Sint-Amaan (6 februari) doet het zaaikleed aan.
Op Sint-Romaldus (7 februari) storm en blazen, zal in mei het vee doen grazen.
’t Is voor de oogst bijzonder goed, als ’t op Sinte Appolonia (9 februari) waaien doet.
Dooi op Sint-Valentijn (14 februari), doet veel water in de wijn.
Is het klaar op de dag van St. Valentin, dan vriest het rad van de watermolen in.
Klaar weer op Sint-Silvijn (17 februari), het kan nog twee maanden winter zijn.
De nacht van Sint-Pieters’ stoel (22 februari) duidt aan hoe veertig dagen ’t weer zal staan.
Sint Matthijs (24 februari) breekt het ijs, maar wil het ijs niet breken, dan vriest het nog zes weken.
Regen in Sinte Walburgisnacht (25 februari), heeft de kelder steeds vol gebracht.
Sint-Romanus (28 februari) hel en klaar, wijst ons op een vruchtbaar jaar.
Komt februari met goed weer, dan vriest het in ‘t voorjaar des te meer.
Is februari guur en koud, dan komt er een zomer waarvan je houdt.
Is februari zacht, dan brengt de lente vorst bij nacht.
Is februari zacht en stil, dan komt de noordenwind in april.
Als vroeg krokussen bloeien, dan zullen ze met de koude stoeien.
NOG ENKELE WEERSPREUKEN VOOR FEBRUARI
In februari ziet de boer liever een hongerige wolf, dan een man in hemdsmouwen.
In de korte maand regen, is vette mest een zegen.
Februari regen is voor de landman een zegen.
Is februari nat en koel, dan wordt juli dikwijls heet en zwoel.
Schijnt morgenrood je tegen, dan dreigt februari met regen.
Sprokkelmaands regen, is grasmaand zegen.
Kort maandeke is vaak ook het stort maandeke.
Ligt de wind in februari stil, dan komt hij zeker in april.
Februari is nooit zo goed, of het vriest wel een hoed.
Februari met vorst en wind, maakt weldra de Pasen blind.
Geeft sprokkelmaand de winter niet, hij is voor Pasen in ’t verschiet.
In februari sneeuw en regen, betekent goddelijke zegen.
Een koude februari geeft een goed roggejaar.
Is februari kil en nat, dan geeft dat veel koren in het vat.
’s Morgens wit berijpte daken, zal ’t gauw tot nattigheid geraken.
Als de muren uit gaan slaan, is het met de vorst snel gedaan.
Zoet weer in de korte maand, is niet gelijk ’t betaamt.
Komt februari met goed weer, dan vriest ’t in voorjaar des te meer.
Alle maanden van het jaar vrezen een mooie februaar.
Op schrikkeldag gaat de zon vaak overstag.
Nooit is de schrikkelmaand zo fel of ze geeft haar vijf zomerse dagen wel.
Februari komt verklaren, dat men hout en kool moet sparen.
Februari mist, hooi in de kist.
Februari nat, vult schuur en korenvat.
Geeft februari muggendans, voor maart is er een slechte kans.
Is februari zacht, de lente brengt vorst bij nacht.
Zachte februari, ellende het ganse jaar.
Als het in februari niet sneeuwt, weet dan dat je later, in de zomer van hitte geeuwt.
In februari al de lente? Dat geeft broden zonder krenten.
Vliegt de mug in februaar, dan huivert men het ganse jaar.
Hagelt en dondert het in februari, dan mag men rekenen op een mooie herfst.
Als het dondert in februari, breng dan uw tonnen naar de zolder.