De eerste krokussen
staan met zijn allen
heel erg flink te doen.
Wit, geel en paars gestreept
omringd door helder groen.
Hoe durf je het aan,
grote felle Levenskracht,
hier zo in kleuren uit te barsten?
Terwijl nog zoveel planten,
twijfelend,
op de drempel
van de koude winter staan?
Ze wringt en wroet
Ze baant zich een weg
Door aarde, dor en koud.
Is wat ze ziet de moeite waard,
Of duikt ze weg
Terug in Gods veilige schoot,
Geschrokken van zo weinig licht?
Gij geeft ons de aarde om te behoeden.
Open onze ogen, dat wij haar zien.