In alle vroegte leveren de hogepriesters Jezus over aan Pilatus, de Romeinse prefect. Ze willen dat Jezus met zijn toestemming ter dood wordt gebracht. Als Pilatus hoort dat Jezus oorspronkelijk uit Galilea komt, stuurt hij Hem door naar Herodes, die op dat moment ook in Jeruzalem verblijft. Maar Herodes trekt Hem spottend een pronkgewaad aan en stuurt Hem terug.
Pilatus probeert Jezus vrij te krijgen, maar het volk kiest voor de vrijlating van de crimineel Barabbas. De Romeinse soldaten kleden Jezus uit in de binnenplaats van het gerechtsgebouw en geselen Hem. Ze doen Hem een scharlakenrode mantel om, zetten een kroon van doorntakken op Zijn hoofd en geven Hem een rietstok in Zijn rechterhand. Ze vallen spottend voor Hem op de knieën: “Gegroet, koning van de Joden.”
Het is tussen 8 en 9 uur in de ochtend als Jezus op Golgota wordt gekruisigd. Om 12 uur valt er een duisternis over het hele land, die drie uur duurt. Dan sterft Jezus met de uitroep “Het is volbracht”. Het voorhangsel in de tempel scheurt van boven tot onder in tweeën. De aarde beeft, rotsen splijten en graven gaan open.
Aan het begin van de avond raapt Josef van Arimatea al zijn moed bij elkaar en vraagt hij Pilatus om Jezus’ lichaam. Hij krijgt toestemming en samen met Nikodemus begraaft hij Jezus (gewikkeld in linnen doeken) in een rotsgraf in zijn eigen tuin.
Goede Vrijdag in de Bijbel.
Matteüs 27:1-61
Marcus 15:1-47
Lucas 22:66-23:56
Johannes 18:28-19:42