Vorige week viel het me op. Alle kleine stukjes gras rondom mij worden gekortwiekt. Hier en daar had ik het gevoel dat het gras zelfs de tijd niet kreeg om te groeien, zo snel volgen de maaibeurten elkaar op. Ondertussen hoor ik via de media de oproep ‘Maai mei niet’: laat de natuur gerust in de meimaand. Wat langer gras zorgt voor meer biodiversiteit. En geef toe een bloemetje fleurt alles wat op. En die bloemetjes geven dan weer voedsel voor heel wat insecten. Bijen, hommels, vlinders, kevers: als kind zat ik ze uren te observeren, ze waren er gewoon in al hun verscheidenheid. Nu kijk ik weleens op en denk: ‘Al lang niet meer gezien’. Met wat langer gras blijft bovendien ook de grond beter bestand tegen droogte. Water wordt een probleem. Dat mogen we zeker niet uit het oog verliezen in onze betonnen wereld! Water is een kostbaar iets en elke druppel in onze grond is dan ook welkom. En ja, zo’n grasperk zal wat minder ‘verzorgd’ ogen, wat wilder en dan al dat onkruid. Maar onkruid is maar onkruid zolang we niet weten waar die plant voor dient.
Gewoon de natuur zijn gang laten gaan en er onze eigen plaats als mens in vinden, als respectvolle beheerders. Niet als uitbuiters of profiteurs. Zoiets is te lezen in het scheppingsverhaal, de droom van onze God. En ja, ik mag mee zorgen voor de schepping…
Maai mij niet!
Maar om te kunnen mee zorgen voor een betere wereld moeten wij als mens ook kunnen groeien. Daarom: ‘Maai mij niet’. Ook mensen voelen zich weleens gekortwiekt. We zeggen het soms: ‘Het gras wordt onder mijn voeten weggemaaid. Ik kreeg geen kans, ik was te laat, iemand was me voor.’ De vele beperkingen die voortvloeien uit de coronamaatregelen kunnen ons nu misschien nog vaker die indruk geven van alles te moeten missen. Dat is ongemakkelijk, maar wie redelijk is, begrijpt er de noodzaak van. En het is tijdelijk, we komen hier wel doorheen.
Jongeren hebben het er blijkbaar moeilijk mee. Ze voelen het samenkomen met anderen aan als noodzakelijk voor hun ontwikkeling. Ze willen groeien, ten volle leven. Anderen in hun leven binnenlaten, hun talenten ontdekken en ontplooien. De coronamaatregelen zullen voorbij gaan en de meeste jongeren zullen de draad zonder al te veel problemen hopelijk weer kunnen oppikken. Er zijn kansen genoeg in onze maatschappij.
Geef ons de tijd om te groeien…
Maar het brengt mij bij de groeiende groep Brusselse jongeren die maar weinig kansen krijgen. Velen van hen staan er zo goed als alleen voor. Zij zijn als minderjarige vluchteling hier terecht gekomen, alleen of met een broer, nonkel of neef. Anderen leven hier met papa of mama die zelf nooit naar school gingen en hier geen werk vinden. Ze spreken een andere taal en leven verder in een andere cultuur. Velen zijn slecht en klein behuisd. Denken we maar aan de brand in de Heyvaertstraat enkele weken terug: meer dan dertig personen in één woning. Die jongeren leven op straat tijdens hun vrije tijd. We kennen ze als hangjongeren die telkens opnieuw in de problemen komen: politie, geweld, drugs of alcohol,…
We zouden ze gemakkelijk als ‘onkruid’ bestempelen. Totdat iemand ontdekt welke talenten, welke mogelijkheden ze in zich dragen. Tot iemand ziet dat ook die jongeren mee onze toekomst zullen uitmaken. Een sterk filmpje over de Don Boscoschool in Woluwe (https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/video/bekijk-de-film-het-verhaal-van-de-30-schuiven-over-groeien) greep me aan. De directeur getuigt hoe hij verschillende trajectbegeleiders inschakelt om jongeren zo lang mogelijk verder te helpen. Hierbij gaat het niet enkel om studiebegeleiding maar ook om hulp bij het aanmaken van dossiers bij het OCMW, asielaanvragen enz. Ook als de jongeren zijn afgestuurd of de school verlaten hebben gaat die begeleiding verder. Een ander voorbeeld: een jongen die al op negen verschillende scholen was buitengezet, wordt niet weggezonden maar omkaderd. De structuur zal hem meer kansen geven om door te groeien dan wanneer hij telkens opnieuw moet herbeginnen, achtervolgd door zijn verleden. Denk maar aan het gras dat telkens gemaaid wordt! Tijd speelt hierin een bijzondere rol. Hoeveel jongeren konden nooit uitgroeien tot wie ze werkelijk zijn omdat ze vertrekken met achterstand en het ritme van onze maatschappij niet aankunnen? Hoeveel mensen kwamen op een zijspoor terecht omdat er geen tijd is hun talenten te ontdekken en te ontplooien?
Investeren in de toekomst
Zoals ons niet gemaaide gras leven aantrekt, zo kunnen ook wij tijd en mogelijkheden bieden aan elkaar. Hoeveel gelukkiger zijn mensen die in hun werk ook hun talenten ten volle kunnen gebruiken en ten dienste van anderen stellen. ‘Carrière maken’ noemde men het vroeger, en in het woord zelf kreeg bij sommigen een negatieve bijklank door de druk van het ‘moeten’ en de concurrentiestrijd die er doorheen klinkt. Vandaag hoor je vaker de term ‘doorgroeien’. Of dit de realiteit veel verandert en er meer rekening met persoonlijke aanleg en verlangen wordt gehouden is nog maar de vraag.
Maar zeker is Gods verlangen dat ook wij mensen niet worden kortgewiekt en om de haverklap moeten herbeginnen. Enkele mooie parabels over talenten en zaad dat zomaar groeit moedigen ons daarin aan. (p.Tite)