Wat is diaconie?
Diaconie (letterlijk: dienstwerk) is het woord dat in de christelijke traditie gebruikt wordt om te verwijzen naar alle inzet en toewijding om in ons samenleven meer menselijkheid en meer rechtvaardigheid te realiseren. Het handboek diaconiewetenschap definieert het begrip als volgt: “dat handelen vanuit en door kerken en andere door het evangelie geïnspireerde groepen en bewegingen dat gericht is op het voorkomen, opheffen, verminderen, dan wel mee uithouden, van het lijden en de maatschappelijke nood van individuen en groepen mensen, en op het scheppen van rechtvaardige verhoudingen in kerk en samenleving.” Waar groepen mensen zich inzetten om medemensen in nood te helpen en om meer rechtvaardigheid te creëren, en waar deze inzet gemotiveerd wordt vanuit en herkend wordt in de christelijke traditie: daar gebeurt diaconie. Maar daarmee is nog niet alles gezegd.
Kenmerken van diaconie
Het eerste en voornaamste kenmerk van de diaconie is de liefde die van God komt.
- Gods liefde is een geschenk voor mensen, ze staat centraal en is fundamenteel een kwestie van geloof. In het doen en doorgeven van de liefde ontmoeten wij de levende God. Dit is een belangrijk element van het christelijk geloof en de christelijke identiteit, treffend verwoord in de eerste brief van Johannes: ‘Zo hebben wij de liefde leren kennen die God voor ons heeft en wij geloven in haar. God is liefde. Wie in de liefde woont, woont in God en God is met hem’ (1 Joh 4,16). In de ontmoeting met de levende God is telkens weer oriëntatie en inspiratie te vinden voor de diaconie.
Ten tweede: Gods liefde voor alle mensen is pas een geschenk, wanneer zij concreet handen en voeten krijgt.
- Omdat God ons onvoorwaardelijk liefheeft, kunnen wij niet anders dan elkaar liefhebben: ‘Dit is mijn opdracht: dat jullie elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad’ (Johannes 15,12). Overal waar christenen opkomen voor meer menselijkheid en rechtvaardigheid, worden sporen naar de levende God zichtbaar. Zijn liefde is zichtbaar en tastbaar geworden in Jezus. In de parabel van het laatste oordeel houdt Hij ons voor: ‘Voorwaar, Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt aan één van deze geringste broeders van mij, hebt gij aan Mij gedaan’ (Mt 25,40). Daarom is diaconie meer dan verantwoord ethisch handelen. Die ethische dimensie van diaconie is belangrijk, maar er is meer. Er is geen christelijk geloof zonder diaconie, maar evenmin diaconie zonder geloof. Waar Gods liefde concreet wordt, krijgen alle andere dimensies van het christelijk geloof (verkondiging, liturgie en gemeenschap) hun directe en volle betekenis. Diaconie is daarom meer dan wat de definitie hierboven liet klinken: het is niet zomaar handelen vanuit de Kerk, wel veeleer een wijze van Kerk-zijn, die het wezen en de oorsprong van de Kerk uitmaakt.
Ten derde is er in diaconie sprake van de voorkeursoptie voor de zwaksten.
- Centraal in de christelijke dienst aan mens en wereld staan alle mensen van wie het menszijn bedreigd is. Diaconie is het antwoord op concrete noden en behoeften, zowel materieel als geestelijk. Jezus komt op voor bedreigde mensen en kiest de kant van de zwaksten omdat de uitgeslotene, de (trans)migrant, de onderdrukte in een objectieve situatie verkeert die levensbedreigend is. In Evangelii Gaudium verwoordt paus Franciscus het aldus: ‘de armen hebben een bijzondere plaats in het hart van God, in die mate dat Hijzelf ‘arm is geworden’(2Kor. 8,9)…Voor de Kerk is de optie voor de armen een theologische categorie, nog voor ze een culturele, sociologische, politieke of filosofische categorie is.’(EG 197 en 198)
Diaconie als dimensie van Kerk-zijn: zonder diaconie, geen Kerk
Diaconie behoort dus tot het hart van kerk-zijn. Het is één van de constituerende dimensies van kerk-zijn, naast gemeenschapsvorming, verkondiging en liturgie. Deze dimensies kennen onderling geen hiërarchische verhouding, ze zijn allen essentiële dimensies van Kerk-zijn. Zonder diaconie, geen Kerk. Die fundamentele overtuiging is aanwezig in de christelijke traditie. Ook de kerkelijke sociale leer vertolkt deze visie, zoals te lezen is in de encycliek Deus Caritas Est van paus Benedictus XVI of in de exhortatie Evangelii Gaudium van paus Franciscus. Telkens wordt daarbij de uiterst centrale plaats van de diaconie in het leven van de Kerk benadrukt. Zo schrijft paus Benedictus: ‘Het wezen van de Kerk komt tot uitdrukking in een drievoudige opdracht: de verkondiging van Gods Woord (kerygma-martyria), het vieren van de sacramenten (leiturgia), de dienst van de liefde (diakonia). Deze opdrachten veronderstellen elkaar en zijn niet te scheiden. De dienst van de liefde is voor de Kerk geen soort steunverlening, die men ook aan anderen zou kunnen overlaten, doch behoort tot haar wezen, is een onontbeerlijke uitdrukking van haar wezen’ (DCE nr.25)