Eén van de mooiste evangelies in de paastijd krijgen we volgende zondag te horen. Twee leerlingen keren ontmoedig van Jeruzalem terug naar huis, naar Emmaüs Jeruzalem en Emmaüs zijn twee bekende namen in ons geloof, ze zijn symbool voor wat er zich afspeelt in het leven van een mens die zoekt naar God.
Jeruzalem
Het is dé heilige stad zowel voor Joden, Moslims en Christenen. De afgelopen weken weer het toneel van heel wat geweld, vaak rondom het tempelplein. 2000 jaar terug was het niet anders. De Romeinse bezetter handhaaft er met strakke hand de orde die af en toe verstoord wordt door vrijheidsstrijders. In die stad vindt ook Jezus de dood. Niet omdat hij zich tegen de Romeinen verzette maar omdat Hij een nieuwe relatie predikte met God, die Hij zijn Vader durfde noemen. Hij stond voor een Rijk van vrede, liefde en gerechtigheid. Hij bekoopt het met zijn leven op het kruis. Voor de leerlingen uit het evangelie is deze stad niet langer meer de ‘stad van God’ noch ‘de stad van de mensen’ maar de stad van de ontgoocheling en de kapotte droom. En ze gaan terug op weg naar huis, naar Emmaüs, om de draad van vroeger weer op te nemen.
Emmaüs
Deze plek roept dan een weer wereld op van herkenning, innerlijke vrede, vertrouwen en begrepen worden. De leerlingen keren ontgoocheld terug naar die vertrouwde plek. De ene wordt bij name genoemd: Kléopas, de andere draagt geen naam. Daar mogen we onze naam invullen. Ons leven kent immers heel wat beproevingen: toekomstplannen die in duigen vallen, zwaar ziek worden, verlies van een geliefde, dromen die niet uitgekomen zijn.
Er is de angst voor de toekomst van onze wereld, van ons klimaat, de onmacht om er zelf iets aan te doen. Het kan heel verlammend op ons inwerken. We zien nog nauwelijks perspectief.
Luisteren
Zij stappen dus terug naar huis. Maar dat is buiten Jezus gerekend. Hij voegt zich bij hen als een toevallige passant, een vreemdeling die even mee opstapt. Zoals we Hem kennen gaat zijn aandacht eerst naar de mens uit en pas daarna zal Hij spreken, in actie komen. Hij is benieuwd naar dat verhaal dat hen bezighoudt en nodigt hen uit mee te vertellen. Bij de Heer kunnen we altijd te recht met wat ons bezighoudt. Hij luistert naar ons verhaal. Doen we dat ook naar onze medemensen? Kunnen zij op verhaal komen bij ons? Laten anderen ons op verhaal komen als we met zorgen en problemen kampen? Het is zo kostbaar een luisterend oor te vinden of het zelf te zijn voor anderen. Te vaak leggen we ons eigen verhaal er naast of bij en breken zo de dynamiek van het vertellen van de ander. Jezus geeft ons aan hoe het wel kan: luisteren en aanmoedigen tot meer te vertellen wat er omgaat. Dat is het begin van heling en geheeld worden.
Wending
Na het luisteren komt Jezus pas in actie. Hij plaatst alles wat ze meemaken tegen het licht van de Schriften. Wat er die voorbije dagen gebeurde staat niet los van de grotere geschiedenis van God met zijn volk. Zo essentieel wat hier Jezus hier doet. Ook voor ons vandaag. Ons eigen leven, onze persoonlijke geschiedenis mogen we verstaan tegen de achtergrond van de bijbelse geschiedenis van God met zijn mensen. Meer nog: de ‘openbaring’, hoe God zich laat kennen is niet gestopt met het laatste boek van de bijbel. Het verhaal blijft doorlopen, in elke generatie van mensen, met horten en stoten soms maar wel onstuitbaar. Ook dat is Pasen immers. Als God zijn licht over ons leven laat schijnen zien we zelf in een ander perspectief.
Samen aan tafel
Na al die uitleg komen ze aan waar ze vroeger woonden. Omdat hun hart oplichtte bij al zijn spreken nodigen ze Hem uit die avond bij hen te blijven en samen te eten. Maar van gast wordt Hij wordt plots gastheer: Hij neemt het brood, breekt het en deelt het. Aan het breken van het brood gaan ze Hem herkennen. In de intimiteit van een vriendschapsmaal herkennen ze Hem. Het momentum van Witte Donderdag herhaalt zich.
Samen aan tafel gaan als mensen is hartverwarmend. Mensen die alleen wonen en dagelijks alleen moeten eten kennen het verschil maar al te goed.
Het is dus niet verwonderlijk dat Jezus onder ons wilden blijven doorheen een maaltijd met Hem, in de eucharistie. Daarom krijgt ze zo een belangrijke plaats in ons geloof en de beleving ervan.
Amen
Daar in de eucharistie wordt ons het brood aangeboden: ‘Lichaam van Christus’ en we antwoorden: ‘Amen’, wat wil zeggen: ‘ja dat is zo, ik geloof het echt’. Wij worden ook zijn lichaam door de communie. Augustinus zei: “christen, word wat je ontvangt!’ De verrezen Christus leeft zichtbaar, merkbaar, tastbaar, lichamelijk dus, daar waar gelovigen hun liefde breken en delen om zo voor deze wereld “Lichaam van Christus” te worden.
Terug naar Jeruzalem
“Zij stonden onmiddellijk op en keerden terug naar Jeruzalem”, daar waar de jonge kerkgemeenschap aan het groeien was, rond Petrus en de andere leerlingen. Wij, leerlingen van Jezus, zijn soms op de dool of op de vlucht, maar regelmatig worden wij door enkele zachte uitnodigingen van de Heer, teruggebracht naar de plaats waar Hij ons eigenlijk nodig heeft om Zijn liefdesgemeenschap in onze wereld mee op te bouwen. De opdracht van dit belangrijke paasverhaal is dus: vanuit de Eucharistie steeds opnieuw terug naar de plekken waar een concrete liefdesgemeenschap rond Jezus wordt gevormd. Want wie de Heer eenmaal aan zijn tafel heeft ontmoet kan niet anders dan getuigen dat Hij werkelijk leeft, dat de liefde toch sterker is dan elke ontgoocheling of wanhoop.
Pastor Guido
EMMAÜS Anton van WIlderode
Dit wordt een Emmaüs bij volle dag,
wij lopen in Zijn naam bij mensen binnen
voor wie verdriet en eenzaamheid beginnen
en blijven tot de inval van de nacht.
Wij zitten toegenegen bij elkaar
en bij gevonden vrienden zonder woorden
nu wij het roepen van hun zwijgen hoorden
om een nabij en vriendelijk gebaar.
Wij breken naar Zijn voorbeeld het goed brood
van caritate, zelveloos vergeten
wat wij gewoonlijk voor onszelve deden,
klaarwakker voor de eigenlandse nood.
Wij vonden bij de zorg om zoveel zeer
en door het zien van dichtbij zeer bewogen
de diepe blijdschap dat wij zeggen mogen
als die van Emmaüs: het was de Heer !