21 april is roepingenzondag. We bidden dan om nieuwe roepingen, mensen die zich kerkelijk willen engageren, zich inzetten voor de naaste, de evangelische boodschap. Een moeilijk gegeven in deze tijden. Ik stelde vast dat mijn vormelingen het begrip klooster en zuster niet meer kennen. Zusters zijn niet meer zichtbaar voor hen. Daarom bezochten we eens het klooster en interviewden we zuster Bonamie. Een mooi gesprek. Priester Geert De Decker, geïnspireerd mede door Felix Van Meerbergen, deken en pastor-bonus van Diest, schrijft over roepingen en bij het evangelie van de Goede Herder.
Agendapunt voor ons
Het is roepingenzondag vandaag, wereldwijd in de Kerk. We focussen straks in de homilie vooral op het evangelie, waarin Jezus zichzelf vandaag ‘De goede herder’ noemt. ‘Ik ben de goede herder’, zegt Hij. Het is één van de zeven ‘Ik ben’-woorden uit het Johannesevangelie. Het is alsof wij dan bij elk van die woorden iedere keer op-nieuw Gods eigennaam uit de Bijbel horen, zoals die voor het eerst opklonk uit de vlammen van de brandende braamstruik in de woestijn van Midjan, vóór de uittocht uit Egypte.
En we weten: alles wat in de Schrift over God gezegd wordt, is altijd ook bedoeld als opdracht, als’ “programma’ en als ‘agenda-punt’ voor de mensen (‘Ik ben het brood – ik ben de deur … enzovoort) en dus ook voor ons, Kerkmensen van vandaag. Elk van die zeven ‘Ik ben’-woorden moeten wij steeds weer op-nieuw leren te verbuigen en te vervoegen in alle wijzen en in alle tijden.
Roeping
Roeping is een kwestie van permanent leren dus, en houdt een bestendige opdracht in tot herscholing. Hoogstnoodzakelijk voor priester én leek, om jaar na jaar, generatie na generatie adequaat te kunnen inspelen op steeds nieuwe situaties en praktische omstandigheden. Dat je je daar durft aan te wagen – als individu en als gelovige gemeenschap – dat is wat we ‘roepingsbesef’ noemen…
Herder zijn
Als Jezus zegt: ‘Ik ben de goede Herder’, dan gaat het tegelijk ook over de Kerk, het gaat over elke gedoopte, het gaat over ons. En dus over onze roeping. Dit Woord van Jezus geeft ons een kijk op wat pastoraal kan zijn, moet zijn in 2024. En dan hoor ik in dat Woord dat pastoraal, dat Kerk méér is dan organisatie alleen, én zeker meer inhoudt dan nog maar eens de zoveelste re-organisatie, met het koortsachtig zoeken naar invulling van allerlei open gekomen plaatsen en sollicitaties die maar niet ingevuld geraken. Dat hoort er ook bij natuurlijk – en alle respect voor wie daar mee bezig is – moet zijn. Maar het behoort niet tot de essentie van het herderschap.
We mogen de Kerk niet bekijken zoals managers dat doen. In de wereld is dat nochtans de trend. Managers die de techniek hanteren om mensen maximaal te doen renderen. Zij boeken resultaten in duidelijke cijfers en grafieken. Dat kan en mag in de Kerk niet en nooit het geval zijn. Het wezen zelf van de Kerk van Christus is hierin vraag en in het geding.
Lijnrecht tegenover de manager staat de herder. Hij is bezeten door menselijk geluk. Hij bindt zich aan mensen met een band waar iets van onvoorwaardelijke liefde in zit. Herder zijn is geen vak, het is een toewijding, en soms is het een beetje heldhaftigheid, een kwestie van moed én offer, van je leven geven zonder berekening of uitzicht op rendement en winst.
….
Diaconale kerk
Als we zo in de Kerk staan en blijven staan, breekbaar en als metgezel en bondgenoot van de meest breekbare medemens, en als we zo gemeenschap blijven vormen – tegen het advies en de berekeningen van de managers in - dàn worden we echt een heilige en dus veilige Kerk. Dan worden we Kerk van de gekruisigde en de Verrezen Heer en van de goede Herder. Barmhartig en diaconaal, op mensen bedacht. Veilig geborgen bij de goede Herder. Dat is de roeping van de Kerk. Dat is onze roeping.
‘Ik geloof niet in de God waar jij mij af en toe over spreekt’, zei ooit een clochard in Parijs tegen Abbé Pierre. ‘Maar als die God van jou is wat jij nu reeds zoveel jaren voor mij doet, dan kan en wil ik wel graag geloven.’
Over de roeping om hoe dan ook Kerk te blijven maken met elkaar, las ik onlangs een mooi gedicht…
Soms komen mensen samen
en ontstaat er iets wonderlijks.
En alle andere mensen
wijzen dan en fluisteren:
Kijk, iets wonderlijks!
En het wonderlijks gaat zijn gang,
doet zingen en wordt omarmd,
omwarmd,
en wordt nog wonderlijker,
een vuur dat zichzelf aanwakkert.
Soms komen mensen samen
en ontstaat er iets wonderlijks.
Je begrijp niet hoe het werkt.
Maar het werkt! Het werkt!!
Geert De Kockere (Tieltenaar)
Samengevat door Gerda M.