Geboorte van Jezus - Willibrordvertaling (Lc 2,1-20)
[1] In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. [2] Deze eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. [3] Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. [4] Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David, Betlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, [5] om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.[6] Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, [7] en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf. [8] Er waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde. [9] Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. [10] Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor het hele volk. [11] Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. [12] Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ [13] Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: [14] ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’ [15] Toen de engelen weer van hen waren weggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom, we gaan naar Betlehem om te zien wat er is gebeurd en ons door de Heer is bekendgemaakt.’ [16] Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag. [17] Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd. [18] Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. [19] Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. [20] De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd.
EEN ZALIG EN GEZEGEND KERSTMIS.