Bezining
Mens voor de mensen zijn (Zingt Jubilate 509)
Refrein:
Mens voor de mensen zijn, herder als God
Trooster voor groot en klein, zo lief als God.
God roept zijn mensen, Hij roept ze bij naam
opdat zij toegewijd zijn wegen gaan.
Genade zaait Hij als zaad in hun hart,
zijn Geest vernieuwt de tijd en heelt de smart.
Klein met de kleinen zijn, vriend onverwacht,
niet op zichzelf maar op and'ren bedacht.
Zieken omarmen, hun tranen verstaan,
met hen de kruisweg ten einde toe gaan.
Gods woorden spreken aanstekelijk echt,
zijn liefde tonen en doen wat Hij zegt.
Licht in het duister zijn, laaiende vlam,
mens van vertrouwen zijn, zijn wie men kan.
Van God gezonden zijn, deemoedig en vrij,
teken van vrede zijn zo trouw als Hij.
Marcel Weemaes (1929-2016)
Bij de lezingen
Elfde zondag door het jaar: mens voor de mensen zijn
Sprekende natuurbeelden onderstrepen de liefdevolle zorg die uit Exodus en Matteüs spreekt.
De eerste lezing: op adelaarsvleugels (Exodus 6)
Midden in de woestijn zijn we, aan de voet van de Sinaï. Mozes staat op het punt de berg te bestijgen. Dan klinkt de stem van God: “Jullie hebben gezien hoe ik ben opgetreden tegen Egypte, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij heb gebracht. Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt, zul je een kostbaar bezit voor mij zijn, kostbaarder dan alle andere volken – want de hele aarde behoort mij toe. Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.”
God die de mens op adelaarsvleugels draagt, is een beeld dat ook in het boek Deuternomium (32) voorkomt:
“Hij omringde het volk met zorg en met liefde, koesterde het als zijn oogappel.
Zoals een arend over zijn jongen waakt en voortdurend erboven blijft zweven,
zijn vleugels uitspreidt en zijn jongen daarop draagt, zo heeft de HEER zijn volk geleid …”
Het inspireerde de dichter Huub Oosterhuis tot dit lied:
Die mij droeg, op adelaarsvleugels
Die mij geworpen hebt in de ruimte
En als ik krijsend viel mij ondervangen
Met uw wieken en weer opgegooid
Totdat ik kon vliegen op eigen kracht …
Je kan het lied via internet beluisteren (op You Tube).
Een prachtig beeld van Gods geraaktheid en zorg voor mensen, ook een beeld voor wat een mens voor een ander kan zijn.
Het evangelie: een herder voor de schapen (Mt 9,36-10,8)
De passage die gelezen wordt, bevindt zich bij het begin van de zendingsrede, de tweede grote toespraak van Jezus in het evangelie volgens Matteüs.
Toen Jezus de mensenmenigte zag, was hij tot in het diepst van zijn ingewanden geraakt, omdat ze er uitgeput en hulpeloos uitzagen, als schapen zonder herder …
Daarop zendt Jezus zijn leerlingen uit, want ‘er zijn te weinig arbeiders voor de oogst’, en hij draagt hen op voor mensen te zorgen, om op zoek te gaan naar verloren schapen.
Ook het beeld van de herder is een sterk Bijbels beeld dat zorg uitdrukt. Wie kent niet psalm 23 (God is de herder die waakt over mij)?
En Jezus noemde zichzelf een herder die zorg draagt voor de schapen, zelfs zijn kudde in de steek laat om op zoek te gaan naar het ene verloren schaap.
Wie zijn de schapen vandaag? Hoe kunnen we herderen? Hoe kunnen we anderen op vleugels dragen? In het lied “Mens voor de mensen zijn, herder als God” brengt Marcel Weemaes een actualisatie (ook te beluisteren via You Tube). We kunnen de rij van voorbeelden zeker zelf nog verder aanvullen …
de Werkgroep Liturgie