Bezinning
VAKANTIEGEBED
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer,
in hele kleine dingen:
in het groen van de bomen,
in vogelzang,
in adem en aarde,
in zonsondergang.
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer,
in heel kleine schoonheid:
in een lelie op het water,
in een schelp op het strand,
in bloemen op tafel,
in een ring aan je hand.
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer
in heel kleine vreugde:
in een heldere hemel,
in een warme wind,
in een tedere moeder,
in een trouwe vriend.
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer
in heel kleine daden:
in vragende ogen,
in een hand door je haar,
in zoenende lippen,
in een zegenend gebaar.
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer
in eenvoudige mensen:
in spelende kinderen,
in jeugd die zich geeft,
in een man die kan knielen,
in een vrouw die vergeeft.
Laten we oversteken
en U ontmoeten Heer
in al deze gaven. A
schrijver onbekend
Bij de lezingen
ONZE LITURGIE VAN EINDE JULI EN BEGIN AUGUSTUS
Het evangelie in deze tijd van het jaar komt uit Matteüs.
23 juli: zestiende zondag door het jaar A: tijd om te groeien
Lezingen: Wijsheid 12,13.16-19 en Mt. 13,24-30
De eerste lezing komt uit het boek Wijsheid. Dat is ontstaan aan het begin van onze jaartelling in Alexandrië en is geschreven in het Grieks, want de auteur wil een brug slaan tussen de Joodse en de Griekse wereld.
In de perikoop van zondag mediteert de schrijver over de macht van God om te oordelen. Zijn conclusie luidt: ‘U oordeelt zachtmoedig en U regeert ons op milde wijze. Door zo te handelen hebt u uw volk geleerd dat rechtvaardigen menslievend moeten zijn; u geeft uw kinderen de hoop dat zondaars naar u terug kunnen keren.’
Mensen krijgen tijd om te groeien. In het dertiende hoofdstuk van Matteüs vertelt Jezus een aantal gelijkenissen die beginnen met ‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met …’ Toekomstdromen over een Koninkrijk dat enkel kan doorbreken als mensen er zich voor inzetten.
In de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe die we zondag horen, blijkt dat het Rijk Gods een werk van lange adem is, dat de leerlingen niet kunnen oordelen over goed en kwaad, dat dat oordeel enkel aan God toekomt.
30 juli: zeventiende zondag door het jaar A: keuzes maken
Lezingen: 1 Kon. 3,5.7-12 en Mt. 13,44-(46)52
In het eerste boek Koningen vraagt troonopvolger Salomo aan God om een opmerkzaam hart en om wijsheid d.i. het vermogen om een onderscheid te maken tussen goed en kwaad en om te kunnen recht spreken. En God zegt: “Ik zal je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft.”
Het boek Wijsheid geeft een omschrijving van wat Wijsheid is: “De wijsheid, de maakster van alles, heeft mij onderricht. Zij heeft een geest die verstandig en heilig is, uniek, veelzijdig, verfijnd, beweeglijk, helder, rein, toegankelijk, onkwetsbaar, liefdevol, scherpzinnig, onstuitbaar, weldadig, menslievend, standvastig, onwrikbaar, onbezorgd, almachtig, alles overziend en alle geesten doordringend, hoe scherp, zuiver of subtiel ze ook zijn. De wijsheid is beweeglijker dan alles wat beweegt, ze doordringt en doorstroomt alles met haar zuiverheid. Ze is de adem van Gods kracht, de zuivere straling van de luister van de Almachtige; niets dat onrein is kan haar binnendringen.” (Wijsheid 7, 22-25)
In het evangelie horn we meer gelijkenissen van Jezus over het toekomstvisioen van Gods Koninkrijk. De schatgraver en de parelkoopman uit het evangelie handelen wijs, ze maken een keuze: ze verkopen alles wat ze bezitten om de akker met de schat of de waardevolle parel te kunnen kopen.
Daarop volgt de gelijkenis van het sleepnet die in het verlengde ligt van de gelijkenis van het onkruid tussen de tarwe.
6 augustus: achttiende zondag door het jaar A: feest van de Gedaanteverandering
lezingen: Dan. 7,9-10.13-14 en Mt. 17,1-9
In het zevende hoofdstuk van het boek Daniël wordt een visioen beschreven waarin de grote wereldrijken van die tijd als vier schrikwekkende dieren voorgesteld. Ze worden veroordeeld voor de troon van God (de Hoogbejaarde) en vernietigd. De 'Mensenzoon' treedt aan:
“In mijn nachtelijk visioen zag ik toen met de wolken van de hemel iemand aankomen
die op een mensenzoon leek.
Hij ging naar de Hoogbejaarde en werd voor Hem geleid.
Toen werd hem heerschappij gegeven, pracht en koninklijke macht;
alle volken, stammen en talen brachten hem hun hulde.
Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat,
zijn koninkrijk gaat nooit te gronde.”
Hiermee drukt de profeet Daniël de hoop uit dat de Mensenzoon het zal halen op de 'politieke beesten' van de geschiedenis.
De passage uit Daniël is gekozen omdat in het evangelieverhaal over de Gedaanteverandering of Transfiguratie de term Mensenzoon voorkomt.
Deze lezing van Matteüs hoorden we reeds op de tweede zondag in de vastentijd en behoeft daarom nu niet veel uitleg, enkel deze korte beschouwing van H. Braecke:
“Wie de berg opgaat,
zich in stilte terugtrekt
en zich dicht bij God mag weten en voelen,
krijgt uitzicht op wat komen moet.
Dit doet opstaan
om naar anderen toe te gaan
en Gods droom samen waar te maken.”
Wie dieper wil ingaan op de lezingen, kan achteraan in het parochieblad nog de bijdrage van Luc Devisscher lezen.
De Werkgroep Liturgie