Sinds enkele maanden hangt er een groot schilderij van Onze Heer Jezus Christus waarbij twee stralenbundels uit zijn Hart stromen, de Goddelijke Barmhartigheid. Het schilderij werd ons geschonken door het Johannes XXIII-seminarie te Leuven. Een koppel schonk enkele schilderijen aan het centrum voor de priesteropleiding en vroeg hun om deze schilderijen te verspreiden over verschillende kerken in Vlaanderen om de devotie tot de Goddelijke Barmhartigheid te bevorderen. Door toedoen van enkele seminaristen kwam dit schilderij in onze parochiekerk terecht. Alwaar het nu een bijzondere plaats heeft gekregen. Het is een uniek verhaal, zowel hoe het hier is terecht gekomen alsook de ontstaansgeschiedenis van deze afbeelding van Christus, uit wiens Goddelijk Hart twee lichtstralen komen.
Het begon allemaal met een eenvoudige kloosterzuster uit Polen, de Eerwaarde Zuster Faustina, een landgenote van Johannes Paulus II, zij werd geboren in 1905 als een van tien kinderen in een arm gezin. Op 30 april 1926 trad ze in bij de Congregatie van de Zusters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid. Dat ze juist intrad bij deze Congregatie, toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van de Barmhartigheid – na een zoektocht van zes jaar door enkele andere congregaties als kandidaat te zijn afgewezen – zou later een teken van de Voorzienigheid blijken te zijn. In haar dagboek schrijft ze dat onze Heer Jezus Christus haar verschenen is en bij die gelegenheid haar de opdracht heeft gegeven te bewerkstelligen dat de zondag na Pasen zou worden uitgeroepen tot de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Tevens vroeg de Goddelijke Heiland aan haar om een afbeelding te maken en die over de hele wereld te verspreiden. Op deze afbeelding heft de in het wit geklede Jezus Zijn rechterhand op in een zegenend gebaar, terwijl Hij met Zijn linkerhand op Zijn borst rust en Hij een klein deeltje van zijn gewaad open houdt. Vanuit Zijn borst gaan twee stralen uit, een rode straal, die staat voor het kostbaar Bloed en een witte straal die staat voor het water, die volgens het Johannes-Evangelie uit de zijde van Jezus vloeiden na zijn kruisdood, nadat een soldaat met een lanssteek zijn zijde had geopend (Joh. 19,34). Het Bloed verwijst naar de Heilige Eucharistie, het Water verwijst naar het Doopsel en de Biecht. De Sacramenten waaruit wij als christenen leven en waardoor wij gesterkt worden. Op 22 februari 1931 verscheen Jezus dus aan zuster Faustina en Hij sprak tot haar: “Maak een schilderij van de voorstelling die u ziet, met het onderschrift ‘Jezus, ik vertrouw op U!’ Ik beloof dat de ziel die deze afbeelding vereert, niet verloren zal gaan. Ik beloof haar ook de overwinning op haar vijanden, reeds hier op aarde, maar vooral in het uur van haar dood. Ikzelf zal haar verdedigen als mijn eigen eer.”
Later zei Hij:
“Ik schenk de mensen een middel waardoor zij de genaden kunnen putten aan de Bron van Barmhartigheid: dit middel is deze afbeelding met het onderschrift ‘Jezus ik vertrouw op U!” “De waarde van deze afbeelding bestaat niet in haar kleurenpracht of kunstniveau, maar in Mijn genade.” “De twee stralen betekenen het Bloed en het Water. De doorzichtige straal betekent het Water dat de zielen rechtvaardigt, de rode straal betekent het Bloed dat het leven is van de zielen… Deze twee stralen beschermen de zielen voor de toorn van Mijn Vader. Zalig diegene die leeft in hun licht, want de gerechtigde hand van God zal hem niet treffen.” “Als u met een gelovig en berouwvol hart dit gebed tot Mij richt voor gelijk welke zondaar, verleen ik hem de genade tot bekering: ‘O Bloed en Water, die uit het Hart van Jezus stroomden als Bron van Barmhartigheid voor ons, ik vertrouw op U!’ ”
Wat Jezus zegt tegen een zondige ziel:
“Waarom, Mijn kind, vreest ge de barmhartige God? Mijn heiligheid belemmert Mij niet om barmhartig te zijn. Voor u heb Ik een Troon van Barmhartigheid op aarde opgericht. Deze Troon is het Tabernakel. Vanuit deze troon verlang Ik uw hart binnen te komen. Kijk, geen enkel gevolg omringt Mij, er zijn geen wakers. Op elk moment, op elk uur van de dag kunt gij naar Mij toe komen. Ik wil met u spreken en verlang u genaden te geven.” “Mijn barmhartigheid is groter dan uw zonden en die van de hele wereld… Voor u ben ik uit de Hemel neergedaald op aarde. Voor u heb ik Mij laten vastnagelen op het kruis. Voor u heb ik toegestaan dat Mijn allerheiligste Hart met een lans werd doorstoken om zo voor u de Bron van Barmhartigheid wijd open te zetten. Kom dus met vertrouwen en put de genaden uit deze Bron. Nooit verwerp ik een berouwvol hart. Uw ellende verdwijnt in de afgrond van Mijn barmhartigheid. Waarom zoudt ge uw ellende met Mij moeten bespreken? Doe Mij een plezier, en laat al uw zorgen en verdriet aan Mij over. Ik zal u overstelpen met de rijkdommen van Mijn genade. ” “Hoe groter de ellende is van een ziel, hoe groter haar recht is op Mijn barmhartigheid.”
Bij deze verschijningen schonk Hij zuster Faustina ook een krachtig gebed, Hij zei tot haar:
“Zeg steeds deze rozenkrans die Ik u geleerd heb… O welke grote genaden zal Ik geven aan de zielen die dit Kroontje bidden…”
“Ik verlang dat deze beeltenis wordt vereerd eerst in uw kapel en dan in heel de wereld. Ik beloof dat de ziel die deze afbeelding vereert niet verloren zal gaan. De huizen, ja zelfs de steden waar deze afbeelding vereerd wordt, zal Ik sparen en beschermen.
“Smeek om drie uur Mijn Barmhartigheid af, in het bijzonder voor diegenen die in zonde leven, al is het maar even… Dit is een uur van oneindige barmhartigheid voor de hele wereld.”
“Schrijf dat wanneer deze Rozenkrans bij een stervende gebeden wordt, Ik Mijzelf zal plaatsen tussen de Vader en de ziel van de stervende, niet als Rechter, maar als Barmhartige Verlosser
Hier de wijze waarop het Kroontje van de Goddelijke Barmhartigheid wordt gebeden:
(wordt gebeden op een gewone rozenkrans)
Bid eerst de geloofsbelijdenis, een Onzevader en een Weesgegroet
Op de grote kralen: Eeuwige Vader, ik offer U op: het Lichaam en het Bloed, de Ziel en de Godheid van Uw welbeminde Zoon, onze Heer Jezus Christus, tot vergeving van onze zonden en die van de gehele wereld.
Op de kleine kralen: Omwille van Zijn smartelijk lijden, wees barmhartig voor ons en voor de gehele wereld.
Op het einde: Heilige God, Heilige Almachtige God, Heilige Eeuwige God, ontferm U over ons en over heel de wereld.
Bij gelegenheid van de heiligverklaring van zuster Faustina in het jaar 2000 hield paus Johannes Paulus II een preek, waarin hij een verband legde tussen haar leven en dat van de geschiedenis van de twintigste eeuw. In de periode tussen de verschrikkingen van de Eerste en die van de Tweede Wereldoorlog was de boodschap van Gods barmhartigheid meer dan ooit cruciaal. Het gaat niet om een nieuwe boodschap, zo zei de paus, maar zij “helpt ons om het Evangelie van Pasen intenser te doorleven, aan te bieden als een straal van licht aan de mannen en vrouwen van onze tijd.”
Wat de toekomst ons brengt, zo gaat de paus voort, weten we niet. Maar het is zeker dat naast de vooruitgang die op vele terreinen zal worden geboekt, er ook pijnlijke ervaringen zullen zijn. “Maar het licht van de Goddelijke Barmhartigheid, die de Heer op een bepaalde manier wilde laten terugkeren in de wereld door het charisma van de heilige zuster Faustina, zal de weg verlichten voor de mannen en vrouwen van het derde millennium.”
Feitelijk knoopte paus Johannes Paulus II met het uitroepen van Beloken Pasen tot Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid aan bij een oude traditie. Sowieso stond Beloken Pasen altijd al in het teken van de Goddelijke Barmhartigheid. Elk jaar wordt op deze zondag het Evangelie genomen uit het twintigste hoofdstuk van het Evangelie volgens Johannes (19-31). Hierin geeft Jezus aan de apostelen de macht om zonden te vergeven: “Ontvangt de Heilige Geest. Als gij iemand zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven, en als gij ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven” (Joh. 20,22-23). In deze woorden van Jezus leest de Kerk de instelling van het sacrament van de biecht, het sacrament waarin de volgeling van Jezus vergeving kan ontvangen, ook voor zeer zware zonden.
Moge deze afbeelding, waarin Christus ons tegemoet treedt met Zijn Barmhartige Liefde, onze kerk, onze pastorale eenheid, ons dorp en geheel ons land zegenen, moge Hij met zijn doorstoken Hart onszelf zegenen en behoeden voor allerlei onheil en ons meer en meer tot zich trekken, hemelwaarts, Hem tegemoet.
Vertrouwen wij ons toe aan zijn Goddelijke Barmhartigheid en bidden:‘Jezus, ik vertrouw op U’
Boekjes met meer uitleg en gebeden zijn te vinden in de kerk.