De Nieuwe beeweg werd aangelegd in 1968. Pastoor Sabot was hiervoor de drijvende kracht. Hij verzamelde vanaf 1962 fondsen om deze nieuwe beeweg te financieren. De 15 staties werden ontworpen en gebeeldhouwd in witte steen, door beeldhouwer/beeldend kunstenaar Gerard Thienpont. Hij was in die periode werkzaam als beeldhouwer in Kunstatelier Bressers en heeft er ongeveer zes jaar aan gewerkt (tussen 1962 en 1968).
De beeweg wordt ook de ommegang van de Heilige Rozenkrans genoemd. De Rozenkrans (paternoster) is een gebedssnoer (met 15 grote en 150 kleine kralen), dat wordt gebruikt voor het rozenkransgebed. Dit bestaat uit 150 maal (15 x 10) het Wees Gegroet, afgewisseld, na ieder 'tientje', met een Onze Vader.
Hoe gaat men nu op beeweg:
Men begint aan het eerste kapelletje: het eerste blijde mysterie. Men noemt het mysterie bij naam en bidt vervolgens het “Onze Vader” terwijl men voor de statie blijft staan. Na het “Onze Vader” volgt “een tientje” dit zijn tien weesgegroetjes die men al wandelend bidt op weg naar de tweede statie. Aan de tweede statie noemt men weerom het mysterie bij naam en herhaalt het ritueel. Dit gaat zo vijftien keer verder.
Blijde geheimen
De engel Gabriël brengt de blijde boodschap aan Maria (Annunciatie)
Maria bezoekt haar nicht Elisabeth (Maria-Visitatie)
Jezus wordt geboren in de stal van Bethlehem (Kerstmis)
Jezus wordt in de tempel opgedragen (Maria Lichtmis)
Jezus wordt in de tempel teruggevonden (Heilige Familie)
Droevige geheimen (Goede Vrijdag)
Jezus bidt in doodsangst tot zijn hemelse Vader
Jezus wordt gegeseld
Jezus wordt met doornen gekroond
Jezus draagt het kruis naar de berg van Calvarië
Jezus sterft aan het kruis
Glorievolle geheimen
Jezus verrijst uit de doden (Pasen)
Jezus stijgt op ten hemel (Hemelvaart)
De Heilige geest daalt neer over de apostelen (Pinksteren)
Maria wordt in de hemel opgenomen (Maria-Tenhemelopneming)
Maria wordt in de hemel gekroond (Maria Koningin)