Jürgen Mettepenningen, spreker van deze avond, is theoloog. Hij is directeur Identiteit binnen het vicariaat Onderwijs van het aartsbisdom Mechelen-Brussel en doceert aan de Faculteit Theologie en Religiewetenschappen van de KU Leuven. Hij is auteur van verschillende boeken, waaronder ‘Houvast’, uitgegeven in 2023 en onderwerp van de lezing van deze avond. In dit werk probeert hij een beeld te schetsen van de identiteit van de christen.
Als reden voor het schrijven van dit boek stelt hij dat in veel gesprekken en in de media tot uiting komt dat men niet meer weet waarover het gaat wanneer het christelijk geloof ter sprake komt. Steeds dezelfde vooroordelen komen aan bod, meestal over een verleden dat voltooid verleden tijd is, bovendien hebben veel christenen het ook lastig om hun geloof te verwoorden. Met dit boek tracht hij dan op een bevattelijke manier de basis van het christen-zijn helder te stellen voor een breed publiek, met de Bijbel en het leven als fundament. Als basisthema voor het boek en de lezing gebruikt hij een citaat uit EF.5,2 “ Ga de weg van de liefde”
Wanneer over levensbeschouwing gepraat wordt, dan blijkt dit een belangrijk en delicaat onderwerp te zijn waarover veel verschillende meningen bestaan. Hij probeert het onderwerp realistisch en positief te benaderen en geen wollige, maar duidelijke standpunten in te nemen en een paar kernpunten aan te duiden. In de sfeer van synodaliteit probeert hij samen met het publiek/ de lezer op weg te gaan vertrekkend vanuit het heden. Hij heeft het bewust steeds over de christen en niet over het christendom. Wat is een christen, is de vraag waar het hier om draait.
Het boek is ingedeeld in drie luiken: fundamenten, profiel en gestalten.
In het eerste deel bespreekt hij de bronnen van de christelijke identiteit: de evangelieversies, ruimer de boeken van de hele Bijbel. Die bronnen leveren het fundament aan waarop de identiteit van een christen is gestoeld. Jezus openbaart met zijn leven een kernboodschap van liefde van God. Op grond daarvan formuleert hij in tien punten het profiel van een christen, waarna in het slotdeel de vier domeinen aan bod komen waardoor de christenen hun geloof tot uiting brengen.
In het eerste hoofdpunt van het samen op weg gaan vertrekt de spreker J Mettepenningen vanuit het Emmaûsverhaal waar eveneens 2 Joden op weg gaan met een derde persoon. In volle ontgoocheling ontdekken zij bij het breken van het brood wie de derde persoon is en keren terug naar Jeruzalem om aan de apostelen te melden “Christus leeft”. Christen zijn is dus tochtgenoot zijn. Het verrijzenisverhaal is geen theorie, maar een verhaal waarop het geloof berust.
De christen
- gaat mee op weg, ontmoeting
- heeft een luisterend oor, aandacht
- brengt traditie binnen (dialoog) gaat eucharistie vieren, ook het geloof vieren
- gaat opnieuw op weg op nieuwe wijze, zijn leven is ervan doordrongen. Wanneer scholen praten over visie gaat het vaak over christelijke waarden, maar het moet meer zijn. is Hoe leef ik vanuit relatie met Jezus, soms met twijfels de kernboodschap.
In het tweede punt van de uiteenzetting bespreekt jij de uitdagingen en moeilijkheden van het christen-zijn vandaag.Vandaag de dag zijn er crises op verschillende domeinen: leiderschap, individualisme, economisch, ecologisch, ruwheid in spreken, relaties, armoede…Ook instituten hebben het moeilijk, de boodschap geraakt soms ondergesneeuwd in structuren. Er is de drang naar vrijheid tegenover gebondenheid, de techniek enz. En toch is er welbevinden ondanks de druk. Er is namelijk inzet en idealisme, zorg, aandacht en goede wil. En mensen stellen zich vragen over hun identiteit, hoe kan ik van betekenis zijn, meewerken aan een betere wereld.
Daarnaast is er ook een belangrijke evolutie gebeurd in de kerk: van kader naar kater, van koepelorganisatie naar lid. Kerk is niet langer een facilitering. Vaticanum II had de bedoeling om de kerk dichter bij de mensen te brengen, van tochtgenoot te zijn, de volkstaal te gebruiken. Vandaag wordt de kerk op scharniermomenten vaak buitengehouden. Mensen zien vaak morele verbodsborden in de kerk, er is ook gebrek aan religieuze geletterdheid, er was het seksueel misbruik. Zondag wordt een extra zaterdag en de transcendentie, de band met God is kwijtgeraakt. Daarnaast heb je het hoopvolle beeld van een paus Franciscus die zegt “Bekeer u”. Hij legt de nadruk op een stijl van spreken i.p.v. de leer, op cultuur i.pv. structuur. Hij heeft het over een manier van leven, er is een overgang van een kerk die met zichzelf bezig is nar één die naar de samenleving toegaat. Ze treedt naar buiten, naar alle domeinen waar mensen in crisis zijn : DREAM- dialoog, religie, ecologie, armoede en migratie en door daar op in te spelen probeert de paus een droom waar te maken..
In het derde hoofdpunt van de lezing behandelt hij de fundamenten en om bij de fundamenten te komen moet je soms stroomopwaarts gaan. Het is belangrijk om de traditie te raadplegen, want geloven kan niet zonder kennis. Religie is begrijpen en belijden, verbinden en vertrouwen. Geloven is ook mysterie, je kan niet alles uitleggen. God is het onzegbare en toch is er openbaring door Jezus.
De fundamenten liggen in het evangelie ( verhaal in 4-voud), Jezus, Abba (God als Vader) en de liefde. Er is het eerste gebod van liefde: God liefhebben met alles wat je bent en het tweede je naaste liefhebben als jezelf en deze 2 geboden zijn aan elkaar gelijk en de andere daaruit voortvloeiend.
Het christendom is een beweging.
- Het is een kwestie van geloof, hoop en liefde
- Het is een kwestie van getuigenis: zie Petrus en Paulus
- Het is een kwestie van netwerk.
- Het is een kwestie van getallen bij de institutionalisering van het geloof
- Het is een kwestie van identiteit: bij het ontstaan van de kerk niet zonder gevaar met de vervolgingen in de eerste eeuwen.
In het vierde onderdeel van de lezing schetst hij het profiel van de christen. De christen is een mens van liefde en dat is geen eigen prestatie, want liefde wordt ontvangen en doorgegeven. Als je door liefde gedreven wordt, dan moet dat zichtbaar zijn. Christenen zijn VIP mensen
V van vrijheid, de I van identiteit, ik geloof is een deel van mijn leven, P Van persoonlijk. Het kleurt alles, stelt mezelf niet in het centrum (excentriek), houdt inclusie en exclusie in (het omvat alles, maar sluit ook bepaalde zaken uit).
Hoofdstuk 5 gaat dan over de praktijk, de manier van leven van een christen. Hij gaat hierbij uit van de medeklinkers in het woord geloven. G voor gemeenschap – door de doop behoren we tot de kerk, welke gemeenschap is dit, L van liturgie waarin we eucharistie vieren, loven, bidden en stil worden, de V van verkondigen. Dit lijkt heel moeilijk te zijn door verlegenheid, ongeletterdheid op dit vlak. En de N van naastenliefde. Hier rijst de vraag: van wie ben ik de naaste? Hij raakt in dit verband ook een aantal probleempunten aan: waar vind
ik die gemeenschap? Wat is een zondag nog? Zijn onze samenkomsten vieringen, vreugdevol?
Welke taal gebruiken wij die toch genoeg het mysterie vormgeeft? Zelfs de volkstaal van vandaag klinkt soms vreemd in de oren. Naar mijn naaste moet ik met vergeving toegaan.
In hoofdstuk 6 kwam de kerk aan bod met de vraag: wat biedt de kerk ons?
- In de eerste plaats is dat Jezus leren kennen.
- Het biedt een netwerk van personen, verenigingen en scholen
- Het biedt het verhaal van het evangelie
- Het biedt een boodschap van bemoediging en erkenning
- Liturgie en eucharistie
- Het is een moreel baken en een leidraad van spiritueel leven
- Het biedt middelen en infrastructuur
- Het biedt aandacht
Het traject van synodaliteit dat gestart werd in 2021 en liep tot 2023 wil werk maken van het kerk zijn vandaag en verloopt volgens de 5 stappen van de Emmaüsgangers ( zie begin)
In het laatste punt 7 gaat hij in op de toekomst. Hij verwijst hier naar een boek van Yvonne Zonderop ‘Ongelofelijk’ verschenen in 2018 over de verrassende comeback van religie. Het is tijd dat we religie weer serieus nemen als maatschappelijk verschijnsel dat betekenis geeft vindt zij. Voorbij de afkeer is er nu vernieuwde aandacht. Religie, gelovig zijn is er altijd in ons leven, het is ook nooit af en er is de vraag naar authenticiteit. We moeten het Emmaüs wereldbeeld in onszelf ervaren, blijven groeien en vragen: “Hoe beleef ik mijn christen zijn vandaag?”
Myriam Grootaert