Het ‘Onze Vader’ is waarschijnlijk het meest gekende gebed voor christenen. Het is dan ook een prachtige samenvatting van ons geloof en bovendien ook biddend, in relatie met onze God. We spreken woorden uit die Jezus ook uitsprak -niet letterlijk waarschijnlijk- en zo belangrijk vond dat hij ze doorgaf aan zijn leerlingen. Nochtans zijn het geen eenvoudige woorden. Niet zo eenvoudig omdat er veel woorden gebruikt worden die in onze hedendaagse taal niet of amper voorkomen. Dat merk ik als ik -vaak anderstalige- kinderen probeer thuis te brengen in dit gebed. Maar ook voor taalvaardige volwassenen is het niet zo eenvoudig omwille van de inhoud en de open mind die gevraagd wordt. Het Onze Vader roept heel wat vragen en levenservaring op… Vaak rammelen we het af, wat niets afdoet aan onze goede bedoeling om te bidden. Maar af en toe eens bij iets blijven stilstaan kan inspirerend zijn…
Onze Vader, die in de hemel zijt
Dit eerste zinnetje brengt ons in relatie met onze God. Welk beeld we ook van Hem hebben, als christenen spreken we hem aan met ‘onze Vader’. Dit is ver weg van de Joodse gewoonte om Gods naam ‘JHWH’ niet uit te spreken en te vervangen door het respectvolle maar eerder neutrale ‘Heer’. Vader en Schepper zijn in onze geloofsbelijdenis de twee woorden die God benoemen. We mogen het vertalen als ‘Bron van Leven’ maar God is geen ding, met Hem mogen we in relatie gaan. Op onze kleinmenselijke manier maar met respect voor het Mysterievolle. Daarom is er bij dat ‘Onze Vader’ ook de correctie ‘die in de hemel zijt’. Hierbij moeten we ons best geen verborgen plekje in het universum voorstellen maar gewoon blijvend beseffen God is groter, Hij is de Andere, Diegene die ik nooit helemaal kan benoemen. En tegelijk is Hij voor ons -niet voor mij alleen- een Liefdevolle Inwezigheid in mijn en ons leven, zoals een papa en mama.
Uw Naam worde geheiligd, Uw Rijk kome, Uw wil geschiede…
De eerste drie beden kunnen tegelijk lofzang, belofte en verlangen zijn. Ze richten zich volledig op God. Hij komt als eerste in ons leven. We verlangen dat Hij er mag zijn en gerespecteerd wordt. Dat kan wijzen op alle uitingen van godsdiensten maar ook op zijn aanwezigheid in ons mensen. Het Godsrijk waar Jezus zo vaak over vertelde in zijn parabels is ons verlangen en werken voor een wereldwijde rechtvaardige samenleving. Armoede, geweld, uitbuiting van mensen, overconsumptie en vernieling van de natuur… Het staat in schril contrast met deze bede. We bidden wel maar wat doen we? Uw wil geschiede heeft niks van een passieve aanvaarding van het lot voor een christen. Het is meer een belofte van ‘ik wil luisteren naar uw Geest en meewerken in zijn richting. Inspireer mij in het goede…’. Dan worden aarde en hemel één, zoals het vervolg van de bede aangeeft.
Geef ons heden ons dagelijks brood
Och, zorgen we daar ondertussen niet zelf voor? Moeten we daarvoor nog bidden? Onze westerse stadsmentaliteit staat ver van de boer en zijn gezin tweeduizend jaar en meer geleden. Zij wisten zich afhankelijk van regen en zon, van wind en aarde. Wij voelen ons meester over de natuur. Al knaagt er ondertussen alweer wat twijfel nu de klimaatcrisis ons parten speelt. Maar vergeten we niet dat de vraag naar het brood om te eten voor velen nog dagelijkse kost is. Denk maar hoe onze voedselbanken hier overvraagd worden. Denk maar aan de miljoenen mensen die leven in gebieden waar hongersnood regelmatig een feit is.
De vraag naar brood is ook de vraag naar al het broodnodige. Voor een kind is dit een knuffel van zijn mama. Voor een tiener om aanvaard te worden in zijn leefgroep… Tederheid, vriendschap, warme menselijkheid. Het mooie is dat we het iedere dag opnieuw mogen en moeten vragen. ‘Je vraagt om brood, dat krijg je, niet de bakkerij’, hoorde ik eens iemand zeggen. Als een arme mogen we iedere dag onze lege handen uitsteken en vertrouwen op wat komt. ‘Geef ons heden’, elke dag kent zijn eigen zorgen maar ook zijn eigen genade.
En vergeef ons onze schulden…
Allemaal doen of zeggen we wel eens iets verkeerd. Allemaal worden we wel eens het slachtoffer van boosheid, onverschilligheid of egoïsme. Uit ervaring weten we dat er geen liefde is zonder vergeving. Zo mogen we ook rekenen op Gods vergeving. Telkens opnieuw krijgen we van hem nieuwe kansen, een nieuw begin. En we mogen van Hem leren in dezelfde geest anderen kansen te geven.
En leid ons niet in beproeving maar verlos ons van het kwade.
Bekoring, beproeving? Zal God ons daarin leiden? Zo ja, zal Hij er ons ook in begeleiden… Het gebeurt dat we in moeilijke situaties terecht komen, het gebeurt dat onze liefde en levensvreugde op de proef worden gesteld. Daarom bidden we om sterkte, om inzicht, om geduld en uithoudingsvermogen. Het kwade bestaat, we zien en ervaren het rondom ons in alle mogelijke vormen van geweld en verdeeldheid. Het kwade zaait angst en eenzaamheid. Maar elke dag opnieuw vragen we ‘ver-los-t’ te worden: dat het kwade ons niet in zijn greep houdt, dat onze geest en lichaam vrij mogen blijven van haat. We horen zoveel verhalen waarin Jezus demonen uitdrijft. Het is ook van vandaag.
Amen.
(pastor Tite)