Donderdag 20 augustus is misschien hun naamfeest… We vieren dan de H. Bernardus van Clairvaux, abt en kerkleraar. Wie was hij nu alweer?
Bernardus werd vermoedelijk in 1091 geboren te Fontaine-les-Dijon (Frankrijk) uit een adellijk geslacht. Zijn ouders legden bij hun zeven kinderen de basis voor een onverzettelijke, heilige levenswandel. Tijdgenoten zeggen dat de moeder van het kasteel een half klooster had gemaakt. Daardoor zou je kunnen zeggen, dat alle kinderen het religieuze leven met de paplepel ingegeven kregen. Ze zijn dan ook uiteindelijk allemaal het klooster ingegaan. De beroemdste werd Bernard.
Bernardus trad in 1112, samen met een dertigtal familieleden en vrienden in het klooster van Cîteaux. De grote groep nieuwkomers gaf een extra impuls aan de nieuwe orde van de Cisterciënzers. Vanuit Cîteaux stichtte Bernardus en zijn gezellen heel veel andere kloosters o.a. in Clairvaux waarvan zijn naam. Wij kennen vooral (de ruines van) de abdij van Villers-la-Ville gesticht in 1146.
In zijn persoonlijk leven was Bernardus uiterst sober en streng. De kerk van die tijd was een machtige en rijke kerk. Hij verlangde terug naar de armoede en de eenvoud van het begin van het kloosterleven. 'Zijn' nieuwe klooster- en kerkgebouwen ademden een rustige sfeer van soberheid; alle weelde en overdaad aan binnen- en buitenkant werden geweerd. Bernardus trad ook op als verzoener in het conflict tussen de twee pausen en bestreed het gedachtengoed van Abelard, die vanuit analyse en rationalisme het geloof benadert.
Bernardus heeft heel wat geschreven maar het is geen gemakkelijke lectuur. Twee kernbegrippen tekenen zijn spiritualiteit. Een eerste is de ervaring. Steeds weer doet hij beroep op de persoonlijke ervaring van de monniken om hen te doen binnentreden in de bijbelteksten zoals het Hooglied en hen naar een hoger niveau van Godservaring mee te nemen. Een tweede kernbegrip is het verlangen. De rijkste mens voor Bernardus is iemand die gedreven is door verlangen. Zo iemand mag dan nog met één voet op de grond staan, die van zijn onvermogen, met de andere, die van het verlangen, wandelt hij door de hemel. Het hoogste verlangen wil de hoogste liefde ervaren…