We konden het haast niet geloven toen op 18 juli, hartje zomer, de familie ons meldde dat Jan vrij onverwacht was overleden. Een man, geliefd en vertrouwd, iemand waar we nauw mee samenleefden en werkten, was van ons heengegaan.
Uit dankbaarheid voor Jan en zijn familie past het hulde te brengen aan een diepgelovig man die innig verbonden met zijn echtgenote, zijn familie en de lokale gemeenschap leefde. In zijn homilie tijdens de uitvaartliturgie bracht pastoor Ludo Vaes vanuit een evangelische duiding naar Lucas hulde aan Jan. “In de parochie Lutselus was Jan de vriend, de vader, de steun en toeverlaat van velen. Jan was de drijfveer, de motor van vele verenigingen: Samana, KWB, de gezinsgroep, het zangkoor Crescendo, de redactieraad van Kerk en Leven, de pastorale raad St.-Paulus, waar hij altijd rustig en zacht voor opkwam en de parochie Lutselus verdedigde; lector, medewerker van St. Gerardus. Hoeveel eerste communicantjes en vormelingen zal hij niet begeleid hebben, muzikaal in de eucharistievieringen. Zijn grote inzet en bezorgdheid voor de vormelingen; vorige week woensdag nam hij, vurig en enthousiast, een catechesegroepje over en zorgde voor de begeleiding. Jan, altijd gedreven met een onbaatzuchtige inzet voor iedereen, te veel om op te noemen. Wij kunnen en mogen alleen maar dankbaar zijn, Jan, voor alles wat je vanuit liefde gedaan hebt voor velen.” De pastoor ging vervolgens in op het waarom van dit gebeuren en hij besloot zijn treffende homilie met: “Ik wil dan ook op een gelovige wijze afscheid nemen met de vrome wens: Jan, bedankt voor alles wat jij voor Clemence, je familie en zovelen, voor ieder van ons, hebt betekend. Ikzelf, als pastoor, heb door de situatie waarin wij nu leven, covid, niet veel contact met je kunnen hebben, maar de contacten die er geweest zijn waren intens en ik zal ze nooit vergeten. Je zachtheid, vriendelijkheid diplomatische aanpak, het zijn waarden die ik nooit zal vergeten. Bedankt, rust zacht en tot weerziens bij de Heer.”
We citeren ook dankbaar enkele afscheidswoorden die namens de families Deckers-Lenaerts en Samana Lutselus werden uitgesproken door priester Willy Habex. “Was er een bijeenkomst, bruiloft, verjaardag, reünie, om het even… Jij nam de tijd om met ieder van ons even te babbelen, te luisteren naar onze nieuwtjes. Niemand werd overgeslagen… Een kort gesprekje… deed ons allemaal deugd! De guitige blik van Jan als bij feesten de muziek te hard stond en hij lachend zijn vingers in zijn oren stak. Met je camera altijd in je hand, alle momenten werden vastgelegd. Dan kwam er een mailtje, een update… Er was ergens een achterkleinkind van bomma en bompa geboren, iemand was verhuisd… Met plezier hield je ons op de hoogte van alle gebeurtenissen”, aldus de familie Deckers. “Als neven en nichten Lenaerts hebben we vele mooie momenten mogen beleven met jou en tante Clemence”, zijn woorden van de familie Lenaerts. “Wanneer we klein waren, was jouw knie ons hobbelpaard, hoe gekker, hoe liever. Jij was onze clown. Als we mochten blijven slapen, wisten we dat er van strikte bedtijd niet veel in huis kwam. Grote uitstappen organiseren bij verjaardagen werd een must. Vervoer, eten en speeches zaten erbij. Wat zou de verrassing geweest zijn, mocht je 80 zijn geworden? We beseffen dat we alleen achterblijven. Mooie herinneringen vullen onze harten waarin je voor altijd zult verder leven.” En namens Samana: “Bijna 40 jaar lang was Jan voorzitter van Samana Lutselus, vroeger Ziekenzorg. Hij was de bezieler van onze kerngroep en dankzij hem zijn we ook een hechte groep. Niets was voor hem te veel, hij had oog en oor voor alles en voor iedereen. Ziekenbezoek aan huis was voor hem heel belangrijk. Zelf bezocht hij maandelijks zijn 10 zieken die er zo naar uitkeken wanneer hij neuriënd bij hen binnenkwam. Bij de uitstappen of feestjes met de zieken bracht Jan de nodige sfeer erin.” Laat ons het mooie dat Jan ons voorleefde koesteren en er energie uit putten om de toekomst samen te omarmen. Dat de herinnering aan zijn mens-zijn voor echtgenote, familie en tal van vrienden en kennissen een wakend vuur mag zijn dat ons hart blijft verwarmen.