerde papa terug naar Congo omdat op dat ogenblik de di-plomatieke betrekkingen tussen België en Congo het toelieten. In 1961 werd een vereniging opgericht om de Belgische coöperanten in Congo te helpen en hun nieuws te bezorgen. Aanvankelijk hielp papa vanuit Coquilhatstad het tijdschrift vorm te geven. Later zette hij dit werk verder in Kinshasa. Daar ge-beurde het drukwerk met een stencilmachine in de slaapkamer van Cecile. Ook in België zou hij dit werk nog verderzetten.
De aanhoudende moeilijkheden op het werk in Kinshasa, de onveiligheid en het feit dat zijn moeder al 77 jaar was en zijn afwezigheid en die van haar kleindochters betreurde, deed papa beslissen om definitief in 1975 naar België te komen. Hij maakte eerst nog met zijn gezin een reis in het nationaal park Virunga in Oost-Congo.
In België aangekomen heeft hij opnieuw zijn job bij Registratie en Domein / onroerende goederen kunnen opnemen tot aan zijn pensioen.
Papa bleef ook in België zéér actief op verschillende fronten. Hij zette zich in voor deze parochie: hij deed er zowat twintig jaar de administratie en de leden-werving van het parochieblad; hij stichtte het archief van de parochie en be-heerde dat vele jaren; hij schreef ook de registers van doopsel, huwelijken en uitvaarten in. Vele uren heeft hij aan elk van deze taken besteed en dat tot op hoge leeftijd.
Papa was als lid actief voor het Davidsfonds afdeling Berchem waar hij als penningmeester en nadien als secretaris werd geapprecieerd vanwege zijn administratief en organisatorisch talent.
Door zijn reizen in de evenaarsstreek en zijn vele bezoeken van dorpen gelegen langs de Congostroom en zijn gedetailleerde verhalen over de fauna en flora van Congo, herinneren we hem allemaal als iemand die begaan was met de natuur. Zijn boekenkast thuis is hiervan het levende bewijs.
Zolang we / de kinderen thuis woonden, werd er jaarlijks een reis georgani-seerd, weliswaar binnen Europa. Dit waren Intersoc-vakanties naar Zwitserland en Frankrijk met de nachttrein. Er werd op die vakanties zowel door papa als mama heel wat afgewandeld, “gemarcheerd” zou papa zeggen. Ook de klein-kinderen werden uitgenodigd om af en toe mee op vakantie te gaan. Hierbij ontdekten wij altijd weer zijn interesse voor stafkaarten.
Na zijn pensioen kwam er nog heel wat extra tijd vrij. Wekelijks werden de kleinkinderen afgehaald van school door “den opa”. Later toonde hij steeds veel interesse in hun doen en laten. De tijd die vrijkwam, gebruikte hij ook om in de familiearchieven te duiken en familiestambomen te maken.
De laatste jaren van zijn leven waren volledig in het teken van de zorg voor mama. Hij stond erop mama thuis te verzorgen en te steunen, maar nam een zware taak op zich. Hij moest mama op 06/04/2020 in volledige lockdown afstaan, wat hem vooral ook fysiek zwaar getekend heeft.
Toch was hij een zondagskind: geboren zondag 20/02/1927 en van ons heen-gegaan zondagmorgen 19/09/2021. Hij zag steeds de zonnige, positieve kant van het leven.