Intussen weet u het ongetwijfeld al: we zijn op weg naar een ‘pastorale eenheid’. De 13 parochies van de gemeenten Beernem, Ruiselede en Wingene worden één grote parochie.
Een nieuwe geboorte ……….. én bij een geboorte hoort een naam.
Dus zijn we op zoek gegaan naar een passende, inspirerende naam voor onze pastorale eenheid. Verschillende voorstellen werden overwogen en toegelicht in de mandaatgroep. Uiteindelijk viel de keuze op : ‘Sint-Augustinus’.
Biografie.
Sint-Augustinus is één van de grote figuren uit de kerkgeschiedenis en werd geboren op 13 november 354 in Thagaste, Noord-Afrika. Het was een tijd waarin het niet zo goed ging met het Romeins Imperium. Ook op religieus gebied beleefde Rome een zware crisis. Voor de christenen werd het echter een gunstige tijd toen keizer Constantijn hun in 313 ‘carte blanche’ gaf. De grote bloei voor het christelijke denken kon beginnen.
Augustinus was van bescheiden afkomst en kon via een privé-studiebeurs een klassieke vorming ontvangen. Hij was een ‘universitair’ en had smaak in het leven, ging graag uit en verloor aanvankelijk veel tijd - zo zegt hij zelf.
Later - via de geschriften van Cicero - begon hij ook serieuzere literatuur te lezen en realiseerde zich dat een leven van zinnelijkheid en uiterlijkheid hem uiteindelijk niet kon bevredigen. Het werd het begin van een lange zoektocht naar de Waarheid.
Door omstandigheden kwam hij terecht in Milaan en zijn pad kruiste daar dat van bisschop Ambrosius. De preken van Ambrosius (vooral die van de Goede Week van het jaar 386) hebben op Augustinus een diepe indruk gemaakt. Meer en meer raakte hij overtuigd van de waarde van het spirituele. In zijn ‘Belijdenissen’ (zijn spirituele biografie) vertelt hij de beroemde tuinscène in het huis in Milaan. Hij sprak er met vrienden over het groeiend aantal jonge mensen die de woestijn opzochten om een radicaal ascetisch leven te leiden. Augustinus verzuchtte: ‘Wat zij gekund hebben, waarom ik niet?’ Hij ging in de tuin zitten aan een tafeltje waarop de Bijbel lag. Van over de haag hoorde hij een kinderstem roepen; ‘Tolle, lege’ (Neem én lees!) Hij zag de passage van Paulus uit de Romeinenbrief waar hij uitvaart tegen alle vormen van onzedelijk gedrag. Augustinus voelde dit tot zich gericht. Het werd de ontknoping van zijn bekeringsproces. Hij gaf zich over aan God. In 387 liet hij zich dopen door Ambrosius.
Hij vertrok uit Milaan naar Rome (waar zijn moeder de heilige Monica stierf) en komt terug naar Afrika – zijn geboortegrond – en sticht er een monnikengemeenschap voor leken en later een klooster voor religieuzen te Hippo, waar hij in 396 tot bisschop gewijd werd.
Bewogenheid voor de kerk beheerste het tweede deel van zijn leven. Het was een tijd van veel dwaalleren waarbij hij steeds het geloof moest verdedigen en verantwoorden.
Welk soort mens was hij?
Augustinus was een zoeker, een mens onderweg. Hij had een grote gevoeligheid. De bladzijden in zijn Belijdenissen rond de dood van zijn moeder tonen dit duidelijk. Maar ook echte vriendschap beleefde hij intens. Toen één van zijn beste vrienden stierf, schreef hij: ‘Iemand heeft ooit treffend zijn vriend de helft van zijn ziel genoemd.’
Het was ook iemand met een enorme werkkracht en een rusteloze pastorale bedrijvigheid.
Maar vooral moeten we wijzen op zijn grote liefde voor Christus. Het wordt het centrum van zijn denken. Hij noemt Jezus bij voorkeur: de heelmeester.
Waarom Augustinus als patroon van onze ‘pastorale eenheid’?
Verschillende aspecten uit zijn leven spreken ons aan. In Augustinus’ tijd heerste een crisissfeer. De antieke beschaving was op stervensna dood en een nieuwe was nog niet écht in zicht. Temidden van de decadentie van het Romeinse Rijk was het christelijk geloof zich een weg aan het banen en vertoonde een frisse groeikracht.
Nu lijken wij als christenen veeleer in de coulissen van de beschaving gedrukt. We voelen dat we als kerk en als maatschappij op weg zijn naar iets nieuws. Wat het worden zal, is niet duidelijk. De mens moet God zoeken in een steeds wisselende context. Maar hij moet blijven zoeken. Op weg blijven. En juist dit spreekt ons erg aan voor de uitdaging van onze parochies.
Onderweg.
We zijn op weg. En de weg in het leven is niet altijd duidelijk of recht. Augustinus betreurde dat het voor hem zoveel tijd gekost had vooraleer hij besefte waarvoor en voor Wie het de moeite waard was te leven. “Veel te laat heb ik U bemind God”, zegt hij. Ook de ervaring dat ‘de Waarheid’ niet iets is dat men eens en voorgoed bezit, is actueel. Het blijft een zoektocht.
Vandaag kost het eveneens tijd om God te vinden. Er is veel onverschilligheid en relativisme. De christenen zijn een minderheid geworden. Vorige generaties kregen het geloof cultureel mee. Nu moeten we op zoek gaan.
Onze pastorale eenheid wil een plaats zijn waar mensen een stukje weg kunnen meegaan én waar ze tochtgenoten ontmoeten.
Innerlijkheid.
Moeten we ons afzonderen om God te vinden? Augustinus dacht dit aanvankelijk. Hij heeft een lange weg moeten gaan om lichaam en geest met elkaar te verzoenen én zich te kunnen ontdoen van de lasten uit het verleden. Uiteindelijk heeft hij God ontdekt als ‘de Aanwezige in zijn hart’. Hij zegt het zo mooi in één van zijn gebeden: “Ik zocht U buiten mij, maar U was in mij. Toen hebt U geroepen en mijn doofheid doorbroken. Proeven deed ik U en sindsdien dorst ik en honger ik naar U, God. Onrustig is ons hart, totdat het rust vindt in U.”
De tijd dat de Kerk het hele leven in een dorp omvatte, is voorbij. We hebben intussen veel van onze zekerheden moeten opgeven én de kwetsbaarheid ontdekt van het instituut zelf. Het doet ons vele vragen stellen. Toch blijft de man van Nazareth ons aanspreken. Net als Augustinus willen we samen op weg gaan rond Jezus. ‘Alleen’ is dit niet eenvoudig in een tijd waar voor geloof nog weinig plaats lijkt, dus kiezen we voor ‘samen’.
Onze pastorale eenheid wil een plaats worden waar mensen op adem kunnen komen en kunnen putten aan een bron. Die bron is Jezus Christus. Rond Hem willen we onze innerlijkheid laten groeien om als vertrouwvolle én gedragen mensen door het leven te kunnen gaan.
Beminnen.
Augustinus wordt afgebeeld als bisschop met een vlammend hart in zijn handen. Het vlammende hart en zijn spreuk ‘Ama et fac quod vis’ (Bemin, en doe dan wat je wil.) worden het logo van onze pastorale eenheid. Elkaar liefhebben én dragen is de kern van de parochie van vandaag en morgen.
Onze pastorale eenheid wil een plaats zijn waar mensen kunnen groeien in de school van het liefhebben in het voetspoor van Jezus.
En tot slot…… een niet onbelangrijk gegeven. Achter Augustinus staat zijn moeder, de heilige Monica - een héél sterke vrouw. Ook nu zijn er heel wat sterke vrouwen die de Kerk dragen en het vuur brandend houden. Met hen, in samengedragen verantwoordelijkheid, hopen we het kerkgebeuren levenskansen te bieden tot geluk van mensen én tot lof van God!
De werking van de ‘pastorale eenheid Sint-Augustinus’ begint nu al. Maar we geven graag mee dat op zondag 13 februari 2022 om 10u30 de officiële aanstelling zal plaatsvinden in de St.-Amanduskerk te Wingene door onze Bisschop Mgr. Lode Aerts.
U bent alvast uitgenodigd!
Pr Edouard