Het Feest van de Kruisverheffing
Elke 14 september – dit jaar een zondag! – viert de Kerk het feest van de Kruisverheffing, een dag waarop het Heilig Kruis waaraan onze Heer werd genageld wordt bezongen als teken van overwinning, liefde en verlossing. In de introïtus klinkt het plechtig: “Nos autem gloriari oportet in cruce Domini nostri Jesu Christi” - “Wij echter moeten roemen op het kruis van onze Heer Jezus Christus.” Dit feest heeft diepe wortels in zowel de heilsgeschiedenis als de liturgische traditie van de Kerk, en nodigt gelovigen uit tot hernieuwde contemplatie van het kruis als bron van Leven.
Dubbele oorsprong: Kruisvinding en Kruisverheffing
Om de betekenis van dit feest ten volle te begrijpen, is het belangrijk het onderscheid en de samenhang te belichten tussen twee historische gebeurtenissen: de Kruisvinding (Inventio Crucis) en de Kruisverheffing (Exaltatio Sanctae Crucis).
De Kruisvinding verwijst naar de ontdekking van het Ware Kruis. Volgens de overlevering die onder andere is opgetekend door Eusebius van Caesarea (bisschop, †339) en later uitgebreid werd beschreven door de H. Ambrosius (kerkvader, †397) en opgenomen in de Legenda Aurea , vond de H. Helena (†329) – moeder van keizer Constantijn de Grote – in Jeruzalem in het jaar 326 drie kruisen op de plaats van Golgotha. Om te achterhalen welk kruis dat van Christus was, legde patriarch Macarius († ca. 397) elk kruis op een stervende vrouw. Bij het derde kruis werd zij miraculeus genezen. Zo werd dit als het Ware Kruis van Christus aangeduid.
De Kruisverheffing verwijst oorspronkelijk naar de kerkwijding van de Heilig-Grafkerk in Jeruzalem op 13 september 335. Op de tweede dag van het octaaf van de kerkwijding, 14 september, werd het Heilig Kruis plechtig aan het volk getoond, letterlijk ‘verheven’ ter verering. Later werd ook de herovering en overbrenging van het Heilig Kruis naar Jeruzalem in 628 door keizer Heraclius, na de overwinning op de Perzen, met dit feest verbonden.
Tot 1960 werden deze gebeurtenissen in het Westen (lees: de Latijnse Kerk) met twee aparte feesten herdacht: het feest van de Kruisvinding op 3 mei en het feest van de Kruisverheffing op 14 september – deze laatste in Engelstalige gebieden ook bekend als “Roodmas”, verwijzend naar het kruis (het oud-Engelse woord “rood”) en de H. Mis (“mass”). De heilige paus Johannes XXIII voegde bij de hervormingen van de liturgische kalender in 1960 uiteindelijk beide feesten (terug) samen tot één feest op 14 september, zoals we het vandaag kennen.
Waarom spreken we van ‘verheffing’?
Het woord ‘verheffing’ verwijst zowel naar een historische daad als naar een theologische betekenis. In 335 werd het kruis zoals gezegd daadwerkelijk omhoog geheven – ‘verheven’ – om het zichtbaar te maken, ter verering, voor het volk. Maar op een dieper niveau betekent het ook dat het kruis werd verheven tot een symbool van glorie, van triomf, als het instrument waardoor de wereld verlost werd.
In de Byzantijnse liturgie wordt deze verheffing op indrukwekkende wijze verbeeld: de priester neemt het kruis op en draait zich achtereenvolgens naar de vier windrichtingen: eerst naar het oosten, dan naar het zuiden, westen, noorden en ten slotte weer terug naar het oosten. Bij elke richting bidt hij een korte, bijzondere litanie – een soort smeekgebed voor het volk en de wereld terwijl het volk zingt: “Kyrie Eleison” (soms 24 keer, soms zelfs 100 keer).
Ook in de Latijnse liturgie zijn echo’s van deze praktijk te vinden. De liturgie op Goede Vrijdag (zie ook verder), waarin het kruis wordt onthuld met de woorden “Ecce lignum crucis, in quo salus mundi pependit” – “Zie het hout van het kruis, waaraan de verlossing van de wereld heeft gehangen”, is rechtstreeks onttrokken aan de oude verheffingspraktijk. Hoewel het ritueel ingetogen is, herinnert het er ons dan reeds aan dat het kruis niet louter een werktuig van pijn is, maar het instrument van onze verlossing.
Belang van het feest
De Kruisverheffing neemt een bijzondere plaats in binnen de liturgische kalender, buiten de vastentijd. Op deze dag wordt het kruis niet alleen herdacht, maar beleden als een bron van heil. De lezingen van de eucharistieviering zijn veelzeggend: het boek Numeri (21,4-9) vertelt hoe Mozes in de woestijn een koperen slang omhooghield zodat wie erop keek genezen werd. Jezus verwijst daar zelf naar in het Johannesevangelie (3,13-17), waarin Hij zegt: “Maar evenals Mozes in de woestijn de slang omhoog geheven heeft, zo moet ook de Mensenzoon omhoog worden geheven, zodat iedereen die gelooft, in Hem eeuwig leven bezit.”
De prefatie van de dag herinnert er ons aan dat, omdat de boom in het Paradijs (de Boom der Kennis) de plaats was waar de mens in de (erf)zonde viel, God heeft gewild dat het Kruis de nieuwe boom zou zijn die ons redt: “ut unde mors oriebatur, inde vita resurgeret” – “dat kruis waaraan Hij eens de dood gestorven is, werd onze levensboom”. Ook verder in het voormelde evangelie geeft Jezus aan dat het Kruis de plaats zal worden van zijn triomf en het middel om de wereld te verlossen door de vrede tussen God en de mens te herstellen: “Ikzelf moet van de aarde omhoog geheven worden en zo haal Ik allen naar Mij toe” (Joh. 12, 32).
De liturgische kleur op deze dag is rood, symbool van martelaarschap én liefde. Dat toont: het kruis is geen nederlaag, maar een overwinning. Vele kloosterordes – vooral de Benedictijnen en Cisterciënzers – hechten groot belang aan dit feest. In sommige abdijen begint op 14 september in de traditie van de Regel van Benedictus de ‘kleine vasten’. Deze dagen werden / worden gebruikt voor bezinning over het lijden van Christus en Maria (zie ook hierna), en voor hernieuwde overgave in het geloof.
Onderscheid met Goede Vrijdag
Hoewel zowel Goede Vrijdag als het feest van de Kruisverheffing het kruis centraal stellen, verschillen beide dagen dus zowel in toon als betekenis.
Daar waar op Goede Vrijdag – dag van rouw getekend door grote soberheid in de liturgie – vooral het lijden en sterven van Christus centraal staan, wordt op de Kruisverheffing de klemtoon gelegd op het kruis als het glorierijk instrument van onze verlossing. Beide zijn uiteraard intrinsiek met elkaar verbonden, maar de Kruisverheffing is een ware feestdag waarop de gelovigen worden uitgenodigd om het kruis te omarmen als bron van leven, niet van dood. Het kruis herinnert er aan dat lijden niet het einde is, maar de doorgang naar verrijzenis, naar Pasen.
Sterk verbonden met Onze-Lieve-Vrouw van Smarten: 15 september
Op 15 september, de dag na het feest van de Kruisverheffing, gedenkt de Kerk Onze-Lieve-Vrouw van Smarten (ook wel: “Maria, Moeder van Smarten”). Deze dag gedenkt de pijn van Maria, die trouw bleef tot onder het kruis waar ze stond (‘stabat’), en beklemtoont haar grote betrokkenheid bij het heilswerk. Het beroemde middeleeuwse gedicht Stabat Mater dolorosa (doorgaans toegeschreven aan Jacopone da Todi, O.F.M., †1306) bezingt deze houding van moederlijke liefde en stille volharding.
Samen vormen deze twee dagen een krachtig liturgisch tweeluik. Eerst wordt het kruis verheven als teken van overwinning, vervolgens staat Maria centraal als voorbeeld van geloof en medelijden (Rom 8, 17: “omdat wij delen in zijn lijden, om ook te delen in zijn verheerlijking.”).
Het domein van Bachte Grot bevat een ontroerend beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Smarten (achter de kapel).
Relikwieën van het Heilig Kruis in Europa en … in onze parochiekerk!
Na de ontdekking van het Heilig Kruis bracht de H. Helena delen ervan mee naar het Westen. Een belangrijk deel werd ondergebracht in de indrukwekkende basiliek Santa Croce in Gerusalemme in Rome, die speciaal daarvoor werd gebouwd en waaraan u zeker een bezoek moet brengen als u de kans krijgt om eens naar de Eeuwige Stad te gaan. Andere delen werden naar Constantinopel gebracht.
Doorheen de middeleeuwen, vooral ten tijde van de kruistochten, verspreidden relikwieën van het Heilig Kruis zich over heel Europa. Waar een relikwie aanwezig is, werd / wordt het feest van de Kruisverheffing vaak met extra luister gevierd, inclusief processies en verering van het Ware Kruis. Het kruis werd zo niet enkel een symbool, maar een concreet teken van nabijheid met Christus’ lijden en verlossing.
Vele kathedralen, kerken, maar ook abdijen bezitten tot op vandaag belangrijke kruis- en andere relikwieën verbonden aan het lijden van Christus. Zo ook onze parochiekerk. Wie op Allerheiligen goed op de uitgestalde relikwieën let, zal de relikwie van het Ware Kruis te midden van de andere relikwieën en kaarsen zien oprijzen. Verder verlaat de relikwie enkel op de Kruisverheffing de sacristie en wordt zij aan de gelovigen gepresenteerd ter verering.
De relikwie van het Ware Kruis in de Onze-Lieve-Vrouwekerk op de markt. Midden in het kruis zit de eigenlijke reliekhouder met een klein fragment van het Ware Kruis om de gelovigen mee te kunnen zegenen.
Het jaar van de Hoop
Het feest van de Kruisverheffing nodigt elke gelovige uit om het kruis niet te vrezen, maar te omarmen. In een wereld die pijn en lijden het liefst uit de weg gaat maar er tegelijk zo door gemarkeerd wordt (oorlog, geweld, …), roept dit feest ons op tot vertrouwen: het kruis is niet het einde, maar de weg naar het Leven (Mat. 16, 24: “Als iemand achter Mij aan wil komen, laat hij dan met zichzelf breken, zijn kruis opnemen en Mij volgen.”).
Zoals het eeuwenoude gezang uitdrukt: “Ave Crux, spes unica” – “Gegroet, o Kruis, enige hoop.” Deze boodschap kan niet beter aansluiten bij het thema dat Paus Franciscus koos voor dit Heilig Jaar: de Hoop!
Nicolas Vermeulen