Een witte Kerst
Als ik deze lijnen schrijf hebben we al een paar dagen nachtvorst en waren op televisie beelden te zien van de eerste sneeuw in de Hoge Venen. Dan gaan wellicht vele harten sneller slaan en hopen ze in stilte al op een witte Kerst. Met de klimaatverandering zit dat er wellicht nog zelden in. En toch zou het iets hebben, zo’n witte Kerst. Waarom dat uitkijken naar sneeuw op kerstdag? Omdat de wereld er op Kerst heel anders moet uitzien: alles moet nieuw en ongerept zijn. Het gewone uitzicht van de wereld moet worden toegedekt. Of onze weerman er al of niet bij stil gestaan heeft, weet ik niet, maar sneeuw heeft inderdaad een betekenis die bij Kerstmis past: hij geeft aan de wereld een ander uitzicht, maakt alles nieuw: wat lelijk grijs en zwart was wordt wit en rein, het wordt stiller, de geluiden worden gedempt, hij creëert een nieuwe wereld, minder hard en grauw dan degene van de dagelijkse realiteit.
Een ander uitzicht
Wat wij volgend weekend opnieuw vieren en gedenken, geeft aan heel de wereld een ander uitzicht. In Jezus riskeert God zich aan ons mensen. Het leven van Jezus laat vanaf zijn geboorte, de relatie tussen God en ons mensen in een ander licht bekijken. God komt zelf naar ons toe: Hij die liefde is. En wat is liefde anders dan zich geven. In dat Kind Jezus geeft God zich aan de wereld, komt Hij midden onder ons staan. God kiest voorgoed onze zijde.
Daarom heeft dit feest zo’n belangrijke betekenis, is het geladen met hoop en verwachting. Een betekenis die je wil delen met anderen, die te groot is om helemaal alleen mee om te gaan. Niemand mag verstoken blijven van die vreugde, van die hoop, ook al begrijp je het niet helemaal. Maar beminnen en bemind worden, dat begrijpen wel alle mensen. Vandaar dat dit feest zo de wereld beroert.
‘Un fait divers’?
En toch is Hij niet gekomen in groot feestgedruis, wel een massa volk maar geen plaats in de herberg, niemand herkende Hem. In de marge van de grote volkstelling was een koppel, een schrijnwerker en een jonge hoogzwangere vrouw, onderweg van Nazareth naar Bethlehem. Geen enkele aanwijzing dat hier de Vredevorst, Goddelijk Held, zoals Jesaja hem noemt, zal verschijnen. In de marge van het gebeuren, terwijl de wereld druk doende is, wordt Hij geboren, komt Hij aan het licht, een fait divers in de marge van de Joods-Romeinse wereld. De wereld van de keizer, de wereld van de herberg en de wereld van de stal staan zo ver van mekaar. De wereld van de keizer, van allen die de macht hebben en het voor het zeggen hebben; de wereld van de herberg waar goed volk logeert, dat geluk heeft gehad, dat goed opgevoed is, dat kon studeren, dat werk heeft. De wereld van de stal kent miserie, soms van generatie op generatie, mensen uit de marge, zij die niet meetellen, niet gezien worden, eeuwig onderweg, nergens thuis, niet verwacht, niet welkom.
Herders
De herders leefden ergens tussenin, zij hielden zich op in de marge van stadssamenleving. Ze leven verbonden met hun dieren en de natuur. Ze zijn niet vervreemd van de schepping. Maar zij zagen wel, stonden open en gingen in op het woord dat ze vernamen. Misschien moet je wel van ver komen om opnieuw te kunnen zien, de stad uit, het veld in, het onbekende tegemoet. Want in de stad hoor je de stem van de engelen niet, zie je het licht van de sterren niet zo goed, er is teveel ander licht dat we gewoon zijn. En toch, je zal er de mens in de marge ontmoeten. Op zoek willen gaan daar waar niemand zoekt, in de stilte.
Vandaag
Zo is onze God gekomen, in de marge van een ander gebeuren, voor mensen in de marge. Zou het vandaag anders zijn? Als we Gods bevestiging aanvaarden in dit Kerstekind, kunnen we niet anders dan aandachtig zijn voor hen die vandaag in de marge staan, waar niemand naar omkijkt of zoekt. Welzijnszorg roept er ons telkens toe op, opdat we noch blind noch doof zouden zijn voor de kleinen en de zwakken in onze samenleving. Als doven horen en blinden weer zien, dan is de Messias werkzaam. God wil ons nodig hebben en vertrouwt zich toe aan ons in het Kerstekind Jezus, zijn eigen Zoon.
Laten we dus waakzaam zijn als herders en als wijzen op de uitkijk staan voor de tekens van onze tijd. Als God naar ons toe komt als een kind, weerloos, om liefde vragend, vol verwachting, kunnen we dan anders dan zelf als een kind naar de wereld gaan: open, vol toekomst en zonder vastgeroeste ideeën?
Moge het Kerstekind Jezus ons hart dan zo raken, dat we worden als kinderen, kinderen van diezelfde Vader. Aan u allen en uw familie een Zalig Kerstfeest!
Uw pastores Peter en Guido en de pastorale ploeg