“Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men U, Maria, tegen.”
Tijdens de Middeleeuwen kende de Mariaverering een grote bloei door de invoering van het rozenkransgebed, dat zou leiden naar een dieper geloof. Het gebed is ook bedoeld om Maria om hulp te vragen of om haar te bedanken. De eenvoud van het gebed maakt de kracht ervan uit.
De huidige Mariadevotie, waarin Maria eerder vereerd wordt als middelares tussen de mens en God, is ontstaan tijdens de periode van contrareformatie. De vernieuwde perceptie van Maria bracht haar dichter bij het volk, ze werd bereikbaarder. De feestdag van Maria Middelares - ook wel Maria Visitatie genoemd - is 31 mei. Sinds de 18de eeuw is de maand mei toegewijd aan de viering van Maria. Deze toewijding is ontstaan in Zuid-Europa, waar Maria in deze maand met litanieën en gebeden werd vereerd. Het is dan ook geen toeval dat ook Moederdag in de meimaand valt. Het belangrijkste en oudste Mariafeest is echter Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart of Maria Tenhemelopneming, dat valt op 15 augustus. De feestdag van Maria, Moeder Gods valt op 1 januari, acht dagen na de geboortedag van Christus. Doorheen het kerkelijk jaar wordt het leven van Maria op nog heel wat andere dagen herdacht.
De Mariadevotie kan gelinkt worden aan de eeuwenoude en wijdverspreide verering van de moedergodin vanaf de prehistorie tot vandaag. De moedergodin wordt traditioneel in verband gebracht met de groei van alle leven. Het is dan ook niet verwonderlijk dat reeds bij de eerste christenen de moeder van Christus een belangrijke plaats innam. Ze werd beschouwd als de Moeder Gods. De Mariadevotie werd pas officieel erkend dankzij het Concilie van Efeze in 431.