Koster-organist en beiaardier Florent Scherpereel: een leven op en onder de kerktoren
Wie al een tijdje in Wingene woont heeft hem gehoord en van hem gehoord. Als organist zette hij de eucharistie extra luister bij. Als koster was hij het manusje-van-alles wat de praktische beslommeringen in de kerk aanging. Buiten de kerkmuren kon Florent met zijn gegalm het dorp samenroepen. En ook opfleuren. Voor de marktkramers was hij zowel de klok als levende reclame als hij de beiaardklanken vrolijk vanuit de toren over het plein liet uitwaaieren. Voor foeterende langslapers daarentegen was het gegalm op zondag vast wel eens een bron van ergernis. Ja, dat ook.
Maar wat weten we eigenlijk echt over het leven van Florent? Welke gebeurtenissen hebben die minzame, dankbare man getekend? Welke sporen hebben mee de weg bepaald die hij gevolgd is?
Onze koster-beiaardier zal het 102 jaar uitzingen, intens dankbaar, mild, met veel geduld. Het christelijk geloof vormde een sterke rode draad in zijn hele leven. Voegen we daar maar dienst aan de gemeenschap en trots op zijn gezin aan toe.
Dit wordt een verhaal in stukjes, dat heb je met een leven dat te vol is voor een kwartootje.
Avelgem, o schone én donkere dagen
Florent wordt op 08/01/1922 in Avelgem geboren. Het dorp likt nog volop zijn wonden door een nu bijna vergeten oorlogsmisdaad waarbij in enkele dagen tijd zowat 500 gasgranaten vanop de Kluisberg werden afgevuurd. Hij komt in een muzikaal gezin terecht met drie kinderen. Grootvader Charles-Louis, kloefkapper-grafdelver, slaat de indrukwekkende ‘grosse caisse’. Ook vader, timmerman, speelt in de fanfare. Zijn zus Yvonne zal tot op hoge leeftijd, ze wordt ook op een haar na honderd, meezingen in het koor.
Maar al vlug troepen alweer donkere wolken samen. Florent is pas vier als vader sterft (1926). Moeder moet de kost verdienen door te gaan werken in Roubaix. Hij wordt ondergebracht bij zijn grootouders aan moederskant in het dichtbije Bossuit. Zijn zusjes, vijf en twee, worden toevertrouwd aan het weeshuis in Wielsbeke. Drie kleine dreumesen kunnen de grootouders echt niet aan. Florent zal zich tot zijn laatste dagen herinneren hoe hij ooit aan de hand van moeder zijn zusjes mocht bezoeken. Zijn hele leven houdt hij warm contact. Maar achter zijn woorden voel ik een vroege ervaring van een diep gemis. Zoveel tientallen jaren later belt hij zijn zus Yvonne vanuit woonzorgcentrum Amphora nog dagelijks op.
Maar nu terug naar Bossuit. Grootvader Cyrille Vanoosthuyse is er veldwachter. Een strenge man. Ze wonen er naast de pastorie, aan de Sint-Amelbergakerk, dicht bij de Schelde. In 2013 zal de kerk gestript worden en met haar resterende muren en venstergaten tot kunstkerk worden verheven, maar als kleuter Florent in Bossuit aankomt, torent ze nog imposant boven het dorpje uit. Bossuit is zo’n dorp dat je bijna in je zakdoek kan knopen. Het telt vooral kleine, arme huisjes die tegen de kerk en tussen het grafelijk domein en het kanaal aanschurken. En verder? Alleen maar velden.
Florent gaat elke dag trouw de mis dienen. Hij is nog heel heel jong als hij al weet dat hij later ‘iets voor de kerk’ wil doen. (wordt vervolgd)
Lud(wina) Persyn
Wingenaar en leerkracht Sint-Jan Berchmanscollege, Avelgem