PALMZONDAG … PALMPASEN
Het was Palmpasen en de stad liep vol
toen Jezus’ ezel over ’t wegdek schreed.
Maar Jezus zelf vond het toch maar gesol
te worden ingehaald als nieuw profeet.
Hij wist hoe niemand in zijn eigen stad
profeet kan zijn, noch in Jeruzalem.
Het leek of men vertrouwen in Hem had,
maar wat was Hij voor hen, hoe zag men Hem?
Hij wist hoezeer de kans soms keren kan.
Men zwaait met takken en men vind je tof.
Maar wat betekent heel dit feestenplan,
men rolt tapijten uit en zingt je lof,
en dagen later slaat men je aan ’t kruis
omdat je zegt dat God een vader is
en jij zijn zoon bent en Gods huis
een woonplaats en geen gevangenis.
O God, leer ons Palmpasen te verstaan
en inzien dat jij ons een vrede biedt
die meer is dan gedruis en massawaan,
Jouw rijk is echt van deze wereld niet.
(Piet Thomas, Klein Getijdenboek, p. 168)
Elk jaar opnieuw, acht dagen voor Pasen, vieren wij ‘de goede week’. In het Frans krijgt ze de
naam ‘la semaine sainte’. Deze week begint met een mooie ouverture die we ‘Palmzondag’ of ‘Palmpasen’ noemen. Op deze dag gedenken we de ‘intocht van de Heer’ in Jeruzalem. Deze intocht is geen louter historische evocatie, zoals bv. een evocatie van de Guldensporenslag. Met Jezus treden we de goede week binnen om het mysterie van de Verlossing opnieuw te beleven.
De vier evangelisten vinden het belangrijk te vermelden op welke wijze Jezus in de Stad van de beloften binnenkwam, nl. zittend op een ezel. De ezel was het rijdier van de nederige vorsten van Israël. Het paard daarentegen was het symbool van de trotse oorlogszuchtige koningen. Daarom voorspelde de profeet Zacharias dat de toekomstige Messias op een ezel zou komen om de trots en eigenmachtigheid weg te nemen.
Het is dan ook heel zinvol – waar de omgeving zich daartoe leent – om voor de eucharistieviering van palmzondag een processie te houden terwijl men met palmtakken wuift en liederen zingt ter ere van Jezus als Koning. Het kan heel mooi zijn bij deze processie kinderen en jeugd te betrekken.
Heel de liturgie van deze zondag cirkelt rond de vraag: “Wie is die Jezus toch? ” Het lang evangelie probeert daar een antwoord op te geven. Hier wordt niet zozeer meer gesproken over de triomfantelijke intocht in Jeruzalem. In het passieverhaal wordt vooral het komende lijden van Jezus belicht.
Graag geef ik hier enkele gedachten om deze dag zinvol te beleven…
De mensen die Jezus eerst toejuichen met palmen zullen Hem straks veroordelen. Jezus kende de pijn van de onbetrouwbaarheid. Niet alleen van de massa, maar…wellicht ook van mij persoonlijk.
In het lijdensverhaal volgt Petrus Jezus vanuit de verte. Hoe volg ik Hem? Als je Jezus niet van nabij volgt, loopt het verkeerd af. Daar is de verloochening een bewijs van.
Jezus zoekt zijn eer niet bij de mensen, maar bij zijn Vader. Hij komt in alle bescheidenheid … op een ezel. Zijn macht ligt in zijn onmacht en zijn moed is deemoed.
En … bij wie zoek ik zo dikwijls mijn eer?
In welke personen van het passieverhaal vind ik mezelf terug? Bij Pilatus? Bij Petrus? Bij Judas? Bij Simon van Cyrene? Bij Johannes of Maria? ...
Waar ligt mijn Gethsemane? Waar is mijn lijden te vinden? Waar kan Jezus mijn lijden met zijn aanwezigheid vullen?
En ten slotte … In welk deel van de passie voel ik mij het meest met Jezus verbonden? In de verloochening? In de bespotting? In het bezwijken onder het kruis? In het verraad?
Laten wij dan de goede week binnengaan door te luisteren naar Jezus die met aandrang vraagt: “Ga met Mij samen op weg, draag met Mij het kruis!” Zo wordt Pasen een ècht Verrijzenisfeest!
Zuster Edith Provoost medezuster van zr. Rita.