Deze week vind je op de liturgische kalender verschillende feesten rond engelen: vandaag woensdag 29 september, het feest van de heilige aartsengelen en dan zaterdag 2 oktober het feest van de heilige Engelbewaarders. Het zijn in deze tijd wellicht geen feesten waar we nog warm van lopen of veel aandacht aan besteden. En toch hebben ze ons iets te zeggen, maar wat dan?
Bijbelse bronnen
In de bijbel zijn engelen boodschappers van God aan de mensen. Ze leven dicht bij God en staan ten dienste van zijn verbond met de mensen. In het Oude Testament vind je 529 plaatsen waar ze genoemd worden en in het Nieuwe Testament nog 203. Het gaat dan over engelen die met naam genoemd worden maar ook de vele onbekende. In afbeeldingen worden ze steevast met vleugels afgebeeld (denk aan de recente reclame op televisie voor het bier Victoria) maar die hebben wij er zelf bij gefantaseerd om de overbrugging van de afstand tussen het hemelse en het aardse weer te geven.
Aartsengelen: Michaël, Gabriël en rafaël
Zoals hun naam al zegt zijn er drie bijzondere engelen, die zelfs bij naam genoemd worden in de bijbel: Michaël, Gabriël en Rafaël. Ze zijn betrokken in het verlossende gebeuren van God naar de mens toe.
Michaël:
hij wordt vaak afgebeeld met harnas, een lans of een zwaard en een banier terwijl hij het kwaad verslaat in de vorm van een duivel. Dit verwijst naar het visioen uit het boek Openbaring (12:7-9). Hij staat in onze traditie symbool voor alle hulp van hierboven tegenover alle valkuilen van het kwaad. We vinden hem vijf maal in de bijbel: drie keer in het boek Daniël, het boek van de Openbaring (of Apocalyps en in de brief van Judas.
Gabriël:
kennen we dan weer het best van de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria (Lucas 1,26-38) maar ook die van Johannes de Doper. We vinden hem ook in het Oude Testament en in de Joodse traditie. In het boek Daniël (8,16 en 9,21) legt hij visioenen uit en brengt hij berichten uit de hemel. Omwille van zijn communicatieve vaardigheden is hij patroonheilige van postbodes, telefoondiensten, persagentschappen, nieuwsdiensten en radio- en tv-medewerkers.
Rafaël:
vinden we alleen in het Oude Testament: in het boek Tobit. Hij begeleidt er de jonge Tobias tijdens zijn reis. Hij bevrijdt Sara van een boze geest, beschermt het leven van Tobias en geeft aan Tobias de gal van een vis waarmee hij zijn vader van blindheid geneest. De naam Rafaël betekent dus niet voor niets ‘God geneest’. Op het einde van het verhaal stelt Rafaël zich voor als engel: ‘Ik ben Rafaël, een van de zeven engelen die in de nabijheid van de troon van de Heer verkeren. (Tobit 12,15). In de Joodse traditie (Boek van Henoch) zijn er inderdaad 7 aartsengelen, elk met hun specifieke taak. Vanwege zijn rol in het bijbelboek Tobit is Rafaël de beschermheilige van reizigers, pelgrims, emigranten, spoorwegpersoneel en van artsen, apothekers, verplegend personeel en zieken. Behalve aan zijn engelenvleugels herken je Rafaël in gezelschap van Tobias, met wandelstok, veldfles en reistas of met een vis.
Engelbewaarders
Naast deze grote drie hebben we ook beschermengelen of engelbewaarders. In de Oudheid werd al geloofd dat elke mens een engel had die hem beschermde. Dit idee werd in de vijfde eeuw binnen gebracht in de kerk maar het is pas vanaf de 12e eeuw dat het echt ontwikkeld werd. In 1608 heeft paus Pius V er een feestdag van gemaakt op 2 oktober. Kardinaal Ratzinger schreef ooit: ‘Een engel is zoiets als de persoonlijke aandacht waarmee God aan mij denkt.’ Een mooie manier om hun bestaan te duiden.
In Brussel
In de hoofdstad dragen een paar parochies de naam van engelen: de HH Engelen in Laken maar iedereen kent natuurlijk de Sint-Michiel en Sint-Goedelekathedraal. De website van BRUZZ geeft ons meer informatie rond zijn belang voor onze stad: ‘In de achtste eeuw al wordt St-Michel vernoemd als patroonheilige van een bedehuis gebouwd aan de rand van de Zenne. Op de plek van het bedehuis wordt in de tiende eeuw een parochiekerk gebouwd. Iets verderop aan de oevers van de Zenne ontstaat rond die tijd ook het gehucht Broekzele, dat later de stad Brussel zal worden. Geen stad zonder heilige en zo wordt Sint-Michiel de beschermengel van Brussel. Hij prijkt al meer dan 300 jaar op het de torenspits van het stadhuis. Al eeuwen siert hij verschillende plekken in de stad. In de negentiende eeuw geeft de stad zelfs geld aan wie de figuur van Sint-Michiel wil afbeelden. Ook Brusselse bedrijven verwerken hem in hun logo of naam, onder meer een brandverzekeringsmaatschappij die gevestigd was op de Oude Graanmarkt. Verder droeg een brouwerij zijn naam en was er de sigarettenfabriek Saint-Michel, die de figuur in het groot op de gevel van haar pakhuis in de Picardstaat liet prijken. De lijst van plekken waar je hem vandaag nog terugvindt in de stad is lang. Wie erop begint te letten, spot hem op heel veel plaatsen. Een korte bloemlezing: natuurlijk in en rond de kathedraal die zijn naam draagt, bovenaan de fontein op de Baksteenkaai, hij is verwerkt in verschillende gevels zoals die van de Beurs, De Munt maar ook het Centraal Station, zelfs op de vuilnisbakken, lantaarns en paaltjes van de Stad Brussel. Niet verwonderlijk als je weet dat hij vandaag nog altijd in het logo van de stad prijkt. Zo zal hij ook blijven wapperen op de groen-rood-gele vlag die symbool staat voor onze stad.’
Ook in ons spreken
In ons taalgebruik zitten nog heel wat uitdrukkingen waarin engelen voorkomen: ‘Ge zijt nen engel’ als we iemand een complement willen geven en bedanken. ‘Precies een engeltje dat op mijn tong pieste’ als je met een heerlijk verfrissend drankje je dorst kan lessen op een warme zomerdag. ‘De engelen schudden hun beddeken uit’ als het sneeuwt. ‘Een reddende engel’ iemand die je onverwacht uit de nood helpt. ‘Engelengeduld’, eindeloos geduld. Telkens zegswijzen die iets moois en goeds uitdrukken, met een glimp van iets dat in de buurt van het goddelijke komt. Dat we mogen zijn als engelen voor mekaar…
Pastor Guido
Met dank aan Kerknet en BRUZZ