‘God zoekt een plek waar Hij kan wonen’
– lees ik in Kerk & Leven –
maar wie zal Hem die tonen
en God onderdak geven?
Want wonen in een stal, een tent
of op een binnenplein
is ook vandaag niet evident
het moet toch “leefbaar” zijn!
of het nu een huis is of een hut
een tempel of bouwval,
een stulpje naast een put
een steiger of een stal
of het nu een bus is of een boot
een luifel of afdak
een kraakpand of een goot
een woonschuit of een wrak
of het nu een toren is bij nacht
een tuinhuis of paleis
een vloot of luxejacht
een iglo op glad ijs
of het nu een glasbak is of grot
een bezemkast of boom
een krap studentenkot
een villa als een droom
of het nu een kamer is of kraam
een goed verborgen nis
een zolder zonder raam
een zaal die trendy is
of het nu een studio is of flat
een loge op ‘t toneel
een suite in de stad
een loft, een luchtkasteel
of het nu zwaar is, groot of klein
een oud of nieuw bouwwerk
dat uitgeeft op een plein
een brug, een bos, een kerk
of het nu open is of dicht
gehuld in duisternis
of badend in het licht
als het maar LEEFBAAR is
Hilde Van Parijs