Aan u allen: een zalig en gelukkig Nieuwjaar.
We weten niet wat er ons te wachten staat.
Het zal waarschijnlijk, zoals meestal,
een mengeling zijn
van aangename en minder aangename ervaringen.
We wensen elkaar graag veel goede dingen:
zeker een goede gezondheid,
maar wat misschien nog belangrijker is: levensvreugde,
en die kunnen we aan elkaar trachten te geven,
het gevoel van te leven in een grote familie,
en de sterkte om tegenslagen te boven te komen.
Laten we daarbij individueel en gezamenlijk
in deze wervelende tijd geen onheilsprofeten zijn.
De kerk krijgt het in onze maatschappij erg te verduren.
Dat hoeft de boodschap van Christus niet minder waar,
niet minder werkzaam of interessant te maken.
Bovendien is ze dergelijke uitdagingen ook altijd te boven gekomen.
Het is niet goed dat we ons zouden afzetten
tegen de maatschappij en de heersende cultuur.
We kunnen beter doorgaan met het leveren
van onze christelijke bijdrage.
-geloof brengen in plaats van onverschilligheid, scepticisme en cynisme.
-inzet en vriendschap brengen in plaats van onbewogenheid en depressie.
-vreugde en vrede brengen vanuit onze eigen tevredenheid met het geloof.
-leven en geluk brengen vanuit liefde en hoop.
Zo kunnen we de samenleving door onze christelijke eigenheid verfrissen.
Daarbij deze gedachte :
als christelijke ouders hun kindje te slapen leggen
geven ze het een kruisje met de woorden:
God zegene en beware je.
We gebruiken dit mooie gebaar en deze zinvolle woorden
ook bij een zwaar zieke die we aan Gods zorgende liefde willen toevertrouwen.
Sommige gehuwden geven een kruisje bij elkaar voor het slapen gaan.
De gedachte is dit:
je moet dus geen priester zijn om een zegen uit te spreken,
en om elkaar tot zegen te zijn.
Ik wens het ons allen voor het nieuwe jaar:
dat wij allen elkaar altijd opnieuw tot zegen mogen zijn.
Voor ieder van u
een goed jaar toegewenst, waarin we elkaar steeds opnieuw tot zegen mogen zijn.
Deken Geert