Alle leren start bij de hoop dat het zal lukken. Zonder hoop zou de stuwkracht in een leerproces heel wat minder zijn. Dagelijks stroomt er een behoorlijke lading hoop door de schoolpoort naar binnen, zowel hoop van kinderen als hoop van hun ouders, netjes verpakt in concrete of minder concrete verwachtingen en gevoed door de luim van de dag. Bovendien staan er in onze school elke ochtend weer tientallen leerkrachten klaar die eveneens het beste hopen voor wat er te gebeuren staat. En zo ontstaat een soort van zegen waar hoop hoop ontmoet. Op onnavolgbare wijze slagen de leerkrachten er wonderwel in om dit alles zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Dag in dag uit. Strofe 3 van de hymne van het Jubeljaar kon het niet beter verwoorden. Wie het van dichtbij mag meemaken is een bevoorrecht getuige van het waarmaken van Gods droom, God-met-u.
Je zou er een dagboek kunnen op nahouden om te getuigen hoe het deze hoop vergaat want soms leidt hoop naar intense vreugde maar evengoed kan het zijn dat het helemaal anders loopt. Ook dat is het leven van alle dag in een school. Het wel en wee van de hoop.
Hoop op aanvaard worden
In de aanloop naar het nieuwe schooljaar klopte een gezin aan met de vraag of hun kinderen welkom waren. Wat een vraag. Alle kinderen zijn toch welkom? Het was namelijk zo dat de identiteitsbeleving van deze leerlingen in de vorige school had gezorgd voor spanningen. Eerlijk, je voelt de wereld meekijken wanneer je plots voor deze keuze wordt gesteld. Deze gevoeligheden ken je vooral omdat ze meestal ergens anders leven. Je leest erover en eerlijkheid gebiedt te zeggen dat je al eens opgelucht bent dat je er niet mee geconfronteerd wordt tot het ogenblik dat het zeer concreet wordt. Gelukkig zien we in dergelijke situaties duidelijke wegwijzers in het evangelie en blijft de vraag naar wat Jezus in die of die omstandigheden zou gedaan hebben niet onbeantwoord. Je praat erover met mensen die deze wegwijzers ook zien en over de wijze waarop zij die interpreteren. De hoop van deze leerlingen en hun familie mondde uit in het begin van een nieuw verhaal dat enthousiast wordt meegeschreven door veel helpende handen van kinderen en volwassenen. Bovendien zien kinderen op voorhand niet zoveel problemen als de iets meer voorzichtige volwassene. Gelukkig maar.
Hoop op een warme thuis
Een gezin uit oorlogsgebied vond twee jaar geleden onderdak in het vluchtelingencentrum van het Rode Kruis op Linkeroever. In onze school werden de drie guitige en opgewekte kinderen heel graag gezien. Het terugvinden van rust deed deze mensen kennelijk deugd en ze gingen gretig in op alles wat de school te bieden had. Op een dag brachten de klassen van deze kinderen een halve dag door in het opvangcentrum om hen nog beter te leren kennen. Hoopvol kijkend naar de toekomst gingen de dagen voorbij zonder dat er nog noemenswaardig werd stilgestaan bij het gegeven dat ze eigenlijk vluchteling waren. Tot vorige woensdag namiddag een telefoontje binnenliep met de mededeling dat Fedasil had besloten om het gezin onder te brengen in een centrum aan de andere kant van het land en met onmiddellijke ingang. Ongeloof en verbijstering. Geen afscheid, geen vaarwel, drie klasgroepen die vlak voor de paasvakantie verweesd achterblijven met de akelige gedachte dat hun vriendjes wel heel verdrietig zouden zijn, onzekerheid alom. De vraag of dit het beste is waartoe een samenleving in staat is wordt keihard gesteld. Hoe drastisch kan een ambtelijke beslissing alle hoop verbannen? Want zo voelt het.
Een laatste dag vóór een paasvakantie is meestal niet de rustigste van het jaar, maar toch twijfelden de leerkrachten en de kinderen van de getroffen klassen geen ogenblik om toch een vorm van afscheid te verzinnen. Er werd getekend en geknutseld dat het een lieve lust was. Een foto van de klasgroep werd versierd met de meest hoopvolle wensen. Het materiaal van de klas, de potloden, de schriftjes en de boeken werden verpakt als een soort bagage voor de verdere reis. Na de schooldag hebben we alles naar het nieuwe opvangcentrum gebracht op goed anderhalf uur rijden van Burcht. Hartverscheurend om zien hoe deze lieve mensen zich proberen te behelpen in de gedwongen nieuwe situatie. Veel keuze hebben ze niet. Eén van de kinderen droeg het truitje dat in onze school wordt gebruikt voor de gymles. Wat gaat er allemaal om in de hoofdjes van deze kinderen? Door het dolle heen waren ze bij het zien van de paaseitjes en alle andere hartelijke zaken die met het onverwacht bezoek waren meegereisd. Het is misschien een druppeltje op de hete plaat maar dan toch een dat de moeite waard was. Laten we onverwoestbaar het beste hopen voor dit gezin en bij uitbreiding: laten wij hopen dat Gods menslievendheid de drijfveer mag worden van steeds meer mensen die beslissen over oorlog en vrede.