Bezinning bij het feest van 15 augustus
Maria,
jij bent zo heel gewoon
en toch ook weer gans anders,
met steeds nieuwe namen
de eeuwen door bedacht.
Gevierd, bezongen en vereerd
met altijd andere woorden
en duizend melodieën
als eindeloze litanieën
die jouw gelaat omkransen.
Men heeft jou willen vatten
in beelden, kleuren, lijnen.
Niet één creatie was volmaakt
want jij bent veel méér.
En toch … gewoon een vrouw
maar door de Geest gedreven
om Hem, Gods Zoon,
te dragen
in goede en kwade dagen
heel diep geborgen in jouw hart
of in je armen,
of op jouw schoot
tot in het bittere uur van duisternis en dood.
Leer ons, Maria,
hoe wij anderen kunnen dragen.
auteur onbekend
Uitleg bij de lezingen van 13 augustus
Geborgen in Gods hand
13 augustus 2017 is de negentiende zondag door het jaar A, een ‘rustige zondag’: de centrale gedachte luidt dat God rust brengt te midden van onrust.
1 Koningen 19, 9a.11-13a – God brengt Elia tot rust
De profeet Elia is vermoeid. Hij heeft geprofeteerd en gestreden voor JHWH, de God van Israël, maar de meeste mensen kiezen voor de afgoden. Elia gaat de strijd aan met de Baälprofeten. De profeten én Elia bereiden een offer voor. Baäl reageert niet op het offer van zijn vierhonderdvijftig profeten; JHWH reageert op het offer van zijn profeet Elia door er vuur uit de hemel op te laten neerdalen. Daarop laat Elia de Baälprofeten doden. Daarop wordt Elia zelf met de dood bedreigd door koningin Izebel. Dan lijkt er iets te zijn geknakt in Elia. Hij kan het niet meer volhouden.
Moegestreden trekt hij de woestijn in en wil daar sterven. Door een engel gesterkt, staat hij toch weer op en loopt veertig dagen en nachten tot de Horeb, de berg van God. Hij overnacht er in een grot. Daar heeft hij een bijzondere Godsontmoeting.
Eerst is er een zware storm, maar in de storm is God niet.
Daarop volgt een aardbeving, maar ook in de aardbeving is God niet.
Vervolgens is er vuur en ook daarin is God niet.
Ten slotte verschijnt God in de stilte. In deze rust, in dit fluisteren mag ook Elia’s eigen onrust tot bedaren komen.
Matteüs 14,22-33 – Jezus brengt de leerlingen tot rust
Na de broodvermenigvuldiging trekt Hij zich terug. Hij wil alleen zijn om te bidden. Hij dwingt zijn leerlingen in de boot te gaan en stuurt de mensen weg. De stilte van de berg contrasteert met de tegenwind en hoge golven op het meer. Jezus blijft op de berg tot ‘de vierde nachtwake’ d.i. de grens tussen nacht en dag. Dan loopt Hij over het meer, beeld van de oermachten en de dood. – Een verwijzing naar Mozes die door de zee trok met het volk? Of naar de eerste Jezus (Jozua) die door de Jordaan trok naar het Beloofde land?
De leerlingen menen een spook te zien en raken in paniek. Jezus spreekt hen toe: ‘Heb moed, Ik ben (het), wees niet bang.’ – Een verwijzing naar de godsnaam zoals God die aan Mozes te kennen geeft: ik-ben-die-ik-ben?
Petrus wil ook over het water lopen en dat lukt hem, tot hij schrikt van de consequenties, hij roept om hulp: ‘Heer, red mij! Onmiddellijk steekt Jezus zijn hand uit. Dan keert de rust op het meer weer. De leerlingen zeggen: ‘Werkelijk, u bent de Zoon van God!’ – woorden die uit de hemel klonken bij Jezus’ doop, die de duivel vragenderwijze aan Jezus stelt en die ook Petrus in de mond zal nemen.
De kerngedachte
Ken je dit verhaal? “Een huis staat in lichtelaaie, midden in de nacht. Het gezin kon maar ternauwernood ontsnappen. Alleen het zesjarig zoontje staat nog boven voor een raam en schreeuwt in doodsangst om zijn vader. De vader roept naar boven: ‘Spring toch, spring dan toch!’ Maar de jongen roept wanhopig: ‘Ik kan je niet zien, Papa!’- ‘Maar ik kan jou wel zien, spring maar gerust!’ roept de vader terug. En dan springt de jongen. In de duisternis? Nee, in de armen van zijn vader.”
Dominicaan Marc Christiaens besluit zijn homilie bij deze lezingen als volgt: “Een uitgestoken hand: Ze grijpt jou niet. Ze laat zich grijpen. Jíj moet die hand grijpen. Jezus kan vele handen naar jou uitsteken: de hand van een vriend of van een vreemdeling, een eeltige werkershand of een onschuldig kinderhand, de hand waarvan je eerder dacht dat het een vuist was. Uitgestoken Jezushanden uit onverwachte hoeken – meer dan je denkt – die je willen bevrijden van je angsten, die je willen opvissen zelfs uit woeste wateren. Maar je moet die handen wel willen zien. En ze willen grijpen. Je moet je durven laten omarmen door de zachte bries van Gods nabijheid. Je moet de grot van de angst durven verlaten, om te kunnen thuiskomen in het Godshuis van vertrouwen.”
Twee dagen na 13 augustus, vieren we 15 augustus, feest van Maria Ten hemel Opneming, feest van alle Maria’s en in Antwerpen ook Moederkensdag. De bezinningstekst van de week staat in het teken van Maria.
De Werkgroep Liturgie