Na dit kort verslag van een paar recente gebeurtenissen in onze parochie, volgt een overzicht van de rijke geschiedenis van onze kerk en kapelletjes.
Nog niet zo lang geleden...
Moorselse Volksfeesten voor het goede doel, 29 oktober 2021
Op vrijdag 29 oktober nodigde het Bestuur van de Volksspelen de trouwe helpers, sponsors en vrienden van de Volksfeesten uit in de parochiezaal van Moorsel.
Dankzij zoveel bezoekers en vrijwilligers is het Bestuur blij om ook dit jaar een mooi bedrag te kunnen schenken aan de Goede Doelen van 2021.
Tijdens de receptie overhandigden ze aan elk een cheque van 2000€: Rode Kruis Tervuren, Villa Fura en Centrum Ganspoel.
Dankjewel Vrijwilligers, Sponsors en Vrienden.
Tot in 2022!
Terug naar het begin
Lang geleden...
Moorsel behoorde tot de Franse revolutie op parochiaal gebied altijd bij de parochie Sterrebeek. Daarna werd onze parochie bij Tervuren gevoegd. Na ongeveer 30 jaar werd Moorsel terug ondergebracht bij Sterrebeek tot het in 1908 definitief bij Tervuren gevoegd werd. In 1965 werden we een zelfstandige parochie. Op het einde van de 19e, begin 20e eeuw waren de gebroeders Coosemans en vele Moorselaars het beu om - vooral in de winter - steeds door de modder te moeten ploeteren om naar de mis te gaan. Jozef en Albert Coosemans, twee ongetrouwde hereboeren, klopten aan bij de aartsbisschop met het plan een kerk te bouwen in Moorsel. Na rijp overleg kregen ze van het aartsbisdom het antwoord: bouw de kerk centraal tussen de gehuchten Moorsel, Coige en Vrebos. Daar bovenop moesten ze ook nog een aanzienlijke som storten zodat het bisdom, met de intrest, de bedienaar van de kerk zou kunnen betalen. De broers betaalden, maar hielden het been stijf wat de bouwplaats betrof.
Waar nu de gemeentelijke basisschool staat werd een baksteenoven opgezet waar 400.000 stenen gebakken werden.
De gebroeders Coosemans beschikten over de plannen van een neogotische kerk met drie beuken. Uit besparingsoverwegingen werd de kerk herleid tot 1 beuk.
Op 1 mei 1905 werd de eerste steen van de kerk gelegd.
Zes metsers, allen Moorselaars, begonnen aan de bouw. De metsers wijzigden het plan meerdere malen. Het koor werd 2 meter korter en het schip werd 1 meter smaller. Ook de toren werd ingekort. In juni 1906 werd het kerkmeubilair geleverd, en op 5 december van datzelfde jaar, werd onze kerk gewijd door deken De Neus van Zaventem.
De patroonheilige van onze parochie is de Heilige Jozef. Zo was immers de naam van de oudste van de gebroeders Coosemans.
Het oude Sint-Jozefbeeld is verdwenen.
Pastoor Lauwers kocht een nieuw beeld bij de firma Haenecour in Anderlecht. Het is een modernere versie van het oude. Het beeld werd gesculpteerd door Jef Alexander.
Kapellen en grot
Bij ons in Moorsel kennen we onze 3 buitenkapelletjes waar we halt kunnen houden voor een kort gebed, een weesgegroet, een Onze Vader.
Vandaag vertrekken we achter de kerk aan de Mariagrot, de grot voor Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes.
Kort na de voltooiing van de kerk in 1906 werd tegen het koor een grot van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes aangelegd voor de som van 900 Bef.
Het monument stelt de grot in het Franse Lourdes voor, waarin Maria op het einde van de 19de eeuw aan Bernadette verscheen.
Hoog in een nis bevindt zich het beeld van Onze-Lieve-Vrouw, met een wit kleed, een witte hoofddoek en een bleekblauwe gordel. Oorspronkelijk stond een polychroom beeld van een geknield meisje dat Bernadette toont in aanbidding aan de voet van de grot. Onder de Maria-nis is een kleine ondiepe nis uitgespaard waar vroeger een houten kruis stond.
Pastoor Julien Lauwers (pastoor 1967-1979) liet de omgeving van de kerk moderniseren.
De afsluiting van de kerk moest plaats maken voor een nieuwe parking en het smeedijzeren toegangshek verhuisde naar de Lourdesgrot. In 1978 kocht hij bij de firma Haenecour in Brussel een nieuw beeldje van Bernadette: het oude was onherstelbaar beschadigd.
Op 18 februari 2001 werd door pastoor Jaak Vandelook een derde beeld van Bernadette ingewijd, nadat het vorige door vandalen was stukgeslagen. Het nieuwe beeldje kwam er door toedoen van de familie Robijns en staat nu in de kerk bij het beeld van Maria.
Rond de grot staat sinds een aantal jaren een hoger hek om de grot beter te beschermen.
Wie graag zingt kan onderstaand lied zingen, een mooi gebed tot Onze-Lieve-Vrouw.
Lief Vrouwke, ik kom niet om te bidden, maar om een poos bij U te zijn,
ik heb U niets te geven, niets te vragen, deze dag.
Ik bezit alleen de grote vreugde dat ik U bekijken mag.
Lief Vrouwke, ik kom niet om te spreken, maar om een poos bij U te zijn,
ik heb U niets te zeggen, niets te vragen, deze dag.
Bewaar voor mij de grote vreugde dat ik bij U blijven mag. (2x)
Lief Vrouwke, ik kom niet om te zingen, maar om een poos bij U te zijn,
ik heb U niets te zeggen, niets te vragen, deze dag.
Ik denk dan aan de grote vreugde dat'k U Moeder noemen mag.
Deze week gaat onze aandacht naar De kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand.
Ze staat langs de Moorselstraat, op de hoek met de Voskapelstraat (naast het kerkhof).
Misschien mag dat dan de kapel zijn waar wij deze week naartoe gaan en ons gebed tot Maria richten.
De kapel is er gekomen in 1937, door toedoen van pastoor De Cuyper (1891-1984). Er wordt verteld dat hij aan een maagziekte leed waarvoor hij langdurig was gehospitaliseerd, zonder veel hoop op beterschap. Ten einde raad deed hij een belofte aan Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand – haar beeldje zou op het nachtkastje naast het ziekenhuisbed hebben gestaan - en de kapelaan genas snel daarna.
Bij zijn terugkeer ontvingen de Moorselaars, als aandenken aan zijn mirakuleuze genezing, een prent met de afbeelding van Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand. In sommige Moorselse huizen wordt deze prent nu nog gekoesterd.
Pastoor De Cuyper hield woord en ging op zoek naar vrijgevige sponsors voor het bouwen van een kapel. De grond, gelegen op het Putgatveld nabij het kerkhof, kreeg hij van de familie Stroobants. Constant Stroobants, gehuwd met een Coosemans, trad op als bouwheer. Zijn dochter Marie-Louise ° in 1915, laatste erfgenaam van de Moorselse Coosemansen, schonk de grond voor de kapel formeel aan de kerkfabriek in de akte van 28 juni 1989 verleden voor notaris Lenaerts.
Het plan voor de kapel kwam van pater Theofiel van het klooster van de paters Passionisten van Oppem (Wezembeek). De familie Braun de ter Meren, de kasteelheren van Sterrebeek, zorgde voor de deur. Voor het metselwerk staken de Moorselaars zelf de handen uit de mouwen.
De kapel is een rechthoekig vrijstaand gebouwtje, opgetrokken in ruwe grijze natuursteen en afgedekt met een zadeldak. Het binnenparament is in rode baksteen. In het metselwerk lezen we AVE MARIA en het bouwjaar 1937. Op een sierlijk gesculpteerd houten voetstuk staat een polychroom Mariabeeld met Kind op de arm. Oorspronkelijk stonden 4 lindebomen rond de kapel. Eén van hen scheurde tijdens een zware storm in 1990 en kwam gedeeltelijk bovenop de kapel terecht. Inmiddels zijn de oude lindebomen vervangen door 4 nieuwe bomen. In 2003 werd de kapel met behulp van het gemeentebestuur grondig opgeknapt.
Wie graag zingt kan onderstaand lied zingen, een mooi gebed tot Onze-Lieve-Vrouw.
De veldkapel
Het wemelt in de Mei van blonde kleinen, nabij de veldkapel;
De takken van de grote linde deinen, rondom de veldkapel;
Maria hoort de zoete litanieën
Der boerenkind’ren en der honingbieën. Ave Maria, Ave Maria!
Een paradijs van bloemen ziet men spruiten, nabij de veldkapel;
Terwijl de vogels in de takken fluiten, rondom de veldkapel.
Maria hoort in ’t heilig avondzwijgen
Een jubelpsalm van nachtegalen stijgen. Ave Maria, Ave Maria!
Het koele dorpke ademt niets dan vrede, nabij de veldkapel;
Zijn sluimer is ’n enk’le reine bede, rondom de veldkapel.
Maria hoort, terwijl de sterren glanzen,
de naklank van de laatste rozenkransen. Ave Maria, Ave Maria!
Nu gaan we terug naar boven in de Moorselstraat en stoppen aan De kapel van het Heilig Hart. Ze werd 102 jaar geleden gebouwd.
Langs de Moorselstraat, nabij het hof van Hertoginnedal (Moorselstraat 151) tegenover de Oudergemse Weg, staat de kapel van het Heilig Hart.
De geschiedenis van de kapel is verbonden met de familiegeschiedenis van de Van Roeys, pachters en nu eigenaars van het voormalige hof van Hertoginendal.
De kapel werd in 1919 gebouwd door Gustaaf Van Roey (1857-1922) rentmeester van de Prins de Merode in Everberg, burgemeester van deze gemeente van 1903 tot 1916 en vanaf 1910 pachter op het hof van Hertoginnedal aan de Moorselstraat. Hij was gehuwd met Elisabeth Virginia De Backer (1858-1935).
De aanleiding voor de bouw van de kapel dient gezocht in de Eerse Wereldoorlog (1914-1918). Een tiental Moorselse families hadden een zoon aan het IJzerfront; ook Frans Van Roey, de zoon van Gustaaf, werd in augustus 1914 gemobiliseerd. Minstens één Moorselaar sneuvelde: Jan-Baptist Sommeville. Frans daarentegen keerde behouden naar Moorsel terug.
De kapel is er gekomen onmiddellijk na de oorlog, hetzij om een eerder gedane belofte in te lossen, hetzij als dankbetuiging voor de voorspoedige terugkeer.
Gustaaf Van Roey liet de stenen voor de bouw van de kapel uit de Ardennen aanvoeren. Hij koos voor een 2,5 meter hoge muur op een sokkel, waarin een boogvormige nis is uitgespaard. De nis is afgesloten met glas en zwart ijzeren traliewerk.
Binnenin bevindt zich een eenvoudig kalkstenen Christusbeeld van het ‘Heilig-Hart’type.
Wie graag zingt kan onderstaand lied zingen, een mooi gebed tot Onze-Lieve-Vrouw.
Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen
Liefde gaf u duizend namen, Groot en edel, schoon en zoet,
Maar geen een die ’t hart der Vlamen Even hoog verblijden doet
Als de naam, o Moedermaagd, Die gij in ons landje draagt.
Schoner klinkt hij dan al d’and’ren: Onze Lieve Vrouw van Vlaand’ren (bis)
Waar men gaat langs Vlaamse wegen, Oude hoeve, huis of tronk,
Komt men u , Maria tegen, Staat uw beeltenis te pronk,
Lacht ons toe uit lindengroen, Bloemenkrans of blij festoen.
Moge ’t nimmer hier verand’ren, O gij, Lieve Vrouw van Vlaand’ren (bis)
Blijf in ’t Vlaamse harte tronen Als de hoogste koningin,
Als de beste moeder wonen In elk Vlaamse huisgezin.
Sta ons bij in alle nood, Nu en in het uur der dood,
Ons, uw kind’ren, en ook d’and’ren, Liefste Lieve Vrouw van Vlaand’ren (bis)
Terug naar het begin