Na de veertigdagentijd en Pasen zou ons geloof toch een flinke boost moeten gehad hebben. En toch blijven heel wat mensen zuchten: ‘Ik weet het niet.’ ‘Wat hebben ze ons vroeger toch allemaal wijs gemaakt.’ Ook kinderen zuchten: ‘Ik zou Jezus willen zien.’ In de nacht van Pasen hebben we onze doopbeloften en onze geloofsbelijdenis hernieuwd. Maar voor velen klinken het als traditionele formules: je laat ze niet zomaar vallen, maar je probeert ook niet om ze echt te begrijpen want ze staan zo ver van je af.
Nu zondag is het ‘Beloken Pasen’: we sluiten de luiken van het venster op de Verrijzenis. Wat gebeurt er met het Licht van Pasen? Wordt het binnen gesloten, in de kern van ons hart? Of wordt het buitengesloten en kunnen we nog enkel door de kieren van het luik het échte Licht vermoeden? De Kerk geeft ons op die dag het evangelie van Thomas te lezen.
Op de avond van die eerste dag van de week
Het begint op de avond van Pasen zelf. De leerlingen zijn ontredderd. Bang voor de Joden hebben ze zich opgesloten. Eén van hen had blijkbaar toch de moed om ergens anders te zijn: Tomas. Angst, verdriet, misschien woede, spijt, … Een bom van gevoelens met misschien toch wat verwarring en hoop na het verhaal van Maria van Magdala die beweerde dat ze ‘de Heer’ gezien en gesproken had. Misschien had Tomas er gewoon nood aan om even alleen te zijn. Alle begrip hiervoor!
Maar hij mist de ontmoeting met de Verrezene. Nochtans een belangrijke ontmoeting. Jezus wenst hen vrede, tot tweemaal toe. Innerlijke vrede na die heftige dagen. Zonder die innerlijke rust kunnen ze niet verder. Die enkele jaren onderweg met Jezus kunnen ze niet zomaar eventjes tussen haakjes zetten en dan weer hun oude leventje oppikken. Nee, zijn vriendschap, zijn woorden, zijn levensstijl was té ingrijpend. Ze moeten het een plaats kunnen geven. En er is maar één plaats: de draad weer oppikken en verder doen. ‘Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Jezus’ zending wordt hùn zending. Dat is verbondenheid, over de dood heen. En die verbondenheid wordt concreet: ‘Ontvang de heilige Geest. Als jullie iemands zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven.’ Ze mogen delen in Jezus’ zending maar ook in Jezus’ verbondenheid met de Vader. Ze ontvangen dezelfde Geest, Geest van liefde, vergeving, Geest van God. Wauw!
Tomas hoort het verhaal en kan er zich niet in vinden. Een ontmoeting met een dode! Ik zal het maar geloven als ik het zie, als ik het kan voelen. Tomas heeft nood om de realiteit van het gebeuren te kunnen checken met al zijn zintuigen. Hij gelooft niet in spoken. Woorden zullen hem niet kunnen overtuigen. De realiteit is voor hem duidelijk: Jezus is gekruisigd en dood. Dat aanvaardt hij.
Een week later
Ze waren weer bij elkaar. Ze hebben tijd nodig om samen hun ervaringen te verwerken. Met Tomas erbij en nog altijd met gesloten deuren. Het is niet gemakkelijk. En opnieuw komt Jezus met zijn vredewens, nog altijd zo nodig. En hij concretiseert naar Tomas toe: ‘Raak me maar aan als dat je helpt om te geloven.’ Als dat je opnieuw innerlijke vrede en vertrouwen geeft, doe maar. Wees niet langer ongelovig maar geloof! Maar Tomas geeft er de kortste en krachtigste geloofsbelijdenis ooit: ‘Mijn Heer, mijn God’. De woorden komen uit hemzelf. Hij herhaalt niet wat hij anderen heeft horen zeggen. Hij spreekt vanuit zijn eigen ervaring: Jezus zien, horen. Hij weet dat hij er mag zijn voor Jezus zoals hij is, met zijn vragen en twijfels. Nu ervaart hij opnieuw die vriendschap met de Verrezene.
Wat leert Tomas ons?
Geloven heeft alles te maken met die vriendschap. Velen denken dat geloven de uitkomst is van een denkproces, van filosofische of wetenschappelijke beschouwingen. Nog nooit heeft iemand God kunnen bewijzen met redelijke argumenten en gelukkig heeft nu toch ongeveer iedereen begrepen dat het de moeite niet loont om het te proberen. Geloven heeft meer te maken met vertrouwen. Ik vertrouw erop dat Iemand het Leven en mijn leven draagt. Het is een samenspel van hart en verstand. Verstand om op een goeie manier om te gaan met die veelheid van bijbelse verhalen die soms elkaar lijken tegen te spreken. Ons geloof vraagt een beetje historisch inzicht maar daar gaat het niet om. Geloven vraagt levenswijsheid, het vertrouwen om uit handen te geven wat ons vasthoudt. De kern ligt in de sprong die we maken om ons leven op Hem te richten uit vriendschap, uit dankbaarheid voor wat ons gegeven is. ‘Je zal de Heer je God liefhebben met heel je hart, heel je verstand, heel je ziel en al je krachten.’
Gelukkig dat Tomas niet op zijn eentje is blijven tobben. Hij had het gesprek en de ontmoeting met de anderen nodig om die stap te kunnen zetten. Had hij zonder de anderen de Verrezen Heer herkent? Zou hij helemaal alleen die persoonlijke geloofsstap hebben kunnen zetten? Ik vrees van niet. Zo ook hebben wij elkaar nodig om te groeien in geloof.
Beloken Pasen, gesloten luiken? ‘Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus in hun midden staan.’ Ook vandaag en alle dagen. Moge het Licht van Pasen over ons blijven schijnen.(pastor Tite)